Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
7 juin 2013 5 07 /06 /juin /2013 15:00

 

Joke-van-Leeuwen--foto-Bert-Bevers-.JPG

Foto: Bert Bevers

 

Zie: www.detafelvan1.blogspot.com

Partager cet article
Repost0
7 juin 2013 5 07 /06 /juin /2013 12:41

 

DiegoClavel.jpg

 

Uitsluitend voor de liefhebbers.

Denkend aan Wannes van de Velde: Diego Clavel (Diego Andrade Martagón , ° La Puebla de Cazalla, Sevilla,°1946).


In die volgorde te beluisteren:

 

http://www.youtube.com/watch?v=K4FpdGS7o68

 

http://www.youtube.com/watch?v=-esK0IYzCO

 

http://www.youtube.com/watch?v=rXodUWKuCIQ


Niet zomaar “leuk” vinden. Luisteren!


Duende! Arte puro, ni más ni menos.


Henri-Floris JESPERS

Partager cet article
Repost0
7 juin 2013 5 07 /06 /juin /2013 10:00

 fyra

 

Als je de schuld op iemand anders schouders kan leggen, waarom zou je die dan zelf dragen? Je kon er daarom het goud van België op verwedden dat Nederland de schuld van het debacle rond de Fyra naar ons dierbaar vaderland zou doorschuiven. De Nederlandse overheid vergeet echter dat met het doorschuiven van de schuld je die niet kwijt bent.

 

Als je je geld aan een bank toevertrouwt, blijft het jouw geld. Zelfs als je het kwijt bent, wegens wanbeleid, dat gebeurt wel eens, zoals onlangs is gebleken, blijft het jouw geld. Je kan 6 miljoen joden doden, ze zijn geschrapt uit de registers, maar ze blijven bestaan. Het enige wat met succes te bestrijden valt is het bestaan van God, en dan nog. Als iemand zegt dat hij God is, zoals dat bij uw dienaar het geval is, wie kan hem dan tegenspreken? De gedachten zijn vrij, en de waarheid is erbij.

 

Het geheugen is sterker dan eender welke redenering. Vraag het maar aan Socrates, of recenter, aan Martin Heidegger. In zijn Vom Wesen des Grundes behandelt hij de problematiek van de wijsgerige fundering. Volgens hem zijn vele centrale filosofische en wetenschappelijke vragen uiteindelijk funderingsvragen: vragen naar het waarom of waardoor, of vragen naar het doel, de zin, de mogelijkheidsvoorwaarden, de vooronderstellingen van waaruit, enz. Vergeet ook Arthur Schopenhauer niet, als het gaat om de kunst van het schuiven, een kunst die de Nederlanders als geen ander beheersen. Arthur zei: Als men vermoedt dat iemand liegt, moet men doen alsof men hem gelooft: hij wordt dan driest, liegt nog harder en is ontmaskerd.

 

Wij Belgen liggen dan ook niet wakker van de bewering van de Nederlandse overheid, en die van de Nederlandse Spoorwegen [NS]. Ze geven toe dat het Fyra-avontuur een catastrofe was, maar ontkennen hun verantwoordelijkheid. Om de schuld nog beter dan met een verschuiving te kunnen verleggen, volstaat het een commissie in te stellen. En dat is wat de Nederlandse overheid nu gaat doen. Een commissie is altijd een doofpot. Als na vijf jaar, het gemiddelde bestaan van een commissie, moet toegegeven worden dat de schuld of de verantwoordelijkheid uit de eigen korf komt, wie zal zich daar dan nog druk om maken. Oude koeien haalt men niet uit de gracht. Men laat ze daar staan, want waardeloos. Mensen hechten alleen waarde aan recente zaken.

 

Dat weten Nederlanders als geen ander. En om de waarde nog meer in waarde te laten dalen, creëren ze desnoods een nieuwe ramp of een groot schandaal. Afleidingsmanoeuvres is een andere hoge kwaliteit van de Nederlanders. Ze hebben ze afgekeken van de Engelsen. Hoe meer kolonies een land had, hoe bekwamer het talent van de afleiding der verantwoordelijkheid. België is op dat gebied een kleine garnaal. Het had maar één kolonie. Dat talent is om die reden niet sterk ontwikkeld bij de Belgische overheid. En dat weet Nederland. Van bij het ontstaan van België, in 1830 mocht iemand het vergeten zijn, wordt alle schuld over wat mis gaat tussen beide landen in de schoenen van de Belgen geschoven. Dat zij de dappersten aller Galliërs waren, zoals Julius Caesar beweerde, kan daar niets aan veranderen. Dapperheid en schuld hebben geen verwantschap, zolang… zolang Nederland er niet bij betrokken is. Is dat wel het geval, ja, dan kan de verwantschap niet groot genoeg zijn.

 

Hebben we stilaan alle kwaliteiten waarin de Nederlanders uitmunten opgesomd? Helaas neen, want er is geen beginnen aan. Wat wel niet over het hoofd gezien mag worden, is de kunst van Nederland om de kosten van een ramp door anderen te laten betalen. Hooguit zal het wat kruimels bijeenvegen, en die kost, wat omvang en bijeenschuiven betreft, is verwaarloosbaar. Aan de schuld van het Fyra-failliet zal dus zolang gerekt worden, dat België het besluit zal nemen veel meer kapitaal op te hoesten dan het moet.

 

Zo zit dit land in elkaar. Het is veel te geduldig, heeft een ingebakken schuldgevoel. België heeft nu eenmaal geen filosofen van wereldniveau. Even kijken. Wie valt ook uit de kast te halen om de arrogantie van Nederland aan te tonen? Immanuel Kant. In zijn Dromen, Kritiek van de paranormale ervaring stelt hij de retorische vragen: Kunnen we bewijzen dat de ziel na de dood blijft bestaan? Hoe moeten we ons de verhouding tussen lichaam en geest denken? Nederland heeft zich met de jaren bekwaamd om die retorische vragen in reële om te zetten, en ze daarbij op alles en nog wat toe te passen. In het geval van de Fyra is dat: Kunnen we bewijzen dat de schuld na de ramp blijft bestaan? Hoe moeten we ons de verhouding tussen België en Nederland denken?

 

Het zal de essentie zijn van de onderzoekscommissie die er in Nederland omtrent de Fyra staat aan te komen. Het eindverslag valt nu al te voorspellen: De ramp kwam ná de schuld, niet voordien. En gezien de verhouding tussen Nederland en België er een is van een meerdere tegenover een mindere, is zowel de ramp als de schuld, de schuld van België en een ramp voor Nederland.

 

Of zal België nu eindelijk eens aantonen dat de sterkte van haar schouders onderschat werd en Nederland zich met de jaren kapot heeft geluld dat zowel haar geest als haar lichaam zo verzwakt zijn dat het snel bezwijkt onder een Gallische dapperheid? Dat moet kunnen, met de wetenschap voor ogen dat Nederland slechts tot aan de Moerdijk tot Gallië behoorde. Al de rest is moeras… en is het in zekere zin nog steeds… in zijn denken en zijn doen.

Guido LAUWAERT

Partager cet article
Repost0
6 juin 2013 4 06 /06 /juin /2013 23:03

 

DIALECT.jpg

Woensdag 29 mei overleed Jack De Graef (°4 februari 1927), jazz-muzikant en auteur van een rist stuk per stuk verhelderende boeken over de Antwerpse taal en het Antwerpse volksleven. De vrijzinnige uitvaartplechtigheid aan de asurne zal plaatsvinden in de aula Aster van het intercommunaal Crematorium van Antwerpen, te Wilrijk op maandag 10 juni om 10 uur. De bijzetting in het columbarium gebeurt aansluitend op de begraafplaats Silsburg Borgerhout.

*

Jack de Graef schreef hét boek over het Antwerps dialect, aanvankelijk verschenen als Het Groot Woorden- en Liedjesboek over het Antwerps Dialect. Als Het Antwerps dialect : van dezekestijd tot in de 21e eeuw beleefde het boek in 1999 een 13de druk (uitgeverij De Vries-Brouwers).

Ik koester vooral De Swingperiode (1935 – 1947): Jazz in België (De Dageraad, 1980), niet alleen een encyclopedisch naslagwerk, maar ook een stukje mentaliteitsgeschiedenis, voornamelijk over de jazz tijdens de bezetting, toen “Swingtanzen Verboten” was. Kortom, een ware fundgrube...

Jammer genoeg heb ik Jack de Graef slechts oppervlakkig ontmoet. Ik kan dus niets toevoegen op het in memoriam dat Walter Soethoudt op zijn webstek “De Twijfelaar” publiceerde: http://waltersoethoudt.blogspot.be/

HeylenPortretKleur.jpg

Foto: Jan Scheirs

Gisteren werd Philip Heylen tijdens de vergadering van ExLibris zachtjes uitgelokt om te reflecteren op zijn muzikale smaak. Als jongen droomde hij ervan orgel te spelen. Onder invloed van zijn grootmoeder, operazangeres, kwam hij snel in de ban van de Italiaanse romantici en (met enig voorbehoud toch...) van Wagner. En dan kwam jazz – zijn oom Gerald “Jerry” Dauphin, bij wie hij vaker te rade ging, bracht immers een indrukwekkende collectie jazzplaten bijeen.

ConradTango

Van Jerry naar Patrick Conrad, de stap is gauw gezet. Ik stel dus zonder verbazing vast dat Philip en Patrick “FaceBook-vrienden” zijn. Vandaag las ik op de webstek van Knack een schitterend recensie van Patricks jongste roman, Tango assassino door Lukas De Vos, mijn geleerde collega redactielid van het Nieuw Vlaams Tijdschrift beatae memoriae en mede-stichtend lid van de stichting Arkprijs van het Vrije Woord.

http://www.knack.be/nieuws/boeken/recensies-jeugd/thrillers/patrick-conrad-en-de-zaak-zonder-alzheimer/article-4000320566983.htm

*

De kritische receptie van “spannende boeken” staat in Vlaanderen kwalitatief op een bijzonder laag pitje. Lukas de Vos hoort bij de drie musketiers (die met vier waren) die daar de spreekwoordelijke uitzondering op vormen. Lezen dus, die recensie!

Henri-Floris JESPERS

Partager cet article
Repost0
6 juin 2013 4 06 /06 /juin /2013 18:00

 

Voor-Cinema-Trivia.JPG

Bekeek Once Upon A Time In America (1984), de zwanenzang van de briljante regisseur Sergio Leone, weer eens. In alle opzichten een geslaagde rolprent, maar toch is het eerste waaraan ik moet denken als iemand het over die film heeft een in mijn ogen briljante grap. Als Robert De Niro halverwege het verhaal uit de gevangenis komt wordt hij opgehaald door James Woods met een….begrafenisauto. Van de firma Bercovitz & Co. Het is maar een detail, maar ik moest al toen ik Once Upon A Time In America voor het eerst zag smakelijk lachen om de reclame op de wagen:

 

Why go on living

when we can

bury you for

$ 49,50?”

Bert BEVERS

Partager cet article
Repost0
6 juin 2013 4 06 /06 /juin /2013 07:03

 

HeylenHFJ.jpg

Foto: Jan Scheirs

Op 1 juli 2009 was schepen van Cultuur Philip Heylen voor de eerste keer te gast bij de Kring ExLibris. Hij handelde toen over het Museum aan de Stroom (MAS) en de Red Star Line (RSL). Gisterenavond werd hij geïnterviewd in de cafetaria van DC Vrijgeweide te Borgerhout. Bij het opstarten van het gesprek stelde Henri-Floris Jespers vast dat cultureel Antwerpen de jongste tijd in de prijzen valt.

Philip Heylen pikte daarop in door te wijzen op de Siletto Award 2013 die naar het MAS ging. Die Europese museumprijs bekroont jaarlijks een museum voor de beste vrijwilligers- en gemeenschapswerking en wordt sinds 1977 uitgereikt door het European Museum Forum. Voor deze editie ontving de jury 41 kandidaturen uit 21 landen.

De jury waardeerde de wijze waarop het MAS heeft aangetoond hoe vrijwilligers en lokale gemeenschappen betrokken kunnen worden in de ontwikkeling, uitvoering en presentatie van erfgoedprojecten. Bovendien levert hun bijdrage een aanzienlijke versterking van de kwaliteit van de museale opdracht. Het MAS is daar op korte tijd - exact twee jaar na de opening in mei 2011 - meesterlijk in geslaagd en ontving sedert de opening al verschillende nominaties en awards, uitgereikt binnen zeer uiteenlopende activiteiten en domeinen.

2013--Bellibris-5juni-061.jpg

Foto: Frank Ivo van Damme

Tijdens het ontspannen gesprek liet Philip Heylen zich verleiden om terug te blikken op enkele artistieke familieleden, waaronder zijn oom, de talentvolle fotograaf Gerald “Jerry” Dauphin (15 juli 1938-22 december 2007) die zijn carrière begon als assistent van Henri Cartier-Bresson. Terloops mochten de aanwezigen ook heel wat vernemen over de muzikale smaak van de schepen...

De jongste tien jaar werd er met succes gesleuteld aan een actief letterenbeleid.

Vorig jaar kende ZuiderZinnen een laatste editie. In Antwerpen is er zeker ruimte en een publiek voor een nieuw groot literair festival, toch? Philip Heylen verklapte alvast dat er sowieso een waardig opvolger in de maak is.

Hij onderstreepte ook het belang van het stadsdichterschap, dat poëzie levend en zichtbaar maakt. Eind dit jaar wordt trouwens een nieuwe stadsdichter aangesteld.

ZaalVrijgeweide.jpg

Foto: Jan Scheirs

Schepen Heylen ging grondig in op vragen vanuit de zaal over de afbraak van het Zeemanshuis, het Peter Benoit-monument en de toekomst van het Museum Smidt van Gelder, waarbij hij het beleid concreet toelichtte. Tot slot gaf hij ook boeiende anekdotische informatie over het Red Star Line Museum.

2013--Bellibris-5juni-051.jpg

Foto:Frank Ivo van Damme

Philip Heylen (°24 juni 1968), licentiaat in de rechten (UA), is sinds 2001 gemeenteraadslid in Antwerpen. In 2004 werd hij schepen van cultuur, bibliotheken en monumentenzorg. Na de verkiezingen van 2012 werd hij schepen van cultuur, stads- en patrimoniumonderhoud.

*

Aanwezige leden van de Culturele Kring ExLibris (opgericht in 1989): Joke van den Brandt, Mieke en Willy Braspennincx, René Broens, Irène Broer, Frank Ivo van Damme, Renee van Hekken, dr. Paul Hoffbauer en Els, Pruts Lantsoght, Mieke de Loof, Dirk Maeyens, Thierry Neuhuys, Luc Pay, Jan Scheirs, Walter Soethoudt, Chris Torfs, Gert Vingeroets, Jos Vervloet, Frank en Goddie De Vos.

Partager cet article
Repost0
5 juin 2013 3 05 /06 /juin /2013 00:27

 

FotoBenKlein.JPG

Over de dichter Ben Klein hangt, laten we zeggen, een waas van geheimzinnigheid. Ik ontmoette hem (al ken ik zijn naam en werk reeds jaren) zaterdagmiddag jongstleden pas voor het eerst persoonlijk, in het Fakkeltheater aan de Reyndersstraat in Antwerpen. Ik babbelde samen met de dichter Wim Persoon met hem. Klein (geboren als Frans De Wispelaere, zoveel is zeker) is, zei hij zelf, ondertussen 83. In de bloemlezing Tussen pijn en puin verdwenen (Manteau, 1966) staat vermeld dat hij in 1926 in Stettin, in Polen, is geboren. De website Schrijversgewijs houdt het op 13 juni 1928, ook in Stettin.

De biografische gegevens in Gedicht en grafiek 58 (een nummer van De Tafelronde) vermelden: Geboren 13.6.24, was achtereenvolgens hoeveknecht, boekverkoper, betaald voetballer en bediende, thans opsteller. Die in Gedicht en grafiek 59 (wederom van De Tafelronde) dan weer: Sinds 1929 onderweg.Reine pohesie, kruiste gongora prévert jouve cendrars en mallarmé, rupert, oscilliie. Slecht karakter. Agressief. Houdt toch van katten. Vrouwen. Droomt van 1 roman. [sic]

Er doen ook verhalen de ronde dat hij geboren zou zijn in Glasgow, Londen en Riga. Op een aan hem gewijde blog wordt 1929 als geboortejaar vermeld, sine loco. Toch (zo leerde navraag her en der) schijnt de correcte geboortedatum 13 juni 1928 te zijn. Waardoor hij geen 83, maar 84 zou zijn. Vermits het zaterdag 1 juni was zou hij dientengevolge binnenkort 85 worden.

Hoe het ook zij: Wim Persoon, wees me op de boeiende wijze waarop Klein in de poëzie verzeild raakte. “Vertel het nog eens, Ben,” zei hij. Waarop de nog immer kwieke auteur me zei dat hij eigenlijk via het voetbal verder geïnteresseerd raakte in de schone letteren. “Ik speelde in de jeugd bij Beerschot, nog samen met Rik Coppens zelfs. Daar haalde ik het eerste elftal niet, maar toen ik in militaire dienst zat, werd ik geselecteerd voor het Belgische militaire elftal, in 1949 zal dat geweest zijn. We speelden toen, in Frankrijk, tegen de Franse militaire ploeg. Het werd 2-2, en ik maakte beide doelpunten. Daardoor trok ik de aandacht van Valenciennes FC, dat me inlijfde. Ik was daar twee jaar en een half profvoetballer.” Klein was (in een tijd dat de aanval nog uit vijf man bestond) linksbinnen, later linkshalf.

Ik had al wel gedichten geschreven, maar ik kwam pas toen in contact met de moderne Franse poëzie, van Tzara en van Apollinaire,” zei hij. “We moesten lange busreizen maken voor de uitwedstrijden, en terwijl mijn ploeggenoten tijdens die ritten aan het pokeren sloegen, verslond ik de literaire tijdschriften die ik in Frankrijk leerde kennen.”

Op de vraag of hij na terugkomst uit Valenciennes FC was gestopt met voetballen, antwoordde hij: “Nee, ik heb toen nog bij SK Berlare gespeeld, in Eerste Provinciale.” Natuurlijk heb ik mijn best gedaan om uit te vinden of er op het wereldwijde web iets te vinden was van die 2-2 tegen Frankrijk, en of er op de website van Valenciennes nog iets te traceren valt van zijn verblijf aldaar. Zonder resultaat. Wel staat vast (zoiets zeg je niet zomaar, als je je dat niet herinnert) dat SK Berlare in de seizoenen 1951-1952, 1952-1953 en 1953-1954 (in dat laatste seizoen degradeerde de club) inderdaad in Eerste Provinciale uitkwam. In ieder geval is hij ook wel degelijk opsteller geweest (bij het OCMW in Antwerpen).

Soit. Veel onduidelijkheid, maar toch ook de zekerheid dat Ben Klein 13 juni met zijn verjaardag gefeliciteerd mag worden. De hoeveelste dat dan ook moge zijn….

Bert BEVERS

Partager cet article
Repost0
4 juin 2013 2 04 /06 /juin /2013 18:20

 

Kasimir.jpg

Theater Malpertuis uit Tielt en Unie der Zorgelozen uit Kortrijk hebben de handen in elkaar geslagen en een bewerking gemaakt van de klassieker Kasimir en Karolien van de Oostenrijkse romancier en toneelschrijver Ödön von Horváth (1901-1938). Een zeer geslaagde voorstelling die enkel geplaagd werd door het gure weer. Gelukkig werden er dekens uitgedeeld, zodat de toeschouwers anderhalf uur lang warm hadden, in geest en lichaam.

 

De auteur schetst een messcherpe analyse van een totaal verrotte maatschappij, als gevolg van de economische crisis van de jaren twintig, die geleid hebben tot de bankencrisis en de internationale schuldencrisis begin van de jaren dertig. Bij Horváth ontbreekt elke ideologische vastlegging, en dat is hoogstwaarschijnlijk de reden dat zijn werk bij een grote of een kleine crisis getoond en zijn boodschap moeiteloos begrepen kan worden. Peter Handke verkoos het boosaardige realisme van Horváth boven de pedante toon die Brecht er met zijn stukken probeerde in te hameren. Tevens is het zo dat de Oostenrijker één van de geestelijke vaders was van Rainer Werner Fassbinder en Franz Xaver Kroetz.

Geert Six heeft het stuk naar zijn hand en de geest van de tijd gezet. De tekst loopt vlot, de dialogen zijn puntig, de karakterschetsen helder. De dramaturgie van Piet Arfeuille is logisch. Hij koos, voor de voorstellingen in Kortrijk, als locatie een uitgeleefde achterzaal van een bruin volkscafé dat [met tribune] werd omgebouwd met de toepasselijke naam ‘t Voorgeborchte. Op het speelvlak flipperkasten, een popcornmachine, een jukebox, salonmeubilair uit de glorieperiode van de Mechelse meubelfabrieken. De tijd? Tijdens de jaarlijkse buurtkermis met een achtbaan die zoals gebruikelijk maar zeven hindernissen telt, wegens de beperkte ruimte in de wijk. Het artistiek team van beide initiatiefnemers koos voor een mix van beroeps en amateurs. Het resultaat is zoals het leven is: een roetsjbaan van verrassende momenten; soms haperende, af en toe kruipende, bij momenten voorwaarts snellende.

Het oorspronkelijke verhaal concentreert zich op de twee titelpersonages. Kasimir verliest zijn job en ziet de toekomst zwart in. Wanhoop. Karolien houdt van hem, blijft van hem houden maar neemt af en toe afstand en flirt er op los, om zijn lust te prikkelen. Somberheid kent zij niet. Hoop.
Geert Six heeft zowel in zijn bewerking als in zijn regie de problematiek opengetrokken en over alle personages verdeeld. De politicus, de ondernemer, een van zijn bedienden, zijn dementerende moeder, een paar tooghangers, de kroegbazinnen, zonder van de hoofdlijn af te dwalen. Een mooie prestatie. Het stuk wordt er actueler door en leent zich makkelijk om gesmaakt te worden door zowel de ervaren als onervaren toneelganger. De passerende schlagers worden soms zachtjes gemurmeld door het publiek. Zoals dat nu er eenmaal aan toe gaat in volkscafés. Publiek leeft mee. Missie dus geslaagd.

Het meest verbazende aan deze voorstelling is de sterke inleving van de acteurs in hun personages én ‘t geblokte samenspel. Het maakt dat geen onderscheid valt op te maken tussen beroeps en amateurs. En dat is heerlijk want beroeps zijn in wezen veredelde amateurs. Tamara Tanghe [Karolien] lijkt geboren voor haar rol, al zal zij ongetwijfeld het hele scala van karakters aankunnen. Een bijzondere ruiker voor Christine Van de Voorde [Irma Tant]. Ze is werkelijk grandioos in haar personage van dementerende vaste klant en moeder van één van de tooghangers. Ze zegt weinig, halve woorden, klanken, maar werkelijk ontroerend hoe ze vecht tegen haar onmacht.

Eigenlijk verdienen alle spelers een pluim. De enige die wat tegenviel is Stijn Minne als Kasimir. Zijn mimiek en motoriek is al te beperkt en omdat hij niet weet waar met zijn handen te blijven, zitten ze driekwart van de voorstelling in zijn broekszakken. Het kan een regieaanwijzing zijn, want een man masseert zijn ballen bij hoge vreugde, diepe treurnis en brede twijfel. Was dat zo, dan had hij er zelf varianten op moeten vinden.

De gewesttaal stoort niet, al faalt wel eens de articulatie. Zodat een Limburger zich zou kunnen afvragen of de apparatuur van de boventiteling niet vergeten werd in het thuisatelier.

Zonder fout leeft niemand wel. Overal is wat, en als daar rekening mee wordt gehouden, en dat moet, zorgt de voorstelling voor een heerlijke toneelavond.

Guido LAUWAERT

www.uniederzorgelozen.be/ www.malpertuis.be

In de Scala, Pluimstraat 7, Kortrijk.

Er zijn enkel nog plaatsen voor vrijdag 7 juni
Een extra voorstelling op zondag 9 juni om 20u15

Partager cet article
Repost0
3 juin 2013 1 03 /06 /juin /2013 18:30

 

GeefTerug.jpg

De leiding van Belgacom denkt nog immer dat Frankrijk het centrum van de wereld is, en het Frans dientengevolge een taal met aanzien. Welnu, ze leeft in het verleden. Maar dat is niet af te zien aan het aanbod dat Belgacom de abonnee biedt.

Ik turfde al zappend eens even hoe het zit met de zenders die ik kan ontvangen. Daarvan zijn er 40 Nederlandstalig (of van Nederlandstalige ondertitels voorzien). De meerderheid van de inwoners van België is Nederlandstalig. Desalniettemin beschik ik in Antwerpen over 46 Franstalige kanalen (posten zoals men hier zegt).

Uiteraard blijft de BBC vertegenwoordigd, en ook de Spaanse (TVE) en Italiaanse staatszenders (RAI Uno, RAI Duo en RAI Tre, aangevuld met RAI Mediaset) blijven beschikbaar, alsmede een aantal Arabische kanalen.

Maar: België is officieel een driétalig land, vermits men in de Oostkantons Duits spreekt! Omdat het abonnement op ARD en ZDF (aan het verdwijnen van WDR was ik reeds lang gewend) duurder was geworden, nam de leiding van Belgacom de makkelijkste beslissing: ARD en ZDF (twee zenders waar ik zeer graag naar keek, de nieuwsprogramma’s zijn er van topklasse) werden gewoon uit het aanbod gezwierd. Schande. Al is het alleen maar voor onze medeburgers in de Eupen en omstreken (die overigens wel de Belgischer Rundfunk behouden, een soort ATV). Weliswaar kwamen ter vervanging ProSieben, Sat.1 en RTL, maar dat zijn commerciële zenders die de godganse dag nagesynchroniseerde Hollywoodbrol op het scherm brengen.

Stel je toch eens voor wat voor een gigantische heibel er zou ontstaan moest Belgacom France 1, France 2 en France 3 uit het aanbod mieteren. Het land zou te klein zijn….

Protesten van abonnees mochten niet baten. Maar het ziet er naar uit dat we ARD en ZDF terugkrijgen! De hemel zij dank is kanselier Angela Merkel mee op de bres komen staan: ‘Statt ARD und ZDF setzt Belgacom auf deutsche Privatsender. Das bringt nicht nur einige Zuschauer auf die Palme. Sogar Bundeskanzlerin Angela Merkel schaltet sich nun ein. Laut der Tageszeitung Deutsche Wirtschaftsnachrichten will die deutsche Kanzlerin sich bei Premierminister Elio Di Rupo für die Wiedereinführung der beiden öffentlich rechtlichen Sender starkmachen. Auch andere deutsche EU-Politiker haben sich bereits an die Föderalregierung gewandt.’

Hieronder de tekst van het betreffende artikel in Deutsche Wirtschaftsnachrichten:

Die Öffentlich-Rechtlichen verlangen eine Verdoppelung der Einspeisegebühr. Daher hat Belgiens größter Fernsehanbieter ARD und ZDF aus dem Programm genommen. An ihre Stelle treten nun RTL, SAT1 und Pro7. Seit dem 14. Mai speist der größte belgische Fernsehanbieter Belgacom ARD und ZDF nicht mehr ins Netz ein.Stattdessen werden nun die privaten Sender RTL, SAT1 und Pro7 gesendet. Denn die Öffentlich-Rechtlichen verlangen die Verdoppelung der Einspeisegebühr auf eine Million Euro im Jahr. Das war Belgacom zu viel.Von der Änderung der Programmauswahl sind neben den 75.000 deutschsprachigen Belgiern circa 40.000 deutsche Diplomaten und Lobbyisten in Brüssel betroffen. Dort befinden sich die EU-Institutionen und das Nato-Hauptquartier. Eine Onlinepetition gegen die Abschaltung von ARD und ZDFscheint im Hinblick auf diese Klientel eigentlich unnötig. Sie hat bereits über 3.700 Unterschriften gefunden.Kanzlerin Merkel hat bereits versprochen, sich beim belgischen Premier Elio Di Rupo für eine Ausstrahlung von ARD und ZDF starkzumachen, berichtet der Tagesspiegel. Der FDP-Bundestagsabgeordnete Oliver Luksic schrieb an Di Rupo: “Für die engen freundschaftlichen Beziehungen zwischen Deutschland und Belgien wäre eine Einigung in dieser Sache ein positives Signal.”’

Vooral de opmerking van Oliver Luksic is diplomatiek-fijntjes gesteld. Dat het voor de nauwe vriendschappelijke betrekkingen tussen België en Duitsland een positief signaal zou zijn als deze kwestie geregeld zou worden. Benieuwd of Elio di Rupo de oproep van Frau Känzlerin zomaar naast zich neer zal leggen. Geef ons, kortom, ARD en ZDF terug!

Bert BEVERS

Partager cet article
Repost0
3 juin 2013 1 03 /06 /juin /2013 16:53

 

MielCools.jpg

Eind vorige week overleed Miel Cools, de meest geliefde kleinkunstzanger van de jaren zestig en zeventig. Zijn dood sluit een hoofdstuk af in de geschiedenis van het Vlaamse chanson.

 

Geen kleinkunstzanger heeft zoveel optredens gehad in Vlaanderen als Miel Cools. Hij trad op in parochiezalen, de voorlopers van de culturele centra, en in jeugdclubs. Ze waren in opmars. De roerige jeugd van de jaren zestig wilden hun eigen kampementen. Na heel wat gesoebat met de parochiale overheid kregen ze hun zin. Niet dat de pastoors er tegen waren, ze zagen ook in dat samen met de kerk de parochiezalen van hun glans verloren. Ze vreesden niet zozeer de drugs, die waren er ‘officieel’ in Vlaanderen niet, maar voor de seks. Vrije liefde was een gevaar voor een van de pijlers van het rijke Roomse leven.

De jeugdclubs kwamen er toch, het werd een vloedgolf. De voornaamste activiteiten waren fuiven. Met de opbrengst konden culturele avonden georganiseerd worden. Toneel of poëzie waren niet aan de orde, maar wel een fenomeen dat uit Amerika was overgewaaid, optredens van troubadours. En daar zagen de pastoors wel brood en heil in. Ze refereerden naar de bonte avonden en de kampvuren van de jeugdbewegingen, de Chiro voorop. En zo had elke parochie jaarlijks wel een paar kleinkunstavonden. Ze trokken jong volk, maar tevens ouders, mensen tot de leeftijd van veertig jaar. Hier en daar een oud koppel, waarvan de man, zoals Baden Powell, een jeugdleider bleef. Vaak gingen dat soort mensen mee op kamp, om te koken en als assistent van de onderpastoor, die tien dagen lang aalmoezenier of proost was.

De eerste generatie van kleinkunstenaars had van een beperkt assortiment. Die mondde uit in een voorkeurlijst, want de plaatselijke pastoor moest zijn zegen geven. Zo waren Kor van der Groten en Hugo Raspoet minder in trek. Ze zongen liedjes waar braaf protest tegen het burgerlijk fatsoen in schuilde. Het trio Cassiman en vooral Miel Cools kregen de volle roomse zegen. Hun luisterliedjes waren gepolijste volksliedjes, niet zelden overgoten met een heimatsausje, of een ludieke suggestie van stout gedrag. Boer Bavo is daar het beste voorbeeld van. Het was dan ook niet verwonderlijk dat de weekenddagen de kijkers / luisteraars een halve strofe kregen geserveerd, na de melding van Miels Cools’ overlijden.

De zangstonden werden vaak aangevuld met cursiefjesschrijver. De belangrijkste waren Gaston Durnez, Jos Ghysen, Louis Verbeeck. Nederlanders kregen geen kans. Ze waren te duur en te kritisch. Een zeldzame keer lukte het om een meer sociaal kerel te engageren. Het zat in de boeggolf van de tweede generatie kleinkunstenaars, waaronder de drie volkszangers, Wannes Van de Velde, Walter De Buck en Willem Vermandere. Andere hielden het bij de lijn die de onlangs overleden J.C. Paardekoper, met in zijn zog de Leuvense professor Joos Florquin, die met een verwrongen motoriek van de mondspieren het volk het ABN, Algemeen Beschaafd Nederlands, de strot had ingeduwd. Onder hen Jan de Wilde, [het trio] RUM, Zjef van Uytsel, Miek & Roel, Della Bossiers.

Maar eenzaam aan de top top heerste Miel Cools. Tot hij eind van de jaren zestig de concurrentie moest aangaan met Nederlandse zangers. Het publiek wilde meer, het protest werd gecanoniseerd. Onder invloed van onder meer Ramses Shaffy [en Liesbeth List], Boudewijn de Groot, Dimitri van Toren, Herman van Veen, Jules de Corte, Elly & Rikkert, Drs P werd de tweede Vlaamse generatie ook maatschappijkritischer. De Nederlandse kleinkunstenaars waren niet zelden opgegroeid in de wereld van het Nederlandse cabaret, dat een genadeloze aanklager was van het burgerlijk fatsoen. Een cabaretcultuur binnen het hoger onderwijs zoals Nederland die kende in de jaren zestig heeft Vlaanderen nooit gekend.

Eind van de jaren zeventig liep de heerschappij van Miel Cools ten einde. Om de brode stak hij zijn energie in een wijnhandel. Optredens werden zeldzaam. Slechts bij ‘herdenkingen’ werd hij nog eens van stal gehaald. Een paar maal werkte hij aan een comeback, maar die liepen allemaal op een sisser af. Miel Cools heeft de kans gehad een leidersfiguur te worden. Iemand die vooraan in de geschiedenisboekjes staat. Maar daarvoor was zijn repertorium te zoet, te weinig gedurfd. Dat wist hij ook. Nooit waagde hij de sprong naar het protestlied. Mede door zijn tekstschrijvers, voorop Jaak Dreesen, bleef hij het katholieke kruis en de preutse kuisheid, de open haard en de volle baard getrouw.

Miel Cools was een markant man, een integer mens, een speelse muzikant. Jammer dat hij nooit eens het kabaal van de moraal zocht. Dan zou hij nog geen 24 uur na zijn dood al niet in het randnieuws zijn getuimeld. Nu blijft hij voortbestaan als de man die de kleinkunst geen gezicht gaf, maar wel mee boetseerde.

Guido LAUWAERT

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche