Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
2 mai 2014 5 02 /05 /mai /2014 05:34

 

Hendrik.jpg

Niemand was als de verheven Niels.

Niels Lyhne* was niet zomaar iemand

en als achttienjarige las ik de roman van zijn leven.

 

Niels was een Deen en stond helemaal alleen

op de heide

of op een strand van Jutland.

 

Even (niet zo lang) leefde ik in vrees en beven.

 

Nu, na een halve eeuw, bewaar ik de zeedrift

van jaren jutten

onder de nachtelijke hemelkoepel en de sterrenhemel

met mijn gebeden en geboden.

 

En vooral op de eilanden vrees ik de schrille schreeuw

van een stern of een te grote meeuw

als voorbode van de genadeloze goden.

Hendrik CARETTE

 

 

*Niels Lyhne, roman van de Deen Jens Peter Jacobsen uit 1880, onlangs heruitgegeven door de Wereldbibliotheek en uit het Deens in het Nederlands vertaald door Annelies van Hees. Mijn exemplaar dateert van 1946 en werd uitgegeven door Meulenhoff te Amsterdam. De Oostenrijkse dichter Rainer Maria Rilke verwijst reeds in zijn tweede brief vanuit Viareggio (5 april 1903) aan een jonge dichter op het belang van de novellen en de roman Niels Lyhne van deze Deen.

Partager cet article
Repost0
30 avril 2014 3 30 /04 /avril /2014 16:00

 

Scheirsculinair.jpg

De Antwerpse refreindichteres Anna Bijns (1493-1575) noteerde omstreeks 1540: “Appetijtelijc voetsel, smakende morseel, Canneel en sucade, u begheer ic vlijtelijc”.

Ongetwijfeld hemelse muziek in de oren van Jan Scheirs. Hij nodigt ons immers uit tot een “culinaire reis in beeld”...

ScheirsGerechtenDEF.jpg

De tentoonstelling loopt van 8 mei tot 8 augustus bij Carpinus te Herent. Voer voor smulpapen.

Carpinus, Onze-Lieve-Vrouwplein 58-60, 3020 Herent.

www.carpinus.eu

Vernissage op 8 mei vanaf 19 uur.

Komst even bevestigen via e-mail info@carpinus.eu

Partager cet article
Repost0
30 avril 2014 3 30 /04 /avril /2014 02:03

ysbrantsmal2a.jpeg

Een vrouw met rivierbewegingen

Met doorzichtige watergebaren

Een watermeisje

Om te lezen wat gebeurt en niet weerkeert

Wat water om de ogen te drenken

Om de lippen in één slok te laten drinken

De boom de wolk de bliksemschicht

Ikzelf en het meisje.

Octavio PAZ

 

Voor zijn nieuwe tentoonstelling Ultima Thule heeft Ysbrant.17. (Den Haag, 1937) zich gebaseerd op Nabokovs gelijknamige kortverhaal, zoals het gepubliceerd is in het boek Solus Rex. Hierin betreurt de kunstenaar Sineusov, die tegelijkertijd fungeert als de verteller van het verhaal, de vroegtijdige dood van zijn geliefde vrouw en hoopt hij op de een of andere manier met haar in contact te komen via het hiernamaals. Aan de hand van dit verhaal, dat zich als een verre reis naar een Noors en onbestemd land prijsgeeft, en dat van de gekke wiskundige Falter (namelijk het Duitse woord voor vlinder) die denkt de eschatologische formule te hebben gevonden maar weigert om die te delen met de wereld omdat de kennis ervan enkel tot waanzin of de dood leiden kan, reflecteert Nabokov op een ambivalente manier over de begrippen ‘de essentie der dingen’ en over het transcendente.

Het hele oeuvre van Ysbrant bestaat uit een gelijk(w)aardige queeste. We ontwaren de verlatenheid van een spoorweg in bruinige, ietwat vuile en vale kleuren die zich feilloos plooien naar en alterneren met de onverwachtsheid van felle, heldere kleuren. Een meisje in de direct herkenbare Ysbrantiaanse jurk, met een niet te ontwaren gelaat, doemt op. Ze zit in een zeilbootje in een typisch Vlaams landschap met windmolen en afsluiting. Maakt ze gewoon een boottochtje op een zomerse dag? Of vaart ze samen met Charon op de Styx, de rivier die de aarde scheidt van de onderwereld, naar de overkant?

Het onbestemde en het vatbare gaan hand in hand, en de realiteit en een onwerkelijkheid omhelzen elkaar. Net zoals de abstracte vormen die zich bij Ysbrant steeds naadloos aansluiten bij het concrete. De verf wordt soms dik gezet, en wisselt zich met dunne lagen, nu en dan gelieerd aan transparante delen. De ondergrond is van cruciaal belang voor de opbouw van elk werk. Verfspatten trekken de aandacht of leiden die net af, en begeleiden op die manier de blik van kijker naar een ander deel van het werk.

Het fragmentaire blijft heersen in Ysbrants taferelen, maar de verf legt verbanden en componeert de onderlinge en afzonderlijke fragmenten steeds tot een zwierig geheel. Vervormingen zijn van cruciaal belang. Ysbrant wil zijn kijker enkel confronteren met hoe hij als schilder de realiteit, die vaak irreëel is, ervaart. We zien skeletachtigen, een vulkaan, smeulend vuur, een kikker in de intimiteit van een binnentafereel (namelijk het café) met een dansend koppel, een meisje aan een vijver alsof ze op zoek is naar haar spiegelbeeld, naar het mysterie in de vijver verzonken, of naar de kikker die even buiten beeld is.

Deze tentoonstelling ontplooit zich dan ook als één episch gedicht, bestaande uit een grote verzameling van werkelijkheden en herinneringen, waarbij beide als een brug tussen het fysieke van de verf en het geestelijke van het werk opereren.

Inge BRAECKMAN

*

Op vrijdag 9 mei te 20 u opent Jan Decleir in De Zwarte Panter de tentoonstelling Ultima Thule van Ysbrant.

De Zwarte Panter, Hoogstraat 70-74, 2000 Antwerpen. De tentoonstelling loopt van 10 mei t.e.m. 22 juni.

Naar aanleiding van deze tentoonstelling verschijnt het boek Ysbrant. Schilderijen / Paintings 2000–2014, uitgegeven door het Mercatorfonds, met onder andere een tekst van Marc Ruyters en Inge Braeckman. Naast dit boek is er ook een gelimiteerde uitgave in een foedraal gemaakt op 60 exemplaren, met twee etsen van de kunstenaar.

Partager cet article
Repost0
29 avril 2014 2 29 /04 /avril /2014 01:25

 

Vrijdag 25 april werd de nieuwedruk van Bezette stad in het Letterenhuis te Antwerpen gepresenteerd. Zie: http://mededelingen.over-blog.com/article-paul-van-ostaijen-nieuwe-druk-van-bezette-stad-123442454.html

Hier dan de integrale tekst van de toespraak van uitgever Marc Beerens (Vantilt).


In de zomer van 1914 wordt Antwerpen geheel onverwacht gebombardeerd vanuit een zeppelin. Na een korte belegering valt de stad in handen van de Duitsers.

Zes jaar later probeert Paul van Ostaijen, zelf Antwerpenaar, vanuit Berlijn, waarnaar hij is uitgeweken om een gevangenisstraf wegens belediging van kardinaal Mercier te ontlopen, het leven en de chaos van de bezette stad in woorden te vangen. Hij kiest daarvoor de vorm van, om het ietwat oneerbiedig te zeggen, een kakofonie. Met flarden van liedjes, reclameteksten, affiches, filmbeelden, krantenberichten, namen, straatkreten, en in een door de associatie geleide schriftuur roept hij de beelden en geluiden op van de belegerde en bezette stad in al haar vervreemdende wanorde. Van Ostaijen doet dit, zoals hij ook op het bijbehorende buikbandje van het boek laat zetten, in een ‘ritmiese typografie’.

Van deze ‘ritmiese typografie’ kent u allemaal de voorbeelden: BOEM PAUKESLAG in grote vette letters, als om het oorverdovende geluid en de intensiteit van een granaatinslag te laten weerklinken in de vorm van de woorden.

BoemPaukeslag.jpg

De zeppelin in de vorm van een zeppelin.

ZEppelin.jpg

Het affiche dat het optreden aankondigt in de ‘Grote Zirkus van de H. Geest’ van ‘het wereldberoemd trio’ ‘Godsdienst & Vorst & Staat’.

GodsdienstVorst.jpg

Deze fameuze typografische experimenten hebben Bezette stad  tot een icoon gemaakt van de moderne Nederlandstalige poëzie. En met recht tot een icoon, want bijna 100 jaar na eerste publicatie is Bezette stad  nog steeds een monumentaal werk, dat niets aan kracht heeft ingeboet en onverminderd modern aan doet.

In die ‘ritmiese typografie’ verwerkt Van Ostaijen het verloop van de belegering en de bezetting van Antwerpen tot en met de aftocht van het bezettingsleger, en verbeeldt hij het dagelijkse én het nachtelijke leven in de bezette stad. Bezette stad  is hét kunstwerk bij uitstek waarin het bezette Antwerpen, maar eigenlijk iedere bezette stad, op grootse wijze wordt opgeroepen. Het is een onvergetelijk monument voor een stad in oorlog. Alleen dat al rechtvaardigde een heruitgave in dit jaar waarin we het uitbreken van de Grote Oorlog herdenken.

 

In de prospectus om Bezette stad   aan te kondigen, schreef Van Ostaijen voor wat betreft de ritmiese typografie de programmatische regels: ‘Gedrukte  poëzie is gedrukte  woordkunst. Zo zijn de mogelikheden van de druk in verband met de woordkunst tot het laatste uit te baten. Ziehier: het klimmen en stijgen van de regels, magere en zware letters, de kaskaden van de vallende woorden over het blad, zelfs verscheidene lettertypen: zoveel middelen die typografies het ritme van het gesproken woord suggestief zullen weergeven.’

 

De boekverzorging van Bezette stad  nam Van Ostaijen trouwens niet zelf ter hand. Om die ‘ritmiese typografie’ vorm te geven, werd de hulp ingeroepen van Oscar Jespers. Oscar Jespers en zijn broer, de schilder Floris Jespers, waren Antwerpse vrienden van Van Ostaijen. Oscar Jespers bekommerde zich trouwens niet alleen om de verzorging van het binnenwerk van Bezette stad, maar hij maakte ook de markante omslagtekening voor het boek. Deze tekening bevindt zich thans hier in de collectie van het AMVC Letterenhuis. Als uitgeverij zijn we het AMVC Letterenhuis zeer erkentelijk dat het een opname van die originele tekening beschikbaar heeft gesteld voor de heruitgave van Bezette stad  die we vandaag lanceren. Dank en hulde aan Leen van Dijck en haar team! Al evenzeer ben ik het AMVC Letterenhuis erkentelijk voor de buitengewone gastvrijheid die het ons vandaag biedt om onze heruitgave van Bezette stad ten doop te houden.

 

Terug naar Oscar Jespers. Die moet zeer veel tijd hebben gestoken in de boekverzorging van Bezette stad. Dat ‘gestoken’ mogen we trouwens wel zeer letterlijk nemen, want om een aantal letters en om de houtsneden in het boek te kunnen afdrukken, ontwierp en ‘stak’ Jespers deze zelf uit palmhout. In een brief van 9 december 1920 verzekerde Jespers Van Ostaijen: ‘Stel u gerust. Ik stak de letters in de hardste palm. (…) Op bovenzijde sneed ik de letters, verlaat gij dat; is zo hard als metaal. Zij zijn ongeveer 5 mm diep uitgegroefd. Kunnen dus inkten verdragen zonder te kladden.’

In het schitterende boek van Jose Boyens over de genese van Bezette stad  lezen we dat Oscar Jespers aan het eind van zijn leven verzuchtte: ‘Mijn vrouw was toch maar een braaf meisje, dat ze dat goed vond, dat ik maar hele dagen in de drukkerij zat voor Paul.’

Om een indruk te krijgen van die enorme hoeveelheid tijd en werk die Oscar in de boekverzorging van Bezette stad  stak, en van de moeilijkheden waar hij tegenaan liep om de ‘ritmiese typografie’ ten volle uit te werken, wil ik graag kort enkele sprekende citaten geven uit de brieven die Oscar Jespers vanuit Antwerpen aan Paul van Ostaijen in Berlijn schreef over de totstandkoming van Bezette stad.

In een brief van 29 november 1920 doet Oscar verslag van allerlei praktische problemen met het verkrijgen van de niet alledaagse lettertypen die ze nodig hebben: ’Ik heb nu nieuwe prijs aan drukker gevraagd. Die komt eerstdaags. Gij ziet de verschillende letters op 1 blad. Het zijn vooral groote lange fijne stokletters, gelijk die gij opgaaft. Zulke letters bezit geen drukker. Ik heb dus besloten om uw boek als geheel smaakvol en keurig uit te geven, ze zelf in hout te steken. Ziehier een resultaat. Oordeel niet op details. Ge moet begrijpen dat ik met een gewoon inktkussen en de druk van mijne hand geen resultaat als met een machien kan bekomen. Dat begrijpt gij. Maar zijn de letters niet in dien geest. Zoo zullen wij nu werken. Wat volgens mij niet aan manuscript beantwoordt, maak ik in palmhout gelijk deze. Het is genoeg voor de eerste 15 bladzijden, dan zetten wij de proef. Drukken ze af en die zend ik u ter correktie. Gekorrigeerd zend jij ze terug en wij drukken die eerste bladzijden definitief af. Dan doen wij een volgend aantal. Geen enkel drukker bezit elsevier in die grootte in voldoende maat om b.v. een half boek in een te drukken.’

 

Bijzonder aardig is ook de brief van Oscar Jespers van 4 januari 1921 aan Van Ostaijen, waarin hij hem gerust stelt: Trek u dus niets van uw boek aan. Het komt. Ik hoop tegen april ten laatste. Ik trap de drukker op zijn pooten en sta alle dagen in zijn huis.’ En, iets later in diezelfde brief van 4 januari 1921: ‘Toch tref ik met de drukker wel akkoord. Ik zet hem ’t mes op de keel. Hij zal betaald worden om goed werk. Slecht werk weiger ik. Meer nog: Ik zal hem verwittigen dat voor elk slecht gebrocheerd boek ik den verkoopprijs (zeggen wij 15 frank) minder op de gezamenlijke rekening betaal. Hij zal wel oppassen.’

 

En wel het mooiste citaat, ook uit de brief van 4 januari 1921: Oscar schrijft aan Van Ostaijen: ‘Dus versta wel. Ik ben niet hardnekkig om je boek uit te geven omdat er van mij tekeningen in voorkomen. Neen dat niet. Ik ben er voor omdat het een zeer goed werk is dat ze moeten kennen. Ik heb er de koorts van op mijn lijf al die kloterij te zien ophemelen en wij zouden werkop den zolder hebben. Neen, neen, neen –’

 

Van Ostaijens woorden en Oscar Jespers’ betrokkenheid en begeestering en zijn ‘ritmiese typografie’ hebben inderdaad geleid tot ‘een zeer goed werk dat ze moeten kennen.’ Bezette stad  is, ik zei het al eerder, een monumentaal kunstwerk dat blijft fascineren en intrigeren.

 

Ik speelde al langer met de gedachte om het boek nog eens in zijn volle glorie af te drukken. In het Verzameld werk  van Paul van Ostaijen staat Bezette stad  immers niet goed afgedrukt, het originele, tamelijk grote formaat is sterk verkleind naar het boekformaat van het Verzameld werk. En weliswaar verschenen begin jaren ’70 en begin jaren ’90 eerder al facsimile-uitgaven, maar zij zijn zelf inmiddels schaarse collector’s items geworden in het antiquariaat.

Het leek mij dus een goed idee om in dit herdenkingsjaar van het uitbreken van de groote oorlog, herdenkingsjaar ook van de belegering en bezetting van Antwerpen in de zomer van 1914, een nieuwe facsimile-heruitgave van Bezette stad  te brengen. Daarmee is dit onnavolgbare kunstwerkin zijn originele verschijningsvorm en in zijn volle glorie weer voor een groot publiek beschikbaar.

Bezette-Stad-1.JPG

Foto: Bert Bevers

Een bijzondere eer is het mij dan ook dat ik nu het eerste exemplaar van ‘mijn’ facsimile-heruitgave van Bezette stad  mag aanbieden aan Henri-Floris Jespers. Iemand die zelf zo’n grote staat van dienst heeft, niet alleen voor de Paul van Ostaijen-kunde, maar voor de letteren en het letterkundige leven in de breedst mogelijke zin. Henri-Floris is een kleinzoon van Floris Jespers, als gezegd de broer van Oscar, en een kleine genealogische oefening leert dat Oscar Jespers dus zijn oudoom is. Het doet mij dan ook veel genoegen en deugd om aan een Jespers, aan iemand uit een familie die zulke grote verdiensten heeft voor de totstandkoming van Bezette stad, ‘mijn’ facsimile-heruitgave te mogen aanbieden. Ik overhandig Henri-Floris nu dus graag het eerste exemplaar, en ik spreek uiteraard de hoop uit dat Bezette stadook anno 2014 indruk mag maken op een groot publiek.

Marc BEERENS

Partager cet article
Repost0
28 avril 2014 1 28 /04 /avril /2014 23:09

 

Streuvels

Vandaag verscheen de jongste aflevering van de CDR-Mededelingen, goed voor 24 pagina's quarto ofte 13.688 woorden...

In verband met de inhuldiging van het gerestaureerde Lijsternest, de voormalige woning van schrijver-fotograaf Stijn Streuvels (1871-1969) in Ingooigem, werd al in de vorige aflevering gewezen op het weinig tactvolle optreden van de provincie West-Vlaanderen die uitgerekend Hedwig Speliers als gastspreker uitnodigde.

In het redactioneel wijst hoofdredacteur Henri-Floris Jespers andermaal op het schrijnende gebrek aan ethisch besef van de provinciale overheid.

Op 24 april werd het gerestaureerde Lijsternest, de woning van Stijn Streuvels, officieel heropent. Daar ging wel wat tumult aan vooraf. Heel wat gezaghebbende historici en terecht gekrenkte familieleden weigerden de plechtigheid bij te wonen, wegens de komst als spreker van biografieschrijver Hedwig Speliers, die in zijn boeken stelde dat Streuvels tijdens de Tweede Wereldoorlog meeheulde met de bezetter. (Cf Mededelingen 228 de dato 2 april, pp. 2-4.)

De Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde onderstreepte dat Speliers “de reputatie en goede naam van een van onze grootste auteurs op onterechte gronden ernstig beschadigd” heeft. In De Standaard (3 april) stelde Marc Reynebeau onomwonden dat Speliers 'inderdaad nooit indruk maakte'.

Zijn boek over Streuvels' omgang met (nazi)-Duitsland uit 1999 is zelfs ronduit vreselijk. Een verkeerd begrepen polemische subjectiviteit is erin het excuus voor een schrijnend gebrek aan metier”.

Het meer dan gegronde protest om Speliers te weren als gastspreker viel bij de Provincie West-Vlaanderen in dovemansoren, want hij sprak de gasten als eerste toe.

Ik begrijp niet dat Speliers – “à son âge” – de eer niet aan zich hield. Maar ben wel benieuwd, eerlijk gezegd, naar de inhoud van zijn toespraak. Hopelijk wordt die spoedig gepubliceerd...”

*

Hier dan de inhoudstafel van de nieuwe aflevering:

Necrologisch

Jos Chabert

Gedicht

Hendrik CARETTE, De zeedrift van jaren jutten

Column

Guido LAUWAERT, Toneel is de hoogste vorm van maatschappijkritiek

Essay

Frans DEPEUTER, Petrarca en de Reus van Provence

Theater

Guido LAUWAERT: tgSTAN: Public Enemy; Wij, weduwen en wezen

Plastisch

Jan SCHEIRS, Art Brussels

Henri-Floris JESPERS, Schède in Antwerpen

Cinema Trivia

Bert BEVERS, de kleur van granaatappels; Zeilverschillen

Door de leesbril bekeken

(Medewerkers: Bert Bevers, Ellen Dickens, Henri-Floris Jespers en Erick Kila)

Ladies night in Den Hopsack;

Internationale Grote Prijs Kalligrafie Westerlo;

Stan Lauryssens nageaapt?;

Vlaams Fonds voor de Letteren steunt spiritistische lezing;

vormgever over Begeleid verlof;

64ste Arkprijs van het Vrije Woord: Jeroen Olyslaegers;

nieuwe dichtbundel van Frans Depeuter;

lang verwachte roman van Luc Boudens;

expo Jan Scheirs in Herent;

Paul van Ostaijen, herdrukken en nieuwe publicaties;

Crimezone en De Spanningsblog;

Herman Brusselmans profileert zich nu als misdaadauteur;

Kramat zendt niet in voor de Gouden Strop.

Citaat

Fred BRAECKMAN over Simenon

Achteruitkijkspiegel

Guido LAUWAERT, Treaty of Ghent ofte Vrede van Gent

*

De redactie van Mededelingen van het CDR bestaat uit Bert Bevers, Joke van den Brandt, Frank Ivo van Damme, Henri-Floris Jespers (hoofdredacteur), Guido Lauwaert, Luc Pay, Jan Scheirs, Lucienne Stassaert en Frank De Vos. Het algemeen secretariaat wordt waargenomen door Karin Lebacq.

*

De Mededelingen verschijnen tweemaal per maand. Deelname aan de kosten, te storten

op rekeningnummer 320 – 0084130 – 04

ten name van C. Lantsoght IBAN BE10 3200 0841 3004:

Papieren editie: 12 € per maand (twee afleveringen, verzonden per post als brief)

Elektronische editie: 6 € per maand (twee afleveringen, PDF verzonden per e-mail)

*

Om principiële redenen vragen de veelgelezen Mededelingen geen overheidssubsidie aan, waarvoor ze ongetwijfeld in aanmerking komen.

We zijn dus geheel afhankelijk van uw steun...

Partager cet article
Repost0
27 avril 2014 7 27 /04 /avril /2014 11:58

La-Morte-Addosso.jpg

La morte addosso, 1972

De Italiaanse immigrant Alessandro Filippini vormde in de jaren 70 samen met twee andere ‘Brusselse Italianen’, Sergio Domian en Mario Ferruci, het collectief Schède, dat zich inzette voor anonieme kunstproductie en een kritische houding ontwikkelde tegenover de kunstmarkt. Schède voerde in dit kader twee ‘operaties’ uit: de eerste operatie bestond uit een maandelijks tijdschrift (1974-1975) waarin uitsluitend anonieme bijdragen werden opgenomen. De tweede operatie was een reizende tentoonstelling (Ambulant en kortstondig, 1978-1980) met kunstwerken die na afloop (in het ICC te Antwerpen) onder toezicht van een gerechtsdeurwaarder werden verbrand.


 

Aan het uitzonderlijke collectieve initiatief Schède werd sinds de jaren 70 geen aandacht meer besteed. Helemaal onbekend is zelfs dat Alessandro Filippini in dezelfde periode een uniek, individueel oeuvre uitbouwde dat uiteenlopende vormen aanneemt, van ‘lichaamsresten’ tot verbluffende fotomontages, waarin hij - naast onderwerpen die aansluiten bij de praktijk van Schède, zoals de anonimiteit (van de kunstenaar) – ook de fascinatie voor de onafwendbare loop van de levenstijd van de mens, de gespletenheid en meervoudigheid van het menselijk subject en de relativiteit van menselijke relaties thematiseert.

Filippini.jpg

In deze tentoonstelling worden de acties van Schède van onder het stof gehaald en wordt voor het eerst een retrospectieve blik gegund op het individuele werk van Alessandro Filippini. De tentoonstelling biedt een unieke kans om de acties van Schède en het oeuvre van Alessandro Filippini te ontdekken.

Meer info in De Witte Raaf: "Ondergang van de kunstenaar – verrijzenis van de kunst? De anonieme, efemere en nomadische opreaties van Schède (1974-1980) en het werk van Alessandro": http://www.dewitteraaf.be/artikel/detail/nl/3661

De anonieme kunstproductie van Alessandro en Schède (1966-1980)

LLS 387 ruimte voor actuele kunst, Lange Leemstraat 387, 2018 Antwerpen.

Met steun van de Vlaamse overheid en gesponsord door Duvel Moortgat.

Vernissage vrijdag 2 mei, vanaf 18 uur. Tentoonstelling 3 mei t/m 29 juni. Open: do – zo 14-18 u en op afspraak.

Partager cet article
Repost0
26 avril 2014 6 26 /04 /avril /2014 13:02

Drukte op Art Brussels 

De eerste indruk van Art Brussels 2014 is een déjà vu: weer meer van hetzelfde. Opnieuw veel dezelfde namen en vergelijkbare beelden, met misschien een lichte variatie op vorig jaar omdat er nu ook heel wat Aziatische kunst te bekijken is.

Wel raak ik, net als vorig jarig, weer danig onder de indruk van het poëtisch werk van Julien Salaud (in de stand van Galerie Suzanne Tarasieve uit Parijs). Salaud omgeeft een dode man die op de grond ligt met pareltjes. Uit zijn buik groeit een boom, en aan de kale takken daarvan hangen draadjes met dauwdruppels. Zeer mooi werk. Dit beeld straalt theatrale kracht uit.


Art Brussels (© Jan Scheirs)

In dezelfde stand is een prachtige sculptuur van houtskool te zien. Een soort vleugels. Het zwart slorpt je op. Het werk is niet zo extreem groot maar komt toch monumentaal over. Hier ook een prachtig bas-reliëf. In eerste instantie lijkt het hout, maar het is van karton. Suzanne Tarasieve heeft smaak!


Art Brussels (foto Jan Scheirs)

Verder toch veel kunst die frozen is. Alsof ze gemaakt is om perfect in een steriel minimalistisch wit huis te passen. Veel ervan oogt koud en hard, is soms weliswaar mooi maar mist vaak toch passie en ziel. Filosofische mijmeringen zijn dan ver weg. Niet zo bij Axel Vervoordt Gallery. Die zet toch wel aan tot verdieping. Ik kijk er vol bewondering naar een werk van Anish Kapoor met een dieppurperen kleur. Het werk zuigt je op: is een kathedraal van stilte, een zwart gat van schoonheid.


Carlos Aires (foto Jan Scheirs)

 

Carlos  Aires is goed vertegenwoordigd in de zaal van de gevestigde waarden. Hij wordt vertegenwoordigd door zowel galerie ADN uit Barcelona als door galerie Mario Mauroner uit Wenen. Aires snijdt geld uit! Veel geld! Van over de hele wereld! Dollars, euro’s, maar ook Syrisch, Marokkaans en Turks geld. Daaruit snijdt hij de contouren van bekende situaties. Zo sneed hij bijvoorbeeld bij de Amerikaanse dollar twee figuren met het oranje pak uit Guantanomo uit. Hilarisch vind ik er de uit een oude mark gesneden Hitler in een roze pakje met wat make-up.


Malborough Contemporary uit Londen toont een prachtig werk van de Belgische Robert Devriendt! Jawel: veel Belgische kunstenaars worden door buitenlandse galerijen vertegenwoordigd. Op Devriendt mogen we trots zijn. Diens miniatuurseries zijn adembenemend mooi gemaakt, en zowel schilderkundig als inhoudelijk spannend.


Galerie Aeroplastics brengt dan weer een interessant werk van Fleur de Lys: in een aquarium zien we een minikerncentrale gebouwd. Erboven hangt een giftige groene wolk. Een hallucinant beeld.


Fleur de Lys

De grote verrassing op deze Art Brussels is voor mij Ante Timmermans (° Gent, 1976)
Ik kende zijn naam wel al, maar zijn werk nog niet. Ik word in de stand van galerie Barbara Seiler uit Zürich volledig achterovergeslagen door een van zijn grote tekeningen.


Ante Timmermans

Dit zijn slechts enkele aspecten. Er is hier eigenlijk teveel te zien om op te noemen. Spannend is Art Brussels niet. Een hoog niveau heeft de uitstalling wel. Het is goed tot zeer goed werk dat getoond wordt. Daarom blijft het zeker de moeite om naar Art Brussels te komen.

 

Als ik op weg terug naar huis de gang tussen metro en station in wandel word ik gegrepen door de heerlijk geur van stoemp. Ik loop de hoek om en daar staan honderden mensen aan te schuiven voor een bordje eten. Een massa hongerige mensen. In onze hoofdstad. Waar op Art Brussels een glaasje champagne 15 euro kost. En een gemiddeld werk….? Het is de eerste keer dat ik in België in een tijdspanne van een half uurtje zó’n grote discrepantie tussen arm en rijk zie. Kan kunst de wereld redden?

Jan SCHEIRS

Foto's: (c) Jan Scheirs

 

http://www.artbrussels.com/

Partager cet article
Repost0
26 avril 2014 6 26 /04 /avril /2014 04:33

 

Bezette-Stad-2.JPG

In het Letterenhuis te Antwerpen werd gistermiddag de fotografische herdruk van Bezette stad gepresenteerd. In haar welkomstwoord wees directeur Leen Van Dijck op de bijzondere band van het Letterenhuis/AMVC met Paul van Ostaijen.

In een pakkende oratie evoceerde gastspreker Koen Peeters zijn driedaagse bedevaart naar Miavoye-Anthée, waar Van Ostaijen in het privé-sanatorium Le Vallon op 18 maart 1928 overleed. Op 30 maart 1928 schreef Richard Minne in zijn dagboek:

Deze zomer, of herfst, moeten we een beevaart doen naar Miavoye-Anthée. We moeten, met enkelen, een boek over en voor hem schrijven. Dat boek zal ‘Miavoye-Anthée’ heten. Miavoye-Anthée dat wordt een zinnebeeld van wat een dichter is in de maatschappij. Zingen en kreveren. […] Wij zullen het graf omringen. [...] We stichten het comiteit, en we schrijven en we spreken. […] Leve Van Ostaijen! 

*

De opdracht van Minne wordt nu volbracht. Op 15 oktober verschijnt bij De Bezige Bij Antwerpen het huldeboek Miavoye. Het 'comiteit' bestaat uit Koen Broucke, Peter Holvoet-Hanssen, Koen Peeters en Pascal Verbeken. Te oordelen aan wat Koen Peeters nu al in zijn ontroerende redevoering prijsgaf, wordt die collectieve publicatie een zeldzaam creatieve (én informatieve) bijdrage over een reis terug in de tijd.

*

Aan de hand van de gedetailleerde brieven van Oskar Jespers aan Van Ostaijen ging uitgever Marc Beerens uitvoerig in op de druktechnische genesis van Bezette stad.

Toen Van Ostaijen uit Antwerpen naar Miavoye-Anthée vertrok op 6 september 1927 werd hij naar het station gebracht door Tine Ceulemans ('Minnekepoes') en Floris Jespers. Hij overhandigde hen een exemplaar van Bezette stad, bestemd voor de schilder Ferdinand Schirren, alsmede het opstel “Marsman of vijftig procent”, aan Jozef Muls af te geven ter publicatie in Vlaamsche Arbeid.

Was dat misschien de aanleiding waarom Marc Beerens het initiatief nam mij publiekelijk het eerste exemplaar van de nieuwe druk te overhandigen? Wat er ook van zij, ik beschouw dit als een hulde aan alle gedreven vorsers die zich, eigenzinnig of niet, toegelegd hebben op het ontsluiten van Van Ostaijens iconische bundel, van Herman Uyttersprot, Gerrit Borgers, Paul de Vree, Paul Haderman, Robert Snoeck tot Jef Bogman, Geert Buelens en Matthijs de Ridder.

*

Bezette stad werd al een jaar of twintig geleden fotostatisch herdrukt (met veel geluk kan een exemplaar antiquarisch verworven worden). De cover werd ook gereproduceerd bij de Franse vertaling (Ville occupée, 1993), als wikkel van José Boyens' De genesis van Bezette stad (1995) en in Le DADA pour Cochons (2003).

Dank zij het Letterenhuis kon uitgeverij Vantilt nu gebruik maken van het originele cover-ontwerp van Oskar Jespers. Aandachtige bibliofielen (zijn er wel anderen?) zullen de varianten wel merken... Voer voor semiologen.

BezetteORIGINEEL.jpg

*

Tussen het aandachtige publiek: Bert Bevers, Hendrik Carette, Sven Christhansson, Marleen de Crée, Jean Emile Driessens, Peter Holvoet-Hanssen, Erick Kila, Pruts Lantsoght, Dirk Maeyens, Dirk Rochtus, Walter Soethoudt, Geert Swaenepoel, Manu van der Aa en Vlad Weverbergh.

*

Dat Bezette stad nu eindelijk opnieuw beschikbaar is voor een groot publiek (buikband inbegrepen) is de niet genoeg te waarderen verdienste van uitgeverij Vantilt.

Henri-Floris JESPERS

BezetteBUIKBAND.jpg

Paul VAN OSTAIJEN, Bezette stad, Nijmegen, Vantilt, 2014, 152 p., 29,50 €.

 

Zie o.m.:

Henri-Floris JESPERS, Cadavre exquis te Miavoye. Een fabula van Gaston Burssens gevolgd door een onuitgegeven briefkaart van Paul van Ostaijen, Antwerpen, Jef Meert, 1999 [Centrum voor Documentatie en Reëvaluatie, Cahier nr. 3]

Henri-Floris JESPERS, 'Van Ostaijen, Van Bruaene en Schirren: enkele nieuwe gegevens', in: Mededelingen van het Centrum voor Documentatie en Reëvaluatie, nr. 115, 8 april 2008, pp. 5-13.

Partager cet article
Repost0
25 avril 2014 5 25 /04 /avril /2014 12:00

 

Robert-Wuytack.jpg

 

Robert Wuytack (° Sint-Pauwels) is op 18 januari 80 jaar geworden. Naar aanleiding van deze verjaardag is momenteel een tentoonstelling van zijn werk te zien in Atelier Jacques Gorus.

De tekeningen van Wuytack zijn steeds uitdrukkingen van een bijzondere belevingswereld. Ze zijn een doorgedreven onderzoek naar de natuur der dingen. Vaak bekijkt hij een zelfde onderwerp ettelijke malen. Toch ziet het resultaat er steeds anders uit omdat de tekenaar met zijn lijnvoering steeds andere dingen ziet. Hij verplicht je te kijken naar simpele lijnen met grote verhalen.

Zo verandert een boomstronk in een abstract lijnenspel. Ik werd onmiddellijk verliefd op een bloem, een zeer fragiele pentekening waar het hele lijnenalfabet van Wuytack in vervat zit. Ik kocht haar terstond. Zoiets mag niet ontbreken in mijn verzameling.
De tentoonstelling loopt nog drie dagen, en is beslist de moeite voor liefhebbers van het eerder gevoelige grafische werk.

Jan SCHEIRS

 

Atelier Jacques Gorus, Venusstraat 52, 2000 Antwerpen, van 14.00 tot 17.00 uur (nog tot en met 27 april)

Partager cet article
Repost0
25 avril 2014 5 25 /04 /avril /2014 02:55

 

Lijsternest.jpg

Gisteren werd het gerestaureerde Lijsternest, de woning van Stijn Streuvels, officieel heropend. Daar ging wel wat tumult aan vooraf. Heel wat gezaghebbende historici en terecht gekrenkte familieleden weigerden de plechtigheid bij te wonen, wegens de komst als spreker van biografieschrijver Herwig Speliers, die in zijn boeken stelde dat Streuvels tijdens de Tweede Wereldoorlog meeheulde met de Duitsers.

Zie mijn berichten van 26 en 28 maart:

http://mededelingen.over-blog.com/article-het-lijsternest-ludo-simons-en-hedwig-speliers-123101983.html

http://mededelingen.over-blog.com/article-hedwig-speliers-over-stijn-streuvels-jawadde-123136936.html

alsmede de hier gepubliceerde even serene als ronduit vernietigende bijdrage van Ludo Simons (1 april):

http://mededelingen.over-blog.com/article-ludo-simons-streuvelsfeestje-123181914.html

*

De Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde onderstreepte dat Speliers “de reputatie en goede naam van een van onze grootste auteurs op onterechte gronden ernstig beschadigd” heeft. In De Standaard  (3 april) stelde Marc Reynebeau onomwonden dat Speliers 'inderdaad nooit indruk maakte'.

Zijn boek over Streuvels' omgang met (nazi)-Duitsland uit 1999 is zelfs ronduit vreselijk. Een verkeerd begrepen polemische subjectiviteit is erin het excuus voor een schrijnend gebrek aan metier”.

*

Het meer dan gegronde protest om Speliers te weren als gastspreker viel bij de Provincie West-Vlaanderen in dovemansoren, want hij sprak de gasten donderdagavond als eerste toe.

Ik begrijp niet dat Speliers, “à son âge”, de eer niet aan zich hield, maar ben wel benieuwd, eerlijk gezegd, naar de tekst van zijn toespraak. Hopelijk wordt die spoedig gepubliceerd...

Henri-Floris JESPERS

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche