Wegens een lange afwezigheid de heibel rond het schilderij van Luc Tuymans gemist. Maar weer in het land blijft de goesting plakken ook mijn mening in de verbale arena los te laten.
Rond de afkomst van de Engelsman Charlie Chaplin bestaan veel onzekerheden. Zeker is evenwel dat hij het circusleven van kindsbeen af kende, en na zijn emigratie naar Amerika emplooi vond bij vaudevilletheaters, alvorens naar Hollywood te verkassen en van daaruit internationale faam te verwerven. Die hij te danken heeft aan een sterk sociale ingesteldheid en in de eerste plaats aan zijn leermeesters, de oudere clowns. Hij maakte van hun grappen sterkere versies. Neem bijvoorbeeld het hoofddeksel. De pet staat symbool voor de arme, de hoge hoed voor de rijke en de bolhoed voor de mens die zich rijker wil voordoen dan hij is. Chaplin heeft de bolhoed verwerkt in zijn typetje. Niemand echter heeft ooit gezegd dat Chaplin de bolhoed als symbool gestolen heeft van zijn voorgangers. En Chaplin had er evenmin bezwaar tegen dat Laurel en Hardy ook een bolhoed droegen, én zich, net als hij, rijker voordeden dan ze waren.
Niet onbelangrijk, om even bij de bolhoed te blijven, is dat het hoofddeksel vaak terugkomt in het werk van René Magritte. Ook hij was afkomstig uit een arme familie, die zich opgewerkt heeft… van pet tot bolhoed. Zijn afkomst is Magritte nooit vergeten. Ook niet nadat hij wereldberoemd was geworden. In geen werk van hem is een hoge hoed te vinden.
Charlie Chaplin was dus geen dief maar een volgeling, met een eigen cachet. Wat ook geldt voor popart-kunstenaar Andy Warhol. Had hij van het soepblik geen schilderij en zeefdruk gemaakt… een mens die nooit een voet in Amerika heeft gezet wist van het bestaan van Campbell Soup Company. En de wereldfaam van Marilyn Monroe heeft ze onder meer te danken aan een opwaaiende zomerjurk en haar boezem, maar evengoed aan het schilderij dat Warhol van haar heeft gemaakt, geënt op een bestaande foto. Zoals hij voor veel personages van een foto vertrok. Om een tweede, treffend voorbeeld te noemen: Jacqueline Lee Bouvier, de vrouw van president Kennedy. Zonder Warhols artistieke aandeel was zij een prominente margefiguur geweest en gebleven. Wereldfaam is in grote mate dank en eer verschuldigd aan de verheerlijking van mensen, voorwerpen en toestanden door kunstenaars.
Dat fotografe Katrijn Van Giel Luc Tuymans voor de rechter sleepte is vanuit artistiek standpunt gezien bijzonder dwaas en getuigt van weinig kennis over de kunstgeschiedenis. Eigenlijk zou zij het als een eer moeten beschouwen dat Tuymans een foto van haar getransformeerd heeft. Dat het enkel een parodie is, zoals hij na de veroordeling verklaarde, is dan weer niet zo slim van Tuymans. Beter ware geweest had hij gezegd dat na de foto, het schilderij een nieuwe stap is om de angst van een politicus [om zijn positie en job] te accentueren. Het schilderij doet dat veel sterker dan de foto. En hij had op z’n minst de fotografe een briefje kunnen sturen. Als hij had geschreven hoe mooi hij haar foto vond en dat hij het wilde ‘verschilderen’, dan was zij – naar het model van wat de moderne morele mens is – niet naar een wetswinkel gehold maar naar een wijnhandel.
Overigens ben ik van mening dat het auteursrecht, zoals het in wetten en regels vastgelegd werd, totaal versleten is. Al bezig is het gewicht van een dode te krijgen. Dat weet een auteursrechtenbureau als Sabam maar al te goed. Niet toevallig dat deze omstreden club de laatste jaren aan sponsoring van culturele initiatieven doet. Waarom? Om de kritiek bij organisatoren en kunstenaars die een tiental jaar ontstond de mond te snoeren. De schijn te verwekken dat het werkelijk met de rechten van de kunstenaar begaan is.
Deze mening gaat over de heibel rond het foto/schilderij van Van Giel/Tuymans, laat dat duidelijk zijn. Van het artistiek werk van Katrijn Van Giel krijg ik het niet warm. Maar ook niet van dat van Luc Tuymans, langs welke kant ik het ook bekijk. Maar los daarvan en om te eindigen op geen parodie, maar op een variant van een uitspraak van Voltaire: Ik verafschuw wat u schildert, maar ik zal uw recht om naar uw hand te schilderen met mijn leven verdedigen.
Guido LAUWAERT