Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
10 juin 2014 2 10 /06 /juin /2014 03:57

 

VERSTOCKTeen.jpg

Van l. naar r.: HFJ, Mark Verstockt en Gisela Roegiest (Antwerpen, Kunstkamer, 1965. Eigen collectie.)

 

Mark Verstockt (°1930-2014), schilder, beeldhouwer, grafisch ontwerper en boekarchitect, werkte aanvankelijk lyrisch abstract met verwijzingen naar elementen uit de natuur en de kosmos. Creëert vanaf 1963 monochrome geometrische structuren, meestal gebaseerd op het vierkant en evolueert naar de driedimensionale uitwerking van dit thema. Zijn geometrisch abstract werk, verwant aan de kinetische kunst, werd vaak geïntegreerd in de architectuur en in confrontatie met de natuur.

In de honderdste aflevering van de Mededelingen van het CDR (27augustus 2007) publiceerde hij 'De pletwals van het expressionisme'. Als hommage aan mijn kameraad wordt de tekst hier online gepubliceerd.

Hoe erudiet hij was, ook hij bleek “Marc die de dingen groet”... In zijn intelligente en tintelende blik bleef steeds een tikkeltje ontwapenende verwondering schitteren.

Henri-Floris JESPERS

 

De pletwals van het expressionisme


In dit land (in Vlaanderen) houdt men van Kunst, maar dan bij voorkeur van kunst die uit de buik komt, met ‘poot’ gemaakt. Expressionistische, stevige schilderkunst, olieverf op doek, duidelijk figuratief, gestueel geborsteld, zonder al te veel intellectuele ballast. Niet te geabstraheerd.

In het begin van vorige eeuw hebben door idealisme gedreven kunstenaars als Van Tongerloo, Peeters, Maes, Servranckx… het knap lastig gehad om op te tornen tegen de pletwals van het expressionisme en werden, bij gebrek aan succes, tot pure wanhoop gedreven.

Van Tongerloo trok naar Parijs en werd er de internationale ster. Peeters haakte af en ging ‘beefsteaken’ schilderen om aan de kost te komen. De boer-schilder De Boeck verliet de abstractie voor een aan het expressionisme verwante, uitgesproken figuratieve, ‘gedraaide’ stijl: vettige, gekleurde en rondborstige boerinnen, groteske moederschappen, dynamische portretten, bejubeld door een parvenu middenstand, maar ook door een ‘Vlaamse’ elite, zowel van links als van rechts. Onder impuls van toenmalig minister Marc Galle werd een museum voor hem opgetrokken in Drogenbos. Op de tentoonstelling ‘Konstruktivismus’ in de galerij Gmurszynska & Bargeera in 1972, waar o.m. vroeg werk van De Boeck getoond werd, verklaarde Fraui Gmurszynska me dat, indien De Boeck zijn abstractie had volgehouden, hij nu zou prijken in de voorste rangen van de Europese kunst.

Vaak hoort men vandaag de dag de bevrijdende jubelkreet : Eindelijk wordt er weer ‘geschilderd’! en niet alleen binnen de kringen van onschuldige (schuldige) verzamelaars. Zingen wat graag mee in het koor: galerijhouders en museumconservatoren. De ene om het perspectief van het makkelijke commerciële gewin, de andere om de mogelijke diversifiëring van hun programma. Alsof verf-op-doek alleenzaligmakend en vernieuwend zou kunnen zijn. Voor mijn part kan er best nog figuratief geschilderd worden. Ik kan zelfs spontane bewondering opbrengen voor sommigen, maar weiger het te zien als een exclusief en dwingend dictaat, als tegenhanger voor conceptuele en ander tendensen, met het doel een hongerig publiek te spijzigen. Kunst is vrijheid, zonder wetten, zonder regels, zonder schatplicht, zonder dogma’s. Kunst is niet gebonden aan materiaal-technische eisen, niet aan modetrends, niet aan genres, niet aan -ismen. Nooit werd bepaald (wie zou het wagen) hoe het er in de kunstevolutie aan toe moet gaan. Ik heb wel mijn reserves tegenover technische hoogstandjes en exhibitionistisch gedemonstreerde habiliteit. Die kunnen me best verbazen, maar diezelfde verbazing breng ik ook op voor circusartisten en goochelaars.

Kan kunst, kan kunst überhaupt nog een functie vervullen in deze overgemediatiseerde, veeleisende beschaving? Hoe kan kunst zich handhaven tegenover de verleidingen en de macht van de actuele media? Het heet dat kunst een vrij cultuurproduct zou zijn. Maar kan het kunstproduct enig sociaal, economisch of politiek impact hebben op deze samenleving? Kunstenaars zijn slechte wereldverbeteraars.

Is de kunstenaar, vanuit zijn splendid isolation, een geprivilegieerde, messianistische, soms arrogante visionair, kan hij zich de overmoed aanmeten een message te hebben? Of Is hij een begaafd ambachtsman en tegelijk een verlicht intellectueel die de vigerende trends achterna holt? Is hij een maatschappelijk geïsoleerd buitenbeen, een bohemien, een ietwat extravagant personage, vaak gemarginaliseerd door onbegrip en onverschilligheid? Is hij de society clown, de nar, de amuseur public? Is zijn ambitieus kunstproduct enkel gesublimeerd ornament of curiosum of vulling van een leegte? Kan het zin hebben dat zijn werk als eindbestemming de verzameling van enkele gefortuneerde happy few zou viseren, of de cimaise van het museum? Of dat het geambieerd wordt als blazoenverguldsel?. Of, beter nog, dat het gaat fungeren als begerenswaard beleggingsproduct, onderhevig aan schommelende kwoteringen en speculaties?

Vragen vragen, vragen.

Mark VERSTOCKT,

Fays, augustus 2007

Zie ook:

http://mededelingen.over-blog.com/article-mark-verstockt-the-fifties-and-sixties-115148805.html

Partager cet article
Repost0
8 juin 2014 7 08 /06 /juin /2014 17:48

 

E.du.perron.jpg

Gisteren werd in Instituut Blankestijn aan de Oudegracht te Utrecht het twintigjarige bestaan van het E. du Perron Genootschap gevierd. Bij die gelegenheid werd nr. 39 van de Cahiers voor een lezer gepresenteerd.

Carel Peeters hield een lezing over het individualisme. Na de pauze werd met groot succes een dramatisering gebracht van een deel van de correspondentie tussen Eddy du Perron en Elisabeth (Bep) de Roos.

Wilma Scheffers vertolkte de rol van Bep, Kees Snoek die van Eddy en Krijn ter Braak deed de commentaarstem.

HFJ

 

http://www.edpg.nl/frame.html

Partager cet article
Repost0
8 juin 2014 7 08 /06 /juin /2014 03:46

 

GhelderodeBeyen.jpg

Josse De Pauw heeft een zwak voor Michel de Ghelderode. In zijn nieuwste productie naait hij twee eenakters aan elkaar. In Le Cavalier bizarre zijn de mannen aan de macht, in Les Femmes au tombeau delen de vrouwen de lakens uit. De muziek is speciaal voor deze productie gecomponeerd door Jan Kuijken. Esthetisch oogt het mooi, maar als geheel is HUIS zwak.

De Ghelderode [1898-1962] staat bekend als de voorloper van het absurd theater. Dat heeft hij vooral te danken aan de ‘echte’ absurdisten, met Beckett en Ionesco als kroondragers. Het is niet zo dat hun werk geïnspireerd is op dat van de Brusselaar. Hun werk brengt dat van De Ghelderode in herinnering. Toneelstukken kan je ze eigenlijk niet noemen. Daarvoor ontbreekt het hun aan de klassieke theaterwetten. Wat ze wel hebben, en dat maakt het absurde er van uit, is een mix van burleske spreektaal, een antiklerikaal gevoel, een macabere bouwgrond en een groteske stijl.

VDE_6634.jpgHet genre toneel dat De Ghelderode schreef zit in de genen van het interbellum. Het heeft en kent zijn hoogtepunt in Berlijn. Waar de dictatuur oprukt, verzuurt het protest en zet zich om in confituur, in theatertaal, cabaret. In dat genre toneel is alles mogelijk, zelfs antitoneel. De Ghelderode is daar meesterlijk in. Het is dus niet verwonderlijk dat hij zijn beste werk vóór de Duitse bezetting schreef. Erkenning heeft hij niet geoogst. Dat maakte hem bitter en eenzelvig. Het gekke is dat de doorbraak wel kwam na de Tweede Wereldoorlog. Niet vanuit zijn geliefde Brussel, maar vanuit Parijs waar de eerder genoemde absurdisten doorbraken. Te laat echter voor De Ghelderode. Hij voelde dat hij vanuit de schaduw kwam. Dat is niet bevorderlijk voor de crematie van de bitterheid. Integendeel, die wordt er maar door versterkt.

Geloof, Hoop en Liefde

Josse De Pauw zal dit allemaal worst wezen. Wat hem interesseert is de sprookjesachtige teint en het zotte poppenspel van De Ghelderodes stukken, gekruid met de geesten van Edgar Allan Poe, Jean Ray, James Ensor en – niet toevallig net als hij twee Brabantse schilders – Breugel de Oude op Jeroen Bosch geplakt. Het is duidelijk te merken aan de enscenering.

Het eerste deel van HUIS speelt zich af in een oudemannenhuis en heeft connecties met De Apocalyps of Openbaring van Johannes. Ze wachten op de dood. Bij nacht hoort een van de ouderlingen, de wijste van de club, gespeeld door Josse De Pauw, een ruiter naderen. De anderen horen niets. Zijn obsessie slaat over op de anderen. Het paard is behangen met bellen en klokken. Zijn het doodsklokken? Wie komt hij halen? Als hij hun zaal passeert en een kind ophaalt in een andere afdeling, valt de spanning van hen af en zet zich om in een feest. Om het dode kind wordt niet getreurd. Quantité négligeable.

VDE_7736.jpg

Wisseling van de wacht in het tweede deel. Een huis in Jeruzalem. De vrouwenclub van Jezus zit na zijn kruisiging, dood en begrafenis samen en pleegt overleg. Naar het graf gaan of wachten. Zelfs een dode geliefde moet verwend worden. Gewassen, gepoederd en geparfumeerd. En wie doet wat? Wie hij het liefst had, heeft voorrang, daarover wordt gediscuteerd. Maar wie is dat? Uiteindelijk besluiten ze te gaan, maar blijven staan als Jezus’ moeder kermend binnenkruipt. Tableau. Ja, zij was zijn geliefde. Stilte. Stilstand.

Waar het de mannen aan ontbreekt, hebben de vrouwen in overvloed: Geloof, Hoop, en vooral Liefde.

Winnaars en verliezers

Esthetisch is Huis een mooie voorstelling. Jammer genoeg is de wrede waanzin die De Ghelderode in zijn stukken stak, en dus ook in Le Cavalier bizarre en Les Femmes au tombeau, zo goed als overboord gegooid.

Het eerste deel is traag. Al te traag. Te zwaar aangezet. Kaal en nasaal. De verveling ligt op de loer. Het enige dat blinkt is de muziekscore. Jan Kuijken begint bij de late romantiek; Gustaf Mahler is niet ver. Hij eindigt bij een muziekbreiwerk refererend aan de componisten van Les Ballets Russes van Sergej Diaghilev, onder meer Stravinsky, Milhaud en Debussy.

In het tweede deel zit er meer snelheid, het is luchtiger. Dankzij een gevarieerd spel, met als uitblinkers Reinhilde Decleir, Blanca Heirman en Els Olaerts. De vrouwenclub bereikt wat de mannenclub niet voor elkaar heeft gekregen: een kerkhofkermis. Een lichte kluchtigheid, leunend tegen de sotternie. En een beter samenspel. Wat de spanning ten goede komt.

Te scheve beentjes

Ongetwijfeld heeft Josse De Pauw met zijn concept en regie gestreefd naar een architectuur en taal- en muziekspel van hoog niveau. Dat bereikt hij niet. De productie staat kaarsrecht, maar heeft helaas te scheve beentjes. Wat schoon is wordt erdoor beschadigd en dreigt te kapseizen. Is hij in zijn producties vaak een Bloeiende Kerselaar, in Huis is hij, om het op z’n Brussels te zeggen, een Skieven Architec.

Guido LAUWAERT


HUIS – productie LOD – coproductie o.m. deSingel Antwerpen – regie en concept Josse De Pauw – www.LOD.be



Partager cet article
Repost0
7 juin 2014 6 07 /06 /juin /2014 19:00

Marc-Bruynseraede--foto-Bert-Bevers-.JPG

Foto: Bert Bevers

*

Bert Bevers vervolledigt zijn succesvolle reeks 'De tafel van 1', die ondertussen ook in het Letterenhuis te zien was. De serie werd  destijds als volgt ingeleid:

 

Natuurlijk gaat het uiteindelijk om het wérk van de schrijver, het geesteskind dat de hand van zijn maker loslaat zodra de laatste punt gezet is om, zoals het hoort, een onafhankelijk bestaan te gaan leiden. Maar eerlijk is eerlijk: in eenieder van ons schuilt toch ook de voyeur die graag eens in de kraamkamer zou willen gluren om te zien waar dat kind ter wereld kwam.

Welnu, u wordt op uw wenken bediend! Het streven van De tafel van 1  is er op gericht alle auteurs (dichters, jeugdboekenschrijvers, prozaïsten, toneelauteurs en wat dies meer zij) in de gemeente Antwerpen vast te leggen aan hun schrijftafel. Om praktische redenen beperk ik mij tot de geméénte Antwerpen, waardoor bijvoorbeeld nabije schrijfsters als Renée Van Hekken (die in Schoten woont) en Hilde Keteleer (Mortsel) afvallen. En natúúrlijk is Tony Rombouts ontegenzeglijk een Antwerps auteur, maar helaas: hij zal moeten aanschuiven aan een Edegemse versie van De tafel van 1. Want als ik hem daar ga fotograferen, wat voor excuus heb ik dan nog om niet naar Frankrijk af te reizen waar de evenzo Antwerpse auteurs Bobb Bern en Patrick Conrad hun domicilie hebben?

De reeks gaat louter uit portretten bestaan (wie meer wil weten over de auteur in kwestie moet maar de boekenkast in of het internet op). Om een beetje op gang te komen verschijnen er morgen drie op rij. Daarna brengen we er steeds een op dinsdag en donderdag. De volgorde van publicatie is louter willekeurig.

Bert BEVERS

 

Zie: www.detafelvan1.blogspot.com

 

 

Partager cet article
Repost0
7 juin 2014 6 07 /06 /juin /2014 03:19

 

foto6_Inge-Cornil_registration-n-11393_Crater-of-Human-Obl.jpg

Met de tentoonstelling 'Belize, here and there' vierde de Antwerpse kunstenares Inge Cornil (°1977) op 16 december 2013 de opening van haar gloednieuw atelier. Gisteravond werd haar tentoonstelling 'Sergio Toral' geopend.

De toeschouwer wordt meegesleurd naar een enorme vuilnisbelt in Ecuador. In Sergio Toral, een turbulente plek, leven mensen in marginale omstandigheden buiten de maatschappij, tussen een stroom van afval.

De afgestoten wrakstukken van de massaproductie en -consumptie die op deze plek een eindbestemming hebben gevonden, dringen zich gewelddadig de natuur in. Het proces is onomkeerbaar. Een culturele laag die de natuur aggressief overmeestert en donkere tatoeages nalaat op de huid van moeder aarde, zijn het vertrekpunt geweest voor deze nieuwe reeks schilderijen.

sergio-toral2.jpg

Cornil focust zich op de omzetting van materie. Individuele bezittingen verdwijnen in een stroom van puin, details vervagen in de schildertoets op canvas. De landschappen vertonen uiteraard een verlaten karakter. Kortom, de toeschouwer wordt geconfronteerd met maatschappelijke realiteit versus natuur, overspoeld met een esthetische gelaagdheid.

Inge Cornil behaalde een Master in beeldende kunsten en doceert aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen (grafisch ontwerp: tekenen en illustratieve vormgeving). Ze exposeerde bij o.a. Gallery Nucleus (California, USA), Madre museum (Napels, Italië), Mondo Pop Gallery (Rome, Italië) en Bozar (Brussel).

Jan SCHEIRS

 

Sergio Toral

Inge Cornil, Maarschalk Gerardstraat 9, 2000 Antwerpen

Openingsuren:

zaterdag 7, zondag 8 en maandag 9 juni, zaterdag 14 en zondag 15 juni; telkens van 14 tot 19 u. En na afspraak.

INGE.CORNIL@TELENET.BE +32 476 94 88 79

WWW.INGECORNIL.COM

Partager cet article
Repost0
6 juin 2014 5 06 /06 /juin /2014 06:32

 

GVDBjageneau2.jpg

Van l. naar r.: Nic van Bruggen, Ton Jageneau, Guy Vandenbranden, HFJ en Michel Bartosik

 

Urenlang foto's geklasseerd met schilder Jan Scheirs en, ja, ik vond toch wel nog (voorlopig, er komen er nog...) twee lichtdrukmalen de mij de heuglijke tijd in herinnering brachten dat Guy Vandenbranden, Nic van Bruggen en ik in de raad van bestuur van de V.E.C.U. zetelden.

De foto hierboven werd in de tentoonstellingsruimte van het clublokaal gekiekt naar aanleiding van de eerste individuele expo van grafisch ontwerper Ton Jageneau (11 juli 1925-3 februari 1997), die aan de Academie van Antwerpen bij René Guiette en aan het SISA bij Roger Avermaete studeerde. Hij realiseerde in 1974 zijn eerste seriegrafieën en in 1976 zijn eerste geometrische schilderijen.

GVDMulisch.jpg

Een paar jaar later kwam Harry Mulisch een lezing houden. Van l. naar r.: Patrick Conrad, Harry Mulisch, Staf Breugelmans en Guy Vandenbranden.

*

Het overgrote deel van het archief van de V.E.C.U. berust in mijn persoonlijke collectie. Foto's zijn voor mij niets meer (maar ook niets minder...) dan dagboekaantekeningen. Zal ik er nog ooit de tijd (en zin) voor hebben ze uit te werken?

Henri-Floris JESPERS

Partager cet article
Repost0
6 juin 2014 5 06 /06 /juin /2014 02:12

 

ADVN.jpg

Zo luidt de titel van de voordracht die Ine Van inthout op vrijdag 20 juni  houdt in het ADVN te Antwerpen.

De meeste studies over het thema 'België en het Derde Rijk' onderzoeken de periode van de Tweede Wereldoorlog vanuit Belgisch perspectief. Ze bestuderen de militaire operaties, de impact van de bezetting op het politieke, economische, culturele en dagdagelijkse leven, de verschillende vormen van collaboratie en verzet, de deportaties.

In het lopende onderzoek van Ine Van linthout wordt de focus verschoven naar het Derde Rijk tijdens de twaalf jaar van zijn bestaan (1933-1945). Centraal staat de vraag wat er in nazi-Duitsland achter de schermen van de ministeries, in de propagandarichtlijnen en in het publieke discours over België werd gezegd. Er wordt gekeken naar de correspondentie, notities en verslagen van politieke instanties. Er wordt onderzocht met welke directieven, aanbevelingen en censuurmaatregelen gepoogd werd het discours over België te reguleren. Ten slotte wordt nagegaan wat de Duitse bevolking daadwerkelijk over België te lezen, te horen en te zien kreeg in de vorm van boeken, pers- en radioberichten, films, tentoonstellingen en andere activiteiten. De lezing licht enkele cases uit het reeds gevonden materiaal.

Ine Van linthout is Germaniste van opleiding. Ze doctoreerde aan de Berlijnse Humboldtuniversiteit en de Universiteit Antwerpen over de rol van het boekmedium voor de nazi-propagandapolitiek. Haar dissertatie verscheen in 2011 bij de Gruyter. Momenteel is ze onder meer als postdoc-onderzoeker verbonden aan de vakgroep geschiedenis van de Ugent.

*

De voordracht vindt plaats op 20 juni in de leeszaalvan het ADVN (Lange Leemstraat 26, 2018 Antwerpen) en start om 14u30. Nadien is er een facultatieve rondleiding in het ADVN.

Bent u geïnteresseerd? Inschrijven kan langs publiekswerking@advn.be.

Partager cet article
Repost0
5 juin 2014 4 05 /06 /juin /2014 14:20

 

GVDbuytaertGroen.jpg

Het doet me wel wat. Hoewel ik nauwelijks met hem sprak. Hij was zeer radicaal, dat herinner ik me nog. Zoals zijn werken zijn. Ze vallen weg, één voor één, de vrienden en kennissen die wat betekenden. Kleiner dan een stofje in het zonlicht dat door het raam naar binnen valt en belicht wordt. Het wordt eenzaam. Wat rest is de treurnis die je probeert van je af te schrijven. De eenzaamheid is niet benauwend maar nuchter. Zo nuchter als we zelf nooit zijn geweest. Nog steeds niet. Al trachten we ons koel en wijs te houden, onze gevoelens te verbergen. Dieper gaan we, dieper de toekomst in. We trachten die voor te zijn, met drukte en gedoe, maar worden dagelijks geremd door het verleden dat sterft en de dood zet zich om in catacomben. Vaarwel, vriend die afstand hield. Ook van zichzelf.

Guido LAUWAERT

Partager cet article
Repost0
4 juin 2014 3 04 /06 /juin /2014 21:16

 

Vandenbranden72een.jpg

Yoeri Vanlangendonck deelt me mee dat Guy Vandenbranden (°1926) gisteren om 10u30 thuis overleed. De laatste dagen was hij erg verzwakt en ging zijn eetlust achteruit.

Als abstract-constructivist was Guy Vandenbranden “incontournable”. Hij was een boezemvriend van de dichter Hugues C. Pernath. Wij zetelden beiden in de raad van bestuur van de roemrijke V.E.C.U. In 1976 publiceerden we op 90 exemplaren een bibliofiel “artist book”, Porphyrogenetoi. (Ooit heb ik mijn exemplaar uitgeleend... en nooit teruggekregen.) Een paar jaar later vergezelde hij mij naar Genzano di Roma, waar ik eens te meer mijn mentor Gustav René Hocke ging opzoeken. Later vond ik het aangewezen mijn jongere vrienden kunstenaars Luc Boudens en Jan Scheirs te confronteren met zijn oeuvre. We bezochten zijn atelier, waar hij ons minzaam en uitvoerig ontving, waarna we uiteraard de dorst gingen lessen in 't Chauffeurke ...

GuyVDBhfj.jpg

Tweeënveertig jaar geleden schreef ik in opdracht van de Amsterdams galerie Nicolas een eerste tekst over het werk van Guy. Ik sta er nog altijd pal achter. Achteraf volgde nog een stevig opstel in het Parijse tijdschrift Connaissance des Arts.

Kortom, we hebben een rijk (en gevarieerd) kameraadschappelijk verleden. Vandaag, geen anekdotes, geen persoonlijke herinneringen... En of ze nochtans illustratief zijn voor de afgetekende persoonlijkheid van Guy!

Callewaert-Vanlangendonck Gallery, waar Guy als huiskunstenaar warm ontvangen werd, zette een oeuvrecatalogus in de steigers die in december gepresenteerd wordt. “Wat jammer dat hij daar niet meer bij kan zijn. We zullen een glas whisky voor hem moeten drinken”, aldus Yoeri Vanlangendonck. De voorstelling zal nu gepaard gaan met een hommagetentoonstelling.

*

Samen met de familie en vrienden van Guy organiseert Callewaert-Vanlangendonck Gallery een afscheidsbijeenkomst. Nader bericht volgt.

Vandenbranden72twee.jpg

Na Jef Verheyen, Vic Gentils, Albert Szukalski en Mark Verstockt, nu Guy Vandenbranden...

Henri-Floris JESPERS

Partager cet article
Repost0
3 juin 2014 2 03 /06 /juin /2014 15:13

 

Hier dan, denkend aan Paul van Ostaijen...


EmmekeLucienne.jpg

Emmeke Clément (voor haar kennismaking met PvO) en haar vriendin Lucienne. (Foto: A. Regnier-Fierlefyn, Longue rue Pothoek, 95, Anvers. Eigen collectie)


LucienneEmmeke.jpg

Lucienne, de vriendin van Emmeke. (1921. Eigen collectie).


BurssensFJ.jpg

Yvette en Gaston Burssens in het atelier van Floris Jespers (Sint-Jansvliet, beter bekend als “Kleine tunnelplaats”, 1959. Eigen collectie).

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche