Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
26 mai 2014 1 26 /05 /mai /2014 20:00

 

MaartenSeghers.jpg

Elke vogel zingt zoals hij gebekt is. Maarten Seghers heeft een grote bek en zingt zijn lied met de kracht van duizend mussen. Hoewel hij een bord voor zijn kop heeft. Hoe zich ervan te ontdoen? Een voorbeeld te stellen. Dat is de essentie van de nieuwe productie van Needcompany, What do you mean What do you mean And other pleasantries.

 

Iedereen loopt rond met een bord voor z’n kop. Daar zorgt de gemeenschap met z’n gemene impulsen voor. Niemand ontsnapt er aan. Elke mens moet zich van zijn bord ontdoen met zijn verstand maar evenzo met zijn instinct. Maarten Seghers toont aan hoe dat hem is gelukt. En geeft meteen tips hoe iedereen daartoe in staat is. Door de negatieve impulsen een loer te draaien. Ze uit te buiten. Om te buigen. Het is het recht, ja zelfs de plicht van elke mens zichzelf te verlossen uit het Sisyphusbestaan. Alles kan als je maar wilt.

 

Of je slim dan wel dom bent, daar komt het niet op aan. Maak dat je leven je eigen leven is. Er is wel een flinke dosis moed voor nodig. Maar wie koppig doorzet lukt het. Met weinig middelen toont hij dat aan. Hij verlost zich langzaam maar zeker van dat bord, maar sleurt het nog mee, tussen zijn benen, tot hij na de geestelijke bevrijding ook de lichamelijke bereikt. Eindelijk kan hij zich vrij bewegen in de maatschappij. Eenmaal zover kan hij zijn habitat bespelen. Zeggen: Het geluk krijg je niet, je moet het zelf zoeken.

 

Dat doet Maarten Seghers door dat wordingsproces in een klankspel om te zetten. De wereld is nu eenmaal een muziekspektakel. Zelfs stilte is muziek. Zes balken als grondvlak, als klankkasten, gebruikt hij om het concert in beelden om te zetten. Kabels glijden uit een balk als hij er begint aan te sleuren. Net darmen die uit een buik vallen die opengesneden wordt. Hij raapt ze samen en dropt ze op de rechtopstaande balk. Hé, een bos wilde haren! De performer geeft hem gevoelens door hem van het praten naar het zingen te brengen. Zoals zwarten doen. Niet vanuit de notenbalk maar de buik.

 

Andere balken moeten er ook aan geloven. Stuk voor stuk komen ze tot leven, zonder hun eigenheid te verliezen. Zijn ze in staat om een evenwicht te zoeken, een verstandhouding op te bouwen, de bouwstenen bij elkaar te zoeken waaruit de liefde bestaat. Tijdens dat bouwproces richt de performer zich tot het publiek. Wat zij kunnen, de balken, symbool van de verstarde mensen, moet u ook lukken. En als het u al gelukt is, dan is mijn act een bevestiging dat u als toeschouwer goed bezig bent, gelijk hebt, moet volhouden, doorzetten, elke dag opnieuw. Gooi weg die gedachte dat de rots die van de berg rolt en weer naar boven moet gedragen worden geen last is, maar zie die klus als een lust.

 

Maarten Seghers, zegt het, nu eens poeslief, dan weer met overslaande stem:

I feel you. I feel it. I feel feelings. Feel it with me. C’mon! Feel it! I want to make you feel something. Can you feel it.
Weliswaar is zijn loflied in het Engels, maar door een veelheid aan monosyllaben wereldwijd verstaanbaar. Gesteund door zijn mimiek, zijn lichaamstaal. Zijn power en showen. Een totaliteit van een bloedrood hart in een zeegroene ziel.

 

Gaandeweg kwam een lied uit mijn jeugd opzetten. Over een gek vol droefheid, omdat zijn gekte als waanzin wordt beschouwd. Maarten Seghers slaagt er met bravoure in om de tranen van de clown te ontzouten. ‘The fool on the hill’ ziet de zon ‘day after day’ niet langer ondergaan. ‘The man of a thousand voices’ heeft de juiste toon gevonden. ‘Oh, round, round, round, round, round, / oh… ‘
De productie ging in première op het festival FIDENA in Bochum, maar begint volgend seizoen aan een ‘Magical Mystery Tour’ die ook langs België passeert, en onder meer halt houdt in Kaaistudio’s Brussel. Mis dit feest van gevoelens niet. Een indringende, hartverwarmende voorstelling.

Guido LAUWAERT

 

 

WHAT DO YOU MEAN WHAT DO YOU MEAN AND OTHER PLEASANTRIES – Maarten Seghers –productie Needcompany – www.needcompany.org

Partager cet article
Repost0
26 mai 2014 1 26 /05 /mai /2014 06:47

 

ineke-van-den-bergen.gif

Naar Amsterdam gaan om afscheid te nemen van Ineke van den Bergen of naar Kemzeke om Mark Verstockt te gedenken zat er echt niet in. De nagedachtenis aan twee mensen die veel voor mij betekend hebben, spookte al enkele dagen in mijn meditaties en vrijdag moest ik even voor onderzoek naar de kliniek, wat sowieso minder aangename spanningen met zich meebrengt. Een uitslaapsessie was aangewezen.

Ineke werd zaterdag om 13.45 uur in De Nieuwe Ooster te Amsterdam gecremeerd. Haar kist was bedolven onder rode rozen (naar het lied van Hildegard Knef Für mich soll's rote Rosen regnen). Mieke De Loof, Peter Nicolaï, Roel Bentz van den Berg, Wim Kayzer en Edzard Mik brachten haar hulde. Bij de aanwezigen: Elvin Post, Jacques Post, Patricia van Mierlo en Jürgen Joosten (hij vertegenwoordigde de jury van De Diamanten Kogel).

Ineke zal niet vergeten worden. Haar vriend Bart Jan Kraal verzamelt de teksten die in de eerstkomende aflevering van de CDR-Mededelingen gebundeld worden.

*

De jury van de Gouden Strop heeft haar taak volbracht. De winnaar is nu al bepaald en zijn of haar naam zal op 29 mei worden bekendgemaakt. Juryvoorzitter Jaap Jongbloed wist alvast te vertellen dat de jury “bijna unaniem” was. Bij de samenstelling van de shortlist was de jury het algauw eens over drie titels, maar “er was wel wat discussie over de twee andere genomineerde boeken”. De jury lette volgens haar voorzitter op een degelijke verhaalopbouw en of personages genoeg waren uitgediept. (Meer op de onvolprezen Spanningsblog.)

29 mei wordt ook de laureaat van de Schaduwprijs bekendgemaakt. Ik ben niet de enige om te tippen op Donald Nolet.

HFJ

Zie ook de blogs van 13 en 24 mei

http://mededelingen.over-blog.com/article-patrick-conrad-op-alle-fronten-123618418.html

http://mededelingen.over-blog.com/article-dagboek-gouden-strop-meervoud-das-magazin-fonds-voor-de-letteren-123714280.html

Partager cet article
Repost0
24 mai 2014 6 24 /05 /mai /2014 07:08

 

Donderdag 29 mei wordt de Gouden Strop uitgereikt. Kanshebbers: Patrick Conrad, Corine Hartman, Donald Nolet, Tomas Ross en Esther Verhoef.

Volgens de NRC zou het moeten gaan tussen Conrad (Tango assassino) en Verhoef (De kraamhulp), die allebei bedacht werden met drie sterren. Nolet en Ross krijgen er twee en Corine Hartman ééntje.


ConradTangoVerhoefKRAAMHULP.jpg

*

Hendrik Carette verdween al geruime tijd uit de lijst van de medewerkers aan Meervoud. Toch duikt hij sinds kort opnieuw af en toe op. Naast de tweede aflevering van zijn (inderdaad soms) “bedenkelijke bedenkingen” fulmineert hij in nr. 197 tegen “de laffe hypocrisie van de regimekrant De Standaard”, een “zelfverklaarde pseudolinkse kwaliteitskrant”...

*

Het Nederlandse literaire tijdschrift Das Magazin heeft tien jonge schrijvers uitgeroepen tot de literaire gezichten van morgen. Daarbij werd een strenge leeftijdsgrens gehanteerd: geboren na 1 januari 1980. De Morgen van gisteren wijdde daar alvast twee volle pagina's aan. Vandaag verschijnt het dubbelinterview met de twee uitverkoren Vlamingen: Christophe van Gerrewey (°1982) en Yannick Dangre (°1988). Lees ik straks. Ben benieuwd.

Ondertussen even nakijken hoe jongere auteurs beoordeeld worden door het Vlaams Fonds voor de Letteren. (“Pour les besoins de la cause” hanteer ik even dezelfde leeftijdsgrens als Das Magazin.)

In 2014 kregen twee schrijvers een werkbeurs voor poëzie: Lies van Gasse (°1983, drie eenheden) en Maarten Inghels (°1988, 2 eenheden). In de categorie “meerdere genres”, in dit geval poëzie en proza, werd Yannick Dangre (°1988) bedacht met 3 eenheden.

Eén eenheid is goed voor 2.500 € netto.

*

Hoe zit het eigenlijk met de uitverkorenen van het VFL? Koploper voor poëzie is Leonard Nolens (°1947), goed voor acht eenheden, gevolgd door Paul Bogaert (°1968), zes eenheden.

Aanvoerders van het peloton prozaschrijvers: David Nolens (°1973) en Yves Petry (°1967), allebei goed voor 6 eenheden.

Voor 2014 dienden 152 auteurs een aanvraag voor een werkbeurs in; 116 ontvingen een beurs, dat is drie op vier.

*

Het VFL voert transparantie hoog in het vaandel. Om een correcte visie te hebben op de soms chaotische criteria die door het Fonds gehanteerd worden, lijkt het mij zonder meer aangewezen ook de lijst openbaar te maken van de auteurs die nul op het rekest krijgen. (Ik zal het daar nog over hebben, en grondig, be sure.)

Henri-Floris JESPERS

Partager cet article
Repost0
23 mai 2014 5 23 /05 /mai /2014 05:55

 

Meervoud.jpg

Meervoud, “links-nationaal maandblad” is een bijzonder lezenswaardig buitenbeentje. Met het oog op de verkiezingen publiceert het een “Dossier Wallonië”, waarbij impliciet afgerekend wordt met een aantal dominante, versleten Vlaamse gemeenplaatsen.

In een verhelderend interview met Bernard Daelemans brengt Rik van Cauwelaert een aantal harde waarheden in herinnering:

Het is stuitend dat een Albert Frère mensen lessen gaat geven in burgerzin. Maar wie heeft Wallonië leeggeroofd en is naar Frankrijk getrokken? Of een Steve Davignon. Het is afschuwelijk wat die lui in Wallonië hebben aangericht, een heel industrieel patrimonium hebben laten kapot gaan. De fortuinen die ze hebben opgebouwd zijn onmetelijk. Het is de Generale die alles leeggeplunderd heeft en Wallonië heeft laten vallen nadat de subsidies waren opgedroogd.

Het cliché van de tegenstelling “Vlaanderen-Franstaligen” werd de jongste weken uitentreuren gehanteerd in de communicatie van de Vlaamse politieke partijen. Van Cauwelaert wijst er terecht op dat de Waals-Brusselse solidariteit vooral niet overschat moet worden.

Er is met veel poeha een “fédération Wallonie-Bruxelles” opgericht. Maar men kan zich afvragen of dat wel een echt politiek draagvlak heeft. (…) Wallonië is op een spectaculaire manier het slachtoffer geweest van het Brussels-Belgisch kapitalisme.

Nu horen we het eens van een aandachtige en onafhankelijke waarnemer die zeker niet verdacht kan worden van overdreven anti-kapitalistische sympathieën...

In de naderende verkiezingen gaat het helemaal niet over Vlaamse zelfstandigheid (wat dit ook mogen betekenen), wel over verregaande sociale en economische verrechtsing of niet.

Zoveel is duidelijk.

Henri-Floris JESPERS

Partager cet article
Repost0
22 mai 2014 4 22 /05 /mai /2014 02:58

 

Ineke-vd-berg----mieke-de-loof-en-rene-broens-copie-1.jpgKloksgewijs: Mieke De Loof,  Ineke van den Bergen en René Broens in het Antwerpse Stadhuis, 2010

 

Zaterdag 24 mei  wordt afscheid genomen van Ineke van den Bergen (Den Haag, 29 september 1943-Amsterdam, 16 mei 2014).

De crematie vindt plaats om 13u45 in crematorium De Nieuwe Ooster, Kruislaan 126 te Amsterdam.

*

Zie ons bericht van 16 mei : http://mededelingen.over-blog.com/article-exit-ineke-van-den-bergen-123643420.html

*

Onder de treffende titel 'Critica van de nachtkant' publiceerde Erik van den Berg op 20 mei een passend in memoriam in de Volkskrant:

Volkskrant-recensente Ineke van den Bergen was een liefhebber van de donkere kant van het bestaan.
‘Ontroerende momenten, waarin uiteindelijk de dood verrassend van gezicht wisselt.' Zo eindigde Ineke van den Bergen haar laatste boekbespreking, Verloren van Claire McGowan, in de krantvan 28 september 2013. De thrillerrecensente van de Volkskrant voelde zich nog allerminst uitgeschreven, maar nu er voor de derde keer kanker bij haar was geconstateerd en er ditmaal geen herkansing mogelijk bleek, kon ze niet meer verder. Vrijdagochtend overleed ze thuis, na een lang ziekbed. Ze werd 70 jaar.
Met haar zorgvuldig gecomponeerde beschouwingen en interviews (ook in het Vlaamse weekblad
Knack) was Ineke van den Bergen een gids voor lezers die verder kijken dan het succes van de vlotte 'vrouwenthriller' – een term waarvan ze gruwde. Ook als jurylid voor de Gouden Strop en de Diamanten Kogel, prijzen voor het beste misdaadboek, schonk ze liever aandacht aan getalenteerde buitenstaanders en nieuwkomers dan aan stilistisch twijfelachtige kaskrakers. Als het moest was ze duidelijk in haar oordeel. Saskia Noorts bestseller Koorts achtte ze in 2011 één ster waard. Stieg Larsson kreeg er vijf: 'Vier voor zijn waardevolle nalatenschap, de Millennium-trilogie, en één om te schitteren aan de hemel.'
Rauwe, gewelddadige verhalen uit de nachtzijde van het bestaan boeiden haar meer dan klassieke puzzeldetectives. Ze bewonderde 'harde' auteurs als Mo Hayder, Karin Slaughter en James Ellroy en citeerde met instemming de Amerikaanse arts en thrillerschrijfster Tess Gerritsen: 'Ik weet dat mensen verschrikkelijke dingen doen. En ik accepteer het feit dat we nog dieren zijn. Beren, leeuwen. Een deel van ons brein is roofdierachtig.'

 Ineke van den Bergen begon haar carrière eind jaren zestig als radiomaakster bij de VPRO. Ze leverde bijdragen aan programma's als VPRO Vrijdag en het vrouwenmagazine Permanent Wave en maakte reportages over haar favoriete steden Berlijn en New York, die ze ook portretteerde in haar door nachtbrakers en bohémiens bevolkte boeken
Lili Marleen in New York (1989) en Een passie voor Berlijn (1994).
Ze schreef met zwarte humor over haar kanker ('Helaasteringfuck'), blikte in
DeGids terug op haar onaangepaste jeugdjaren in Den Haag, en schreef in 2007 over de opkomende generatie 'jongbejaarden' in de Volkskrant: 'Als ik één schrikbeeld heb, is dat: in de herfst van mijn leven de tuin winterklaar maken. Ik ben met het stijgen der jaren niet milder, rustiger, zelfs nauwelijks wijzer geworden. En kanker heeft het vuurtje van onrust, ondernemingslust en relativeringsvermogen dat altijd al hevig smeulde, nog eens aangewakkerd.'
Ineke van den Bergen had een rock 'n' roll-hart. De afgelopen zomer zond ze haar vrienden, zoals elk jaar, een door haar zelf gebrande compilatie-cd met haar favoriete zomermuziek. Ze sloot af met een oude hit van Guy Lombardo: Enjoy Yourself (its later than you think).


*

Bij het vernemen van het overlijden van Ineke stelde Jos van Cann, jurylid van De Diamanten Kogel, laconiek vast: 'Een onopvulbaar gemis als deskundig collega, maar vooral als mens.' De jury deelt zijn mening unaniem en zal dus vertegenwoordigd zijn op haar vaarwel

As juryvoorzitter heb ik daar (voorlopig) geen woord aan toe te voegen. Ik ben helaas niet mobiel meer en zal dus noodgedwongen afwezig zijn, maar ik zal dan, jawel, ingetogen en innig, nogmaals in haar stimulerende bijzijn vertoeven...

Alleen maar nog dit: o.m. haar vriendin Mieke De Loof (laureate van de De Diamanten Kogel 2010) zal bij het afscheid in Amsterdam het woord voeren.

Henri-Floris JESPERS

Rouwadres: Krugerplein 10 D, 1091, KX Amsterdam

bj.kraal@ziffo.nl

Partager cet article
Repost0
21 mai 2014 3 21 /05 /mai /2014 23:25

 

Bert Bevers voorlezend in Kasteel Steytelinkck in Wilrijk,

Eind vorig jaar verscheen bij poëzie-uitgeverij WEL de bundel Eigen  terrein. Het is een keuze uit de gedichten, die Bert Bevers schreef tussen 1998 en 2013, samengesteld door Albert Hagenaars en de dichter zelf. Samen met de eerder bij WEL verschenen bundel Afglans – gedichten 1972 - 1997, eveneens samengesteld door Hagenaars en Bevers zelf, beschikken we zo over een bijzonder consistent overzicht van 30 jaar dichterschap van een dichter, die eigengereid, meticuleus werkend met het gereedschap taal en ver van de waan van de dag zijn weg is gegaan en zo een oeuvre heeft opgebouwd dat een plaats verdient in de rij van onze grote Nederlandstalige dichters van na de tweede wereldoorlog. Weinigen van deze generatie dichters heeft zo een gestaag groeiende beheersing van het medium taal gecombineerd met een voortschrijdend inzicht in stijl, vorm en inhoud van zijn gedichten. Wanneer men chronologisch de twee bundels leest merk je dan ook dat hier iets merkwaardigs aan de hand is. Vanaf zijn eerste gedichten uit 1972 presenteert Bevers zich als een volwassen dichter: geen puberale of sentimentele ontboezemingen van een jonge debutant maar meteen voldragen, weloverwogen verzen, die reeds de toon zetten voor wat 40 jaar lang nog zal komen. Het eerste gedicht uit die cyclus is duidelijk: en nu / - nu de laatste nachttrein / de stilte van dit land verscheurt - / bepaal ik in alle rust mijn grenzen. Daar reeds bakent de dichter zijn ‘eigen terrein’, weg van het modieuze, het haastige, het vluchtige maar zoekend naar het blijvende, naar wat achter de waarneming ligt en wat verborgen blijft voor onze ogen. Ogenschijnlijk en bij een vluchtige lezing merk je weinig verandering in schrijfstijl en thematiek, alsof veertig jaar poëzie is geschreven in één lange geut, alsof het schrijven nooit is opgehouden. Maar toch, gaandeweg met de jaren - en dat wordt duidelijk in de tweede verzamelbundel Eigen terrein – evolueert Bevers’ taal van concreet naar meer abstract, maar wordt tezelfdertijd meerlagiger en meerduidiger, verwijzend en peilend naar de diepere betekenissen dan wat het woord zelf meent te moeten betekenen. Daardoor wordt zijn poëzie als het ware terughoudender en bedachtzamer, maar peilt ze trefzeker naar de essentie der dingen. Zo balanceert de dichter tussen begrijpen en ontroeren, tussen wat er zou moeten zijn maar niet kan gevonden worden, tussen wat er geschreven staat en wat daarachter kan vermoed worden. De poëzie van Bevers ontsluiert zo wat het woord verbergt en ontregelt zo het perspectief van de lezer en dwingt hem/haar tot zelfreflectie. In de bijgevoegde aantekeningen bij de cyclus Lambertus (naamgenoot!) van Sint-Omaars beschrijft de wereld verwijst de dichter naar de zogenaamde Malbergse glossen, zoals ze voorkomen in de Lex Salica uit de zesde eeuw: losse woorden zonder direct grammaticaal of syntactisch verband. In diezelfde aantekening wordt ook melding gemaakt van de Wachtendonkse psalmen, rond 950 vertaald uit het Latijn, waarbij de vertaler de woordvolgorde zoals ze in de Latijnse tekst voorkomen heeft behouden, zodat, zegt Bevers, hieruit nauwelijks conclusies kunnen worden getrokken over de gewone zinsbouw van het Oudnederlands. Deze opmerking is intrigerend: waarom vermeldt de dichter dit zo uitdrukkelijk? Mij lijkt het dat hij hiermee impliciet een stille verwijzing geeft naar zijn eigen in de loop der jaren ontwikkelde fascinatie voor taal als een structurerend medium voor de waarneming en hoe die structurerende eigenschap en de wijze waarop je ze aanwendt mede die waarneming betekenis kunnen geven. Verwijzend naar de profetische uitspraak van McLuhan in zijn onvolprezen boek uit 1967 Understanding Media: The medium is the Message gaat het er niet alleen om wat je schrijft maar ook hoe je dat schrijft. De dichter Bert Bevers is zich hier zeer van bewust. Lambertus van Sint Omaars beschrijft de wereld is in dat verband onbetwistbaar een sleutelbundel in het oeuvre van Bevers. De waarneming is precies en puntig, gegoten in een compacte taal. Alle ballast is overboord gegooid, de woorden staan waar ze staan, hoekig en geslepen tezelfdertijd, syntax lijkt overbodig maar smeedt het geheel tot vers: Kreken slikken buitentijds schor, onaantastbaar / in hun verre, verre eeuw. Water hapert / tegen de zachte dwang van schuivend zand, weerbots / van gebroken beloftes. De dag begint te kraken. Dit lijkt wel de Beverse variant van de Malbergse glossen. De dichter schuwt daarbij het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden niet. Het is in poëzie meestal een moeilijke evenwichtsoefening, die niet zelden bij vooral debuterende dichters alle spankracht uit de verzen weghaalt. Niet zo bij Bevers. Hij gebruikt ze beheerst, doelbewust en verhelderend, ze verhogen als het ware het ritme, zoals de epitheta in de Ilias : Van lege paarden los zijn stroeve landlieden. / Ze hebben handen vol vreugde maar herkennen / die niet. Of hij smeedt nieuwe woorden zoals ziltgeur (pagina 23), strooptrage winter (pagina 57) en engelenvrees (pagina127). In genoemde bundel ontwikkelt de dichter ook verder zijn typische zevenregelige en tweestrofige gedichtenstructuur, waarbij de eerste vijf regels beschrijvend zijn om dan in de laatste twee regels die ontregelende bocht te nemen, waarbij je als lezer als het ware aan een trapeze hangt en zoekt naar een vangnet. In zijn meer recente bundel Arrondissementen, die integraal in Eigen terrein is opgenomen, breidt Bevers deze structuur uit naar een vrije maar strak volgehouden interpretatie van het sonnet: twee vierregelige strofen gevolgd door twee drieregelige, die het nadenken van de dichter over zijn waarneming die onverwachte wending geven en het geheel optillen naar een reflexief metaniveau. Weinig hedendaagse dichters zijn hiertoe bekwaam en zeker niet de al te vaak over het paard getilde jongere generatie. Voor Bevers lijkt alles een aanleiding tot het schrijven. Elk gedicht wortelt in de waarneming maar groeit in de verbeelding. Zo bijvoorbeeld de mechanische reuzenolifant, die in juli 2006 Antwerpen aandeed (pagina 25), Lee Harvey Oswalds dagboekaantekening van 22 november 1963 (pagina 65), een bezoek aan het atelier van Lucienne Stassaert (pagina 66), bij het poseren voor de schilder Mart Franken (pag. 70), het werk van schilder Bert Timmermans (pagina 74), het bekijken van de film Tideland van Terry Gilliams (pagina 97), maar ook naar buiten turend vanuit zijn raam in zijn woning in Antwerpen (pagina 64), zittend op een terrasje in Parijs (Arrondissementen), of zomaar kijkend (pagina 68). Maar zoals steeds bij Bevers bedriegt schijn maar is niets toeval: Is iets er pas wanneer je voelt dat het er is? Onthou: als / we dat willen kunnen we grenzen overschrijden. Echt. / Ondertussen vangt een regen aan die niet weet waarheen. Voor de dichter maakt de verbeelding mee de realiteit waarin hij leeft en laat die hem toe het vreemde vertrouwd te maken en het vertrouwde vreemd. Daartussen staat de taal, die via de poëzie dat mogelijk moet maken. In het gedicht Rue des frères mineurs (pagina 103) uit de cyclus Zolang het hart zegt dat het kloptwordt dat meesterlijk verwoord: De plattegrond / van de verbeelding raakt nooit voltooid. / Het is een kwestie van ontrafelen. Ver / als de huid van een ander fluistert / verleden. Men blijft immer meester / over zijn stilzwijgen. Het is het woord / dat je ketent. Het is in dit spanningsveld dat de dichter Bevers zijn eigen poëtica heeft ontwikkeld, waarin verleden en toekomst ineen vloeien tot een onlosmakelijk geheel van feiten, wensen en dromen in de zoektocht naar innerlijke vrede met zichzelf en de realiteit van de omringende wereld. UitSint Lambertus van Omaars beschrijft de wereld (pagina 37): Hij weet: men kan de waarheid / niet buigen, of men kraakt haar in de lendenen. Zoals ik naar aanleiding van een bespreking van zijn bundel Arrondissementen schreef is Bert Bevers een dichter pur sang. Deze nieuwe verzamelbundel Eigen terrein geeft daarvan samen met de vorige, Afglans, een indringend beeld. Binnen het hedendaagse Nederlandstalig dichterslandschap heeft Bert Bevers zijn eigen terrein afgebakend en verkend. Zijn gedichten zijn daarvan het relaas en nodigen de lezers uit om op hun beurt dat terrein te verkennen en er hun eigen wegen in te vinden. Niet voor niets kreeg de bundel het citaat mee van die andere grote dichter Alain Germoz, die precies in 2013 overleed: Les meilleurs questions ne demandent aucune réponse.

Richard FOQUÉ

Bert Bevers, Afglans. Gedichten 1972 - 1997, Poezie-uitgeverij WEL, Bergen op Zoom, 1997, ISBN 90 6230 080 4

Bert Bevers, Eigen terrein. Gedichten 1998 - 2013, Poezie-uitgeverij WEL, Bergen op Zoom, 2013, ISBN 90 6230 098 7

Partager cet article
Repost0
20 mai 2014 2 20 /05 /mai /2014 15:41

 

Poeziekrant.jpg

De Poëziekrant in de bus. Eerst de tweede aflevering gelezen van het poëziedagboek van Benno Barnard, 'Het geslepen potlood'. Barnards notities zijn altijd lezenswaard (of je 't met hem eens bent of niet). Hij schuwt de treffende anekdotiek niet:

Een ooggetuige vertelde me dat hij had gezien hoe de rode Bart Vonck weigerde de Vlaamsgezinde Hendrik Carette de hand te drukken. Stel u een zieke voor die allergisch is voor andermans ziekte. Alleen is Carette volkomen onfanatiek: hij ging in zijn eigen uitbundigheid op en merkte niets.

Anneleen De Coux vestigt de aandacht op Nabloei, de jongste bundel van Lucienne Stassaert en Jan Roelans benadert de nuchtere poëzie van Hilde Domin – twee dichteressen naar mijn hart.

'Poëzie is filosofie is poëzie': Guido Lauwaert interviewt Jean Paul Van Bendegem, hoogleraar Logica en Wetenschapsfilosofie (VUB). Tot slot wordt het gedicht 'Calypso' van de beklijvende Weense lyricus Ernst Jandl (1925-2000) afgedrukt.

Socrates sprak en schreef zelf niets op – dat heeft Plato gedaan. Voordracht is misschien wel de zuiverste vorm van poëzie, een kunst die ik heb moeten ontdekken. Het gedicht dat ik gekozen heb, is daar een goed voorbeeld van. Het staat op papier, maar de ritmiek, de beeldvorming en de compositie vormen de retorische kracht.

En nog te lezen, o.m.: Remco Ekkers over Leo Vroman, het interview van Bart Vonck met Antonio Gamoneda, Roel Richelieu van Londersele over Hans Lodeizen... De Poëziekrant wordt almaar boeiender, zoveel staat vast.

*

Eveneens in de bus, Drie zusters in Londen. Uit de familiekroniek. 1914-1918 (Nijmegen, Vantilt, 117 p.), het nieuwe boek van Eric de Kuyper, een schrijver die mij nooit ontgoocheld heeft, en Nu vroeger zoveel groter is dan later (Eindhoven, Dodopers, 159 p.) van de mij onbekende Rosa.

*

Thrillerauteur en novellist Bart Debbaut noteert op FaceBook:

Ik vind de verkiezingscampagne vuil. Vuiler dan ooit. Er wordt voortdurend en door iedereen puur op de man gespeeld. Er wordt met modder gegooid. Er wordt gelogen, er worden woorden verdraaid, er wordt met scherp geschoten. Aan mensen die elkaar voortdurend afbreken en de dieperik inpraten, moeten wij zondag onze stem geven. Politiek heeft me altijd erg geboeid, maar met deze vuile campagne is de liefde een stuk bekoeld.

Hij is de enige niet...

Henri-Floris JESPERS

Partager cet article
Repost0
19 mai 2014 1 19 /05 /mai /2014 18:33

 

MDD231.jpg

 

Redactioneel

 

In 2007 werd Starr  van Patrick Conrad bekroond met De Diamanten Kogel. De prijs werd in Brussel uitgereikt door prof. dr. Jim Madison Davis, Shakespeare-kenner en voorzitter van de IACW (International Association of Crime Writers). Vorig jaar werd Conrad met Tango assassino genomineerd voor De Diamanten Kogel. En nu is hij één van de vijf kanshebbers voor de Gouden Strop. Uitspraak op 29 mei.

Walker, de dertiende thriller van Conrad werd op 13 mei gepresenteerd door John Vervoort in De Zwarte Panter te Antwerpen. Lukas De Vos bespreekt de roman in de rubriek 'Kritisch'. Conrad is kennelijk op alle fronten actief . Hij exposeert nieuw plastisch werk in galerie Jan Dhaese te Gent. Hij licht zelf zijn tentoonstelling toe (“on n'est jamais mieux servi que par soi-même”). Onze correspondent ter plaatse Guido Lauwaert bericht over de vernissage (11 mei).

*

Paul van Ostaijen en Paul Snoek komen aan bod in de rubriek 'Achteruitkijkspiegel'.

De nieuwe druk van Bezette stad werd op 25 april in het Letterenhuis te Antwerpen gepresenteerd. (Zie Mededelingen 229-230, 28 april 2014, p. 16). Nu wordt de integrale tekst van de solide toespraak van uitgever Marc Beerens (Uitgeverij Vantilt) gepubliceerd.

In 1997 werd De zwarte doos van Icarus, de studie van Frans Depeuter over het leven en de poëzie van Paul Snoek, bekroond door de Koninklijke Academie voor Nederlanse Taal- en Letterkunde (juryleden: Christine D'haen, prof. dr. Paul Hadermann en Hubert van Herreweghen). Drie jaar later verscheen het essay in boekvorm (De Koofschep, Hilversum / Antwerpen, 1990, 293 p.). Nu blikt Depeuter grondig terug op 'De liefde(s) van Paul Snoek'.

*

Niet zonder ontreddering verneem ik het plotse overlijden van mijn ouwe kameraad en medeplichtige Mark Verstockt en, een dag later, van mijn collega jurylid van De Diamaten Kogel Ineke van den Bergen, die al geruime tijd haar finaal lot manmoedig en ironisch onderging.

'Ach...zo'n lieve karaktervolle vrouw', aldus Simon De Waal (Diamanten Kogel 2008). 'Mooie ontmoetingen mee gehad, en zeker in Antwerpen tijdens de diners van De Diamanten Kogel altijd veel met haar gelachen. Allen die haar kenden en missen: gecondoleerd'.

Meer in de volgende aflevering.

Henri-Floris JESPERS

 

Inhoud


Necrologisch

Jozef Van Hove

Mark Verstockt

Ineke van den Bergen

Column

Guido LAUWAERT, Politici, nader bekeken

Kritisch

Erick KILA, De waarheid van Guy Commerman

Lukas DE VOS, Hoogzomer

Plastisch

Inge BRAECKMAN, Ysbrant

Patrick CONRAD, A Pantheon

Guido LAUWAERT, Eén impressie in 38 expressies

Galerie Pim De Rudder: Over wind durven dromen

Cinema Trivia

Bert BEVERS, Bij het herbekijken van Amélie

Door de leesbril bekeken

Conrads nieuwe thriller voorgesteld in De Zwarte Panter; Andy Fierens en Jess De Gruyter: Trekker Bruller Ziener; Festival van Vlaanderen; GeelZucht; de Gouden Strop.

Achteruitkijkspiegel

Marc BEERENS, Bezette stad

Frans DEPEUTER, De liefde(s) van Paul Snoek

 

Partager cet article
Repost0
19 mai 2014 1 19 /05 /mai /2014 06:31

Voor de zoveelste keer (wat is en blíjft het toch een charmante rolprent) Le fabuleux destin d’Amélie Poulain van Jean-Pierre Jeunet weer eens bekeken. Aanleiding deze keer was het lezen van de herinneringen van Raymond Queneau (als Privédomein verschenen onder de titel Mijn moeder zong). Queneau is ook de auteur van Zazie dans le métro. Aan de door Louis Malle verfilmde versie van dat boek (met Philippe Noiret in een hoofdrol) is Le fabuleux destin d’Amélie Poulain op sommige punten visueel beslist schatplichtig. In het begin van Jeunets film schrapt een man een naam uit zijn adresboek. In Mijn moeder zong luidt Notitie 1982 van Queneau:“De kleine pleziertjes: in je agenda de naam en het adres doorhalen van iemand die overleden is.” Die scène en het citaat komen toch praeter propter overeen, niet? Jeunet moet Queneau beslist hebben gelezen!

Audrey-1.jpgAudrey-2.jpgEen andere overweging: zou Audrey Tautou (de hartveroverende actrice die Amélie Poulain vertolkt) vernoemd zijn naar Audrey Hepburn? Het is een eerder zeldzame naam, dus ik vermoed dat Tautou’s mama (of papa natuurlijk, dat kan ook) een bewonderaarster van La Hepburn was. Ook Jean-Pierre Jeunet (de regisseur van Audrey Tautou in Le fabuleux destin d'Amélie Poulain en Un long dimance de fiançailles) moet een boontje voor die andere Audrey hebben: de slotscène van Le fabuleux destin d'Amélie Poulain, waarin Audrey 2 achter op de brommer zit bij Mathieu Kassovitz, is voor filmkenners duidelijk een vette knipoog naar de scène uit Roman Holiday waarin Audrey 1 achter op de scooter zit bij Gregory Peck….

Bert BEVERS

Partager cet article
Repost0
18 mai 2014 7 18 /05 /mai /2014 18:42

 

Hoeveel kost een krant? Geen cent! Er staat wel een aankoopprijs op, maar in wezen is een krant gratis. Klopt niet?! Om het met de woorden van de grote lijmer, Karel Boorman, alias Willem Elsschot te zeggen: ‘Zet uw brilletje maar eens op, want het is echt de moeite waard.’

Nemen we als voorbeeld De Morgen [DM]. Het beste exempel en dan zijn we er het snelst van af. Kunnen we onze aandacht weer vestigen op onze geliefde buitenlandse kranten. Ze zijn duur, maar naar redactionele inhoud gerekend spotgoedkoop.
Op zaterdag staat er rechts boven de voorpagina van DM een driehoek. ‘Bij afgifte van deze bon + €5,95 ontvangt u DVD 4 van The Legacy.’ Vijf DVD’s zijn er met telkens 2 afleveringen van de serie. Om de hele serie te bekijken, waarvan de eerste gratis was [een lokkertje] moet je, even vermenigvuldigen op de goeie oude wijze, 23,80 euro betalen, plus 5 kranten, aan 3,50 euro per krant maakt 17,50 euro. Totaalbedrag: 41,30 euro.

Wie een abonnement neemt op DM krijgt er een fiets bij. Dat vehikel kost in een winkel op z’n minst 200 euro. Fiets en serie samengeteld maakt dat 241,30 euro. Maar na de fietsactie en het serieaanbod volgen er nog meer acties. Wie nog maar op de helft van de extra’s ingaat, betaalt algauw 400 euro. Wie evengoed kan rekenen dan uw vaste leverancier van kritieken van gewapend beton, moet tot dezelfde conclusie komen: DM is gratis en toch duur, zelfs al lukt het hem door zijn voortplanting een studentenabonnement te nemen.

Dit soort zaken, dat zogenaamde voordelig aanbod voor de lezer, nemen altijd een loopje met de waarheid en de werkelijkheid. Ze bieden de koper gegarandeerd hoogwaardige producten aan voor weinig geld, maar eenmaal aangekocht blijkt de kwaliteit navenant. Zoals die fietsen; ze gaan hooguit twee jaar mee. Wie handig is kan de mankementen zelf herstellen, maar hij moet toch naar een prullenzaak à la Brico om een nieuw spatbord, fietsbel, lampjes of banden die lek gingen op een asfaltweg zonder putjes, of een ketting die onder het rijden tot zijn niet geringe verbazing brak, terwijl men aan een rustig tempo en al fluitend ’t vrije lied naar de bakker fietste.

Bovendien wint DM een pak geld op die aanbiedingen. De inkoopprijs van een fiets is een schijntje van het bedrag dat de lezer voorgehouden wordt. Tel daarbij de kost van de reclame, zelfs dan nog rest er een brede winstmarge. Hetzelfde geldt voor de DVD’s. In het geval van The Legacy komt de kostprijs + de promoprijs niet boven de drie euro uit. Winst: 2,95 euro per exemplaar.
Samengevat: DM doet dus aan klantenbedrog, maar zo handig ingepakt dat de wet op koppelverkoop omzeild wordt.

Conclusie: De uitgever van DM, De Persgroep, is geen uitgever in de zuivere zin van het woord, maar een Supra Bazar, en in de vrije tijd een koopman in bedrukt papier. Want de redactie is niet meer dan een vlag om de schijn op te houden. De lezer van deze blog weet nu waarom het concern enkele weken geleden voor het zoveelste jaar op rij met een mooi winstcijfer wist te rinkelen. Want die aanbiedingen gelden niet enkel voor DM, maar ook voor Het Laatste Nieuws.

Guido LAUWAERT

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche