Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
17 avril 2014 4 17 /04 /avril /2014 16:00

 

Jeroen-Fransen---Neo-Classical-Ghost-Collage-2008.JPG

Jeroen Fransen: Neo Classical Ghost Collage 2008 © Jeroen Fransen

De moderne westerse samenleving gaat er prat op dat het individu vrij is. Het gebied van bijvoorbeeld denken en kiezen is particulier, er wordt niet van hogerhand voorgeschreven. Om maar eens enkele fundamentele zaken aan te stippen: wij kennen in onze omgeving geen verplicht kapsel a la Kim Jong-un en geen verbod om van godsdienst te wisselen of af te zien.

Het oogt van de buitenkant goed, die westerse vrijheid. Op ArchiNed (Nederlandse architectuursite) verscheen onlangs Voorstel voor een nieuw accent, een prikkelend artikel waarin industrieel vormgever/publicist Ed van Hinte een en ander nuanceert.

Zijn beschouwing gunt ons onder meer een blik in het goed gevulde gereedschapskistje van de commercie. Deze macht heeft binnen de westerse democratische traditie alle vrijheid om zich (verfijnd en geniepig) te ontpoppen. Laten we het gereedschapskistje (steeds weer met nieuwe, betere, ‘tools’ aangevuld) maar een mechanisme noemen, of liever een onrustmachine. Dit onzichtbare en regelende/ontregelende ‘ding’ (wie of wat bedient het?) is eigenlijk een spook in de ‘bezielde’ heilige omgeving van de individuele vrijheid.

Van Hinte verbindt dit fantoom subtiel met het begrip design. Design blijkt veel meer te omvatten dan louter vormgeving in de context van de industriële nijverheid. Wij zijn (nog) niet vrij. Wij zijn eerder met begeleid verlof.

Erick KILA

http://www.archined.nl/opinie/2014/voorstel-voor-een-nieuw-accent/

Partager cet article
Repost0
16 avril 2014 3 16 /04 /avril /2014 15:51

 

Cinema-Trivia-2.png

Dankzij de wonderen van het wereldwijde web heb ik kunnen genieten van een film van een regisseur van wie ik nog nimmer had gehoord over een dichter voor wie hetzelfde geldt. Maar welk een openbaring! Sergei Paradjanov (1924-1990) was een Armeens cineast die volledig los, hetgeen destijds geen evidentie was, van het door Moskou gepredikte sociaal-realisme werkte. Ik heb het over Tsvet Granata uit 1969, in het Nederlands De kleur van granaatappels. Het betreft een interpretatie van het leven van de 18deeeuwse Armeense dichter Harutyun Sayatyan, in zijn dagen bekend onder de naam Sayat Nova. Die leefde, afhankelijk van de bronnen, van 1712 of 1722 tot 1795. Hij werd in ieder geval 73, maar misschien dus wel 83. Dat hij in Armenië iets heeft betekend blijkt wel uit het gegeven dat er in de provincie Ararat ginder een stadje Sayat-Nova heet. Er wonen wel nog geen 2000 mensen, maar toch….

Het is lang geleden dat een regisseur me 73 minuten lang wist te ontroeren, doen opkijken, verbazen en wat dies meer zij. The colour of pomegranates (ik vond de productie met Amerikaanse ondertiteling) is een uitgesproken lyrische film. Eigenlijk één lang visueel, en dan ook nog hermetisch, gedicht. Hier en daar zijn de overgangen wat stuntelig, maar grosso modo is dit een lust voor het oog. Boordevol werkelijk beeldschone vondsten. Om u een idee te geven: knisperend perkament, natte boeken die uit worden gewrongen, Sint-Joris die gewoon even passeert, ruisende veren, draaiende engelen, steigerende paarden, warmbloedige offers, stuiterende gouden ballen, walmende wierook, heel veel kleden (de betekenis daarvan moet ik nog eens nazoeken), walmende wierook en een tempel die langzaam volloopt met schapen.

Cinema Trivia 1

Deze film is van een ongenaakbare schoonheid. Is een bizarre, soms surrealistische, choreografie van poëtische bedwelming. De acteurs zijn eerder onbekenden. Bij naam dient zeker Tieran Mansurian te worden genoemd, die een beklijvende geluidsband met allerhande tinkelende klanken en wondermooie zang creëerde.

Terzijde, kortom, met de lectuur en kíjken:

http://www.youtube.com/watch?v=MAqRNmTqaOM

 

Bert BEVERS

Partager cet article
Repost0
15 avril 2014 2 15 /04 /avril /2014 14:41

 

12-28-roth_ostende_atrium.JPG

Aan Benno Barnard heb ik veel te danken. Door de jaren heen las hij mijn artikels en wees op taalschuivers en kromme zinnen. Niet als een onderwijzer, maar als een zachte adviseur, rekening houdend met het Vlaamse idioom. Hij heeft maar twee gelijken op dat gebied: de hoofdredacteur van deze blog en bladenmaker Karel Anthierens.

Ook op een ander vlak was Benno zeer attent. Toen ik met zware hartproblemen in het UZGent lag, stuurde hij me voor mijn verjaardag Radetzkymars van Joseph Roth [1894-1939]. Ik heb het in één ruk gelezen. Halverwege stuurde ik mijn partner [v] naar boekhandel Walry om een andere roman van Roth. En een andere, en een andere. Bij Atlas Contact zijn er tien werken van Joseph Roth verschenen. Negen heb ik er van gelezen. Het tiende was niet te vinden [verdammt!]. Geschiedenisboeken zijn bijzonder leerzaam, maar historische romans hebben een extra laag. Hoe Roth er in slaagt de personages met hun typische gevoelens binnen tijd en ruimte weet te vatten… fascinerend. Als schrijver zelf houdt hij afstand, maar de lezer voelt een sardonische wraak en vaak guitig leedvermaak. Als romancier staat hij naast Céline, Faulkner, D.H. Lawrence en Boelgakov, al verschillen ze uiteraard in schriftuur. Het maakt hen gelijken onder vreemden.

Mijn hart begon dan ook sneller te slaan toen ik een mail ontving met het nieuws dat Joseph Roth op 1 juni in Oostende herdacht wordt. 75 geleden, op 27 mei, overleed hij. Joseph Roth is door zijn vriend en financier, de schrijver Stephan Zweig, in de badstad beland. Mark Schaevers heeft er een prachtboek over geschreven, OOSTENDE, de zomer van 1936. Een fragment: ‘Eind juni deelt Zweig Roth de laatste schikkingen voor hun Belgisch rendez-vous mee. Begin juli zal hij in Oostende zijn en hij is van plan er een maand hard te werken. […] ‘We zouden ’s avonds onze teksten kunnen voorlezen en becommentariëren, zoals in de goede oude tijd. U moet niet baden, ik doe het ook niet – Oostende is geen badplaats maar een STAD, mooier en “caféhäuslicher” dan Brussel.’

Het cafégevoel is belangrijk voor Roth. Hij was een hotelmens die zich liefst van al ophield in de lobby, zelfs al logeerde hij er niet. Onlangs is een boek[je] verschenen bij Uitgeverij Bas Lubberhuizen van de Oostenrijker, Hotelmens – Reportages en brieven. ‘Huizen zijn om in te sterven,‘ vond hij. Roth sloot vriendschap met portiers, receptionisten, kamermeisjes en koks. Hij was een uiterst scherp observator die de pretentie van de valse rijken, de schwung van de oplichters, de eenzaamheid van de oude weduwen met hun hondjes die hen, tong uit de muil, voorttrokken. Hotels en cafés maken dus wezenlijk deel uit van het leven van Joseph Roth. Een fragment uit een column die hij schreef voor de Frankfurter Zeitung van 27 januari 1929, met als titel, De oude kelner: ‘Om één uur ’s nachts neemt de oude kelner de lift – die voor de gasten – en laat zich naar de bovenste verdieping brengen. Daar bewoont hij een kamertje, het erekamertje. Hij heeft nooit een vrouw gehad, geen kinderen, geen broers of zusters. Altijd was hij alleen, een kelner in dit hotel, een kind van dit hotel. Niet meer dan een kelner. Al tien jaar woont hij in dit kamertje. Hij wilde niet met pensioen gaan. Hij kon ’s nachts niet meer de straat op om naar huis te gaan. Dus bleef hij in het hotel, zoals een oude wandklok. Op een dag zal hij in zijn erekamertje sterven. Dat staat buiten kijf. Zijn lijk zal door de achteruitgang van het hotel naar buiten worden gedragen en overgeladen in een zwarte auto, die geen raampjes zal hebben. Door de hoofdingang van een hotel kan immers onmogelijk een lijk naar buiten worden gedragen.’

Op zondag 1 juni zullen Vlaamse en Nederlandse schrijvers en acteurs een hommage brengen aan Joseph Roth. Onder meer Geert Mak, Arnon Grunberg, Stefan Hertmans, Tom Lanoye, Elsie de Brauw, Anna Drijver Pierre Bokma en Gene Bervoets. Maar ook Johan Simons is van de partij. Hij regisseert met Vlucht zonder einde. Hommage aan Joseph Roth een keuze uit Roth teksten en vertelt daarmee het verhaal van diens laatste levensjaren. Simons is goed geplaatst. Hij is niet alleen een groot bewonderaar van Joseph Roth, maar ensceneerde enkele jaren geleden diens roman Hotel Savoy [1924] tot een indrukwekkende voorstelling in zijn thuisbasis Münchner Kammerspiele, en uw hopelijk geachte boodschapper plukt dit niet zomaar van de website. Hij was op missie voor Knack en spreekt dus uit eigen ervaring. Net als in Rebellie, in hetzelfde jaar geboren, behandelt Hotel Savoy in maatschappijkritische zin thema’s na WO I met zijn probleem van thuiskomst en de waardevermindering van de invalide mens. Simons wordt voor zijn regie bijgestaan door Els Snick [tekstkeuze] en Koen Tachelet [dramaturgie].

De hommage is een samenwerking tussen uitgeverijen Atlas Contact en Bas Lubberhuizen, het Joseph Roth Gezelschap, de Stadsschouwburg Amsterdam, vzw Kunstvaarders en is tot stand gekomen m.m.v. het Goethe-Institut Brussel en Amsterdam. Het Vlaams Fonds voor de Letteren weigerde voor dit initiatief een bescheiden subsidie, onder het mom dat het over een niet Nederlandstalige auteur gaat. En zo is er altijd wel een reden te vinden om Europa klein te houden. Ook op literair gebied.

Guido LAUWAERT

Partager cet article
Repost0
14 avril 2014 1 14 /04 /avril /2014 23:10

 

GiseleVanLange.jpg

Cover: Structures végétales 'n° 332, 1982. Olie op doek, 197 x 146 (verzameling Communauté française de Belgique)

Vrijdag vond ik in de bus de rijkelijk geïllustreerde monografie over de Brusselse schilderes Gisèle Van Lange (°1929), “l'un des tout beaux fleurons de l'art belge contemporain”, aldus de onvolprezen kunsthistoricus Serge Goyens de Heusch (°1939).

*

Op 18 februari signaleerde ik hier haar meest recente tentoonstelling:

http://mededelingen.over-blog.com/article-gisele-van-lange-een-oeuvre-122622736.html

*

Door die hernieuwde confrontatie met haar werk kwam ik opnieuw in de overrompelende ban van haar intelligente virtuositeit, net zoals nu al bijna een halve eeuw geleden. Een onvergetelijke herinnering. Ook Gisèle Van Lange is blijkbaar haar tentoonstelling in de Kunstkamer te Antwerpen (1965) evenmin als  “la belle rencontre qu'elle a suscitée avec vous et Patrick Conrad” vergeten...

De monografie, samengesteld door Serge Goyens de Heusch en waarin opgenomen een treffende foto van de kunstenares gekiekt door Marcel Broodthaers in 1963, bevat bijdrage van Maurits Bilcke, Léon-Louis Sosset, Jo Dustin, Claude Lorent, Serge Meurant, Guy Gilsoul, Jean Goldmann, Jacques De Maet en Chantal Bauwens. Ook de kunstenares komt treffend aan het woord.

*

Les années qui passent n'ont pas de prise sur les souvenirs, les images...” Gisèle Van Lange heeft gelijk. De al dan niet 'toevallige' exploratie van het verleden is geen “recherche du temps perdu”, wel het volop en onthecht genieten van “le temps retrouvé”.

Henri-Floris JESPERS

Partager cet article
Repost0
14 avril 2014 1 14 /04 /avril /2014 05:22

 

Hee-Jeong-An.jpg

Hee Jeong An

De Koreaanse pianiste Hee Jeong An verzorgt op 26 april samen met cellist Kasper Nowak, een merkwaardig recital bij Opus 4. Op het concertmenu staat die avond de wereldberoemde sonate “Arpeggione” in a klein van Franz Schubert, de sonate nr.2 H286 Allegro- Largo- Allegro comodo van Bohuslav Jan Martinů en de sonate nr.2 opus 5 Adagio sostenuto e espressivo- Allegro molto piu tosto presto- Rondo van Ludwig van Beethoven

260414.jpg

Welkom in Opus 4 op zaterdag 26 april om 20u , Love2Arts Gallery, Desguinlei 90, 2018 Antwerpen.

Tickets: 10 € / –12j gratis.

Frank DE VOS

 

Nuttige links: http://sorodha.be/

http://www.facebook.com/Sorodha1814

Partager cet article
Repost0
12 avril 2014 6 12 /04 /avril /2014 23:24

 

DepeuterNIEUW.jpg

Weldra verschijnt de 14e dichtbundel van Frans Depeuter, Wolken schoven boven ons voorbij (50 blz.), een gezamenlijke uitgave van Berghmans Uitgevers en v.z.w. Heibel. De gedichten, die ontstaan zijn uit foto's, gaan over winst en verlies, over liefde en menselijk tekort, over weemoed met een korreltje zout, over 'de gang van het leven' zeg maar.

De bundel kost 15 € (all in) en kan besteld worden bij Berghmans Uitgevers, Dr. M. Timmermans-laan 24, 2170 Merksem-Antwerpen.

(berghmans.uitgevers@telenet.be).

Wie voorinschrijft krijgt een forse reductie. In plaats van 15 € euro betaalt zij/hij slechts 10 € (+ zo nodig verzendkosten 2 €). In dat geval: zich richten tot Frans Depeuter, De Heikens 29, 2250 Olen of e-mailen naar depeuter.frans@telenet.be

Betalingen op rekening nr. 979-3986331-24 van F. De Peuter (IBAN: BE81 9793 9863 3124 – Bic: ARSPBE22).

*

Het bruggetje, het water dat huppelt op

de kaalgeschoren rotsen, de cascatellen,

het is er nog allemaal, zelfs het schuim

steekt non-stop zijn koppen op.

 

Maar waar zijn de vergeet-me-nietjes?

Waar de wolkjes, de forellen? En waar

is de glans van het marmer gebleven?

Partager cet article
Repost0
12 avril 2014 6 12 /04 /avril /2014 08:22

 

Ronde_Huis_Nunspeet.jpg

Het Ronde Huis was een rond landhuis dat in de bossen nabij Nunspeet stond. Nunspeet is een esdorp op de Veluwe in de Nederlandse provincie Gelderland en de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente. Het Ronde Huis is in 1967 afgebroken, maar sporen ervan zijn nog terug te vinden in het landschap. Al jaren gaan er geruchten over het huis in het Zandenbos. Meisjes zouden zijn aangevoerd die niet meer terugkeerden naar huis. De allerhoogste kringen van Nederland werden genoemd als aanwezigen bij orgieën met occulte inslag die er zouden hebben plaatsgevonden. Daarbij wordt prins Hendrik (1876-1934), de echtgenoot van koningin Wilhelmina, genoemd. In 1976 en 2006 werden enkele artikelen gepubliceerd die speculatieve en sensationele verhalen verspreidden over het Ronde Huis. In 2012 werd door de 'Werkgroep “het Ronde Huis”' een lokaal uitgegeven boek gepubliceerd, De geschiedenis van Het Ronde Huis 1902-1967, en kregen deze verhalen enige aandacht in de media.

Kortom, voer genoeg voor romanschrijvers. Begin dit jaar verschenen twee misdaadromans, geïnspireerd op alle verhalen en geruchten die over Het Ronde Huis worden verteld en geschreven: De zwarte duivel van Jacob Vis en Het Ronde Huis van Almar Otten.

Meer in een volgende aflevering...

Henri-Floris JESPERS

Partager cet article
Repost0
11 avril 2014 5 11 /04 /avril /2014 17:27

 

arne_jpg_275.jpg

Er wordt volop met bloemen gestrooid in de nieuwe productie van auteur tevens regisseur Arne Sierens. Ensoris een verhaal over de vreugde van het verdriet, de kunst van de clown als harlekijn en goochelaar. Het verhaal is zo dun dat je het wel hoort maar niet ziet. Het is de kracht van deze parel van een voorstelling. Hoe iets te vertellen dat stoeit en boeit zonder vuile handen en te wijde mouwen.

VDE 7912

Het speelvlak is een rechthoekige piste, gevuld met zwart zand. Waarom het zwart is wordt later in de voorstelling duidelijk. Bij het binnenkomen wordt het publiek een plaats aangewezen door de acteur, genaamd Guido [Johan Heldenbergh], en twee circusartiesten, Antoine/Antonio [Danny Ronaldo] als grollenmaker en de naamloze dokter als charlatan [Karel Creemers], die in zijn rol doet denken aan Peter Sellers in de film The wrong Box uit 1966, en waar tevens Michael Caine in schittert. Nooit te zien op de televisie, jammer.

 

Het eerste half uur lijkt Ensor een vrolijk spektakel te worden. Geleidelijk sluipen er speldenprikjes in. Een sneer van het circus naar het theater, als pretentieus adellijk huis, en een schimpscheut van het theater naar het circus, als volkshuis ver voorbij het verval. Verwijten vallen er niet, oordelen worden er niet geveld; het is wat het is: de wereld verarmd in al zijn kunstvormen. Wat er gebeurt zijn slechts variaties op eeuwenoude thema’s. Ook deze voorstelling probeert niets nieuws onder de zon te brengen. Hij wijst slechts op de trieste, onomkeerbare evolutie zonder revolutie. Niet diep tragisch maar uiterst komisch.

 

Ensor verwijst kort na aanvang naar de schilder, zijn maskerades en zijn jaarlijkse, meest geliefde uitstap naar het kursaal van Oostende, voor Le bal du rat mort. En via Ensor passeert Sierens langs Fellini en de film 8 ½, de lievelingsfilm van circusartiesten in alle maten en gewichten, wereldwijd, en waarin [entre nous] de hoofdacteur ook Guido/Gwido heet. Vaagweg verschijnt schoorvoetend in de luwte het taalspel van Michel de Ghelderode. Via de Brusselaar en de Romein belanden Sierens en zijn spelers bij Dario Fo en zijn kompaan Arturo Corso, de briljante regisseur van satirische sociodrama's. Tussendoor pauzeert de voorstelling bij Jacques Tati. De hilarische strandstoelscène uit Les Vacances de monsieur Hulot [1953] wordt overgedaan én, oef!, een teder element aan toegevoegd. Via een poppenspel.

VDE_8320.jpg

Van de vrolijkheid blijft na anderhalf uur niet veel meer over. Triestheid komt in de plaats, ver weg van het dramatische. Het huwelijk tussen theater en circus vervlecht zich tot één spelvorm met twee gezichten. Zodat de toeschouwer zich de vraag stelt naar wat hij eigenlijk zit te kijken. Sierens en kompanen geven de toeschouwer inzicht, zoals de moeder de baby zijn fruitpapje geeft, lepeltje voor lepeltje. Het strand blijkt geen speelveld voor kleuters te zijn maar een strooiweide, waar de asurn van een overleden collega wordt geledigd. De as verschilt niet van het zand. Een schok bevangt de toeschouwer. Het zwarte zand is de as van alle beroepskomedianten en het stof van de circusruïnes.

 

Waarna de vrolijkheid het weer van de droefheid overneemt. Met een klokkenspel van koeienbellen met een aantal toeschouwers als muzikanten. De grollenman is de dirigent. Het afscheidslied met een tranende lach, is de indruk. Maar dat is zonder de waard en zijn kelners gerekend. Een ander afscheid volgt, en een derde, en een vierde, een vijfde en een zesde. Een mooie vondst, de circus- en theaterartiest kan niet stoppen. Het einde van de voorstelling is een onvermijdelijke kleine dood, maar liefst naar eigen godsvrucht en vermogen.

VDE_8654.jpg

Tot zover het goede nieuws. En nu het minder goede. Een muzikant [Jean-Yves Evrard] ondersteunt het spektakel. Hij doet dat voortreffelijk maar bouwt te weinig pianissimo en te veel crescendo in. De situaties en de mimiek van enkele scènes worden er door ondermijnd. Een treffend voorbeeld van de stilte als macht is de tennisscène in de film Blow-Up [1966 ] van Michelangelo Antonioni. Een lichte bijsturing en de voorstelling kent geen stoormoment. Maar buiten dat ene, en de repetitieve afscheidsscènes met een ietsje meer tempo, waar ongetwijfeld, Arne Sierens’ werkwijze kennende, nog wat aan gedaan zal worden is de voorstelling zijn geld en zijn twee uur dik waard. Ik ga zeker nog een tweede maal kijken. Tijdens de Gentse Feesten. Want net als een prachtfilm meer dan eens gezien kan worden, is dat ook het geval met een blinkend theaterspektakel.

Guido LAUWAERT

 

 

ENSOR – tekst & regie Arne Sierens – info: www.compagnie-cecilia.be

Partager cet article
Repost0
11 avril 2014 5 11 /04 /avril /2014 04:00

 

TRLANDeland.jpg

Een gegarandeerd succes: Scandinavische thrillers, (terecht) wereldwijd gewaardeerd en mediatiek (overdreven) gehypet. In het najaar van 2013 verscheen bij Manteau De lachende eland  van de Noorse misdaadauteur Sten Treland (°1973).

Spoedig werd de mystificatie onthuld. Achter Sten Treland gingen de schalkse en handige Stan Lauryssens (°1946) en recensent en storyteller Joost Houtman (°1976) schuil.

Zie mijn CDR-blog van 31 december 2013:

http://mededelingen.over-blog.com/article-treland-stan-joost-121843237.html

*

Uitgeverij Q[uerido] kondigt de publicatie aan van Morten, het eerste deel van de trilogie van auteur Anna Levander, dat in juni 2014 in de winkel ligt (en dus nog net in aanmerking komt voor De Diamanten Kogel). De uitgeverij is kennelijk zeker van haar stuk: delen twee (Mo) en drie (M) worden respectievelijk in januari 2015 en juni 2015 op de markt gebracht. Volgens de ondertitel draaien de drie boeken om verraad, macht en verleiding.

Morten  verwijst naar de ambitieuze politicus Morten Mathijsen die afstevent op een glorieuze verkiezingsoverwinning. De Nieuwe Liberalen, tot voor kort een kleine politieke partij, gaat verrassend aan kop in de peilingen. Mathijsen is de tweede man van de partij en wil de leider worden. Dan dreigt een duistere zaak uit het verleden zijn reputatie te schaden. Hij gaat tot het uiterste om onheil af te wenden. De briljante spindoctor Evelien Bax moet zorgen dat hij overeind blijft in de politieke arena. Maar de zaak dreigt flink uit de hand te lopen…In deel twee ontstaat er onrust in de samenleving door ruzies in het Haagse over nieuwe antiterreurwetgeving. In het laatste deel is er sprake van een volksoproer, wanneer blijkt dat de werkelijke macht in Nederland in handen is van een geheim overheidsapparaat.

*

Nieuwslezer Rik van de Westelaken en D66-voorman Alexander Pechtold mochten het manuscript alvast lezen. 'Een meeslepende politieke thriller', oordeelde Van de Westelaken. 'Eindelijk de Nederlandse Borgen. Heerlijk, aldus Pechtold.

Volgens uitgeverij Q is Anna Levander een pseudoniem waarachter 'een bekend journalistenduo' schuilgaat. Het is voor het eerst dat de twee samenwerken aan een boek. Q belooft in een later stadium hun namen bekend te maken.

Wie bedient zich van de nom de plume Anna Levander? De redactie van De Spanningsblog (verplichte lectuur voor alle amateurs van thrillers) gok op Annet de Jong en haar wederhelft Dominique van der Heyde.

'Argumenten: ze zijn beiden journalist, De Jong is reeds auteur bij Q en Van der Heyde is gepokt en gemazeld in het Haagse. En De Jong twitterde deze week nog: 'En hatsaflatsa. Puntjes op de i van een geheim project. Nu #plop.' Need we say more?'

*

Hopelijk zal de Nederlandse kopie van Borgen even beklemmend zijn als het Deense politiek televisiedrama waar ik echt  van genoot.

Henri-Floris JESPERS

Partager cet article
Repost0
11 avril 2014 5 11 /04 /avril /2014 01:45

 

VerdragSchildery.jpg

Amedee Forestier, "A Hundred Years Peace" (1914). Courtesy Library and Archives Canada.

Op de voorgevel van de winkel Esprit in de Gentse Veldstraat 47 prijkt een bronzen plaquette. Beknopt laat het in twee talen weten dat tweehonderd jaar geleden in dat pand een historische gebeurtenis plaatsvond. Van augustus tot december 1814 verbleef een Amerikaanse en een Engelse delegatie in de Arteveldestad. Na vier maanden soebatten was het zover: de Verenigde Staten van Amerika en Groot-Brittannië beëindigden hun tweede en laatste gewapend conflict. Het akkoord, 200 jaar oud, wordt in het najaar herdacht, zowel in België als in de U.S.A., Canada, en in mindere mate Groot-Brittannië.

Dertig jaar na de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog waren de Verenigde Staten en Groot-Brittannië opnieuw slaags geraakt. Na twee jaar vechten stond het Britse rijk er militair niet goed voor en Amerika bevond zich economisch in een hachelijke situatie. Er zat voor beide partijen niets anders op dan te trachten tot een vergelijk te komen.

Dat de missie in Gent doorging is een wonderlijke en tevens niet onlogische beslissing geweest. De belangrijkste Europese vastelanden, waaronder Frankrijk, Duitsland en Nederland, hadden een vinger in de pap. Maar ook Groot-Brittannië weerde zich sterk. Het voorstel om in Londen te onderhandelen was voor de Amerikaanse maar tevens voor de Franse regering dan ook onaanvaardbaar. De voorkeur werd gegeven aan een neutrale plaats en de Britse regering legde zich dan maar neer bij de keuze van een stad van waaruit men makkelijk naar Londen kon vluchten in geval een ander land zich, op z’n zachts gezegd, militair een woordje wilde mee placeren. Het tweede, Franse voorstel, Göteborg, vond al evenmin genade in de ogen van de Britten als van de Amerikanen. Zweden mocht dan neutraal zijn, de kinderloze Zweedse koning was dat niet. Hij had Napoleons ‘maréchal de France’, Jean-Baptiste Bernadotte, geadopteerd en de man werd daardoor kroonprins. Hij mocht zich dan wel tegen zijn vroegere keizer hebben gekeerd, maar door zijn afkomst kleefde er een te sterk Frans geurtje aan de Zweedse politiek. Het feit dat Bernadotte de Britse kant gekozen had, pleitte ook al niet voor de gewenste rust en het onderling vertrouwen.

Wie het was valt niet meer te achterhalen, maar iemand stelde Gent voor. Niemand die al van deze stad had gehoord. Het voorstel vond echter vrij snel bijval. Nadat Napoleon in 1814 een eerste maal was verslagen, had de Franse bezetter zich ijlings teruggetrokken en bevond België zich in een positie waarin het geen staatsvorm had. Het zou duren tot het Congres van Wenen in 1815 eer het opnieuw een staatsstructuur kreeg, als uitbreiding, zeg maar versterking van de Hollandse staat tegenover Duitsland. Dat was een wens van niet alleen Holland, maar tevens Frankrijk en Groot-Brittannië. Door de ‘statenloosheid’ was België voor alle partijen dus aanvaardbaar. Daarenboven bleek Gent nader bekeken de ideale keuze. Vanuit Gent was Londen makkelijk bereikbaar. Het had een goede verbinding met Oostende, waardoor de Engelse onderhandelaars wekelijks verslag konden uitbrengen bij de Britse koning en regering. Dat was ook de afspraak. De Britten hadden geen beslissingsmacht. Elk onderdeel moest in Londen worden gewikt, gewogen en goedgekeurd. Pas dan mocht de delegatie verder praten.
Dat was niet het geval met de Amerikaanse afgevaardigden. Wilde men overleg dan moest men naar Washington. Een reis heen en weer, en de tijd van praten, zou op z’n minst een maand duren. Iedereen die iets van media, politiek, militarisme en economie afweet, weet dat wachten gevaarlijk is. Wachten betekent stilte en stilte stilstand, met de kans op een onherstelbare breuk. Het meest voor de hand liggend voorbeeld staat in in de roman Lijmen van Willem Elsschot, waarin de oplichter Karel Boorman tegen zijn secretaris Teixeira de Mattos [Frans Laarmans] tijdens zijn grote toespraak in het hoofdstuk ‘Business’ zegt: ‘… stilte is gevaarlijk. Stilte onder ‘t lijmen komt overeen met het adem scheppen door een drenkeling.’ Het is ook niet toevallig dat het beroemdste toneelstuk van de twintigste eeuw Wachtend op Godot is.

Om dus een grote stilte in de onderhandelingen te vermijden had de Amerikaanse president, de tweede van een lange rij, John Adams, gezorgd voor een sterke delegatie. De leider was zijn zoon John Quincy Adams. [Voor zij die het onderste uit de kan lusten: de delegatieleider Adams junior zal in 1825 de zesde president worden.] De andere leden waren James Bayard, lid van het Huis van Afgevaardigden, net als Henry Clay. Tijdens het presidentschap van Adams junior is hij Secretary of State, minister van Buitenlandse Zaken. Het vierde lid was Jonathan Russel, de Amerikaanse ambassadeur in Londen. De vijfde speler was een bankier afkomstig uit Genève, Albert Gallatin. Hij was lid, maar zijn echte opdracht was om een forse lening van Nederland los te krijgen, mocht het vredesoverleg niets opleveren.
Het Britse gezantschap telde drie man en had minder naam en faam. Onnodig volgens de Britse regering, gezien het wekelijks overleg in Londen. Het bestond uit James Lord Gambier, een admiraal van de Royal Navy, een harde dobber, zo hadden de Amerikanen tijdens het embargo vaak ondervonden. Een ander lid van de delegatie was William Adams, een juridisch expert en onderlegd in maritieme zaken. De echte leider was echter Henry Goulbourn, een gewiekst diplomaat en vertrouweling van de Britse minister van Buitenlandse zaken Castlereagh.

VerdragGentPostzegel.jpgAmerikanen versus Britten

Vanaf de eerste dag had de Amerikaanse delegatie de wind mee. Zij arriveerde als eerste in Gent, op 25 juni 1814, en betrok ‘Hôtel des Pays-Bas’ op de Kouter, indertijd het sociaal-maatschappelijk centrum van de stad. John Quincy Adams dacht dat de onderhandelingen hooguit een maand zouden duren. Toen dat tegenviel en de rekening hoog dreigde op te lopen, was het de hoteluitbater zelf die zorgde voor een oplossing. Het Huis Lovendeghem op de hoek van de Veldstraat en de Volderstraat stond leeg. Voor de liefhebbers van details: de straat waar later het eerste gebouw van de Gentse universiteit verrees, dankzij de Nederlandse koning Willem I, dat zich nog steeds in zijn oorspronkelijke staat bevindt, met pal links Boekhandel de Slegte. Volgens de Gentenaars spookte het in Huis Lovendeghem, maar na heel wat over en weer gepraat werd er toch voldoende ‘ongelovig personeel’ gevonden. Na een flinke schoonmaak nam de Amerikaanse delegatie op 31 juli zijn intrek in het spookhuis.
Het gedoe rond de huisvesting draaide voor de Amerikanen goed uit. Ze socialiseerden, werden door de Gentenaars in de armen gesloten, en de inburgering maakte dat ze deelnamen aan het culturele leven. Het gezelschap verscheen bij de soirees van de notabelen, liet zich zien op de zondagse promenades, bezocht de theaters en de uitgaansbuurt van de middenklasse. Tussendoor verschenen ze zelfs op café, speelden kaart en maakten gewoon plezier. Het maakte dat ze door die verbroedering zeer ontspannen was. Dit in tegenstelling tot de Britse delegatie.
De Britten lieten op zich wachten, in de hoop dat in Wenen, waar het Congres plaatsvond dat de kaart van Europa hertekende, de positie van Groot-Brittannië versterkt zou worden, wat hun onderhandelingspositie gunstig zou beïnvloeden.
Het op de rem staan van de Britten beviel de Gentenaars allerminst. Gent heeft van bij zijn ontstaan een no-nonsens-mentaliteit en een sterk relativeringsvermogen. Hautain gedoe bezorgt de bewoners zure verbale oprispingen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Engelsen op afstand werden gehouden. Daarbij komt dat ze zelf voor een koude sfeer zorgden. Eenmaal de onderhandelingstafel verlaten, trokken ze zich terug in hun residentie, aanvankelijk ‘Hôtel du Lion d’Or’, later, op 15 augustus, in het voormalige woonhuis van Lieven Bauwens op Meerham, nu Fratersplein. De vrijdagmiddag vertrokken de Engelsen al naar Londen, om te gaan uithuilen, verslag doen aan de Engelse vorst, de legendarische King George III, wereldberoemd door de film The madness of King George. Door zijn geestelijke stoornissen werd zijn zoon regent. Hij hield meer van spel, drank en vrouwen dan van politiek en diplomatie, wat nadelig werkte op het gemoed van de Engelse onderhandelaars. Hun houding was tevens koel en afstandelijk. De vrije tijd brachten ze door in hun residentie die uitkeek op een weidse groene ruimte. Ze waanden zich daardoor op het uitgestrekte landgoed van een hoog adellijk persoon. En deftig waren ze in extreme mate. Ze liepen voortdurend in gala-uniformen rond, een parade die bij de Gentenaars in het verkeerde keelgat schoot. De Amerikanen hadden ook galakostuums, maar ze trokken ze slechts eenmaal aan: bij het afscheidsbanket in het stadhuis na het tekenen van de vrede.
Er was maar één plaats waar de Britse delegatie zich haar vrije tijd liet zien. Het Hôtel d’Hane de Steenhuyse in de Veldstraat. De uitzonderlijk prachtige interieurs maken nog steeds indruk op de bezoeker. Een van de mooiste parketvloeren van de wereld siert de grote balzaal, de ’salle à Italienne’. Samen met de Amerikanen waren de Britten er gast bij de bewoner, de intendant van het Scheldedepartement, graaf Jean-Bapitiste d’Hane de Steenhuyse. Aanvankelijk ging het er stijf aan toe. Eenmaal aan elkaar gewend buiten de werkuren werd de sfeer gemoedelijker; wat vooral voor de Amerikanen gold. De Britten hielden, noblesse oblige, wat meer afstand.
Het hotel was al beroemd vóór deze historische gebeurtenis. Napoleons minister van Buitenlandse Zaken verbleef er, net als Jérôme Bonaparte, broer van en destijds koning van Westfalen. In 1814, net voor het Amerikaanse gezelschap arriveerde, was tsaar Alexander I er te gast, en kort na het afsluiten van Vrede van Gent de prins van Oranje, de latere Nederlandse koning Willem II. De beroemdste gast was de laatste koning van Frankrijk. Louis XVIII regeerde van 1814 tot zijn dood in 1824, met een kleine onderbreking. Toen Napoleon in 1815 uit zijn ballingsoord in Elba ontsnapte en weer naar Parijs optrok, vertrok de koning spoorslags noordwaarts en belandde in Gent, waar hij zijn intrek nam in het beroemde Hôtel. Daar zou hij 100 dagen blijven, tot Napoleon in Waterloo verslagen was en Louis opgelucht weer zijn troon in Parijs kon bezetten. Dat ging nogal moeilijk, maar niet om politieke redenen. Hij was door zijn vraatzucht zo dik dat er nauwelijks een stoel te vinden was waar hij kon op plaatsnemen, zonder gevaar dat het meubel het begaf. Door zijn omvang transpireerde hij flink. Zelfs de tocht naar de plaats die mijn moeder omschreef als ou même le roi va à pied, zorgde ervoor dat het zweet uit al zijn poriën stroomde. De Gentenaars, die hem terwijl hij dineerde mochten bezoeken – mits betaling, want hij zat financieel krap bij kas – hadden een treffende bijnaam in hun diabolisch dialect voor de volvette vorst; een combinatie van zijn lichamelijke last en de zoveelste met die voornaam: Louis Dieswiet! [Louis die zweet].
Het is jammer dat de ‘hotels’ niet meer te bezoeken zijn. En moest dat zo zijn valt er niet veel te zien van de vroegere grandeur. Ze zijn verbouwd. De onderkant van de voorgevels moest plaatsmaken voor de etalage van winkelketens. De bovenverdiepingen dienen enkel nog als stapelplaats. Enkel Hôtel d’Hane Steenhuyse ontsnapte aan de commerciële beeldenstorm. De laatste tien jaar werd het grondig opgeknapt en valt het opnieuw in zijn oorspronkelijk staat te bewonderen, al moet je over een goed netwerk beschikken voor een bezoek.

Het vredesdocument

De hele onderhandelingsperiode vergaderden de diplomaten om beurten in de Britse en de Amerikaanse residentie, tot uiteindelijk op 24 december 1814 de vrede werd getekend in de residentiële ‘burcht’ van de Britten. Dankzij het dagboek van John Quincy Adams weten we precies - alsof we erbij waren - hoe de onderhandelingen eindigden: ‘Copies were signed and sealed by the three British and the five American plenipotentiaries. Lord Gambier delivered to me three British copies and I delivered to him the three Americans copies of the Treaty, which the said he hoped well to be permanent; and I told him I hope it would be the last Treaty of Peace between Great-Britain and the United States. We left them at half past six o’clock.’

Met het ondertekenen van het akkoord waren de gevechten helaas nog niet voorbij. Door de trage communicatie sloop er een haar in de boter. In januari 1815 werd er nog slag geleverd bij New Orleans. De Engelsen kregen een pandoering van jewelste. Ook op zee werd nog gevochten. De regent weigerde om die reden het vredesverdrag te ratificeren, maar de Britse regering vond het welletjes. Op 16 februari 1815 keurde de Senaat van de Verenigde Staten het verdrag unaniem goed. Op 17 februari werden de ratificatiedocumenten in Washington uitgewisseld tussen president James Madison en een Britse diplomaat en een dag later op 18 februari werd het verdrag geproclameerd.

Traiteautographe.jpgHet vredesdocument is bijzonder beknopt. Het telt tien artikels, samen goed voor een paar pagina’s. Het deel dat ruimte bood voor ondertekening en ratificering nam meer ruimte in beslag dan de wederzijdse afspraken. De belangrijkste clausule bestaat uit de belofte dat beide landen ermee ophouden mekaar te bekampen. Aan een inleiding, de oorzaak van het conflict, werd geen woord gewijd en het gevolg werd beknopt vermeld in de andere artikels. Het meest gedetailleerde is artikel 9. De Verenigde Staten verbinden zich ertoe de vijandelijkheden tegen de indianen te staken en hun het verloren grondgebied terug te geven, een afspraak die ze niet nakwamen. In artikel 10 beloofden de twee partijen zich in te zetten voor de afschaffing van de slavernij, een belofte die door de Amerikanen noch door de Engelsen nageleefd werd. Ondanks die vage papieren overeenkomst, waar niet uit opgemaakt kon worden wie de winnaar en de verliezer was, werd de vrede een feit. Het meest tevreden was Canada, dat Brits bleef, en opgelucht adem haalde. De angst voor de bezetting van het land door de Amerikanen deinde weg, al bleef het in het achterhoofd van elke Canadees, generatie op generatie, aanwezig. In een bevraging van de bevolking in februari 2012 naar het belangrijkste feit in het bestaan van het land, eindigde de Vrede van Gent op de tweede plaats.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat Canada prominent present zal zijn op de feestelijkheden.

TreatyLoogo.jpgDe herdenking moest, en dit voor de detaillisten onder de lezers, honderd jaar geleden al doorgaan. De voorbereidende werkzaamheden waren zo goed als rond. Helaas, het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in augustus 1914 gooide roet in het eten. Maar deze maal is het menens.
Naast de gebruikelijke academische zittingen zijn er tientallen volksfeesten gepland. Kroon op de feesttaart is een remake van de roos. Hij zal heel toepasselijk The Treaty of Ghent heten. Hij is gekweekt in opdracht van de Gentse Floraliën, een vijfjaarlijkse bloemenexpo. Het bestuur van de Société d’Agriculture et de Botanique de Gand, zoals de Floraliën bij zijn ontstaan in 1808 heette, onderhield goede contacten met de Amerikaanse delegatie. Na het afsluiten van het verdrag werden de Amerikanen een speciaal voor de gelegenheid gekweekte roos aangeboden. Met de jaren is de variant helaas verloren gegaan. Maar de warme relatie van toen is niet vergeten. Achter de schermen wordt flink aan de touwtjes getrokken. Met de steun van de Amerikaanse ambassadeur in Brussel wordt onderhandeld om in het najaar de opnieuw gekweekte variant in de tuin van het Witte Huis te mogen planten. Er worden alvast kaarsen gebrand dat dit geschiedt door Michele Obama. Waarna het inrichtend comité hoopt in de Oval Room ontvangen te worden. Voor een statiefoto met de president en de burgemeester van Gent. Hij zal voorzeker uitvergroot worden en een plaats krijgen in het STAM, het Stadsmuseum als wegwijzer naar de culturele juwelen van Gent en een platform voor een actief erfgoedbeleid.

Guido LAUWAERT

joris_de_zutter.jpgJoris De Zutter

(Bron: Treaty of Ghent / 1814 – 2014 – Joris De Zutter – een uitgave van de Stad Gent – Departement Cultuur en Sport)

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche