Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
24 juin 2013 1 24 /06 /juin /2013 08:58

 

Zo, mijn eerste voorstelling zit erop. Waar ik ongewild en totaal onverwacht in meespeel. Luister, gun mij de tijd om het u uit te leggen.

Ik ben zondag 23 juni om 5 uur opgestaan. Mijn vriendin heeft me naar de Brusselse luchthaven gevoerd. Om 10 uur werd ik opgehaald door de assistent van de perschef. Hij heeft me in mijn hotel gedropt, Novotel Centrum. De rest van de dag was ik op mezelf aangewezen, want het festival begint officieel op 24 juni. Wat kon ik anders doen dan de stad verkennen? Een wilde wandeling langs brede lanen en smalle, vervallen straten, waar ’s avonds, met het breken van het licht, het gevaar oprukt. Of misschien niet. Niets dan het straatlicht dat de leegte belicht. Een mens is algauw geneigd om eerder het gevaar te ruiken dan de schoonheid van het avontuur te proeven.

Laat in de namiddag was ik weer op mijn kamer, waar de benauwdheid als een smog de poriën van mijn huid inkroop. Niets is zo eenzaam als een hotelkamer, zeker als de televisie niet werkt en het nasale gebrom van de airco je zenuwen pest. De kamer uit. Even later ga ik het restaurant in, tevens bar. Geen mens, dan de barman. Ik bestel een rode wijn en als de man het glas voor me neerzet waan ik me plots in de bar van het hotel uit The Shining. In de spiegel achter de flessen zie ik de rug van de barman en niet mezelf, maar Jack Nicholson. Ergens moet Stanley Kubrick staan met een lens voor een oog en het andere dichtgeknepen.

Mijn stem moet ik horen en begin een praatje met de barman, waar hij gretig op ingaat. Als hij weet dat ik van Gent kom, zegt hij: Gehent and Gehenk. Hij kent beide steden goed. 60 is hij en 25 jaar geleden heeft hij een paar jaar in Limburg gewoond. Zijn oom had 30 jaar in de mijn van Eisden gewerkt en toen hij genoeg gespaard had een huis gekocht en er een hotel van gemaakt. Voor vrienden en verwanten die op bezoek kwamen bij Pools mijnwerkers. Toen hij oud werd, vroeg hij zijn neef om de zaak langzaam over te nemen. Hij is uit Poznan naar Maasmechelen getrokken waar zijn oom woonde. Van daaruit heeft hij heel België verkend, want veel had hij aanvankelijk niet te doen. Het hotel stond 4/5de van het jaar leeg. Een vetpot was het niet. Door die zee van vrije tijd kende hij Diepenbeek, leerde vervolgens Hasselt kennen, Lier, Turnhout, Antwerpen, Gent, Brugge, Brussel.

Hoe heet je, vraag ik. Hij antwoordt met een Poolse naam, waar ik Ronald uit distilleer. Ik vertel hem dat vóór het eerste woord viel ik aan de film van Stanley Kubrick moest denken. Een horrorfilm uit 1980 met als beroemdste scène het verwrongen gezicht van Jack in het gat van de stukgehakte kamerdeur en zijn door iedereen gekende gesmoorde uitroep: ‘Here is Johnny!’ Ronald kent de film niet. Hij kijkt geen televisie, leest geen boek, ziet geen film. Na de dood van zijn oom is hij naar Polen teruggekeerd en is barman geworden. In dit hotel. Vrijdag heeft hij de nacht doorgewerkt. Het hotel zat stampvol. Een congres van dokters. Hartspecialisten. Ze zopen tot ze met autobussen naar de luchthaven werden gevoerd.

De zondag is het hotel altijd leeg, zegt Ronald, maar vreemd, ik voel mij te midden van de dokters in een net pak uitgedost staan, die mij niet zien. Ik, die nochtans uit de toon val met mijn polo waar door het vele wassen nauwelijks nog model in zit en een tot op de draad versleten linnen broek. Ronald vertelt me waar ik heen moet, op mijn vrije momenten. Alle kerken van Poznan komen ter sprake, met op kop de gerestaureerde kerk van de Franciscanenorde, vlakbij de Old Market. En als laatste de kathedraal, die aan de rand van de stad ligt, waar ik van opkijk. Kathedralen liggen gewoonlijk in het centrum van het centrum. Alle instellingen, die van orde en plezier, liggen als een gordel er omheen.

Ik zeg Ronald dat Poznan me aan Charleroi doet denken. De gevels zijn verkleurd, de mensen vet door armoede. Het straattheater is bedroevend schamel. Ik dacht even dat het een onderdeel van het festival was, maar het zijn bedelaars die doen alsof ze artiesten zijn. Hij knikt. Voor de val van de muur hadden de mensen geld maar lag er niets in de winkels. Nu liggen de winkels vol en hebben de mensen geen geld. Er is wel een groot verschil met Charleroi, zegt hij. Poznan telt 600.000 inwoners en de Waalse stad een schijntje ervan. Hij raadt het vervolg van het gesprek, want alvorens ik er kan naar peilen zegt hij dat de Polen de Belgen graag zien komen. Waarom dat zo is kom ik niet te weten. Wel dat de Polen Duitsers en Russen haten. Belgen zijn geen bezetters.

In mijn glas rest nauwelijks een slok. Vraag of ik hem morgenavond weer zie. Hij schudt het hoofd. Two days free, zegt hij. Wat ga je doen, vraag ik. Ik niet het weet al. Af en toe zegt hij een korte zin in Google-vertaling. Ik reken af, neem afscheid. De voorstelling is afgelopen. Op weg naar mijn kamer – komt het door de lift die aan hoge snelheid de lucht inschiet? – verdwijnt Ronald, de lege bar, en Jack, en The Shining, en Kubrick.

Of toch niet helemaal. Zijn wij niet allemaal, en met ons alle gebeurtenissen verzinsels. Voorstellingen. Het leven is ondefinieerbare schemeringen die uit zandkastelen opstijgen. Daarin leeft de mens, daar stijgt hij uit op en neemt de schemerzone de routine van hem af. Alleen bij de gratie van de verbeelding kan de mens een bestaan leiden dat voorbij het leven gaat, althans de routineuze banaliteit ervan.

Slechts in de verbeelding vind ik het oprechte geluk van mijn bestaan. Zo wil ik voortaan leven. Het is een streven dat geboren wordt uit het sterven, dat mij ook wacht, en begint lang voordat de geest de geest geeft en het lichaam langzaam verslijt tot een kadaver. Ik ben 68 en zal me dat nog lukken? Enkel nog leven in de verbeelding. Eind van de week weet ik het antwoord. Na een hele week in de wereld van de vele maskerades van het theater te hebben geleefd. Als ik terug op het vliegtuig zit richting Frankfurt en vervolgens Brussel, waar ik opgehaald zal worden door mijn vriendin en mijn eindbestemming bereik, Gent. Zondagavond 30 juni.

Maar eerst nu, morgenochtend, naar de officiële opening van het festival voor de gebruikelijke blabla en het aansluitend vals handgeklap en de voorspelbare hap en slok. En dan snel van locatie naar locatie zwerven tot ik bij tgStan beland, voor hun Engelstalige versie van Nora. De voorstelling heb ik al gezien en was niet mijn dada. Toch kijk ik er naar uit hen weer te zien. Want is een voorstelling niet een definieerbare schemertoestand in een ondefinieerbare schemering?

Guido LAUWAERT


www.malta-festival.pl

Partager cet article
Repost0
23 juin 2013 7 23 /06 /juin /2013 18:43

 

Gust-Van-Brussel--foto-Bert-Bevers-.JPG

Gust Van Brussel (foto: Bert Bevers)

Gust Van Brussel (° 12 september 1924), PR-man van de Generale Bank, voorzitter van de Marnixring Antwerpen-centrum, was de stichter en animator van Het Literair Salon te Antwerpen. Als veelzijdige, productieve en inventieve schrijver publiceerde hij romans, dichtbundels en sprookjesboeken. De Ring (1969) werd bekroond als eerste 'volwaardige' SF-roman in Vlaanderen. In dat verband, denk ik hier toch ook aan Het einde der wereld (1931) van Jef Scheirs (1885-1960)...

gvBrusselWaanzinnegeStad.jpgDe waanzinnige stad (1984), een “political fiction”, blijft een evergreen. De optimistische en vrolijke roman Vader van huwbare dochters (1982) stond haaks op de tijdsgeest. In De abortus (1985) borstelde hij een filmisch panorama van onze maatschappij met haar harde materialistische aanpak.

gvBrusselHuwebareDochters.jpg

De romans van Gust Van Brussel zijn wranger dan ze oppervlakkig ogen. De romancier is geen moraalprediker, wel een moralist in de melioratieve betekenis des woords – een auteur die de zeden van zijn tijdgenoten scherp waarneemt en oproept. Als geboren verteller legt hij zichzelf iets van gebalde onbewogenheid op. Bitterheid is hem vreemd, maar de gefundeerde maatschappijkritiek is nooit veraf.

Hij schreef mij ooit: “Alhoewel een boek steeds wat van je ruimte en tijd steelt, is het de enige integere diefstal die we op onszelf plegen.”

Dichter en criticus Paul van Leeuwenkamp (°1955), sinds enkele jaren vaste medewerker bij het literaire tijdschift Ballustrada, schreef een belangrijk essay over het oeuvre van Gust Van Brussel, beschikbaar online:

http://www.meursam.nl/paul_van_leeuwenkamp.htm 

*

A. M. “Ton” Meurs, bekend om zijn publicaties over Louis Paul Boon, vraagt terecht aandacht voor het werk van Gust Van Brussel. Hierna volgt de tekst van zijn bijdrage.

Henri-Floris JESPERS

*

Nu DCyclamenman van Gust van Brussel in een nieuwe, herziene druk bij Booklightis verschenen, wil ik u deze grote, moderne liefdesroman van harte aanbevelen. De Cyclamenman verscheen voor het eerst bij uitgeverij de Graal in oktober 2010 bij gelegenheid van de huldiging van de auteur voor 50 jaar romanschrijverschap door de stad Antwerpen. .
De Cyclamenman is het verhaal van de liefdes van de opgroeiende jongeman John, die in hoofdstuk twee meehelpt de honderden kinderlijkjes te bergen als gevolg van het Amerikaanse bombardement op Mortsel bij Antwerpen in 1943. Dit zal zijn leven tekenen.
John keert zich niet alleen af van het elitaire en rijke milieu van Franssprekende Vlamingen in een villawijk te Edegem bij Antwerpen maar ook van de machthebbers, de politici, de generaals, de kerk, die oorlogen veroorzaken. Hij kampt van jongsaf aan met een hartkwaal en zoekt zijn heil in het schrijven van gedichten en het kweken van cyclamen, in plaats van in het uitoefenen van een fatsoenlijke baan in overeenstemming met zijn milieu. Maar ook daarin laat men hem niet met rust.
De oorlogen dienen zich opnieuw aan, Suez, Korea, en men probeert hem daarin mee te trekken zoals andere jongemannen uit zijn omgeving. Hij vlucht naar een caravan op een afgelegen terrein, Pat vindt hem daar, men probeert hen terug te halen, maar ze gaan samen in een hoveniershuisje wonen, weg uit het milieu. Daar verwachten ze hun eerste kind. Maar John ziet steeds de dode kinderen van Mortsel voor zich. Hij doet opnieuw een poging een fatsoenlijke baan vol te houden. Als het kind er bijna is, is John plotseling verdwenen en wordt door een auto overreden. Hij leeft verder als een plant. Pat huilde. 'John is als zijn kindjes in Mortsel gestorven. Helemaal zonder reden. Zonder reden! Begrijpen jullie dan niets?'
Gust van Brussel schreef deze maatschappijkritische, aangrijpende liefdesroman op 85-jarige leeftijd in een zeer vlotte, moderne stijl, met korte zinnen en flitsende dialogen zonder aanhalingstekens en meestal zonder werkwoorden als 'zei' of 'dacht'. De lezer moet uit de context opmaken wie wat zegt of denkt. Dit levert een zeer hoog tempo op, en zeker bij de terugkerende beschrijving, nee beleving van de dode kinderen van Mortsel is de uitwerking verpletterend. Van Brussel is een schrijver met een eigen stijl.
Het is geen geheim dat Van Brussel in de liefde van John en Pat de liefde tussen hemzelf, Gust, en zijn vrouw Monique beschrijft, zoals de hele roman een sterk autobiografische inslag heeft. Maar het blijft wel een roman. In het echte leven krijgen Gust en Monique twaalf kinderen, verwerft Gust een hoge functie bij een bank en schrijft een groot, veelzijdig oeuvre als dichter en romanschrijver bij elkaar.

Wanneer hij als 85-jarige terugblikt op zijn leven is Monique aan kanker overleden en heeft hijzelf diverse operaties wegens kanker ondergaan, terwijl ook zijn hartkwaal hem parten blijft spelen. Het geweldige gemis van Monique, een foute diagnose van zijn kwalen met als gevolg  verkeerde medicatie, de eeuwige pijn, doen hem verlangen naar het einde. In die situatie beschrijft hij  niet alleen de ondergang van de oude elite maar ook die van zijn jonge alter ego John die zich van die elite afkeert.
Een nieuwe diagnose van zijn ziekte, andere medicijnen, nieuwe belangstelling en waardering voor zijn schrijven, en vooral een nieuwe, grote vriendschap, waren de redenen dat Gust van Brussel weer verder wilde leven en schrijven. Ik hoop van harte dat deze uitgave van
De Cyclamenman  de weg (her)opent naar het oeuvre van deze grote auteur.


Ton MEURS

Het boek kan besteld worden in elke boekhandel en bij de uitgeverij, ook als E-book: http://www.booklight.nl/boeken/de-cyclamenman/

Partager cet article
Repost0
23 juin 2013 7 23 /06 /juin /2013 07:00

 

Stop-motionhero.jpg

Vorige maand, op 7 mei om precies te zijn, overleed in Londen Ray Harryhausen. Hij werd net geen 93. Zijn naam doet waarschijnlijk niet bij alle filmliefhebbers veel bellen rinkelen (hij werkte veelal als technicus op de achtergrond), maar zijn werk waarschijnlijk wel. Voordat de mogelijkheden van de computer de animatiemogelijkheden naar nooit vermoede grenzen brachten, was er de ouderwetsche stop-motiontechniek. En daar was Ray Harryhausen een grootmeester in.

Jason-and-the-Argonauts.jpgJason and the Argonauts

Wie in de jaren vijftig, zestig en zeventig van de vorige eeuw op het witte doek Cerberus, een cycloop, een minotaurus, Pegasus, pterodactyli of reuzeninktvissen zag keek tien tegen een naar creaties van Ray Harryhausen. Op YouTubeis een prima compilatie van zijn oeuvre te vinden:

http://www.youtube.com/watch?v=U9kmjW73-v4

The-Seventh-Voyage-Of-Sinbad.jpg

The seventh Voyage of Sinbad

De laatste film waarop hij zijn zo herkenbare stempel drukte was Clash Of The Titans, die alweer uit 1981 dateert. Harryhausen kreeg in 1992 een ere-Oscar voor zijn hele oeuvre, en terecht. Benieuwd wat de jongere, met de nieuwste technieken opgegroeide, generatie van ’s mans werk vindt. Dat kan ze thuis op de laptop bekijken, maar wellicht doen belangstellenden er verstandig aan de donderdagen 4, 11 en 18 juli in de agenda te noteren. Cinema Zuid aan de Lakenstraat 14 in Antwerpen programmeerde op die data namelijk een kleine Ray Harryhausen-hommage. Op het grote doek worden dan vertoond It Came From Beneath The Sea (1955) en Earth Versus The Flying Saucers (1956), The Seventh Voyage Of Sinbad(1958) en Jason And The Argonauts (1963). Stuk voor stuk B-films, die zonder de inbreng van Harryhausen niet verder zouden zijn geraakt dan een F-status. Cinema Zuid brengt de originele versies, zonder ondertitels. De voorstellingen beginnen telkens om 20.00 uur.

Bert BEVERS

Partager cet article
Repost0
23 juin 2013 7 23 /06 /juin /2013 01:30

Dyr Michal Merczynski fot Marcin Oliva Soto 4

Michał Merczyński

Straks, om 5 uur, vertrekt Guido Lauwaert naar Polen.Van vandaag tot 20 juli vindt er voor 22ste maal een theaterfestival in Poznańplaats. De eerste week, tot 30 juni, zijn voornamelijk theatervoorstellingen te zien. Tot 20 juli wordt er verder gepraat in debatten, cursussen et cetera.
Als “oorlogscorrespondent” zal Guido op de webstek Knack.be regelmatig verslag uitbrengen over de eerste week. Omdat het festival echter vrij onbekend is bij het grote publiek, had hij een inleidend interview met Michał Merczyński (° 1962). Hij is niet alleen de directeur, maar ook de stichter van het festival, de drijvende kracht en een wonderbaarlijke fondswerver. ■

GL:Hoe is het Malta Festival Poznań  aan zijn naam geraakt?
MM: Het festival verkreeg zijn naam door een kunstmatig meer uit 1950. Het was bestemd voor recreatieve en sportieve doeleinden (zoals een opleiding voor de plaatselijke roeivereniging en de plaats voor watersportwedstrijden). Omdat het gebied rond het meer zeer zacht is, werd het meer in de volksmond het Malta van Polen genoemd. Het toeristisch succes bracht artistieke initiatieven voort. Met de jaren was een structuur noodzakelijk, wat in 1991 uitmondde in een festival.
Het huidige Malta Festival heeft zijn wortels in de politieke veranderingen van 1989.
Vanaf de 20e verjaardag werd de naam van de stad er aan toegevoegd en dat leverde een groter budget op, waardoor het programma een hedendaags gezicht kreeg en het hele gamma van theaterdisciplines aan bod kon komen. De plaatselijke overheid zag de international status erdoor groeien. Jaar na jaar werden meer groepen uit Europa uitgenodigd. Ze beantwoorden aan de geest van het festival zoals die met de jaren is gevormd, zijnde een labo te wezen voor de huidige sociale toestand van de wereld. Dialoog tussen programma en publiek werd daarom ook een van de kernpunten.

GL: Het programma is  internationaal, maar  het festival  is  in  de  rest van Europa niet bekend. Om welke reden?
MM:
Internationale erkenning ontstaat niet zomaar. Je kan die niet kunstmatig forceren. Poznań  was oorspronkelijk geen populaire stad, maar een industriële. Het was dan ook geen directe bestemming voor de Pool zowel als de buitenlander. Directe verbindingen zijn er nauwelijks en goedkope vluchten zijn nog steeds schaars. Maar met  infrastructurele verbeteringen, de  groeiende interesse in Centraal-en Oost-Europa in culturele middens, zien we echter een groeiende toeloop van een buitenlandse publiek en de internationale media.
Ook de co-producties met  het Festival d'Avignon, Wiener  Festwochen of  Kunsten / Festival / Des Arts genereren een grotere waardering. We zijn tevens lid van  internationale  netwerken zoals  Europese Eunetstar  (2003-2005)  of  House on  Fire (2012 - 2016), wat ook zijn voordeel heeft.

GL: Elk jaar is er een  curator? Op basis  waarvan werd  voor  Romeo  Castellucci  gekozen?
MM:
De  ontwikkeling van wetenschap en technologie, evenals de grenzen van subjectiviteit vragen  een  grondige  kijk op de dynamiek en filosofische kijk. Ze smeken om universele antwoorden en grondig op de  "aard van de dingen", vanuit een originele individuele geaardheid. Zo'n  kunstenaar  is  Romeo  Castellucci. Hij  is  een  van de meest briljante  hedendaagse  Europese   makers en combineert  in  zijn  projecten buitengewoon  krachtige visies  en radicale beelden die  kijkers op een indringende manier  beïnvloeden; visies en  beelden die  een esthetische boodschap overbrengen. Castellucci  aarzelt niet om moeilijke vragen te stellen of  om  de  donkere  kanten  van de mensheid  te bestuderen.

GL: Eenzaamheid  is niet  in  water  geschreven  in het werk van Castellucci? Is dat  de reden dat hij  Needcompany, Meg  Stuart  en  tg Stan  selecteerde?
MM:
Een selectie van vier Vlaamse  voorstellingen  is een voortzetting van een  focus op het Vlaamse theater en dans in  2010. Vlaamse producties zijn een spiegel van de maatschappij, met zijn nieuwe ideologieën en technische evoluties. De trilogie'Sad Face /Happy Face"  van Needcompany  werd in 2010 bijzonder enthousiast ontvangen. Vanaf  2010 proberen we  de  meest innovatieve  trends in het theater en dans van het  Vlaamse podium te tonen. Dit jaar hebben we  besloten om nogmaals  Needcompany  uit te nodigen  met twee voorstellingen  en tg  Stan, een groep die  ook aanwezig was in 2010. Hun productie "Nora" is bovendien interessant  om Vlaamse en  Poolse interpretaties  van  Henrik Ibsen's drama te vergelijken. Meg Stuart  en haar gezelschap  Damaged  Good  is dan weer een mooi voorbeeld van de hedendaagse dans, waar jonge Poolse gezelschappen heel wat van kunnen leren.

Dyr_Michal_Merczynski_fot_Marcin_Oliva_Soto_1.jpg

GL: Poznań  beschikt niet over een theatertraditie, noch een theaterschool. Heel vreemd. Hoe verklaar je dat?
MM: Na de Tweede Wereldoorlog besliste de communistische overheid tot het concentreren van een theateropleiding in Warschau als hoofdstad, en Krakow, dat een lange traditie met twee historisch belangrijke fasen heeft: Het klassiek Poolse Theater en het Slowacki Theater. Vanaf 1991 is, niet onbelangrijk, gekozen om niet te concurreren met Warschau en Krakau, maar te kiezen voor avant-garde theater. Door het straattheater waaruit ons festival ontstaan is, zijn wij een groot voorstander van Poolse groepen met een marginale visie, zoals Teatr Ósmego Dnia, Teatr Strefa Ciszy of Porywacze CIAL. Poznan heeft zich vervolgens ontpopt tot het sterkste Poolse centrum van off-theater. Malta Festival is zodoende mettertijd uitgegroeid tot een festival waar artiesten als Pippo Delbono en Romeo Castellucci werden gelanceerd en konden doorbreken. Sinds enkele jaren is er daarenboven een project, Nieuwe Situaties, waarin jonge veelbelovende kunstenaars een podium krijgen. Tot slot werkt dit project samen met de faculteit theaterwetenschappen aan de plaatselijke universiteit. Het is de eerste maal dat er in Polen een transdisciplinaire, synergetische samenwerking is tussen wetenschap, technologie en kunst. Het werken met de lokale kunstenaars is onze bijdrage aan de beeldvorming van de theatertraditie van na WOII naar het hedendaags theater van Polen.

Guido LAUWAERT

Foto's: Marcin Oliva Soto

www.malta-festival.pl

Partager cet article
Repost0
22 juin 2013 6 22 /06 /juin /2013 22:58

Richard-de-Weert--foto-Giovanni-Descoeurs--copie-1.JPG Richard de Weert (foto: Giovanni Descoeurs)

Als jongetje wilde Richard de Weert (° 1955, Bergen op Zoom) al het liefst eigenlijk niets anders doen dan tekenen. Niet dat hij dat momenteel hele dagen doet, want er moeten natuurlijk ook nog kaders worden getimmerd, en doeken opgespannen. Maar Richard de Weert tékent, ook met verf. Vanaf deze zaterdag, 22 juni, tot en met 30 juni is er in Kapellen een overzichtstentoonstelling ingericht van de laatstejaars van de Academie voor Beeldende Kunsten Sint-Lucas. Daar is ook werk van De Weert te zien, die niet schroomt om de mogelijkheden van het wereldwijde net aan te wenden: op YouTube is zijn filmpje Het kleine jongetje dat altijd wilde tekenen te zien.

https://www.youtube.com/watch?v=t6HBnsgd-ZY

De expositie is te zien in het oud gemeentehuis, Antwerpsesteenweg 2, Kapellen.

BB

Partager cet article
Repost0
21 juin 2013 5 21 /06 /juin /2013 05:24

 

SamDillemans.jpg

Net buiten Brussel troont het kasteel van Gaasbeek in de glooiende heuvels van het Pajottenland waar Sam Dillemans exposeert. Zeer onder de indruk van de tuinarchitectuur moet ik ootmoedig bekennen dat ik mij toch eens dieper moet ingraven in die materie. Het kasteel zelf beantwoordt volledig aan het beeld van de Middeleeuwen zoals het nu eenmaal in mijn fantasie bestaat. Op het einde van de negentiende eeuw maakte de excentrieke markiezin Arconati Visconti het kasteel tot haar buitenverblijf, dat toen zijn romantische restyling onderging en waar ze haar indrukwekkende kunstcollectie onderbracht. De atmosfeer van het kasteel van Gaasbeek – theaterdecor en droomburcht – gaat nu een verrassende dialoog aan met het werk van Sam Dillemans (°1965), één van Vlaanderens grootste levende kunstschilders, die nu een 300-tal schrijversportretten laat zien. Van uitgewerkte pasteuze panelen die sterk teruggaan op zijn periode uit de jaren 1997-1999 teruggaan tot snel geschetste schilderijen op doekjes van andere schilders. Alsof hij duidelijk maakt dat hij auteurs schildert en andere auteurs gebruikt. Een zonder meer prettig gegeven waardoor heel wat “toevalligheden” aan het licht komen. Geen belang. Uit Dillemans' onderzoek blijkt genoegzaam dat hoe je met de matière omgaat het belangrijkste is. Zo maakt hij werk op een stuk tapijt. Van op afstand zie je een korrelige structuur die aandoet als een stuk steen waarop geschilderd is, maar achteraf besef je dat het gewoon tot stand kwam op een stuk “voos” tapijt...

Het vakkundige gebruik van bestaand materiaal komt treffend tot uitdrukking in de tweede kamer van de tentoonstelling, waar twee meesterwerken hangen: de portretten van Vladimir Mayakowsky en van Jorge Luis Borges. Daar hangen ze dan samen, twee onderzoeken, twee technieken.

Dillemans-Mayakovsky.jpg

Mayakovsky is soepel en zuinig geschilderd op een hardboardkarton. Je kan denken dat de basisstructuur goedkoop of zelfs waardeloos is, maar niks is minder waar. Sam Dillemans weet hier zijn materiaal naar zijn hand te zetten. Hij vecht met de tegendraadsheid waar hij van houdt. Penseel, doek, papier: hoe moeilijker ze het hem maken, hoe meer plezier hij beleeft aan het schilderen! “Doorgaan” is zijn leuze, maar hij weet ook exact te stoppen. Bijna niks, en daar is het...

Hier gebeurt iets belangrijks, wat vele kijkers terecht niet stoort wanneer ze werk zien van andere hedendaagse schilders, namelijk dat het 'beeld' vaak een 'bron' heeft dat herwerkt wordt: foto's, stills, bestaande kunstwerken. We leven nu eenmaal in een maatschappij waar beelden zo gemakkelijk opgeslagen en gebruikt kunnen worden dat de kans groot is dat elke kunstenaar zich laat verleiden ze naar zijn hand te leggen... Zo ook Luc Tuymans die zich bijzonder krachtig meester maakt van bestaande beelden die hij bovendien weet te “intellectualiseren”.

Geen spoor van “intellectualiseren” bij Dillemans. Hij vat feilloos het innerlijke van de geportretteerde en zet de tegendraadsheid van het basismateriaal van zijn subject naar zijn hand, op zulke wijze dan dit een klein akkoord wordt. Alsof je op een piano een melodietje speelt, enkele noten “somewhere over the rainbow” en dan op grandioze wijze een eigen versie van deze klassieke speelt, à la Toots Thielemans. Hier gebeurt hetzelfde. Dillemans vat het beeld in enkele lijnen en gaat dan zijn eigen weg...zijn toon, zijn kleur, zijn hand.

Ja, het is een genot portretten te schilderen en te balanceren tussen herkenning en puur schilderkunstig genot.

De tentoonstelling loopt tot 23 juni.

Jan SCHEIRS

Partager cet article
Repost0
21 juin 2013 5 21 /06 /juin /2013 02:11

 

DSC02431.JPG

Oude marketing van De Bezige Bij

Er was eens een tijd – het lijkt wel alsof er nu een sprookje ontspringt – toen een uitgever nog een uitgever was. Hij gaf dus simpelweg een boek uit zonder dat eerst een negatieve recensie diende te worden verbrand of een andere marketingtruc moest worden bedacht om de mediavrienden te bedienen. Bij een boek stak hij een hoffelijk kaartje, wellevend gesteld in de aftandse U-vorm ( jawel met hoofdletter):

Zeer geachte boekenvriend,

Wellicht stelt U er prijs op, van onze nieuwe uitgaven op de hoogte te worden gehouden. Mocht U nog geen kaartje als dit hebben ingevuld, dan kunt U dit nu doen. Het zal ons een genoegen zijn van Uw belangstelling goede nota te nemen.”

Ge diende uw naam, adres, woonplaats, leeftijd, geslacht en de titel van het boek waarin het kaartje stak in te vullen. Ik vond zo een kaartje in Nooit meer slapen van Willem Frederik Hermans. Het was te frankeren als briefkaart en terug te zenden aan Uitgeverij De Bezige Bij, van Miereveldstraat 1, Amsterdam-Z.

DSC02437.JPG

Nieuwe marketing van De Bezige Bij

 

De autarkische Hollander


In een van zijn meesterlijke columns die eveneens als een antropologische studie kan worden gelezen, wees Cees Nooteboom enkele decennia geleden op het hoog autarkische karakter van de Hollander. Met zijn sleurhut ook wel 'ker-ven' genoemd, trekt deze noordse broeder vanaf juni de jaarlijkse vakantietrek naar het Zuiden op gang. Voor zijn vertrek zingt deze dartele Bezige Bij het liedje Ik heb mijn wagen volgeladen. Wel niet met oude wijven. Om niet te ontheemden stouwt hij deze vol met onvervalste polderaardappelen, blikjes Unoxsoep, pakjes D.E.koffie, bollen Gouda, potten pindakaas, Gelderse rookworst, Goudse stroopwafels en enkele kratten Heineken. Stel u voor dat hij in Frankrijk bij Au Champs met rantsoeringsbons moet aanschuiven.

Natuurlijk gaat hij daar wel eens op restaurant. Met enkele zuinig opgedolven resten school-Frans in zijn zuiderzeese vuurtoren, aanhoort hij het menu die de dienster keurig en voor de zoveelste maal die dag aan een tafel komt opdreunen. Als entrée is een salade geen probleem want het woord komt gelukkig ook in het Engels voor. Dus deze hindernis wordt met de beate glimlach der gelukzaligen genomen. Pas bij de Mijotage du jour of Plat de résistance breekt hem het angstzweet uit. Er rest hem niets anders dan met een benepen hart en toegeknepen achternaam te nemen wat hij niet verstaat; bij voorkeur het laatste. Pas bij het dessert kan hij opnieuw opgelucht ademen want la mousse au chocolat lijkt verdacht veel op een chocolademousje. Dus een banale île flottante of nog erger een baba au rhum kan hij als een volleerde gastronoom afwijzen. Terug thuis zullen deze exquise culinaire uitspattingen worden naverteld.

Zijn stilaan van de reuma gekromde en belerende wijsvinger kan hij er helaas niet opsteken. Dat is natuurlijk anders in het geliefde Vlaanderen. Eens hij de Belgische grens oversteekt, zoekt hij tevergeefs naar een broodje kroket in een muur, vindt hij in Antwerpen een bolleke Koninck toch zo heerlijk Belgies en kan hij vooral de neiging niet onderdrukken om zoals een goedgemutste nonkel/oom pater uit onze Congo van weleer het kroezelige krullebolletje van ons Zuid-Nederlands te strelen. Telkens opnieuw overvalt hem de bekeringsijver van een missionaris en aanhoort hij ons ‘provincialistisch’ idioom als een dialect vol achterhaalde (wan)klanken. Het moet hem blijkbaar in de oren klinken zoals het Lingala voor een Scheutist heeft geklonken ten tijde van Leopold II, De Grote in zjn illustere Vrijstaat. Kortom, weg met die handel, weg met die achterlijkheid die dringend moet worden bijgeschaafd. Het is een vanzelfsprekendheid die hij deelt met de genetisch belaste Fransman die zijn LANGUE d’oil steevast tegenover les DIALECTES Occitans weet te plaatsen. Pourquoi le monde ne parle-t-il pas le Français…

Van onze Noorderling is dit overigens heel begrijpelijk. Want gelet op zijn autarkische geaardheid en vooral met Je maintiendrai als wapenspreuk moet zijn couleur locale ook hier stand houden. Niet verwonderlijk dat Albert Heijn ons heel recent kwam zegenen met boven-de-Moerdijkse dingen die hem en ons allen ontbreken. Handig overigens want nu moet ik niet over de grens om er met een gepikte/gejatte wietpas aan te kopen. Ik moet eerlijk toegeven dat ik gek ben op zoute drop van Venco, Amsterdamse Ossenworst en vooral op gerookte paling. Deze laatste lekkernij is voor mij alle denkbare sterren van de Guide Michelin waard. Stroop ze, beste broeder, blijf ze dus stropen en roken…


De Neder-Vlaming


Zullen we voor anderstaligen ons laagland van nieuwe faciliteiten voorzien? We zijn ermee vertrouwd dank zij de vele generaties Beulemansen en Kakebroeken (dixit Jules Destrée). Zeg maar de aangepaste Flamand de service te vergelijken met de 'évolué' tijdens onze koloniale tijden.

Om er toch maar bij te horen is er – weliswaar onder een andere vorm – een nieuwe ‘évolué of aangepaste’ opgedoken: de Neder-Vlaming. Hij is aandoenlijk gutturaal en hij schrijft in een oranje kilt. Dit kokette kledingsstuk is veel handiger en sneller ook wanneer hij zijn broek moet afstropen. (1) Syfilis, al eeuwen een niet-kerkelijke aandoening kent vele stadia. Om het op te lopen moet ge eveneens uw broek laten zakken. De zucht naar roem, in dit geval de literaire (samen met de centjes natuurlijk) is hiermee te vergelijken.

Literaire erkenning van blijvende betekenis verkrijgt men alleen wanneer men weigert te doen wat uitgevers willen, weigert te schrijven wat het publiek wil, weigert aan de heersende smaak te voldoen, weigert om maatwerk te leveren.” (Lafcadio Hearn)

En zij die over deze anderstalige redacties, het collaborerende establishment, de collusie met de media en bevriende fondsen nog maar een kleine vraag durven stellen, worden meteen de nodige ezelsoren aangenaaid en als een gefrusteerde, oubollige, jaloerse, rancuneuse, zonder aangepast artistiek bevattingsvermogen in het verdomhoekje geplaatst. Altijd opnieuw kan men dezelfde argumenten in de replieken lezen.

Ach, ach, ach. Het zal me een Amsterdamse Ossenworst wezen…

Frank DE VOS

 

  1. http://mededelingen.over-blog.com/article-gelukkig-zijn-we-meertalig-117066497.html

Partager cet article
Repost0
20 juin 2013 4 20 /06 /juin /2013 04:51

 

LIREjuin

De jongste aflevering van het maandblad Lire focust op Oscar Wilde (1854-1900). Ontgoochelend. Veel heb ik er niet aan gehad: het gaat meer om zo'n ABC voor beginnelingen. Je vindt er alle gemeenplaatsen over “dear Oscar” in terug – en ook de illustraties vallen nogal pover uit. Jammer dat Wilde nog altijd vastgeprikt wordt op een aantal (inderdaad trefzekere) “oneliners”. De ongemene rijkdom van zijn oeuvre blijft eens te meer onderbelicht.

Enig positief punt: ik ging spontaan even grasduinen in mijn meterslange collectie wildeana en herlas de treffende herinneringen van André Gide en beschouwingen over het De profundis, geïllustreerd met een anonieme heliogravure.

GideWilde.jpg

André Gide, Oscar Wilde, Paris, Mercure de France, 1926, zesde druk, 75 p.

WildeHELIOgide.jpg*

Verder in Lire, o.m. een gesprek met Robert Littell.

Lire is een uitgave van Groupe Express-Roularta.

Henri-Floris JESPERS

Lire, juin 2013, ill., 101 p., ill., 5,90 €. In de betere krantenwinkels.

Partager cet article
Repost0
19 juin 2013 3 19 /06 /juin /2013 13:46

 

BonjourOstende.jpg

Sinds 15 juni loopt de tentoonstelling 'Oostende in de internationale kunst'. 'Bonjour Ostende' toont chronologisch schilderijen en gravures van binnen- en buitenlandse kunstenaars: James Ensor, Léon Spilliaert, Jean Brusselmans, Gust De Smet, Constant Permeke en Jan De Clerck, William Finch, Erich Heckel, Edouard Pignon, Leo Gestel; Felix Nussbaum en Heinrich Campendonck.

De titel van de tentoonstelling – 'Bonjour Ostende' refereert aan het betoverende olieverfschilderij van Floris Jespers uit 1927, tevens het beeld van deze tentoonstelling.

'Bonjour Ostende'. Venetiaanse Gaanderijen, Hoek Zeedijk/Parijsstraat, 8400 Oostende. Van 15 juni tot 15 september. Dagelijks van 14 tot 18 uur. OP zondag: van 10 tot 12 en van 14 tot 28 uur.

BOUDENSpalermoVanHove 

'Collages & sculpturen.' De sterke tentoonstelling van Luc Boudens is nog enkele dagen te bezoeken: finissage op zaterdag 22 en zondag 23 juni vanaf 15 u, in aanwezigheid van de kunstenaar.

Andrés van Hove Gallery, Pourbustraat 3B, 2000 Antwerpen.

Invitation-G58---De-Nieuwe-Vlaamse-School-copie-1.jpg

Bij Galerie Callewaert-Vanlangendonck wordt gefocust op G58 & De Nieuwe Vlaamse School, (nu broederlijk verenigd, terwijl De Nieuwe Vlaamse School als tegenhanger van G58 opgericht werd; de tijd heelt zo niet alle dan toch wel vele wonden...) met werk van Guy Vandenbranden, Paul van Hoeydonck, Jef Verheyen, Mark Verstockt, Pol Mara, Wybrand Ganzevoort, Cel Overberghe, Jozef Peeters & René Guiette.

'58 An international avant-garde'. Callewaert-Vanlangendonck, Wolstraat 21, 2000 Antwerpen. Opening op 27 juni van 19 tot 23 uur. Tot 14 september. Van woensdag tot zaterdag, van 13 tot 18 u.

STAS.jpg

Ik ben zeer benieuwd naar het recente werk van collagist en schrijver André Stas dat vanaf 29 dezer in De Zwarte Panter getoond wordt. Zijn eerste persoonlijke tentoonstelling vond plaats in Luik (1970). Door zijn omgang met de onvergetelijke André Blavier werd hij ingewijd in de 'Patafysica en ging hij deel uitmaken van de Belgische neo-surrealistische groep.

'La marge à suivre'. Galerie De Zwarte Panter, Hoogstraat 70-74, 2000 Antwerpen. Vernissage op 28 juni 2013 van 18 tot 22 u. Donderdag, vrijdag, zaterdag, zondag van 12u30 tot 18. De tentoonstelling loopt t.e.m. 1 september.

Henri-Floris JESPERS

Partager cet article
Repost0
19 juin 2013 3 19 /06 /juin /2013 08:00

 

Jan-Wyn--foto-Bert-Bevers-.JPG

Foto: Bert Bevers


Zie: www.detafelvan1.blogspot.com

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche