Henri-Floris Jespers
“Cultureel erfgoed: Fransschrijvende Vlamingen”, zo luidt de titel van de lezing die Henri-Floris Jespers donderdagmiddag hield op uitnodiging van de Seniorenacademie van de KU Leuven in het Antwerpse campus Carolus.
Het onderwerp drong zich vanzelf op na de publicatie van Paul Servaes' monumentaal boek Emile Verhaeren. Vlaams dichter voor Europa (Antwerpen, EPO, 2012, 1074 p.)
Verhaeren (1855-1916) was al bij leven een markante figuur in de Europese literatuur. Stéphane Mallarmé, André Gide en Marinetti hebben hun waardering uitgedrukt voor “le poète flamand”. In het Duitse taalgebied werd Stefan Zweig zijn vaandeldrager en biograaf. Raymond Trousson (Université Libre de Bruxelles) onderstreepte in 1981 dat Verhaeren bij geen enkele school hoort maar dat hij ze als voorloper allemaal grondig beïnvloedde. Zijn geestelijke inwerking op de historische avant-garde werd in kaart gebracht door o.m. Dada-kenner Michel Décaudin (Sorbonne) en Cocteau-specialist David Gullentops (Vrije Universiteit Brussel).
In de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 1 augustus 1922 stelde Karel van de Woestijne onomwonden voorop:
“Verhaeren behoort U, Fransschrijvende Vlamingen, Fransschrijvende Belgen. Maar hij behoort ook ons, en in geen mindere mate, die in de taal schrijven van het volk dat ons hier omringt.”
Decennia later pleitte Hubert Lampo, voorzitter van de VVL (Vereniging van Vlaamse Letterkundigen), bij herhaling en met nadruk voor het openstellen van het lidmaatschap van de vereniging voor de Fransschrijvende Vlamingen.
*
In 1998 werd de Verhaeren Leerstoel ingehuldigd aan de VUB. De inaugurale rede werd verzorgd door prof. Anne Marie Musschoot (Universiteit Gent), die de verstrengeling van twee culturen in het Belgische fin de siècle belichtte. Verhelderende bijdragen over de wisselwerking tussen Nederlandstalige en Franstalige literatuur werden gepubliceerd door prof. David Gullentops, die bijzondere aandacht aan de dag legde voor Verhaerens opvattingen over multilinguïsme en multiculturalisme.
Het Provinciaal Museum Emile Verhaeren te Sint-Amands herbergt een rijke collectie.
http://www.emileverhaeren.be/indexT1.html
Het Letterenhuis te Antwerpen bewaart een aanzienlijke Verhaeren-collectie, en het 'Salon Emile Verhaeren' wordt bewaard in het Museum Plantin Moretus. De Eekhoud-collectie van het Letterenhuis is onovertroffen en kwam vorig jaar ruim aan bod met een verbluffende dubbeltentoonstelling in samenwerking met de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, waarbij ook een beroep werd gedaan op andere, prestigieuze Europese archieven en bibliotheken.
Dit zijn slechts enkele voorbeelden. Niet alleen de Vlaamse overheden hebben er geen probleem mee het Franstalige literaire erfgoed de publieke plaats te geven die het inderdaad verdient, ook in de dominante Vlaamse media komt het aan bod.
“En zo hoort het”, aldus Jespers.
Emile Verhaerenlaan, Antwerpen (foto: Bert Bevers)
Spreker verwees niet alleen naar de negentiende eeuwse meesters Charles De Coster, Georges Rodenbach, Maurice Maeterlinck en Max Elskamp, maar ook naar een hele rits auteurs die in de twintigste eeuw debuteerden en hun Vlaamse roots en inspiratie nooit onder stoelen en banken staken, maar wel uitsluitend in het Frans schreven: André Baillon (1875-1932), Franz Hellens (1881-1972), Marie Gevers (1883-1975), Paul Neuhuys (1897-1974), Paul Willems (1912-1997), Guy Vaes (1927-2012), Alain Germoz (1927-2013), Françoise Mallet-Joris (1930), Nicole Verschoore (°1939) en Jan Baetens (°1957).
Ook een hele reeks auteurs die zowel in het Frans als het Nederlands schreven / schrijven (en ook vaak als bruggenbouwers fungeerden / fungeren) debuteerden in de vorige eeuw: Clément Pansaers / Jul Krekel (1885-1922), Jean Ray / John Flanders (1887-1964), Paul-Gustave van Hecke (1887-1967), André de Ridder (1888-1961), Roger Avermaete (1893-1988), Paul van Ostaijen (1896-1928), Rose Gronon (1901-1979), Michel Seuphor (1901-1999), Marc. Eemans (1907-1998), Remy de Muynck / Saint-Rémy (1913-1979), Marie-Jo Gobron (1916-2008), Albert Bontridder (°1921), Jacqueline Ballman (1922-2000), Freddy de Vree (1939-2004), Henri-Floris Jespers (°1944), Jacques de Decker (°1945), Frans De Haes (°1948) en Herman Portocarero (°1952).
Francis Cromphout (°1947) schrijft in het Nederlands en het Spaans – en debuteerde zopas in het Frans met de roman Les plus beaux.
*
Tot slot citeerde spreker een uitspraak van de Antwerpse journalist, dichter, aforist en toneelauteur Alain Germoz (pseudoniem van Alain Avermaete):
“Een Fransschrijvende Vlaming in Antwerpen, in Vlaanderen, dat is toch een verdacht anachronisme!
Dat een Vlaming in Parijs of in Amerika carrière maakt in het Frans of het Engels wordt normaal gevonden, ja zelfs toegejuicht. Vlaanderen zendt immers zijn zonen uit – en carnavaleske culturele ambassadeurs, van wie de meesten zich haasten elke Vlaamse culturele identiteit publiek te verloochenen.
Maar dat iemand weigert zomaar met alles te te breken en zich bovendien nog goed voelt in zijn natuurlijke biotoop, dat is bedenkelijk...
Hij zal zich wel voelen als een soort binnenlandse balling. Niets van!
In het dagelijkse leven spreek ik Nederlands en ik ben heel gelukkig wanneer ik 'Antwaarps' kan spreken, de taal die ik met moeder sprak, een smakelijke dialect dat mijn zinnen prikkelt.
Ik geniet van een zekere versplintering van de persoonlijkheid, al bewaar ik een sensibiliteit waarvan vaak blijkt dat ze fundamenteel Vlaams is. Hoe dikwijls had ik geen heftige woordenwisselingen met koppige en niets begrijpende Brusselaars die me voor flamingant uitscholden. En ja, op dàt ogenblik hadden ze nog gelijk ook! Soms moet je je herkomst opeisen, al was het maar om de stommelingen het zwijgen op te leggen en afstand te houden.
Literatuur is geen onderdeel van de geschiedenis: de geschiedenis is een stuk literatuur. Ik leef in en voor de literatuur, en de taal treedt daar slechts als figurant op. Voor sommigen is de taal hun vaderland, voor mij is ze een gewest. Mijn vaderland is dat niet te omschrijven land met een veelheid van talen: de literatuur.”
De druk bijgewoonde lezing werd besloten door een levendige gedachtewisseling tussen publiek en spreker. Tussen de aanwezigen in het auditorium: Simone Delandtsheer, Hugo de Ridder, Dirk Maeyens, Thierry Neuhuys, Dirk Rochtus (die de spreker inleidde) Guy Vande Putte en Emmanuel Van de Putte.
Achteraf vroegen een aantal aanwezigen per mail om een lijst van de door spreker vernoemde Fransschrijvende Vlaamse schrijvers. Vandaar dit kort, zakelijk verslag (met dank aan Henri-Floris Jespers die de aantekeningen voor zijn gesmaakte, geïmproviseerde lezing ter beschikking stelde).
■