Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
29 août 2013 4 29 /08 /août /2013 17:59

 

JohanSimonsTWEE.jpg

Johan Simons regisseert de openingsproductie van het nieuwe NTGent seizoen [zie promotekst onderaan, gl]. Het is de vierde samenwerking met toneelauteur Lot Vekemans. Een vluchtmisdrijf na een dodelijk ongeval staat centraal in Vals, en de ene zus wijst naar de andere als schuldige.

 

GL: Uit de promotekst kan je opmaken dat het conflict tussen de zussen, belangrijker is dan het verkeersongeluk?

Johan Simons: Het klopt helemaal, in zoverre… je hebt twee realiteiten. De werkelijkheid is nog erger dan wat we ons op het toneel voorstellen. Ik bedoel, de ellende die we in Syrië meemaken, het heeft niets met het stuk te maken, maar overstijgt natuurlijk totaal de realiteit. Maar, dat auto-ongeluk, laat ik het zo zeggen, hoe menselijk is een menselijk gedrag in een onmenselijke situatie. Je benut eigenlijk het auto-ongeluk om daar in theatertermen iets mee te doen. Daarom is die wisselwerking tussen de twee actrices uit een verschillende discipline de kern van het stuk. Daar gaan ze het later ook over hebben, wat de verschillen zijn. Het ongeluk is een aanleiding om over die twee fenomenen te praten.

 

GL: Niet twee vreemden, maar twee verwanten betwisten de geloofwaardigheid van elkaar. Bedoelt Lot Vekemans dat de gemeenschap in wezen één familie is? Zeker door al die moderne communicatiemiddelen, die een zekere schijnheiligheid verzekeren?

Simons: Lot Vekemans is natuurlijk door al die communicatiemiddelen beïnvloed… dat het amusement zo’n vlucht heeft genomen, in het bijzonder via de televisie, is schrikbarend. Nog nooit heb ik zoveel reacties gehad op mijn werk in het theater als na die drie uur op de televisie [Zomergasten - zondag 18 aug. – vpro – Ned 2, gl]. Ook omdat ik cultuur en kunst uit elkaar heb gehaald, daar waren heel wat mensen mij zeer dankbaar voor. Terwijl ik daar al mijn hele leven lang mee bezig ben.

Kunst heeft als taak de cultuur kritisch te bekijken, en daarover te reflecteren. Daarom kan kunst, naar mijn idee, nauwelijks gesponsord worden. Kunst moet gesubsidieerd worden, omdat het objectief moet blijven. Maar omdat ik dat op de televisie zei, was het aantal reacties zo groot. Mede omdat ik het voor de kijkers zo helder wist te houden, die twee dingen; wat de functie van kunst is in de cultuur.

Je ziet het ook in Vals. Die twee zussen staan elkaar naar het leven. De ene is een vertegenwoordiger van de massacultuur en de andere van de individuele cultuurbeleving.

 

GL: Toneel is altijd een reflectie op de politiek. Maar veel groepen zien dat niet zo. Die willen de politici misschien te vriend houden.

Simons: Dat klopt, maar daarom moet je een politiek hebben zoals in Duitsland. De taak van kunst daar is heel kritisch te kijken naar de cultuur, naar de politiek. Een Duitse politicus zal ook zeggen: ‘Ik hoef het niet met u eens te zijn, maar ik wil wel dat jullie mij het vuur aan de schenen leggen. Want daar kan ik me mee verbeteren, daardoor ontstaat een dialoog tussen ons.’ Het gekke is dat in Duitsland het CSU [CDU van Beieren, gl] de kunst heel erg steunt. Daar moet je in Nederland, met de liberalen en de christenen aan het bewind, helemaal niet mee komen [in België ook niet, gl].

 

GL: Terug naar Vals. Door de eerlijkheid van elkaar in vraag te stellen, betwisten ze ook die van zichzelf?

Simons: Ja, want die soapactrice houdt natuurlijk een heleboel achter. Die heeft iemand doodgereden, zegt dat het een kilometerpaaltje was. Haar zus was dronken. De soapactrice checkt ook een paar maal of ze wel degelijk lag te slapen. Ze is even uitgestapt en is gelijk daarna weer ingestapt. Voorstelbaar, hé! Maar, achter haar daad zit voor een groot deel dat ze geleefd wordt door de media. Als dit openbaar wordt, wat ik nu heb gedaan, dan is mijn carrière naar de vaantjes.

 

GL: Je mag dus niet zeggen dat de zussen elkaar afmaken?

Simons: Nou, soms doen ze dat wel hoor. Zoals familie dat kan. Familie kan op een ijzingwekkende manier elkaar klein maken.

 

GL: Zijn ruzies buiten de familie erger dan binnen?

Simons: Wat ik ervan weet, in mijn leven, zou ik volmondig zeggen: ja.

 

GL: Je bent kritischer tegenover elkaar.

Simons: Zoals mijn broer tegen mij onlangs zei, … ‘goh, ik wist niet dat jij zo ontspannen kon zijn.’ Op de televisie, begrijp je. Daar vallen mijn schoenen van uit. Dan denk ik: Hé, ben ik dan nooit ontspannen geweest bij jou?

 

GL: De getuige in Vals is een man en de beschuldigden zijn vrouwen. Heeft de man/vrouw-verhouding invloed op zijn getuigenis?

Simons: Nee! Die man, een celbioloog, heeft een heel aparte rol. Die is getuige geweest; heeft dat ook gemeld. Hij verschijnt steeds in de ruimte waar die twee vrouwen zich bevinden. Aan de ene kant kan het een zwerver zijn – wat hij zelf ook zegt – aan de andere kant kan het een optisch beeld zijn. Die man verschijnt soms en houdt een verhaal over het genetische, hoe de mens in elkaar zit, en verdwijnt dan weer. Op een zeker ogenblik is de soapactrice er niet, ze is weggehaald, en de getuige verschijnt en vertelt aan de toneelactrice het verhaal hoe het er in werkelijkheid aan toe is gegaan. Hij verdwijnt, de soapactrice komt weer binnen, en dan krijg je de afwikkeling.

 

GL: Daardoor ga je wel twijfelen of die getuige wel een getuige was.

Simons: Je kan aan alles twijfelen. Elke getuigenis is een twijfelgeval.

 

GL: Zoals jij dat nu zegt zou je kunnen denken dat die getuige, die man een schijnvertoning is.

Simons: Dat kan je bijna denken, ja. Het kan ook in de hoofden van de zussen plaatsvinden. Hij is wel concreet aanwezig en dan weer weg, en dat heeft natuurlijk ook te maken dat ik niet één op één wil spelen. Ik wil ook dat je kan denken: het speelt zich in de hoofden af, van die twee zussen, wat die celbioloog zegt.

 

GL: Waardoor het filosofische element een belangrijke rol gaat spelen?

De geloofwaardigheid wordt in vraag gesteld.

Simons: Ja, het wordt heel diffuus, zoals heel veel dingen diffuus zijn in de maatschappij, zodra het aankomt op beoordeling of veroordeling van elkaar.

Een getuigenis is altijd heel wankel. Daarom zeg ik: hoe menselijk blijft menselijk gedrag in een onmenselijke situatie. Het is de kern van het stuk.

 

GL: Het verhaal The dead van James Joyce draait uit op de vaststelling dat man en vrouw, zelfs al zijn ze 30 jaar samen, weinig van elkaar afweten. Zelfs wanneer ze zegt ooit verliefd op iemand anders te zijn geweest, maar voor hem gekozen heeft, blijft de onzekerheid bestaan: misschien heeft ze nog niets alles verteld. Speelt dat in Vals ook mee?

Simons: Ja, ja. We vertellen natuurlijk alleen maar wat we nodig vinden. Misschien vertellen we niet de werkelijkheid. We vertellen een slap aftreksel van de werkelijkheid.

 

GL: Speelt het feit dat ze eigenlijk beginnen te beseffen dat ze weinig van elkaar weten ook mee?

Simons: Ja, dat speelt heel erg mee! Ze komen op morele kwesties mekaar ook tegen. Zou jij tegen mij getuigen als jij zou weten dat ik iemand heb doodgereden? Of zou jij mij, als familie, als broer, zou je in dat geval mij de hand boven het hoofd houden? Zo’n situatie zit in Vals ook in.

 

GL: De transformatie is altijd magisch. Dat gebeurt in een toneelspel maar in een soap niet.

Simons: O die soaps! Nee, kijk. Dat is het verschil, naar mijn idee, tussen een goede toneelacteur en een soapacteur… een soapacteur is zo groot als dat hij zelf is, terwijl een theateracteur, zoals Pierre Bokma zegt: ‘Men is altijd schatplichtig aan de rol…. en aan de tekst, en die moet je je eigen zien te maken.’

 

GL: Soapacteurs lezen hun lijnen af.

Simons: Nee… ja, goed. In deze voorstelling speelt Elsie de Brauw de soapactrice, en ze leeft haar leven mee, of ze nu wil of niet, en dat is maar goed ook, dat ze de soapactrice speelt, of de toeschouwer gaat zich stierlijk vervelen. Maar… als je een ijsberg neemt. Een acteur speelt het topje van de ijsberg, en de rest ervan wordt door de acteur gedacht en door de toeschouwer vermoedt. Dat heb je bij soapactrices niet. Je hebt niet de onderkant van het personage; wat onder het wateroppervlak zit. Die krijg je nooit te zien. D’er is ook niks. Bij een heel goede acteur heb je wel een vermoeden dat er onder het water heel veel zit… wat we niet te weten komen.

 

GL: Het lijkt mij geen simpel toneelstuk.

Simons: Nee… maar wel interessant.

 

GL: Het kan een mislukking worden.

Simons: In de mislukking haal je meer wijsheid. Je hebt de mislukking soms nodig. Om daarna een beter werk te maken. Zoals je uit de lelijkheid de schoonheid kan halen. Dat proces is veel ingewikkelder. En als dit lukt, hebt je werkelijk kunst. Het gebeurt natuurlijk maar zelden. Maar dan heb je werkelijk kunst.

 

GL: Het is nu je vierde regie van een toneelstuk van Lot Vekemans. Vanwaar die verbondenheid?

Simons: Omdat onder die schijnbaar eenvoudige taal zich heel wat werelden schuil houden. Er ontwikkelt zich een toneeltekst die de regisseur enerzijds uitdaagt en anderzijds veel over het leven blootlegt.

 

GL: Bedankt voor dit openhartig gesprek.

Simons: Graag gedaan.

Guido LAUWAERT

 

Johan Simons op VPRO, zie op deze blog:

http://mededelingen.over-blog.com/article-johan-simons-zomergast-op-zondag-18-augustus-2013-ned-2-vpro-119598367.html

 

VALS


Kat en Sis. Twee zussen – de ene een ouder wordende theateractrice, de andere een bekend gezicht van op de televisie – wachten in een politiecel. Ze worden verdacht van een dodelijk verkeersongeluk, met vluchtmisdrijf. In afwachting van het verhoor spelen de gevoeligheden op: de zussen koesteren ingesleten oordelen over elkaar, maar willen elkaar ook in bescherming nemen. Pas wanneer Ge in hun cel belandt sluiten ze de rangen: Ge is de enige getuige van het ongeval.

 

Tekst: Lot Vekemans – Regie: Johan Simons – Spel: Elsie de Brauw, Betty Schuurmans & Bert Luppes – productie: NTGent & NT Den Haag – www.ntgent.been www.nationaletoneel.nl

Partager cet article
Repost0
28 août 2013 3 28 /08 /août /2013 23:33

 

MDD215blog.jpg

Inhoud

Necrologisch

Mike Zinzen

Hilda Craeybeckx

Frans Adang

Column

Guido LAUWAERT, Opdoeken is de beste oplossing

Kritisch

Lukas DE VOS, Thrillers als driftensublimatie

Henri-Floris JESPERS, Dagboeknotities

Ontmoetingen

Frank DE VOS, Roland Bergeys; Hartmut De Maertelaere

Cinema Trivia

Bert BEVERS, De moeder aller monsterfilms; Eeuwfeest van een première

Door de leesbril bekeken

Drs. P; Peter de Zwaan; Martin Koomen; Paul Jacobs; Joost Heyink; Ad van de Lisdonk; Leo Plukvis; Jack Molenaar; Max Adriaans; Luc Boonen; Piet Teigeler

Achteruitkijkspiegel

Erick KILA, De nerveuze vrouw

Colofon

*

Redactievergadering, 13 augustus 2013

DSC03089---kopie.jpgVan l. naar r.: Kris Kenis, Guido Lauwaert en Bert Bevers

(Foto: Frank Ivo van Damme)

Partager cet article
Repost0
27 août 2013 2 27 /08 /août /2013 21:17

 

Gerd-Segers--foto-Bert-Bevers-.JPG

Foto: Bert Bevers


Zie: www.detafelvan1.blogspot.com

Partager cet article
Repost0
24 août 2013 6 24 /08 /août /2013 08:00

 

Cinema-Trivia---Pompeii-1.jpg

De zwijgende film Gli ultimi giorni di Pompeii ging op 24 augustus 1913, vandaag exact een eeuw geleden, in Turijn in première. Hij was gebaseerd op de roman The Last Days of Pompeii van Edward George Bulwer-Lytton uit 1834. Regisseurs waren Mario Caserini en Eleuterio Rodolfi. Caserini schreef aan de hand van Bulwer-Lyttons boek het scenario.

Cinema-Trivia---Pompeii-2.jpg

De hoofdrollen waren voor Fernanda Negri Pouget (Nidia), Eugenia Tettoni Fior (Jone), Ubaldi Stefani (Glauco), Antonio Grisanti (Arbace), Vitale De Stefano (Claudio), Cesare Gani-Carini (Apoecide). Verder speelden onder meer Rina Albry, Carlo Campogalliani, Lia Negro, Bianca Schinini, Ercole Vaser, Angelo Vestri en Cesare Zocchi mee. Hun namen zijn ondertussen reeds lang in de vergetelheid geraakt, maar de film blijft (na 100, = hónderd, jaar!) verrassend goed:

http://www.youtube.com/watch?v=qHLbG_EO55c

Bert BEVERS

Partager cet article
Repost0
20 août 2013 2 20 /08 /août /2013 16:30

 

De lange en Haagse Laan van Meerdervoort ontspringt in het nagelaten domein van Louis Couperus. Aan de huizen en aan alles in de omgeving kleeft het negentiende-eeuwse fin de siècle. Haagser dan Haags is hier de atmosfeer. Tenminste als je er de juiste trilhaartjes voor hebt. Bij gunstige lichtval wordt de geest heel soepeltjes bevangen door een bijzondere grijsheid: ach ja… de tinten van de Haagse School, de voorbije grandeur, de wellustige droefheid van het onvervulde...

Een klein half jaar geleden viel mij ter hoogte van het Museum Mesdag iets op. De gevel naast het door schilder/collectioneur Hendrik Willem Mesdag in 1887 gestichte museum was opeens voorzien van een bronzen plaquette. Het chique bord bij de voordeur van Laan van Meerdervoort 11 herinnert de voorbijganger eraan dat hij de voormalige woning van schrijver Cyriel Buysse passeert.

Den-Haag--woonhuis-Cyriel-Buysse--plaquette.jpg

Plaquette Cyriel Buysse Genootschap

 

Van 1896 tot 1932 woonden Buysse en zijn vrouw afwisselend in Den Haag en in Vlaanderen (het plaatsje Afsnee bij Gent). In 1896 was de schrijver met de gefortuneerde Nederlandse weduwe Nelly Tromp-Dyserinck getrouwd. Zijn literaire carrière werd hierdoor in meerdere opzichten verrijkt. Scheppende arbeid kon plaatsvinden zonder zorg om inkomen en hoge Haagse kringen openden zich.

Den Haag, woonhuis Cyriel Buysse nr. 1

Laan van Meerdervoort 11

 

De rechtstreeks van Mesdag gekochte woning maakte destijds (en nu ook weer) deel uit van het museum-/wooncomplex van de bekende zeeschilder. Goed beschouwd is het Museum Mesdag dus voor een deel een ‘monument’ Buysse. Ai… dat verklaart wellicht waarom het drie jaar duurde voordat het Van Gogh Museum (waaronder Museum Mesdag valt) toestemming voor de plaquette verleende aan het Buysse Genootschap. Haagse roem wordt niet gaarne gedeeld.

Een aardig coterietje vormde zich op een vierkante kilometer: de Mesdagjes, het echtpaar Buysse en de nabij wonende familie Couperus (Louis en zijn vrouw Elisabeth). Over de Haagse contacten tussen Couperus en Buysse lees ik in een commentaar op een publicatie van Anne Marie Musschoot iets intrigerends. Het gaat over de nerveuze vrouw.

Wie kent haar niet?

Wij hebben het over de tijd waarin de nerveuze vrouw nog iets wezenlijks voorstelde. De tijd van Couperus’ feuilleton Eline Vere. De tijd van De Bom en Buysse.

In de letterkunde van rond 1900 werden ze moeiteloos geconserveerd: vrouwen met een gedistingeerde, bijna aangeboren, droefheid. Een vanzelfsprekende onvervuldheid doortrilde heel hun wezen. De mannelijke lezer kon er zonder probleem waardering voor opbrengen. De contemporaine nerveuze (of liever ‘spirituele’ zoekende) vrouw kan er niet aan tippen.

Ik heb nooit begrepen waarom die precieuze verfijnde nerveuze vrouw verdween uit de letteren, waarom je haar nu alleen nog met de tijdmachine kunt bezoeken. Tot ik, speurend naar bijzonderheden van de Haagse tijd van Cyriel Buysse, de kille waarheid las.

Nog tijdens de Haagse contacten van Buysse en Couperus raakte de nerveuze vrouw uit de mode(!). En net zo gemakkelijk stapten beide schrijvers af van het beproefde naturalistische procedé, waarin de psychologische tekening van het vrouwelijk ‘nerveuze’ tekort zo prachtig aanwezig is. Men vraagt, en wij draaien.

De nerveuze vrouw van toen, de ware nerveuze vrouw, is nooit meer gezien.

Een trieste gewaarwording. Mooi verbonden met de bronzen herinnering aan het Haagse leven van Cyriel Buysse.

Erick KILA

Partager cet article
Repost0
20 août 2013 2 20 /08 /août /2013 12:00

 

PosterGOBRON.jpg

Cineast Jean-Noël Gobron (°1954) realiseerde in 2008 een documentaire van 60 minuten over zijn moeder, de dichteres Marie-Jo Gobron (1916-2008). “Portrait de ma mère poète” wordt (met Nederlandse ondertitels) uitgezonden op La Trois (RTBF 3), donderdag 29 augustus 2013 om 22 uur. Ook zijn vader, schilder Roger Gobron (1899-1985) komt aan bod: “Portrait de mon père aquarelliste” (1987, 36 minuten).

*

In 1991 vestigde ik de aandacht op de Fransschrijvende Vlaamse dichteres Marie-Jo Gobron ('Een sterke stem', in: Diogenes, VII, 6, juli-augustus 1991, pp. 27-29); ze werd ook geportretteerd in de rubriek 'Necrologisch' van Mededelingen van het CDR (aflevering 130, 17 december 2008, pp. 2-5). Voor meer info, zie alvast op deze blog:

http://mededelingen.over-blog.com/article-26035166.html

Uitvoeriger is mijn 'Bouquet funèbre en forme de couronne' (Bulletin de la Fondation ça ira, nr. 36), integraal on line te lezen in drie afleveringen:

http://caira.over-blog.com/article-26646422.html

http://caira.over-blog.com/article-26716441.html

http://caira.over-blog.com/article-26717057.html

Henri-Floris JESPERS

Partager cet article
Repost0
19 août 2013 1 19 /08 /août /2013 18:07

 

On-Kawara-1969.JPG

Menselijke installatie, 1969

Bij het binnenkomen en verlaten van de expo Young Belgian Art Price 2013 (die ik op zich niet echt boeiend vond) en van de onder geen beding te missen retrospectieve Giorgio Morandi (zie de vorige aflevering, 28 juli, pp. 7-9) in Bozar te Brussel, stond ik wat onwennig tegenover de installatie van de conceptuele kunstenaar On Kawara (°1932).

Ik wist toen niet van wie het kunstwerk was, had er ook niets over gelezen en kwam aldus maagdelijk in een vreemde situatie terecht.

Een vrouw en een man bevinden zich in een glazen kooi, ieder om beurt komen ze even aan het woord. Je wordt overvallen door een absurde gewaarwording van totale, belachelijke nutteloosheid. Ik zocht naar een woordje uitleg maar vond die niet. Geen bordje, niks.

Ik werd overmand door datzelfde nare gevoel van niet-begrijpen dat heel wat mensen krijgen wanneer ze hedendaagse en zelfs modernistische kunst van een eeuw geleden bekijken. Zo bezocht ik de schitterende expositie 'De Modernen' in Gent met mijn moeder. Bij de ingang werd ze meteen geconfronteerd met een 'blad papier met puntjes op', nl. Compositie (1917) van Georges Vantongerloo, waar ze kop noch staart aan kon krijgen, een naar gevoel vond ze. Het was pas na de rondgang dat ze uiteindelijk wel waardering kon opbrengen voor dat werk. 

*

Ik maakte hetzelfde mee met 'One Million Years', de menselijke installatie van On Kawara. Pas enkele dagen na mijn bezoek aan het Paleis voor Schone Kunsten/Bozar las ik in de folder dat het werk opgedragen is aan al wie al geleefd heeft en aan alle mensen die nog zullen komen – tot in het jaar 1.001.980. Twee miljoen jaartallen werden in twintig volumes opgetekend. De chronologische voorlezing van de jaartallen ging van start in 1993 te New York. De installatie werd dan opgesteld over de hele wereld, waar de lezing voortgezet wordt door vrijwilligers, die ieder telkens 90 minuten voor hun rekening nemen.

Die totaal 'nutteloze' handeling wordt voortgezet – tot het werk voltooid is, na de voorlezing van het jaartal 1.001.980...

Het concept haalde alleszins allerlei denkpistes bij mij naar boven. Na een maand denk ik er nog over na. Alvast een geslaagd werk.

Over de retrospectieve Morandi, zie mijn post van 23 juli:

http://mededelingen.over-blog.com/article-morandi-in-het-paleis-voor-schone-kunsten-bozar-te-brussel-119207188.html

Jan SCHEIRS

 

Giorgio Morandi: retrospectieve, nog tot 22 september.

Paleis voor schone kunsten / Bozar, Ravensteinstraat 23 1000 Brussel. Inkom 10 €.

Catalogus, Nederlands, Frans en Engels (35 €. Met teksten van Roland Jooris, Maria Cristina Bandera, Yves Bonnefoy, Francesco Galluzzi, Nicole Malinconi, Stella Seitun, Luc Tuymans, Joost Zwagerman)

Extra exposities: Cinema: Michelangelo Antonioni. Architectuur: Bob van Reeth, Young Belgian Art Prize 2013.

Drie dimensionale collage: Valérie Mannaerts.

One Million Years: Menselijke installatie van On Kawara.

Partager cet article
Repost0
19 août 2013 1 19 /08 /août /2013 02:00

 

OpenBriefGuido.jpg

 

OPEN BRIEF AAN JOHAN SIMONS

Beste Johan,

 

Van mijn fauteuil recht naar mijn bureaustoel. Van het grote scherm naar het kleine. Om wat mij heeft getroffen uit te tikken, terwijl het nog vers in het geheugenbedje ligt.

 

Wat mij opviel is dat je begon met over je jeugd te praten, niet zozeer over wat jij hebt beleefd, maar wat jij hebt ervaren via je ouders. De handicap van je vader, terwijl hij een bijzondere komiek was, tegenover de hardheid van je moeder – zowel naar haar man toe als naar haar kinderen. Je koppelde dat naadloos aan een fragment uit een onemanshow van Toon Hermans. De stilte als kracht om de lach te bevrijden van het publiek. Ik kon niet anders dan je vader en Toon Hermans als broers zien. Want in tegenstelling tot wat veel mensen denken, was Toon een erg eenzaam man. Hij had het toneel nodig, niet als therapie, maar als bevrijding.

 

Een tweede zaak die me opviel was dat de interviewer, Wilfried de Jong, overkwam als iemand die een zeker begrip heeft voor het toneel als kunstvorm, maar er geen gevoelsmatige verwantschap mee heeft. Hij onderbrak je telkens je klaar was om een bekentenis af te leggen, waardoor de uitzending verzandde in anekdotes. Slechts bij momenten gaf hij jou de vrijheid. In het laatste uur. Het leek of hij bang was van stiltes. Terwijl stilte – Toon Hermans had het aangetoond – juist sterker kan zijn dan gepraat. Ik miste daardoor de werkelijk creatieve momenten die – mijns inziens – in je zitten, maar een proloog eisen. Tevens had de interviewer niet door dat je daar op wees, je gaf hem een hint maar hij zag hem niet – door het fragment met Coetzee. Hij zei, voorzichtig zijn woorden wegend en tijd van geboorte gevend, dat hij wat hij denkt, hij dat beter kan schrijven dan zeggen. Een interview is een marteling.

 

Dat is bij jou ook het geval. Je spreekt via je regies. De keuze van een stuk is je mening. Om te zeggen waarom je een bepaald stuk gekozen hebt weegt geen interview op tegen de voorstelling. Daarom ga je ook bij de première in de zaal zitten. Om te zien of je mening bij de spelers en de toeschouwers aanslaat. Een geheel wordt. Een copulatie. Het streven naar het onperfecte is om dat doel te bereiken heel wat beter geschikt. Door het perfecte ziet men de schoonheid maar niet de intimiteit van de schoonheid. Die kan men alleen ontdekken door de mens een mens te laten zijn, de acteur een speler, geen machine.

 

Je zag dat heel goed in de fragmenten met Jeroen Willems. Hij ontkleedde zijn acteurschap tot hij zichzelf weer vond vanuit een personage. Dat wilde je zeggen, maar je kreeg nauwelijks de kans daartoe, en toch is het je gelukt, voor wie je beter kent. Nauwelijks iemand die tot die kring behoort, maar ik denk dat ik in de eerste buitenkring huis, en daar valt al heel wat te ruiken. Heerlijke stallucht. Wat jij niet gezegd krijgt, laat je door iemand anders zeggen. Zoals door Peter Sloterdijk, die eigenlijk waarschuwde – in het gekozen fragment – voor de perfecte mens. Als we kunnen kiezen wanneer iemand geboren wordt, begeven we ons op gevaarlijk terrein. We staan zelfs al verder op dat terrein: we kunnen al het geslacht én het uiterlijk van ons kind bepalen voor het geboren wordt. Een volgende stap zal zijn dat we het gedrag en het verstand maar voor het kiezen hebben.

 

Een fragment dat mij ook sterk geraakt heeft was Alain Platel en zijn ervaring in de opera van Parijs. De reacties had ik verwacht. Het Parijse operapubliek, zelfs dat wat van hedendaagse ensceneringen houdt, is zeer rechts. Vraag het maar aan Gerard Mortier. Conservatief is een te braaf woord voor de toeschouwers van de Parijse opera. De enscenering van Alain Platel was voor hen experimenteel, terwijl het dat helemaal niet is. Er speelt natuurlijk ook mee, dat het Parijse operapubliek de mens geen dier vindt, zelfs geen edel dier zoals een paard, maar dat de mens een paar treden hoger staat. Uit die gedachte ontstaat pretentie, en pretentie is de aanzet tot ijdelheid, en uit ijdelheid ontstaat racisme, waarmee je onvermijdelijk belandt bij fascisme.

 

Het fragment met Ricardo Mutti vormde voor mij het hoogtepunt van de uitzending. Wat hij voor het bisnummer zei, was een steek in de ziel, en viel samen met jouw mening hoe je denkt over de wurging van het subsidiebeleid door de vorige staatssecretaris voor Cultuur, Halbe Zijlstra. Mutti zei: ‘Als wij de cultuur vermoorden waarop de geschiedenis van Italië gebouwd is, dan is ons liefelijk land verloren.’ Waarop hij het lied van het slavenkoor uit Nabucco liet zingen door het koor én door het publiek, dat dit rechtstaande deed. Het was voor mij de meest indrukwekkende verzetsdaad in de Westerse cultuur sinds mei ’68.

 

Dat je Reinbert de Leeuw als laatste liet optreden in de fragmentenpartij was niet meer dan normaal. Hij dirigeert met de camera voor zich en je ziet hem niet waanzinnig van vreugde worden door de goede uitvoering. Nee, hij belandt in de krochten van zijn muziektalent. Waarmee je aangaf dat jij ook telkens een afdaling doet. Maar niet van de grond naar het ondergrondse, zoals dat bij De Leeuw het geval is, maar van het wolkendek naar de grond waar de natuur nog de macht heeft over de aarde. Een boerenzoon wordt nooit een stadsmens.

 

Je keerde met het De Leeuw-fragment terug naar het begin van de uitzending. Toen je vertelde over de horizon en het wolkendek. Dat voortdurend wijzigt. Je moet maar je rug gedraaid hebben of de kleur van de lucht en de wolkenpartij geeft een ander beeld. Wat jij ook voortdurend betracht. En de reden is van je angst om een banale dood.

 

Je zal je dood zelf regisseren, zei je, en je stelde Hugo Claus als voorbeeld, omdat je de dood wil kiezen die niet de Man met de Zeis wil, maar jij. Hopelijk heb ik begrepen waar Wilfried de Jong de kijker, minder vertrouwd met het theater en het toneel in het bijzonder, de kans niet toe gaf. Zo niet dan geef je maar lik op stuk of een smash op mijn neus bij onze volgende ontmoeting. Want ‘bloed eist bloed,’ zei William Shakespeare al, bij monde van Macbeth.

Je,

Guido LAUWAERT

Partager cet article
Repost0
18 août 2013 7 18 /08 /août /2013 23:00

 

De rotte staat van een armenhuis

 

Op 29 augustus is het weer zover. Dan begint het jaarlijkse Theaterfestival. Een tot op de draad versleten gebeuren. Wordt het geen tijd het af te breken en op de fundering een nieuw te bouwen?

 

De uitgewoonde toestand van het festival kondigt zich al aan in de presentatie van de jaarlijkse Theaterkrant: ‘De aftrap van Het Theaterfestival gebeurt traditiegetrouw met de State of the Union.’ Traditie slaat op gewoonte, op herhaling, op het niet afwijken van een formule. Heeft de geschiedenis niet al voldoende aangetoond dat traditie vaak het begin is van verzet, leidt tot opstand en uitmondt in revolutie?

 

Het broeiend verzet uit zich langs twee kanten. Côté cour. Binnen de kern van het festival vinden sommigen dat het initiatief zijn beste tijd gehad heeft. Ze verschijnen niet eens op de vergaderingen. De situatie behouden zoals ze is, garandeert hen echter een zekere status en die willen ze behouden. Anderen dan weer tonen hun goede wil. Om vrienden niet voor de hoofd te stoten. Côté jardin. Al zullen ze het openlijk ontkennen, maar uit wat stiekem gezegd wordt blijkt dat zowel deSingel als Kaaitheater liever zien dat het festival opgedoekt wordt. Of als het toch blijft bestaan, dat het elders onderdak vindt.

 

De selectie van dit jaar is zwak. Een karakterisering by the way van de jury zelf. Wat zwak is verdient geen erepodium. Een bewijs van een sterk karakter zou de beslissing zijn geweest een jaartje over te slaan. Nu kan de jury pronken met de prijzen van sommige groepen, maar het is niet omdat een gezelschap met de geselecteerde voorstelling op een buitenlands festival staat, dat het daarom goed is. Het ene festival is het andere niet.

 

Het Malta Festival PoznańPolen levert gegarandeerd volle zalen op, en is op zich lovenswaardig, laat dat duidelijk zijn. Maar waarom heeft elke voorstelling een sold out? Omdat de stad 700.000 inwoners telt, de staat en de stad er een smak geld tegenaan gooien, en er in de loop van het seizoen in Poznańop theatergebied weinig te rapen valt. Tweemaal 500 toeschouwers, zoals dat bij Nora van tg Stan het geval was, is dus niet het resultaat van kwaliteit. De werkelijke waardering maakt het publiek; voor tg Stan het obligaat applaus.

 

In het geval van Needcompany [Marktplaats 76] bleek het publiek dan weer euforisch. Ondanks het late aanvangsuur, 21.30 u, de afgelegen locatie, er tweemaal 200 stoelen moesten gevonden worden en de doorgangen werden bezet om geen van de 1600 toeschouwers teleur te stellen, de voorstelling om die reden met een halfuur vertraging begon, bleven een paar honderd vooral jonge mensen zitten, voor het napraatje dat rond 2.30 u ’s nachts eindigde. Indien er een derde voorstelling geweest zou zijn, dan zou die ook 800 toeschouwers hebben gehad.

 

Het Theaterfestival is vooral een bewijs van een jury zonder visie en dat bang is om knopen door te hakken. Het houdt het bij Eigen volk eerst. Dat is de gemakkelijkste weg en het promoveert de jury naar een niveau van wijze mannen en vrouwen. De jury behoort tot de vriendenkring en dat schept verplichtingen. Het festival is ook op maat gemaakt van mediasponsor De Standaard. Wat de zwakte van de jury extra in de verf zet.

 

Het schamele kostuum van het Theaterfestival toont zich ook door het negeren van een nieuwe trend, namelijk de diaspora van acteurs en regisseurs. Ze spelen of regisseren in Duitsland, Frankrijk, Nederland, en dat geldt ook voor hun Nederlandse collega’s. De gezelschappen NTGent, Toneelgroep Amsterdam, Toneelhuis, Nationale Toneel De Haag, Ro-theater Rotterdam, Münchner Kammerspiele, Thalia Theater Hamburg zijn een mix van Nederlandse / Vlaamse acteurs en regisseurs. Dat blinkt niet in het festival. Was Platonov van Luk Perceval door zijn Hamburgs gezelschap opgezet, zelfs met een paar Vlaamse of Nederlandse acteurs, en niet door het NTGent, het had niet op het programma gestaan.

 

En weg die jury. Een buitenlandse curator zou een scherper beeld scheppen van wat relevant is en op vernieuwing wijst. Een jury is een vorm van democratie. Helaas, kunst wordt gemaakt door dictators. Die wel praten met alle betrokkenen maar het eerste en het laatste woord hebben. Het is niet toevallig dat bij een film de naam van de regisseur als laatste op de begintitels staat, en dat slechts zijn naam op het plaatje prijkt. Wat wil zeggen: de laatste is de eerste.

 

Eén verzachtende omstandigheid. Het budget is zo schamel dat de jury sommige producties gewoon niet kan selecteren. En daarvoor is de overheid, bij monde van de minister van Cultuur, verantwoordelijk. Een directie die naam waardig zou weigeren met een aalmoes aan de slag te gaan. Je gooit je waardigheid niet zomaar te grabbel. De verzachtende omstandigheid is daarom relatief.

 

De versnippering in allerlei nevenactiviteiten doet het festival ook geen goed. Als je dan toch een eresaluut aan de crème de la crème wil brengen, doe het dan goed. Gooi de marginale, de tweede plateaus, eruit en geef meer speelruimte aan internationale voorstellingen waar een scheut Nederlands of Belgisch bloed in zit. En wat doen de jeugdvoorstellingen op het festival? Zij verdienen een eigen, volwaardig festival, met toeters en bellen, in plaats van voor amuse-gueule te spelen.

 

Het niet selecteren van sommige voorstellingen wordt mede in de hand gewerkt omdat de producenten zulke hoge bedragen vragen dat ze onmogelijk geprogrammeerd kunnen worden. De kostprijs van het opzetten van een eenmalige voorstelling is schrikbarend hoog. Wegens het feit dat er een inbraak in de agenda nodig is om de voorstelling alsnog geprogrammeerd te krijgen. Zulke toeren uithalen is vragen om extra kosten.

 

Door het lage budget, de formule, een jury, de opsplitsing in een Nederlands en een Vlaams luik, de inteelt, de versnippering, het zwakke aanbod, de verkoop van de ziel aan een mediasponsor – die alleen zijn eigen erf ziet, is het Theaterfestival niet meer dan een wijkkermis en het bestuur een armenhuis. Een paar correcties, zoals hier gesuggereerd, zou het sterfproces maar onnodig rekken. Het opdoeken is de beste oplossing. En opnieuw beginnen. Bloot en Anders.

Guido LAUWAERT

Partager cet article
Repost0
18 août 2013 7 18 /08 /août /2013 11:00

 

Cinema-Trivia-1-copie-2.jpg

Cinema Trivia 2-copie-2

Dinosaurussen, een vulkaanuitbarsting, een aapmens, pterodactyli en een brontosaurus die door de straten van Londen banjert en Tower Bridge beschadigt. Wat een enorme indruk moet deze sensationele film 88 jaar geleden op de toeschouwers hebben gemaakt!. The Lost World uit 1925, gebaseerd op het gelijknamige boek van Sir Arthur Conan Doyle, is de moeder aller monsterfilms. King Kong was een pak beter, maar kwam pas acht jaar later. Sindsdien zijn er vele films in het genre gevolgd, maar allemaal blijven ze qua opzet schatplichtig aan deze rolprent van Harry O. Hoyt (1885-1961), een pioneer in stop-motion animation (waarin later een man als Ray Harryhausen, we hadden het hier al eens over hem, zich zou specialiseren). De belangrijkste rollen worden gespeeld door Wallace Beery (indertijd een grote ster), Arthur Hoyt (een broer van de regisseur), Lloyd Hughes, Bessie Love en Lewis Stone. Hoewel de animatietechnieken later enorm verbeterden blijft deze film fier overeind (de voor moderne ogen eerder krakkemikkige monsters maken hem juist charmant), en is hij zeker beter dan latere remakes:

http://www.youtube.com/watch?v=QJaXxY3citM

Bert BEVERS

Cinema-Trivia-3.jpg

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche