Over de dichter Ben Klein hangt, laten we zeggen, een waas van geheimzinnigheid. Ik ontmoette hem (al ken ik zijn naam en werk reeds jaren) zaterdagmiddag jongstleden pas voor het eerst persoonlijk, in het Fakkeltheater aan de Reyndersstraat in Antwerpen. Ik babbelde samen met de dichter Wim Persoon met hem. Klein (geboren als Frans De Wispelaere, zoveel is zeker) is, zei hij zelf, ondertussen 83. In de bloemlezing Tussen pijn en puin verdwenen (Manteau, 1966) staat vermeld dat hij in 1926 in Stettin, in Polen, is geboren. De website Schrijversgewijs houdt het op 13 juni 1928, ook in Stettin.
De biografische gegevens in Gedicht en grafiek 58 (een nummer van De Tafelronde) vermelden: Geboren 13.6.24, was achtereenvolgens hoeveknecht, boekverkoper, betaald voetballer en bediende, thans opsteller. Die in Gedicht en grafiek 59 (wederom van De Tafelronde) dan weer: Sinds 1929 onderweg.Reine pohesie, kruiste gongora prévert jouve cendrars en mallarmé, rupert, oscilliie. Slecht karakter. Agressief. Houdt toch van katten. Vrouwen. Droomt van 1 roman. [sic]
Er doen ook verhalen de ronde dat hij geboren zou zijn in Glasgow, Londen en Riga. Op een aan hem gewijde blog wordt 1929 als geboortejaar vermeld, sine loco. Toch (zo leerde navraag her en der) schijnt de correcte geboortedatum 13 juni 1928 te zijn. Waardoor hij geen 83, maar 84 zou zijn. Vermits het zaterdag 1 juni was zou hij dientengevolge binnenkort 85 worden.
Hoe het ook zij: Wim Persoon, wees me op de boeiende wijze waarop Klein in de poëzie verzeild raakte. “Vertel het nog eens, Ben,” zei hij. Waarop de nog immer kwieke auteur me zei dat hij eigenlijk via het voetbal verder geïnteresseerd raakte in de schone letteren. “Ik speelde in de jeugd bij Beerschot, nog samen met Rik Coppens zelfs. Daar haalde ik het eerste elftal niet, maar toen ik in militaire dienst zat, werd ik geselecteerd voor het Belgische militaire elftal, in 1949 zal dat geweest zijn. We speelden toen, in Frankrijk, tegen de Franse militaire ploeg. Het werd 2-2, en ik maakte beide doelpunten. Daardoor trok ik de aandacht van Valenciennes FC, dat me inlijfde. Ik was daar twee jaar en een half profvoetballer.” Klein was (in een tijd dat de aanval nog uit vijf man bestond) linksbinnen, later linkshalf.
“Ik had al wel gedichten geschreven, maar ik kwam pas toen in contact met de moderne Franse poëzie, van Tzara en van Apollinaire,” zei hij. “We moesten lange busreizen maken voor de uitwedstrijden, en terwijl mijn ploeggenoten tijdens die ritten aan het pokeren sloegen, verslond ik de literaire tijdschriften die ik in Frankrijk leerde kennen.”
Op de vraag of hij na terugkomst uit Valenciennes FC was gestopt met voetballen, antwoordde hij: “Nee, ik heb toen nog bij SK Berlare gespeeld, in Eerste Provinciale.” Natuurlijk heb ik mijn best gedaan om uit te vinden of er op het wereldwijde web iets te vinden was van die 2-2 tegen Frankrijk, en of er op de website van Valenciennes nog iets te traceren valt van zijn verblijf aldaar. Zonder resultaat. Wel staat vast (zoiets zeg je niet zomaar, als je je dat niet herinnert) dat SK Berlare in de seizoenen 1951-1952, 1952-1953 en 1953-1954 (in dat laatste seizoen degradeerde de club) inderdaad in Eerste Provinciale uitkwam. In ieder geval is hij ook wel degelijk opsteller geweest (bij het OCMW in Antwerpen).
Soit. Veel onduidelijkheid, maar toch ook de zekerheid dat Ben Klein 13 juni met zijn verjaardag gefeliciteerd mag worden. De hoeveelste dat dan ook moge zijn….
Bert BEVERS