Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
28 juillet 2013 7 28 /07 /juillet /2013 01:14

 

LogoPolderMAS.png

Het gebreide logo door de dame des huizes.

Care selve, ombre beate. Vengo in traccia del mio cor, (beminde bossen, gezegende schaduwen, Ik kom op het spoor van mijn hart/liefde) van G. F .Händel is een van mijn lievelingsaria’s. Naar datgene wat in die gezegende schaduw verblijft, ver weg van het momentane, en zijn onmiddellijk geheugenverlies ben ik op zoek, het scherpt mijn interesse, warmt mijn hart.

Het PolderMAS, gelegen aan de Oudendoeldijk 13 in Ouden Doel is een rariteitenkabinet met het vergrootglas op de geschiedenis van de polders langs de Beneden Schelde. “PolderMas” is een geuzennaam met een knipoog naar het Poldermuseum in Lillo-Fort en het pompeuze MAS in Antwerpen. De collectie bestaat uit een verzameling archeologica, gevonden langs de Scheldeoevers bij laag water, een verzameling fossielen en een uitgebreide verzameling kleipijpen. Verder zijn er etsen, oude kaarten, schilderijen en foto's.

DELFTS.JPG

Delfts en Antwerps blauw

Een klein deel van De schat van Het Vliegend Hert, een schip van de VOC (Verenigde Oostindische compagnie) dat in 1735 verging, wordt er geëxposeerd.

MuntenVOC.JPG

De zilveren munten van Het Vliegend Hert

Naast het geld die de VOC nodig had voor haar handel in Azië werd er eveneens geld van particulieren vervoerd, zeg maar gesmokkeld door hun dienaren waaraan een aardige ducaton werd verdiend.

Rijder.jpg

Een zilveren Rijder.

Een voorbeeld is de zilveren rijder. Op de voorzijde: een geharnaste ruiter met het provinciewapen en opschrift MO[NETA] NO[VA] ARG[ENTEA] CONFOE[DERATARUM] BELG[ICARUM] PRO[VINCIARUM] ('nieuwe zilveren munt van de Verenigde Nederlandse gewesten'), gevolgd door de provincienaam: TRANSI[SVLANIA] ('Overijssel'). De keerzijde is gekroond met het wapen van de Staten-Generaal, gehouden door twee leeuwen en eronder het jaartal ('1733'), in het omschrift het devies: CONCORDIA RES PARVAE CRESCVNT (letterlijk: eendracht doet kleine dingen bloeien of eendracht maakt macht). Voor de goede orde: begin hier nu niet het eerste kinderadempje van dit land te ruiken. Deze Romeinse wapenspreuk werd reeds door de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden gebruikt.

Vergauwen.JPG

Archeoloog Benjamin Vergauwen (9 februari 1980) en zijn goedlachse Katrien, (12 maart 1980) die klassieke filologie studeerde, zijn de bevlogen veroorzakers van dit bescheiden museum. Hun liefde voor de Schelde, de magische aantrekkingskracht van deze rivier en de tergende tragedie van het ondertussen verminkte of ondergelopen polderland rond Doel hebben hen ertoe aangezet om een deel van het rijke verleden te koesteren. Bij laag water aan de oevers van de Schelde hebben zij als jutters dit verleden bij elkaar gesprokkeld: keramiekresten, kleipijpen, bierflessen en kruiken. Het is het afval dat samen met de gier uit de beerputten van “’t stad” op het land en tegen de dijken werd gedumpt. Het blijft bijzonder dat musea zoals Fort Liefkenshoek en het MAS (Museum aan de stroom) weinig aandacht hebben voor dit polderverleden. Harnassen van Japanse samoerai zijn er te bekijken, de vondsten van bijvoorbeeld de Sint-Elisabethvloed te Doel in 1421 niet.

De landbouwwerktuigen en divers alaam, dat aan het polderleven refereert, zijn iets verder ondergebracht in de stallen van een boerderij. Voorheen naamloos doopten ze deze tot “De Reinaerthoeve”, naar die rebelse, schalkse vos. Zijn warme naam past aardig in het Land van Waas. Het is een “belevingsboerderij” die ze begonnen op het verzoek van een lerares van een Freinetschool uit de omgeving van Brugge die er met haar leefschoolgroep wilde overnachten. Hun thema was in 2012 de verzetsbeweging in Doel…

Reinaerthoeve.jpg

Het PolderMas en De Reinaerthoeve zijn aanraders, ver weg van de stampedes van decibels van Summerfestivals, Tomorrowlands, sfinxen en andere zomerse bekoorlijkheden die maken dat ik hier te lande verplicht word om te allochtonen, veelal met gesloten ramen…

Te bezoeken dus en het is overigens gratis. Maar uwe onvolprezen welwillendheid zal er dankbaar een eurobriefje willen achterlaten.

Frank DE VOS

Info: Openingsuren: zondag 14:00 – 18:00 en na afspraak.

Contact: 0488/484433, e-post: dereinaerthoeve@skynet.be

www.facebook.com/poldermas

Partager cet article
Repost0
25 juillet 2013 4 25 /07 /juillet /2013 19:17

 

Hendrik Carette (© Bert Bevers)

Foto:Bert Bevers

Via de weblog 'Le Camp des Saints in Vlaanderen' (14 april) vernam ik dat Hendrik Carette (°1946) door de Maatschappij van de Brugse Zeehaven aangesteld werd als havendichter. Hij haalde het van 19 andere mede-kandidaten. Welke prestaties van hem als havendichter vanaf 1 oktober door de MBZ verwacht worden, weet ik niet.

In de jongste aflevering van Kunsttijdschrift Vlaanderen (juni) evoceert Hendrik Carette in twaalf terzinen 'De Duitse ziel'. In zijn bijdrage als gastdichter in Poëziekrant (juni-juli) staat 'Onze levende lyriek' centraal, opgedragen aan Benno Barnard. De zevende en laatste terzine luidt zelfverzekerd:

Onze lyriek moet niets, kan alles, zelfs

bezweren en zal nog lang gonzen en vibreren

want onze levende lyriek komt uit het oude heden.

Een zeemeermin aan de monding van het Zwin, de zevende dichtbundel van Carette, verscheen in 2011 bij het PoëzieCentrum. Zijn nieuwe bundel, Vanuit de duisternis die mij omringt, staat in de steigers.

Henri-Floris JESPERS

Partager cet article
Repost0
25 juillet 2013 4 25 /07 /juillet /2013 10:00

 

Jozefa-Van-Houtland--foto-Bert-Bevers-.JPG

Foto: Bert Bevers

Zie: www.detafelvan1.blogspot.com

Partager cet article
Repost0
24 juillet 2013 3 24 /07 /juillet /2013 19:00

 

dwnl_ingrid-201999.jpg

Voortschrijdende jaren zijn als opstijgend grondvocht. Bij het vijftigste slaat de démon du midi toe. Mannen dromen van of nemen er een maîtresse bij. Anderen kopen een Harley Davidson om in de walm van verbrande olie rond te toeren; viriel haantjesgedrag, het laatste. Op lettergrootte 14 in plaats van 12 wordt alles afgedrukt. Voor kleiner wordende lettertjes verschijnt de leesbril op het tipje van de neus. Voor ieders gemoedsrust: ik kocht mij een nieuwe gitaar, een leesbril had ik al. En elke morgen in het opkomend oostenlicht daagt nu stilaan een ander mythische getal …

Onlangs las ik Zestig, een dagboek van Ingrid Vander Veken ( °15.2.1948) 'Mijn rimpelboek’ noemt zij haar herfsttij waarin zij de vallende bladeren bij elkaar harkt. Zoals in Aankomen in Bali ben ik na vijftig bladzijden gestopt om met potlood mooie zinnen te onderlijnen of met kruisjes opmerkelijke alinea’s aan te duiden. Het is een onhebbelijke gewoonte, ik weet het. Het is echter een amechtige poging om iets in mijn geheugen op te slaan, vast te houden, te bevriezen, te ketenen, te verlammen…

Zestig is een oprechte getuigenis waarin de schrijfster nauwkeurig opmerkt hoe haar leeftijdsgenoten de verjarende jaren ervaren. Zij spiegelt zich aan haar collega’s zoals Charlotte Mutsaerts, Clara Hasaert of Brigitte Raskin en hoe dezen met hun leeftijd omgaan.

Ingrid Vander Veken beschrijft de aftakeling van vrienden en kennissen om haar heen. Ook deze van haar zevenentachtig jaar oude moeder die in de herinneringen aan haar jeugd leeft. Aangrijpend is het heengaan van haar stiefzus die om euthanasie verzoekt. Het wordt een afscheid op haar sterfbed tussen haar twee zonen.

scale.jpgIn Zestig worden de draperieën van een intense, kleine geschiedenis open geschoven. Ingrid Vander Veken is actief in Pen-Vlaanderen, kookt, leest, tuiniert, observeert, luistert naar muziek, bezoekt de opera met David Davidse en wandelt in haar geliefd ‘Klein Buitenland”, een park in Antwerpen. Er is geen druk meer. Niets moet nog, alles kan.

'Waarom stel ik zulke hoge eisen aan literatuur? Omdat wij in een cultuur leven die op elk niveau trivialiseert en corrumpeert. Literatuur kan een manier zijn om zich te verzetten tegen de triomfantelijke vernietiging van de cultuur, maar dan alleen wanneer zij “zelf” noodzakelijk is; wanneer zij substantieel bestaat uit een verhaal dat nodig moest worden verteld, en dat op die manier moest worden verteld, in dat precieze taalgebruik, met die specifieke snelheid, intensiteit en rijpheid. De som van die eigenschappen zou je ‘wijsheid’ kunnen noemen. En niets is tegenwoordig subversiever. Dat is wat ik verwacht van een boek', schreef Susan Sontag,

 

Zestig is'een verhaal dat nodig moest worden verteld, en dat op die manier moest worden verteld, in dat precieze taalgebruik, met die specifieke snelheid, intensiteit en rijpheid'. Vandaag worden ouder wordende namen snel vergeten. Zestig is eveneens een verfijnd protest tegen een verschroeiende jongerencultuur dat ouder wordende vrouwen treft. Zestig is daarom subversief zoals Sontag het bedoelt.

Bij de woorden van Susan Sontag sluit ik me dapper aan en ik heb me voorgenomen om even dapper te zwijgen wanneer er weerom iets miserabel van een te groene vrucht door de lichthemel der letteren wordt geschoten. Die zwijgende tijd ga ik benutten om mijn verzameling epitafen aan te vullen:

Hier ligt Frank De Vos

tergend traag van gedachte denkt hij hier

ver voorbij de zestig nog steeds van harte.

In de hoop deze magische kaap te ronden,

u toegenegen…

Frank DE VOS

 

Ingrid Vander Veken, Zestig, een dagboek,Meulenhoff/Manteau, 332 p., 22,50 € – ISBN 9789085421825.

Ingrid Vander Veken, Aankomen in Bali, De Bezige Bij Antwerpen, 256 p., 22,50 € - ISBN 978-90-854-2261-7.

 

Nuttige links: http://www.ingridvanderveken.be

https://www.facebook.com/ingrid.veken


Partager cet article
Repost0
24 juillet 2013 3 24 /07 /juillet /2013 12:00

 

SToutenKersen.jpg

In aflevering XXXX van deze losse notities (11 juli) wees ik op de opvallende aanwezigheid van Yannick Dangre (°1988) in uiteenlopende media: De Standaard, magazine Universiteit Antwerpen, Zuurvrij... Ondertussen kregen we er nog De Morgen bij, en binnenkort verschijnt in Focus Knack een lang interview.

In zijn gesprek met Jeroen Struys (DSL,van 5 juli) belijdt Dangre eens te meer zijn bewondering voor Marcel Proust:

Het concept van die madeleinekoekjes die de herinnering terugbrengen: ik was er onmiddellijk door gegrepen. Herinnering en tijd zijn ook belangrijk in mijn eigen werk, net als die decadente sfeer van sterven, of hoe het allemaal is aan het kapotgaan.[...]

In Maartse kamers refereer ik vaak aan Proust: de homoseksualiteit, de astma, Venetië... Dat is een spelletje met mensen die Proust kennen, maar tegelijk is het ook meer dan een knipoog. Ik wil tonen hoe een personage in het verleden blijft steken.

Herinneringen en tijd, homoseksualiteit, astma, Venetië... zijn thema's die gerelateerd kunnen worden aan Proust, ongetwijfeld, maar ook aan een hele reeks andere schrijvers. Net zoals de minstens even belangrijke stelselmatige verhullingstechnieken, het snobisme (vandaag: kokketeren met de media...), de onderliggende, veelgelaagde zelfhaat en de alomaanwezige obsessieve jaloezie... Van interviewers mag je terecht niet verwachten dat zij daar indringend op ingaan.

*

Ondertussen las ik gefascineerd Kersen eten om middernacht, een pakkend boek, bescheiden omschreven als 'muzikale herinneringen' van radioman, dichter en prozaïst Bart Stouten (°1956). Uiteraard een ode aan de klassieke muziek, en dat zal niemand verwonderen. Hij onderstreept dat zijn kijk op kunst en zijn sensibiliteit blijvend beïnvloed werden door de lectuur van À  la recherche du temps perdu van 'de literaire Bach'. Hier ontpopt Bart Stouten zich als een scherpzinnige literaire essayist. Ik koester (niet als verzamelaar, als lezer) een nogal rijke bibliotheek over Proust, die ik de jongste jaren nog maar zelden raadpleegde, meestal louter doelgericht. Na lezing van Kersen eten om middernacht duurde het niet lang of ik louter 'pour le plaisir du texte' (en ondanks dwingende werkzaamheden) opnieuw een poos in het gezelschap vertoefde van 'mon petit Marcel'. Ik greep daarbij spontaan naar mijn afgeleefde oude drukken, niet naar de voorname Pléiade. Het kan snobistisch klinken: ik hou niet van die elegante edities op bijbelpapier, die ik alleen maar raadpleeg om hun voorbeeldig kritisch apparaat.

Jeunesfillesenfleur.jpg

Editions de la NRF, décembre 1919

RechercheIV.jpgEditions de la NRF, septembre 1923

Cocteau schreef beklijvende bladzijden over Proust. Zo ook Bart Stouten. Geen enkele Vlaamse of Nederlandse schrijver heeft tot nu toe blijk gegeven van zoveel inlevingsvermogen in het proustiaanse universum.

'Étonne-moi', zei Diaghilev tot Cocteau.

Ik twijfel er niet aan dat ik het nog zal mogen meemaken dat Yannick Dangre mij écht verrast, niet met verwijjzingen naar, maar met een gedegen opstel over Proust.

Henri-Floris JESPERS

Bart STOUTEN, Kersen eten om middernacht, De Bezige Bij, 2013, 240 p., 19,95 €.

Partager cet article
Repost0
24 juillet 2013 3 24 /07 /juillet /2013 00:06

cover_Gierik-119.jpg

In het jongste nummer van Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift  troffen me twee reeksen van de Antwerpse dichter Bert Bevers. Heb verschillende keren de cycli Afschrift  en Dode dingen zijn langzaam  gelezen. Die werden geïnspireerd door het bekijken van respectievelijk La voce della luna  van Federico Fellini en Tideland  van Terry Gilliam, meer bepaald door de ondertitels ervan. Ik ken de twee inspiratiebronnen niet. Ik houd wel van de betere film, maar ben geen serieuze kenner. In dit geval is dat niet erg. Bevers’ poëzie is moeiteloos autonoom. Ik krijg nergens het gevoel dat de gedichten ‘van iets afhangen’. Vooral de Dode dingen  hebben mij vanaf de eerste lezing gepakt. Een soepele en ongedwongen collage. Parlando, dialoog (maar toch net niet), vraag en antwoord (maar toch net niet), de ‘vanzelfsprekendheid’ waarmee (het ongrijpbare) beweerd wordt: het dient allemaal een ‘verslag’ van een magisch verbond over grenzen heen (zelfs over de grens van de dood). Al te zeer uitweiden durf ik niet. Ik voel dat ik van deze breekbare magie moet afblijven. Dit zijn spannende gedichten op een hoog gevoelsniveau.

Erick KILA

Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift 119, zomernummer 2013, 92 p. Administratie en abonnementen: inge.karlberg@skynet.be

Partager cet article
Repost0
23 juillet 2013 2 23 /07 /juillet /2013 13:03

 

 

Morandi-stilleven-1936.JPG

Stilleven, 1936

Vierentwintig jaar al droomde ik ervan zoveel werk van Morandi bij elkaar te zien. Mijn lerares kunstgeschiedenis op Sint Lucas Gent, mevrouw Van Schandevijl, heeft bij mij een blijvende liefde voor hem opgewekt. Wat was ze toch goed! Wat kan een goede docent toch impact op je ontwikkeling hebben... Ik ben haar nog altijd dankbaar.

Giorgio Morandi (1890-1964), Italiaans schilder, tekenaar en etser, leefde en werkte vooral in Bologna. Hij is bekend om zijn stillevens en landschappen. Zijn vernieuwende invloed binnen de moderne kunst wordt algemeen erkend.

*

Meteen bij het betreden van de overvolle eerste zaal ergerde ik mij al dood – versmacht en geïrriteerd door bezoekers die luidruchtig hun mening verkondigden, en dit om 11 uur 's ochtends, op de warmste dag sinds tijden, in volle vakantieperiode... Ik had al zin om mijn gebruikelijke 'Hou uw krik bij!' boven te halen, de rug te keren en te vertrekken.

Gelukkig gaf ik niet aan de verleiding toe en liep ik onmiddellijk door richting de laatste zalen, waar het iets rustiger was. Al opgemerkt hoe lawaaierige mensen steeds de neiging hebben samen in een soort van grote eenheidsworst door een tentoonstelling te trekken? Uit ervaring weet ik dan dat je de hiaten moet zien te vinden om te verspringen van werk naar werk.

Stillevens 1936 /1946

Morandi schildert gevoeliger dan ik mij kon herinneren. De penseelstreek is waarschijnlijk tamelijk snel, maar heel breekbaar op het doek aangebracht. De lijnen bewegen, de verf, meestal maar één of twee laagjes, vibreert. Het zwart is gracieus licht, het blauwgrijs subtiel en aangenaam, het wit bevat een wijsheid van oude grijsaard.

Twee meesterwerkjes, dezelfde flesjes, lichtjes anders opgesteld ('Stilleven 1936' en 'Stilleven 1946') verraden iets heel bijzonders... De kracht van continuïteit en evolutie. Veel verschil is er niet. Mijn voorkeur gaat naar het eerste uit, maar de concentratie die uit het tweede straalt bewijst eens te meer hoezeer studie en onderzoek wel degelijk essentieel zijn in de schilderkunst.

Luc Tuymans

Ik ben trots uit een land te komen waar schilderkunst in alle tijden en alle lagen een topniveau haalt. (Dat geldt trouwens ook voor mijn geliefde Italië.)

Het is dan ook niet verwonderlijk dat LucTuymans uitgenodigd werd een dialoog aan te gaan met Morandi. Tuymans is zeer geïnspireerd geweest door Morandi, dat geeft hij ook toe, zijn palet is van eenzelfde orde. Ik vind het wel terecht dat gekozen werd voor een kleine ruimte met slechts een vijftal werken van hem. En dat niet geopteerd werd de werken een rechstreekse dialoog te laten aangaan, wat de indruk had gewekt dat het weer eens om Tuymans zou draaien... Dat is niet het geval en zo is het goed.

Etsen en tekeningen: stilte

Geërgerd door een tros Fransprekende kwakers die met veel 'oui's' en 'non's' hun bestaan moesten laten gelden, glipte ik de zaal terug in met de etsen en tekeningen. 

Morandi-Stilleven-van-vazen-op-een-tafel--1931--koperets.JPGVazen op een tafel, 1931

Uitsparingen in de koperets 'Stilleven van vazen op een tafel' (1931) bewijzen hoezeer Morandi meester is van de compositie. Hoe geduld en ijver een standvastig oeuvre hebben opgebouwd. Kijk! Hoe hij arceert! Elke lijn trefzeker aanwezig, en geen lijn teveel of te weinig! 

Stilte, vind ik, is synoniem, voor het werk van Morandi.

Ergerlijk was het dan ook dat er twee ladingen schoolvoer met nadrukkelijk aanwezige leraressen deze stilte verstoorden... 

Dat kinderen hun tocht door een museum luidruchtig afleggen, daar heb ik nog begrip voor. Het is dankzij een vroege aanraking met musea en theater dat ze later veel toegankelijker zullen staan voor vele vormen van de beeldende kunsten. Wat ik niet begrijp is dat oudere vijftigplussers niet inzien dat het hele oeuvre van Morandi over een intrinsieke stilte gaat. 

De lijnvoering die glooit over een grijswaarde, het penseel dat bewust gekozen is zodat de varkensharen getekend achterblijven in een prachtig subtiel purper, dat is stilte en sereniteit in hun volle essentie.

*

Hopelijk zult u meer geluk hebben en het werk van Morandi mogen ervaren in de uiterste concentratie die de schilder nu eenmaal beoogde...

En ja, ik zal deze schitterende tentoonstelling zeker opnieuw bezoeken.

Jan SCHEIRS

Retrospectieve Giorgio Morandi, Paleis voor Schone Kunsten (Bozar), Ravensteinstraat 23, 1000 Brussel. Tot 22 september.

Partager cet article
Repost0
22 juillet 2013 1 22 /07 /juillet /2013 17:38

 

2013juni-0279.jpg

Vier dagen Rock Werchter of één dag The Wall? The Wall, of course. Op Rock Werchter treden heel wat groepen op, generaties worden door elkaar gemixt en de ene heeft kabaal met moraal en de andere houdt het op kabaal met een sterk rimboe-isme. Al menen ze het goed en houden mordicus vol dat ze een boodschap brengen waar de inboorlingen wat aan hebben.

 

The Wall daarentegen is van een geheel andere orde. Al kort na de bevalling broeide de vraag bij uw verslaggever hoe Richard Wagner zich moet gevoeld hebben toen hij, om een bekend voorbeeld te noemen, Parsifal schreef. De vergelijking is logisch. Beide werken zijn niet alleen opera’s, maar net als bij Wagner zijn bij Roger Waters [1943] tekst en muziek gelijkwaardig. The Wall daarom een geniaal totaalkunstwerk noemen is niet meer dan logisch.

 

De voorstelling in Werchter verschilde van die van Berlijn, in 1990. Daar speelde de val van de muur een jaar voordien een grote rol in de enscenering, maar ook in de medewerking van gerenommeerde zangers én acteurs als Van Morrisson, The Band, Marianne Faithfull en Albert Finney. Tevens kwam die historische voorstelling op een kantelmoment in de geschiedenis van de wereld. De grenzen binnen de Westerse cultuur waren gevallen, op uitzondering na van het meest schietgrage land ter wereld, Noord-Amerika.

 

De jeugd van de jaren zestig én van de jaren tachtig was er vast van overtuigd dat een nieuwe wereldorde met een open mind en de pijlers van de Franse revolutie, uitgedacht door de Verlichters, eindelijk gerealiseerd zouden worden. Dat het kapitalisme meteen de macht greep, met de zegen van de politieke wereld, en misbruikte, waar de huidige financiële crisis een bewijs van is, werd niet gezien, door de euforie die alle nuchterheid overheerste.

 

Net om die economische en politieke ontwikkeling heeft, gek genoeg, The Wall zijn eeuwigdurend succes te danken. De rockopera is een hoogstaand cultureel protest, het podium een altaar van de vredesbeweging en de muur een troost voor diegenen die zich bedrogen voelen. Roger Waters heeft dat zeer goed begrepen. Zowel elementen uit de Berlijnse voorstelling als uit de combifilm van Alan Parker [animatie + concert + toneel; 1982] worden gebruikt in de huidige tournee, en dus ook in Werchter.

 

Wereldberoemde zangers en acteurs waren deze keer niet van de partij en dat was misschien maar goed. Daardoor ging alle aandacht naar Roger Waters en zijn boodschap. En het moet gezegd: hij zong, acteerde met oprechte inleving, alsof het de première was. Geen overacting, geen automatische piloot in de verste verte te bekennen. De theatrale elementen waren adequaat, puntig en van de juiste lengte. De kans op een vervelend moment bij het publiek of een zwak bij de muzikanten was dan ook niet te vinden. Wat verwacht werd van het concert werd waargemaakt.

 

Het niet versagend sociaal engagement van Roger Waters was tevens te vinden in de inschakeling van 16 kansarme kinderen uit de regio die het beroemde lied, waarvan vele zowel jonge als oudere mensen niet weten dat het uit The Wall komt, die dus het beroemde lied met de beginregel We don’t need no education zongen. Maar terug naar Roger Waters en zijn boodschap, want verslagen van het concert kan u vinden in alle mediawinden.

 

Wat de compositie zo beklijvend maakt en waardoor het succes niets van waarde inboet, is dat iedereen zich in het verhaal kan vinden. Met variaties. Roger Waters’ vader sneuvelde in WO II. Hij heeft hem nooit gekend en toch altijd nabij gevoeld door wat zijn moeder over hem vertelde en de spullen die ze van hem bewaarde. Daaruit heeft hij een eigen vaderverering opgebouwd, maar ook een antimilitarisme. Zelf heeft hij geen oorlog meegemaakt, net zoals alle mensen die in en na 1943 zijn geboren. Hij en zij zijn wel geconfronteerd met talrijke oorlogen. Ze blijven dagelijks, deze uit het Midden-Oosten als van de andere kant van de wereld, invloed uitoefenen op ons gedrag, onze houding, onze overtuiging.

 

The Wall is een versterking van ons gewenst protest, maar dat we door een geraffineerd politiek / politioneel systeem niet meer kunnen naar buiten brengen. Elke antimilitaristische manifestatie wordt binnen de kortste keren de kop ingedrukt, vernederd en desnoods overgenomen en opgeblazen ten eigen baat van de machthebbers, of de machtswellustelingen. Eerlijk, waarlijk protest, zo begreep Bob Dylan al zeer vroeg, is een doodgeboren kind.

 

2013juni-0280.jpg

De enige troost die de oprechte vredesmens rest is concerten als The Wall, de muziek van Beethoven, Mozart, Bach, films als Apocalyps now, boeken als Voyage au bout de la nuit, de Griekse tragedies, jazz [het grootste rustgevend medicijn dat er bestaat], en beeldende kunstwerken als Guernica.

 

Tot slot staat The Wall ook voor de muren die rond ieders muur worden opgetrokken. De eerste muur wordt gebouwd in het onderwijs, met goedkeuring van 99% van de ouders. Maar eenmaal aan het werk worden we steeds weer opnieuw geconfronteerd met muren.

 

Onze cultuur is een massacultuur geworden, gemaakt door de elite van die massa, of wat er moet voor doorgaan. Zij weten het beter en je hebt naar zijn wijsheid te gedragen. Dat die wijsheid in deze maar sneller draaiende beschaving echter van korte duur is, wordt dagelijks aangetoond door de wisseling van de macht. In de media krijgt iemand die zich opgeworpen heeft als de grote redder geen Christustijd meer [drie jaar] om zich te bewijzen. Hij wordt al na een paar maanden vervangen door een andere redder, een nieuwe brick in the wall. Niet onder druk van de eigenaars, maar van marketeers, de farizeeërs onder de marktkooplui.

Guido LAUWAERT

Partager cet article
Repost0
22 juillet 2013 1 22 /07 /juillet /2013 13:59

 

Eetkamer-Magritte--foto-Bert-Bevers-.jpg

Eetkamer Magritte (Foto: Bert Bevers)

We waren in Jette, in de Essegemstraat 135/Rue Esseghem 135. Voor een bezoek aan het René Magritte Museum. Dat is gevestigd in de woning waar René en Georgette Magritte woonden van 1930 tot 1954. Tussen 1993 en 1999 werd ze gerestaureerd en als museum ingericht. Liefdevol, beslist. Over vier verdiepingen zijn schilderijen, tekeningen, ontwerpen en parafernalia (zo is er dé pijp, vermaard door Ceci n’est pas une pipe, te bewonderen) van de Grote Surrealist te zien. Min of meer ontluisterend was wel de ontdekking dat de Magrittes bijna een kwart eeuw alleen op de parterre hebben gewoond. Ze huurden het huis ook. Het is nooit van hen geweest. Voorkamer(tje), slaapkamer(tje), eetkamer(tje) en keuken(tje). Geen badkamer (zelfs geen –tje). Dat was wassen aan de pomp. Fascinerend om het raamkozijn te bekijken dat op zoveel van zijn doeken, maar dan met een vervreemdend uitzicht, opduikt. René Magritte verdiende de kost als reclameontwerper. Daartoe had hij achter in de tuin Studio Dongo. Zijn artistieke werk maakte hij….in de eetkamer. Naast de eettafel stond zijn ezel. Als hij klaar was werd die terzijde geschoven om de tafel te kunnen dekken. Hij maakte op die plek niet minder dan áchthonderd, nu veelal wereldberoemde, doeken!

http://www.magrittemuseum.be/

Bert BEVERS

Partager cet article
Repost0
20 juillet 2013 6 20 /07 /juillet /2013 22:23

 

2.jpg

Roland Bergeys (°Mortsel 26 oktober 1954) ziet zichzelf als een creatieveling. Hij is iemand die zonder enige pretentie buiten het Grote Zoeklicht verblijft. Roland en Leentje, zijn charmante vrouw en even gedreven linker-én rechterhand blijf ik ten eeuwigen dage dankbaar omdat ik enkele van mijn Quirilian-liedjes bij hem mocht opnemen.

Roland behaalde enkele prijzen in literaire wedstrijden, waaronder de Hendrik Prijs-prijs van Het Belang van Limburg voor kortverhalen in 1996, een nominatie in de kortverhalenwedstrijd van het MAS (Museum Aan de Stroom) Antwerpen 2010 en de tweede plaats in de John Vermeulenprijs voor korte spannende verhalen 2012. Hij bracht ondermeer de cd ‘Land van klei’ uit, naar zijn boek over steenbakkers anno 1900. (1)

Zijn toneelstukken werden opgevoerd op het Europees Theaterfestival, in het MuHKA (Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen), het Fakkelteater, en de Zoo in Antwerpen of vertaald in het Frans en in het Roemeens. Hij interviewde zo’n duizend auteurs, acteurs, zangers, regisseurs en beeldende kunstenaars voor wat men noemt een ‘levend publiek’ voor het cultureel magazine Radio Minerva’s Foyer, en dat in diverse theaters en culturele etablissementen zoals het Raamtheater op het Zuid, Teater Ivonne Lex en De Groene Waterman in Antwerpen, het EWT-Theater in Deurne, en de FNAC in Wijnegem, Hij speelde bluesharp bij Carlito’s bluesband en Matt Mahonyband.

Bergeys is auteur, regisseur, songsmid, gitarist, mondharmonicaspeler, zanger en verteller, en richtte de groep Uitgelezen Gezelschap op. (Nekka-selectie 2003, opener van het internationaal Folkfestival Labadoux van Ingelmunster 2004, en laureaat Stadsklank Antwerpen 2004).

Tegenwoordig trekt hij rond met zijn groep Berline. Met die laatste brengt hij onder meer de voorstelling ‘Gaan jullie ons nu doodschieten?’ die gegroeid is uit zijn gelijknamig boek met verhalen over W.O.II. (2) In juni 2011 verscheen Oorlogsliefde. (3) De groep Berline brengt deze liefdesgeschiedenis als gezongen vertelling en kende daarmee een overdonderend succes in de Arendbergschouwburg. In 2012 volgde de roman Aanvallen! het verhaal van Ward van het 13e (4), die door Borsalino eveneens als een gezongen vertelling wordt opgevoerd.

Met het vertelensemble van Uitgelezen Gezelschap brengt hij ondermeer “Oorlogsliefde” en “Ward van het 13e” verlucht met de virtuoze accordeonmuziek van Bart Wils met wie ik eveneens graag samenwerk.

In een aparte voorstellingenreeks trekt Roland rond als auteur en brengt hij lezingen van zijn boeken, verlucht met klankfragmenten en fotoprojecties.

aanvallen.jpg

Wat de boeken van Bergeys zo bijzonder maakt is dat de auteur via authentieke levensverhalen van kleine mensen op een gevatte wijze de grote geschiedenis bijkleurt. Als voorbeeld vestig ik graag de aandacht op het autobiografische Aanvallen! Het verhaal van Ward van het 13e. Afwisselend vertellen grootvader en kleinzoon hun verhaal: Roland hoe hij zijn jaren zestig en de beklijvende confrontatie met zijn aan Alzheimer lijdende grootvader beleefde, en dat van Ward aan het IJzerfront. Zijdelings komt eveneens het wel en wee van de grote Belgische kolonie vluchtelingen aan bod. In het Engelse Birtley werden deze Birtley-Belgians als bommenmakers in de oorlogsindustrie ingeschakeld.

Frank DE VOS

 

(1) Roland Bergeys, Land van klei, 115blz,WHS, ISBN 978-90-78935-55-1

(2) Roland Bergeys, Gaan jullie ons nu doodschieten,Lannoo, 2010, 240 p., 19.95 € – ISBN 978-90-209-8839-0.

(3) Roland Bergeys, Oorlogsliefde, Lannoo, 2011, 223 p., 19.95 € – ISBN 978-90-209-9772-9.

(4) Roland Bergeys, Aanvallen! Het verhaal van Ward van het 13e,de Vries-Brouwers, 2012, 238 p, 18.95 € – ISBN 978-90-5927-120-3.

 

Enkele nuttige links:

www.bloggen.be/berline

www.bloggen.be/borsa

www.bloggen.be/ug

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche