Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
10 avril 2014 4 10 /04 /avril /2014 02:39

 

JeroenO.jpg

De 64e Arkprijs van het Vrije Woord is toegekend aan Jeroen Olyslaegers. De jury bekroont met deze keuze het oprechte maatschappelijke engagement in woorden en initiatieven van de laureaat.

Olyslaeghers gebruikt het publieke forum om schrijnende maatschappelijke toestanden aan de kaak te stellen en met die stellingname tegen de mainstream in te gaan.

Zo heeft hij projecten opgezet om honger en armoede in onze welvaartstaat aan te klagen. Daarenboven heeft hij een eigen literaire stem ontwikkeld, waaruit maatschappelijke betrokkenheid en empathie voor de mindergegoeden spreekt.

Olyslaegers begon bij het documentatiecentrum Louis Paul Boon, maar zette zich al snel af tegen de academische wereld. Hij schreef ettelijke, vaak gecontesteerde stukken voor Nederlandse en Vlaamse theatergezelschappen. In 2002 richtte hij het Multimediacollectief "Glamor is Undead" op, in 2007 schreef hij het scenario voor de anti-koningsfilm van Harry Kümel, "Eendracht Maakt Macht". VAF weigerde een toelage voor die film.

Olyslaeghers is ook actief in de plastische kunsten, de film, en de politieke columns. Hij schreef voor Humo, en Klara, en nu nog in De Morgen.

Olyslaeghers is 47, en is op dit ogenblik op tournee met Joost Vandecasteele, met de performance "Geletterde Mensen".

De Arkrpijs wordt uitgereikt op woensdag 28 mei 2014 om 18.30 u. in Galerie De Zwarte Panter, Hoogstraat 70, Antwerpen.

Partager cet article
Repost0
7 avril 2014 1 07 /04 /avril /2014 18:35

 

 

MontVentoux.jpg

 

De Mont Ventoux, ook wel Géant de Provence of Mont Chauve genoemd, is een uitdaging voor allerlei wielertoeristen die willen bewijzen dat zij voor geen kale reuzen opzij gaan. Teneinde de verovering van deze gigant te promoten, organiseert Sporta sinds 2005 jaarlijks de Ventourist, waarbij al degenen die zich geroepen voelen, 'en bloc' de Kale Berg beklimmen. Maar ook buiten deze groepsmanifestatie vinden elk jaar duizenden dapperen het nodig om te tonen dat zij hetzelfde kunnen, zij het niet zo snel, als wat vóór hen illustere wielergoden deden. Sommigen zijn met één beklimming niet content, zij doen het twee, drie en méér keren na elkaar in één etmaal. De Herentalse sportdokter (en oud-leerling van mij) Toon Claes, die ook Tom Boonen en Jurgen Van den Broeck weer op het zadel helpt als dezen voor de zoveelste keer tegen de vlakte zijn gegaan, heeft het zelfs negenmaal achter elkaar gedaan – en nog wel met een gebroken sleutelbeen! – en draagt daarmee de titel van 'Adelaar van de Ventoux'.

De Reus van de Provence is vooral bekend van de Ronde van Frankrijk (en van Parijs-Nice en de Dauphiné Libéré ). Op die kaalkop tijdens de Tour als eerste bovenkomen is de natte droom van elke renner en staat zowat gelijk met de Gele Trui in Parijs. Vraag het maar aan Raymond Poulidor of Richard Virenque of aan Jean Robic, Louison Bobet, Eddy Merckx, Charly Gaul, Jan Janssen, Bernard Thévenet, Marco Pantani, Chris Froome die zowel het ene als het andere op hun naam schreven… Het gebeurt echter wel eens dat het stomme geweld van Goliath het haalt op de dapperheid van David. Dat ervoer Tom Simpson op die snikhete dag van 13 juli 1967, toen hij op 1,4 km voor de top voor de laatste keer van zijn fiets viel. Overigens valt er tijdens het fietsseizoen gemiddeld elke week een slachtoffer op de flanken van de Ventoux.

De beklimming van de Reus is inderdaad niet voor iedereen weggelegd. Er is zo maar even een hoogteverschil van 1614 meter tussen zijn voet en zijn top, die je langs drie kanten kan bereiken, nl. vanuit Bédoin, vanuit Malaucène en vanuit Sault. Volgens kenners is de eerste beklimming de moeilijkste: 21,5 km met een gemiddelde hellingsgraad van 7,5%. De klim vanuit Sault bedraagt 26 km en is minder steil met een gemiddelde van 4,4%. Hij wordt dan ook de mietjeskant genoemd. Vanaf Malaucene heeft de route een gemiddelde stijgingspercentage van 7.2 %.

Voor heel wat wielertoeristen is de beklimming van de 'Mont des Vents' een overwinning op zichzelf, waarmee ze de wereld willen verbluffen. Niet te tellen zijn de BV's van alle slag die dat bravourestukje op hun rekening hebben geschreven: acteurs, politici, fotografen, sportlui , journalisten, regisseurs…. Van Bert Anciaux tot Kris Peteers en Geert Bourgeois, van Wouter Vandenhaute tot Helmut Lotti, van Tom Van Dijck tot Jef De Smedt, en ja, zelfs Baron Stijn Coninckx hees zich op eigen kracht naar boven. En ook de vrouwelijke beroemdheden willen niet onderdoen voor de mannelijke krachtpatsers: Hilde Crevits, Marleen 'Simonneke' Merckx, Ann 'Doortje' Tuts, An 'Bieke' Swartebroeckx, Saartje Vandendriessche, Annemie Struyf verkozen dan misschien wel de mietjeskant, maar ze deden het toch maar. Ook Minister van Cultuur Joke Schauvliege heeft al eens getoond dat zij van de Ventoux minstens evenveel afweet als van Matthias Schoenmakers (aka Schoenaerts) en Zjef Geenie (aka Yevgueni).

En jawel, er zijn ook literaire pedaalridders die zich willen meten met de kolos. De meest bekende is Willy Verhegghe, die in een aantal verzenbundels de heroïsche gevechten van de Flandriens en andere coureurs bezongen heeft en aan campionissimi de status van onsterfelijkheid heeft gegeven: "Renners sterven niet,/ ze verdwijnen alleen maar uit het zicht/ eens zij met niet te evenaren stijl/ de laatste finish hebben overschreden/ en de snelheid van het leven/ hen met stijve spieren achterlaat.// Want koersen blijven ze,/ook al vallen hart en wielen stil,/ zij gaan in duizend hoofden door/ met duwen en nooit doodgaan,/ hun zweet geeft blijvend glans/ aan het asfalt.// Weet dat/ wanneer de aarde hen dan toch/ met tegenzin bedekt,/ hun naam voor altijd/ als een echo tussen bergen/ zal weerklinken."

Maar ook Paul Rigolle, Miel Vanstreels, Staf de Wilde, Frank Pollet, Patrick Cornillie, Philippe Cailliau, Bert Bevers hebben de kale reus eronder gekregen. En wie kent het sonnet 'Mont Ventoux' van Jan Kal niet, dat begint met "Dichten is fietsen op de Mont Ventoux" en eindigt met "toch haal ik, ook al is de hitte schroeiend,/ de top van deze winderige berg:/ ijdelheid en het najagen van wind"..

Met dit terzet zit Kal in het spoor van… Francesco Petrarca. Jarenlang verbleef de tot 'magnus poeta' gekroonde grootmeester in Fontaine-de-Vaucluse, in de nabijheid van de Mont Ventoux. Het was daar dat Petrarca de meeste van zijn Epistolae familiares schreef, waarin hij aan vrienden verslag deed van zijn uitstappen en tochten in heel Europa. In Epistula IV-1, gericht aan zijn biechtvader, de Augustijner monnik Dionigi di Borgo San Sepolcro, beschreef hij zijn voettocht naar de top van de Mont Ventoux. In deze brief beweerde de dichter dat hij de eerste mens was die een bergtop besteeg omwille van het uitzicht van de top, louter uit begeerte om zijn bijzondere hoogte nader in ogenschouw te nemen.

Het was op 26 april 1336 dat de Italiaan de berg beklom, in het gezelschap van zijn jongere broer, Gherardo, een kartuizer monnik. Wanneer hij eindelijk boven was, werd zijn schoonheidservaring al gauw overheerst door een zekere angst en verwarring. Om daarmee in het reine te komen besloot hij iets te lezen uit een boek dat hij altijd bij zich had: de Confessiones van Augustinus. Hij slaat het boek open en leest het slot van Caput 8 Liber 10:

"Et eunt homines mirari alta montium, et ingentes fluctus maris, et latissimos lapsus fluminum, et Oceani ambitum, et gyros siderum, et relinquunt se ipsos, nec mirantur;quod haec omnia cum dicerem, non ea videbam oculis, nec tamen dicerem, nisi montes et fluctus et flumina et sidera, quae vidi, et Oceanum, quem credidi, intus in memoria mea viderem spatiis tam ingentibus, quasi foris viderem;nec ea tamen videndo absorbui, quando vidi oculis; nec ipsa sunt apud me, sed imagines eorum."

[Vertaling: "En de mensen gaan de hoogte der bergen bewonderen, en de machtige golven van de zee, en de brede stroom der rivieren, en de gang van den oceaan, en de baan der sterren, en zij verlaten zichzelf, zonder zich te verwonderen. Terwijl ik dit zei, zag ik dat alles niet met de ogen, maar toch zou ik het niet zeggen, als ik de bergen en de rivieren en de stromen en de sterren, die ik zag, en de oceaan, waaraan ik geloofde, niet innerlijk door mijn geheugen zag in zo'n ontzaglijke ruimten, alsof ik het buiten mij zag (met mijn ogen). En toch slikte ik al die dingen niet in door het zien, toen ik ze zag met de ogen; en ook zijn zij zelf niet bij mij, maar hun beelden."]

Onmiddellijk daarop verwijt Petrarca zichzelf de ijdelheid van de beklimming, en daarbij van al zijn streven, om vervolgens vast te stellen, dat alleen de ziel het waard is om bewonderd te worden. Daarbuiten is er niets....

 

Frans DEPEUTER

Partager cet article
Repost0
7 avril 2014 1 07 /04 /avril /2014 16:38

 

Kopie-van-HFJ.jpg

Een zware griep en een computerziekte: vier dagen lang kon ik geen mails lezen of verzenden en was niet langer deelachtig aan het wereldwijde net.

Véél erger, ik kon “mijn documenten” niet raadplegen. Uitgerekend op het moment dat ik aan het werken was aan een doorwrochte, dringend aan te leveren tekst.

Kortom, de wet der reeksen én de wet van Murphy in volle werking.

*

Je voelt je plots niet alleen van de wereld afgesneden maar, erger nog, je staat geheel machteloos om het probleem aan te pakken, laat staan op te lossen. En je lijdt aan een bijzondere vorm van tijdelijke amnesie: een (groot) deel van je geheugen is immers opgeslagen in dossiers die je niet kan inkijken.

*

Neen, geen vakantiegevoel, geen oase van rust. Integendeel, gelet op een deadline ofte date guillotine, de kwellingen van het (zo goed als afgeschafte) vagevuur (zeggen theologen, toch).

Anderzijds dacht ik aan Paul Joostens die zich bewust isoleerde in zijn “abdij”...

*

Excuses dus voor het niet beantwoorden van mails of berichten op FB.

*

Sinds een half uurtje ben ik nu terug in de gemeenschap der levenden... En nu, even wennen aan het mirakel en dan aan de slag: inhalen!

hfjSCHEIRS2000.jpg

Tekening: Jan Scheirs

HFJ

Partager cet article
Repost0
4 avril 2014 5 04 /04 /avril /2014 00:59

 

 

Patricia-De-Landtsheer--Melissa-Leboeuf--Lut-Natens--Christ.JPG

Achter van links naar rechts Patricia De Landtsheer, Melissa Leboeuf, Lut Natens, Christina Guirlande, Renée Van Hekken, Nicole Van Overstraeten, Edith de Gilde en Erika De Stercke. Vooraan Ann Van Dessel

en Annmarie Sauer. (foto Geertje Hoefnagels)

In Den Hopsack aan de Grote Pieter Potstraat in Antwerpen ging donderdagavond De Tiende Muze door, een literaire avond met louter dames. Deze ladies night was een initiatief van Renée Van Hekken, en werd voor de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen in het kader van de reeks Publiek Geheim georganiseerd door Nicole Van Overstraeten. Die leidde de dichteressen deftig in. Niet zijzelf – zo benadrukte zij toen ze negen vrouwelijke letterkundigen aankondigde – was de tiende muze, maar de immer aanwezige Sappho. Den Hopsack was behoorlijk gevuld met een belangstellend publiek, dat de optredens van Renée Van Hekken, Edith de Gilde, Patricia De Landtsheer, Erika De Stercke, Christina Guirlande, Melissa Leboeuf, Lut Natens, Ann Van Dessel en Annmarie Sauer goed wist te waarderen. Enige notities: Renée Van Hekken las uit haar recente bundel Valentina, Edith de Gilde bracht pakkende compacte poëzie, Erika De Stercke plantte een vleermuis met een pruik op in vele geheugens, Christina Guirlande ontroerde met een gedicht over haar moeder die altijd naar zee wilde maar daar nooit aan toe is gekomen, Lut Natens viel op met een zacht vers over haar vorig jaar gestorven broer, Ann Van Dessel boeide met herinneringen aan de windstreken van haar moemoe  en Annmarie Sauer declameerde een sterk eigen gedicht en een vertaling van een Cherokee-dichteres.

Bert BEVERS

Partager cet article
Repost0
3 avril 2014 4 03 /04 /avril /2014 22:07

 

Scheirs.BLOG.jpg

Op de feestelijke heropening van het Lijsternest op 24 april e.k. geeft het West-Vlaamse provinciebestuur naast andere sprekers het woord aan Hedwig Speliers. Terecht schoot die keuze bij velen in het verkeerde keelgat. In “Actueel” worden onder meer de waardige, to the point en voor Speliers vernietigende brieven van Ludo Simons gepubliceerd.

Dat Gwy Mandelinck gewaardeerd wordt door haikoe-dichter en voorzitter van de Europese Raad Herman Van Rompuy blijkt voldoende uit de hier integraal opgenomen huldetoespraak.

In de vorige aflevering werd gewezen op de bundel De laatste dag. Verhalen over een kunstwerk waarin bijdragen verzameld werden over de assemblage De laatste dag al het heidens oog van Camiel Van Breedam. Het environment is door de opdrachtgevers en vorige eigenaars, Roger en Constance De Neef, geschonken aan de Universiteit Gent. Toen het in hun woning op 24 januari 1981 werd voorgesteld, voerde Jan Struelens het woord. In “Achteruitkijkspiegel” wordt de tekst van zijn doorwrochte toespraak gepubliceerd.

In “Door de leesbril bekeken” komt Hugo Raes aan bod en worden recente publicaties gesignaleerd, waarbij het accent kwam te liggen op misdaadromans en thrillers.

*

Een aantal bijdragen krijgt u hier kosteloos te lezen op de blog (meer dan 6000 'unieke' lezers in maart). Ook op FaceBoekpagina 'Mededelingen' blijkt de blog goed te scoren.

Zie:

www.mededelingen.over-blog.com

https://www.facebook.com/groups/cdrmededelingen/

 

*

De integrale publicatie van de CDR-Mededelingen gaat echter uitsluitend naar de trouwe abonnees die de publicatie van de elektronische en papieren ondanks stijgende verzendings- en overheadkosten mogelijk maken.

Zonder uw daadwerkelijke steun wordt de verdere publicatie problematisch. U leest ons graag? Meld u zich dan als abonnee aan.

Deelname aan de kosten, te storten op rekeningnummer 320 – 0084130 – 04

ten name van C. Lantsoght IBAN BE10 3200 0841 3004:

Papieren editie: 12 € per maand (twee afleveringen, verzonden per post)

Elektronische editie: 6 € per maand (twee afleveringen, verzonden per e-mail)

Henri-Floris JESPERS

Partager cet article
Repost0
1 avril 2014 2 01 /04 /avril /2014 16:25

 

DSC00140.jpg

Prof. em. dr. Ludo Simons

(Foto: Frank-Ivo van Damme)

De gedeputeerde voor Cultuur van de Provincie West-Vlaanderen begrijpt niet dat de keus voor Hedwig Speliers als spreker op de heropening van het Lijsternest voor enige commotie zorgt (De Standaard 1 april).

De strekking van zijn Streuvelsboek Als een oude Germaanse eik vatte Speliers in een interview met De Standaard op 24 februari 2000 samen in de woorden: “Streuvels is een afgeleide fascist.”

In zijn recensie van dit boek in Knack van 1 maart 2000 schreef Marc Reynebeau:

Van dit boek deugt absoluut niets. Speliers ontbreekt het namelijk aan een minimum aan metier als historiograaf. Hij kan geen hoofdzaken van bijzaken onderscheiden en heeft zelfs grote moeite met de chronologie. Erger is dat van bronnenkritiek nauwelijks sprake is en Speliers geen benul heeft van de historische context, waardoor in het boek de ene lacune op de volgende vergissing volgt. Enige argumentatie valt nauwelijks te bespeuren, waardoor de zelden door kennis van zaken gehinderde interpretaties vaak erg roekeloos uitvallen. Het boek bulkt niet alleen van niet ter zake doende uitweidingen, maar vooral van de tegenstrijdige en zelfs ronduit onjuiste speculaties. Verder lijkt Speliers amper Duits te kennen, wat voor dit onderwerp toch een handicap is. Zijn boek is, kortom, een gruwel om te lezen.”

Op grond daarvan en van tientallen soortgelijke reacties van kenners mag de keuze voor Speliers als feestredenaar in het huis van Streuvels misschien toch kritisch worden bekeken.

Ludo SIMONS

zie ook:

Het Lijsternest: Ludo Simons en Hedwig Speliers”, 26 maart:

http://mededelingen.over-blog.com/article-het-lijsternest-ludo-simons-en-hedwig-speliers-123101983.html

Hedwig Speliers over Stijn Streuvels, jawadde...”

http://mededelingen.over-blog.com/article-hedwig-speliers-over-stijn-streuvels-jawadde-123136936.html

Partager cet article
Repost0
31 mars 2014 1 31 /03 /mars /2014 23:10

 

Cinema-Trivia.jpg

Toen ik een jaar of elf was genoot ik met volle teugen van die prachtige BRT-jeugdreeks Johan en de Alverman. Vrienden van boven de Moerdijk begrijpen nooit waarover ik het heb als ik die serie zeg te koesteren, maar in mijn geboorteplaats Bergen op Zoom konden we behalve de NTS en later Nederland 2 óók altijd de BRT ontvangen (en in Tilburg, waar mijn Geertje vandaan komt, hadden ze zelfs de Duitse kanalen op antenne – wát een luxe). Er zijn méér generatiegenoten die er toentertijd van genoten, want toen ik in het begin van deze eeuw (voor mijn kameraad Benno Barnard, die de serie ook kende omdat hij met zijn vader regelmatig in Vlaanderen was, en mezelf) kaarten wilde bestellen voor de projectie van Johan en de Alverman in het Antwerpse Filmmuseum bleken die reeds op dag één gans uitverkocht! Ondertussen is de reeks op dvd verschenen, en zie ik ook wel dat het eigenlijk eerder parmantige propaganda voor Bokrijk en de Grotten van Han betrof, maar tóch blijf ik er een peperkoeken hartje voor hebben. Kwam op YouTube de Italiaanse versie (ginder uitgezonden in 1970) tegen. En ook bij Gianni e il magico Alverman bleef ik weer hangen. Jeugdsentiment zeker. Om ter zake te komen: Frank Aendeboom, die Johan speelde, was in de tv-serie verliefd op Rosemarie Bergmans, die Rosita de Bobadila vertolkte. Wat ik echter niet wist, was dat de twee ook in werkelijkheid een oogje op elkaar hadden. Ze zijn zelfs getrouwd (geweest). Rosemarie Bergmans viert overigens vandaag haar 70steverjaardag. Maar dit geheel terzijde. Gianni e il magico Alverman (ja, een Alverman heet – wat had je gedacht? – in het Italiaans eveneens Alverman, en ook Malapata klingkling en Moki la banta kalan moki moki bleven in de Italiaanse versie ‘gewoon’ Malapata klingkling en Moki la banta kalan moki moki) is alleszins online te bekijken:

http://www.youtube.com/watch?v=_Zh4F5otBEo

Bert BEVERS

Partager cet article
Repost0
31 mars 2014 1 31 /03 /mars /2014 21:55

 

GIERIKlente14.jpg

Gierik&NVT is een van die schaarse tijdschriften die vaak verrassend uit den hoek schieten. ‘Le Salon des Oubliés’ is het thema van het lentenummer. Belangrijke edoch 'vergeten' schrijvers worden van onder stof gehaald.

In de boekhandel zal je vergeefs zoeken naar werk van Marcel van Maele (1931-2009) en ook in antiquariaten valt er weinig te rapen. Er zijn echter mijns inziens duidelijke tekenen die erop wijzen dat hij niet alleen in de herinneringen van zijn tijdgenoten voortleeft. Het wordt wel tijd dat iemand zijn schouders zet onder de publicatie van zijn verzameld werk, poëzie en proza. In Gierik wordt hij treffend geportretteerd door Lucienne Stassaert.

Cees Buddingh' (1918-1985) heeft “niets met de schone letteren vandoen”, aldus de voortvarende jonge Boudewijn Büch (1948-2002) anno 1976 in Hollands Diep. Kort na Buddingh's overlijden op 24 november 1985 schrijft Büch in Het Parool een necrologie waarin hij hem een van de aardigste schrijvers noemt die hij ooit in Nederland had leren kennen. Bert Bevers brengt accuraat die vergeten anekdote tot nieuw leven.

Wie leest er nog vandaag het werk van Albert van Hoogenbemt (1900-1964) ? Door Luc Pay wordt hij getypeerd als 'moralist pur sang, wat in ons tijdsgewricht ook al niet erg de bon ton lijkt te zijn'. Moralist in de zin van 'aantonend' of 'beschouwend'. (Wie – een Franse schrijver – definieerde weer 'moraliste' als 'témoin des mœurs de ses contemporains' – ik citeer uit het geheugen ?). Van Hoogenbemt was niet alleen een belangrijke actor in de republiek der letteren, maar ook een geëngageerde schrijver. Luc Pay focust op Winst en verlies (1946).

Tot het begin van de jaren vijftig hebben – net als in Nederland – de meeste romans de bezetting en de onmiddellijke gevolgen ervan als onderwerp, aldus Hugo Brems (Altijd weer vogels die nesten beginnen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1945-2005, Bert Bakker, 2006, p. 91)

'Er is maar één boek dat zonder meer het standpunt van het verzet inneemt: Winst en verlies van Van Hoogenbemt. In beide novellen die onder die titel gebundeld zijn, overheerst de ontgoocheling omdat de verwachtingen van de verzetsstrijders na de oorlog niet ingelost worden.'

Aan mijn omgang met Bert Decorte (1915-2009) koester ik warme herinneringen. Hij heeft veel voor mij betekend. In de loop der jaren heb ik dan ook heel wat literairhistorische en kritische bijdragen over zijn oeuvre gepubliceerd. De lezing van de heel persoonlijke bijdrage van mijn jarenlange vriendin Joke van den Brandt, een nichtje van Bert, brengt mij dit alles niet alleen in herinnering, maar onthult ook enkele aspecten die mij minder bekend waren.

Frank De Vos werd getroffen door de lectuur van Filip de Pillecyn (1891-1962), de 'Prins der Nederlandse letteren' (scripsit Gerard Walschap), een van die collaborerende 'verbrande schrijvers'. Ik heb mij in een vorig leven grondig gebogen over de Vlaamse pacifisten en dienstweigeraars en schreef (anno 1983) een woord vooraf voor Mensen en dingen, de verzamelde, vrijwel onbekende politieke cursiefjes van De Pillecyn onder schuilnaam verschenen in het VU-weekblad Wij. Zowel (de latere senator) Toon van Overstraeten als (de Gentse kunstcriticus) Jan D'Haese hebben mij toen deelachtig gemaakt aan hun herinneringen aan de omgang met De Pillecyn. Hubert Lampo en Piet Van Aken hebben hun waardering voor het oeuvre van De Pillecyn nooit onder stoelen of banken gestoken. Monsieur Hawarden werd verfilmd door Harry Kümel. Frank De Vos had bovendien een boeiend interview met Jurgen De Pillecyn over diens grootoom. Begin 2003 werd in Hamme onder voorzitterschap van de bekende slavist prof. dr. Manu Waegemans het Filip De Pillecyncomité opgericht.

'Een mythe in de marge van het maniërisme' van Renaat Ramon handelt over de destijds geïgnoreerde en vandaag nog slechts in beperkte literaire en academische kringen bekende avant-garde tijdschriften Labris (1962-1973), Kok-Ko (1975-1979) en Tempus Fugit (1984-2000), waarvan de invloed en de uitstraling nu niet overschat mogen worden.

Zoals van hem altijd verwacht mag worden, brengt Ramon een helder en evenwichtig verhaal waarin de hier al vaker gesignaleerde Max Kazan (pseudoniem van Jef Bierkens), Hugo Neefs, Ivo Vroom, Leon van Essche, Ben Klein en Paul de Vree figureren.

De enige écht volledig maar dan ook totaal vergeten schrijver, de Brugse arbeider Mau Marssen (1902-1977) en zijn 'schaamteloos miserabilisme', worden uitvoerig tot nieuw leven gebracht door de onvermoeibare Lukas De Vos.

Kortom, een bijzonder lezenswaardige aflevering van het onvolprezen Gierik&NVT, geillustreerd met schrijversportretten door Jan Scheirs en Frank-Ivo van Damme.

Henri-Floris JESPERS

Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift 122, 31ste jg., nr. 1, lentenummer 2014, 96 p., ill.

Abonnement: 32 € (4 nummers, incl. portokosten). Losse nummers: 9 €.

Email: inge@gierik-nvt.be

Partager cet article
Repost0
31 mars 2014 1 31 /03 /mars /2014 18:10

koffiekoeken.PNG

Partager cet article
Repost0
30 mars 2014 7 30 /03 /mars /2014 22:10

DSC00117.jpg

De nieuwe bundel van Marleen de Crée werd zaterdag 29 maart voorgesteld in De Zwarte Panter te Antwerpen.

DSC00096.jpg

Bart Stouten trad op als ceremoniemeester. Hij verwelkomde de aanwezigen en vroeg eerst de aandacht voor Floris De Rycker ( zijn collega bij Klara) en Piet  Stryckers. Beide uitmuntende en vermaarde uitvoerders bespelen respectievelijk luit & theorbe en viola da gamba. De muziek van de Renaissance componist John Dowland was een passende inleiding voor de gevoelige poëzie van Marleen de Crée.

DSC00100.jpgDSC00099.jpg

Bart Stouten noemde Fluisterlicht een hoogtepunt in haar werk. Zij keert hier terug naar haar geboortehuis in Bree waar de beelden en de schimmen van vroeger aanwezig zijn, maar ongrijpbaar en onherroepelijk voorbij.

DSC00114.jpg

Prof. em. dr. Joris Gerits roemde de vormdiscipline van de gedichten waarin de trillende muzikaliteit de kern vormt. In het gedicht “Je maintiendrai” gloort, ondanks het heimwee toch weer hoopvol een “volgende dag”.


.leven tast ons aan maar het vuur

is niet vergeten.

het smeult en glinstert

onze gedachten in zijn gloed .waarheen en hoe,

liefde tussen de tanden, het kloppen

van het bloed. open, open, toe.

Gefluister in de armen van de nacht.

in de warme plooien van ons verleden

wacht een volgende dag.


De ontroerende en weemoedige muziek van Marain Marais die de beide musici daarna ten gehore brachten onderstreepte nog meer de stemming van de poëzie.

*

Onder de aanwezigen onder meer Philippe Cailliau, Richard Foqué, Jo Gisekin, Kristien Kloeckx, Willem Persoon, Adriaan Raemdonck, Ludo Simons, Lucienne Stassaert, Jan Van Broeckhoven, Beatrijs van Craenenbroeck, Mark Van den Eynde, Nicole Van Overstraete en Sofie Van Peel. 

JvdB

Foto’s Frank Ivo van Damme

 

Marleen de Crée, Fluisterlicht, Leuven, P, 45 p., 16 €. ISBN 978 94 91455-41-4

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche