Yvonne Mesotten onthult de koehi. Gie Colin assisteert.
Het Japanse woord ‘hai–koe’ betekent ‘grappig, luchtig, speels – vers’. Het tweede lid, ‘koe’, komt terug in het woord ‘koe–hi’, dat door Bart Mesotten in zijn Haikoe-boek (DNB/Pelckmans, 1986, p. 206) als volgt omschreven wordt:
Een koehi is een vertikaal opstaande natuursteen (hi) met op één zijde een gebeitelde haikoe, waarbij de laatste lettergreep van dit woord staat voor het geheel. Het is dus een ‘haikoesteen’.
Op het internet vind je, met enige moeite, volgende toelichting bij deze poëzie-stenen of literaire monumenten (1):
A haiku stone or kuhi is usually a natural stone, on which the text of a famous haiku has been carved. The stone is often placed at the location where the haiku was supposedly written, or to which the short poem refers. The stone can be old, for example dating back to the Edo period, or just a few years young. The custom of placing 'literature stones' is still alive and well in Japan, and one often finds them in temple or shrine grounds, parks and along solitary paths.
*
Bart Mesottens nicht Iene Mesotten had al geruime tijd het plan opgevat om hem naar aanleiding van zijn 90ste verjaardag een in steen gekapte haikoe te schenken. Mesotten overleed een viertal maanden voor die verjaardag maar het plan werd alsnog gerealiseerd door een vier leden tellend initiatief-comité (2), zij het dan als een postuum eerbetoon.
Op zaterdag 27 april 2013 werd in het abtskwartier van de abdij van Averbode een academische zitting gehouden, tijdens welke een aantal sprekers hulde brachten aan de overleden leraar, taalminnaar, essayist-columnist, dichter, lexicograaf én haikoe-promotor par excellence die Bart Mesotten was – “de vader van de Vlaamse haiku”, zoals Europees president Herman Van Rompuy hem bij zijn overlijden noemde. Onder de talrijke aanwezigen o.m.: Clara Haesaert (mede-oprichtster van het Haikoe-centrum Vlaanderen en meter van het tijdschrift Vuursteen), prof. em. dr. Jacqes De Bie, en auteur, tekstschrijver en oud-radiopresentator Louis Verbeeck.
*
Gie Colin, neef van Mesotten en secretaris-organisator van de viering en onthulling van de gedenksteen, haalde tijdens zijn verwelkoming van het publiek ook kort enkele persoonlijke herinneringen op aan zijn ‘heeroom’. In verband met de sponsoring van de haikoe-steen en in de context van Mesottens leraarsschap stelde hij vast:
Dat Bart bij [“heel wat oud-leerlingen uit het Sint-Michielscollege van Brasschaat”] een onvergetelijke positieve indruk heeft nagelaten bewijst het feit dat nog zestien overgebleven oud-studenten van het retoricajaar 1963 samen gelegd hebben voor deze steen. Zelfs uit Ontario, Canada, kregen we een inschrijving. Hier en daar vernam ik een anekdote, zoals dat Bart de helft van zijn godsdienstlessen blijkbaar besteedde aan goede tafelmanieren. Hij wilde van zijn leerlingen ‘Fayat-boys avant-la-lettre’ maken.
*
Jos Wouters o.praem., abt van Averbode, verwees in zijn openingstoespraak naar Mesottens haikoe-reeks ‘De oude pater’ (3), een cyclus ontstaan na ruim zestig jaar werkzaamheid van de dichter buiten de abdijmuren en zijn terugkeer naar het 'moederhuis'. Vanuit die cyclus releveerde abt Wouters enkele krachtlijnen in leven en werk van Mesotten:
[...]de soepelheid van geest die Bart toonde, zijn vermogen om dingen te zien en te smaken en de grondtoon van dankbaarheid die in zijn leven doorklonk. [...]
Een andere sterke lijn is humor en relativeringsvermogen. Het is echte humor, mild, maar zonder zichzelf te ontzien. Steeds is er een vleugje zelfspot bij. Eerlijk, maar niet verbeten. Helder, nooit fanatiek. Hij gunde zichzelf en anderen de ruimte om te zoeken en te twijfelen. Het was geen kwestie van zekerheden, maar veeleer een intuïtie van een immer aanwezig mysterie dat oplicht in de dingen, in zichzelf, in contacten met anderen en in het reilen en zeilen van de abdijgemeenschap. [...]
Bart de oude pater? Ja en neen, want een evenwichtige en gerijpte persoonlijkheid bewaart het contact met de tijdsgeest, met andere mensen, andere gedachtenuniversa en is, in die zin, ook echt jong en jeugdig. En zo was de oude pater ook echt en helemaal bij de tijd, met een onbevangenheid die velen zou doen blozen. Een trekje dat je ook terugvindt bij een gelukkig kind.
*
Vervolgens haalde neef Armand Mesotten ontroerende en vaak plezierige herinneringen op aan de man die hij “mijn grote vriend” noemde. Over de jeugdjaren:
Bart was zeven jaar ouder dan ik en daarom had ik weinig contact met hem.Ik bewonderde hem want hij had zeven jaar voorsprong op mij. Hij was een bolleboos. Op zijn veertiende speelde hij al orgel in de dorpskerk tijdens de dagelijkse H. Mis. Hij was slimmer dan ik, kon rapper fietsen dan ik, kon beter pianospelen dan ik en later, toen hij zich in de abdij van Averbode voorbereidde op het priesterschap, besefte ik dat hij ook braver was dan ik.
[En over latere ontmoetingen:]
Wij haalden herinneringen op aan ons geboortedorp en de oude dorpsfiguren. Hij kon daar hartelijk om lachen. Hij vertelde de anekdote hoe hij als jonge pater vol trots zijn eerste dichtbundel aan zijn moeder gaf. Deze nam het boek plechtig aan en sprak deze historische woorden in het plat Diepenbeeks dialect : “Het is e sjoen bukske, iech zal het obbe sjouw legge en as iech tèèd hub zal iech er aof en touw ins ein blaoren.”
Zo blijf je met je twee voeten op de grond, lachte hij.
*
Japanoloog Willy Vande Walle (KU Leuven) schetste Mesottens 'carrière' als haikoe-dichter én promotor van deze Japanse dichtvorm in Vlaanderen, o.m. als voorzitter van het Haikoe-centrum Vlaanderen en later hoofdredacteur van het tijdschrift Vuursteen, of als bezieler van de Vlaams-Nederlandse haikoe-ontmoetingsdagen. Sprekend over de aanvankelijke belangstelling van de jonge Mesotten voor (wereld-) poëzie in het algemeen, noteerde Vande Walle:
Zijn verkenningen brachten hem ook in contact met de Japanse poëzie, meer bepaald de korte variant ervan. Die vond hij in overvloed in de vierdelige studie over haiku van Reginald Horace Blyth. Blyth, die lange tijd privéleraar was van de huidige keizer, toen nog kroonprins Akihito, had de seizoenen als leidraad gekozen voor een selectie van meer dan 3000 klassieke Japanse verzen.Dit werd een belangrijke bron voor Barts inzichten over haiku, maar hij heeft dit voorbeeld ook ruimschoots weten te overstijgen en achter zich te laten.
Over Mesottens rol als mentor citeerde Willy Vande Walle zijn collega prof. em. dr. Karel Hellemans (KU Leuven):
"Het volstaat te kijken naar de vele voordrachtgevers en essayisten, maar vooral dichters die het aandurfden met zijn aanmoediging en steun teksten te schrijven en te debiteren. Hij vormde als het ware, zonder het zelf volledig te beseffen, een school van dichters en essayisten."
[in: Vuursteen, jrg. 33 nr. 1, lente 2013, p. 6 (4)]
Professor Vande Walle vermeldde uiteraard die schitterende bekroning van Mesotttens haikoe-werk – een ceremonie die blijkbaar ver strekkende gevolgen heeft en dus nog meer tot mijn verbeelding blijft spreken:
Zijn roemrijkste moment als haikudichter beleefde Bart toen hem in 2000 de prestigieuze Masaoka Shiki International Haiku Award werd toegekend [...] waarvoor hij naar de Japanse stad Matsuyama, de geboortestad van Masaoka Shiki, reisde. Als lid van de jury kon ik de uitreiking van op de eerste rij bijwonen. Bart was een van de vijf laureaten: de anderen waren de Franse dichter Yves Bonnefoy, de Amerikaanse haikudichter Robert Spies, de Chinese haikudichter Li Mang en de Japanse haikudichter Sato Kazuo. Het was een indrukwekkende ceremonie, verslagen door de schrijvende en beeldende pers van Japan. Daar stond Bart dan, tussen vertegenwoordigers van grote taalgebieden: het Franse, het Engelse, het Chinese, het Japanse. Hij heeft toen het kleine Nederlandse taalgebied met kracht en welsprekendheid op de wereldkaart gezet. Een betere erkenning van zijn werk kon hij zich niet wensen. Het mespuntje roem waar hij in een haiku om vraagt heeft hij dan toch gekregen. Meer dan dat. [...] Japan ontdekte het Nederlands als belangrijke haiku-taal voor het eerst in 2000 met Barts Shiki prijs, voor de tweede maal door de publicatie van Herman Van Rompuys haikubundel in 2010. Dit heeft zeker tot een grotere erkenning (indien niet een betere kennis) van het Nederlands in het buitenland geleid. Ook daaraan heeft Bart dus een wezenlijke bijdrage geleverd.
*
Gaston Durnez, die de haikoe ooit "dat bouillonblokje van amper zeventien lettergrepen" noemde, was lid van de informele sociëteit 'Emmaüs' waartoe o.m. ook Bart Mesotten en dr. Sylvester Lamberigts (theoloog en exegeet) behoorden – een groepje dat mij onwillekeurig herinnert aan de 'Inklings', de Engelse discussiegroep waar o.a. Tolkien père et fils en C.S. Lewis deel van uitmaakten.
Het was niet de eerste keer dat ik het genoegen had te luisteren naar deze geestige, steeds boeiende want scherp- en diepzinnige oud-journalist en essayist. Geïnspireerd door de reeks 'De oude pater' memoreerde Durnez 'momentopnamen' van een recente (de laatste?) uitstap met Mesotten in korte, haikoe-achtige fragmenten met enkele schalkse flitsen maar waarin een ontroerende weemoed en een oprecht verdriet de boventoon voerden.
*
De laatste spreker, letterkapper JosGeusens (4), lichtte zijn werkwijze toe:
Wanneer ik een tekst in steen beitel vind ik het belangrijk dat de inhoud van de tekst, de vormgeving van letters en steen en de plaats waar de steen staat, verbonden zijn met elkaar. Als al die elementen van inhoud, vorm en locatie goed zitten, dan ontstaat er iets nieuws dat er voordien niet was. [...]
De lettertekens op de kuhi’s in Japan zijn altijd kalligrafisch en daarom wou ik dat element van handwerk ook in de vorm van de letters voor deze steen laten zien. [...]
Ten slotte nog een woordje over de vorm van steen. De haiku’s op de Japanse kuhi’s staan op verticale stenen. Dat is logisch omdat het Japans verticaal leest. We hadden graag die Japanse traditie willen volgen, maar omdat ons schrift horizontaal loopt, hebben we ten slotte gekozen voor een gelijklopende steen.
De letterbeeldhouwer motiveerde eveneens de keuze van de gebeitelde tekst:
Dit is de haiku die wij kozen:
Wij schuiven voorbij
De bomen en de muren
krijgen andere mensen
[Bart] schreef de haiku die wij kozen, denkend aan de abdij, aan het kerkhof dat zijn laatste rustplaats zou zijn.
*
Na de herdenkingstoespraken volgde, op een grasveldje naast de begraafplaats van de paters, de ingetogen onthulling van de koehi door Barts jongste zus Yvonne Mesotten, en werd de oorkonde met de lijst van intekenaars-sponsors door Jos Geusens in een cilinder op de sokkel van de steen opgeborgen en vergrendeld.
Een koehi voor Bart Mesotten
De afsluitende receptie bood mij de gelegenheid aan professor Willy Vande Walle een probleem voor te leggen dat mij al lang intrigeerde: in enkele publicaties wordt – soms met grote stelligheid – beweerd dat in Japan een straat naar Mesotten vernoemd is/zou zijn, wat me altijd wel bijzonder vreemd en merkwaardig leek in een land waar hodoniemen heel zeldzaam zijn. De Leuvense japanoloog bleek inderdaad niets af te weten van zo'n straatnaam en trok het bestaan ervan des te meer in twijfel omdat de schaarse Japanse hodoniemen veeleer van toponymisch-topografische aard zijn.
*
Inderdaad: "Wij schuiven voorbij". Maar af en toe rest ons de troost van een steen, van een blad, van een boek. En van dankbare herinneringen.
Luc PAY
(1) http://groups.yahoo.com/group/happyhaiku/message/454
(2) Dit comité bestond uit: japanoloog en voorzitter van het Haikoe-Centrum Vlaanderen prof. dr. Willy Vande Walle (KU Leuven), Bart Mesottens neven Armand Mesotten en Gie Colin, en zijn nicht Iene Mesotten.
(3) Zie Mesottens laatste boek Reliqua (Halewijn, 2012, p. 93 e.v.), dat op deze blog besproken werd (http://mededelingen.over-blog.com/article-bart-mesotten-haikoes-ramayana-en-etymologische-verkenningen-109915300.html).
(4) In het tijdschrift Vuursteen (jrg. 33 nr. 1, lente 2013) verschenen drie in memoriams: van de hand van Willy Vande Walle (p. 1-4), Karel Hellemans (p. 5-7) en Clara Haesaert (p. 9-10).
Ik verwijs ook graag naar http://www.wijzerweb.be/geusens.html, de website van letterkapper Jos Geusens, waar erg boeiende, wetenschappelijke toelichtingen te vinden zijn over zonnewijzers.
Tot slot: wellicht valt (ook) in deze bijdrage de orthografische inconsequentie op van 'haiku' naast 'haikoe'. De officiële spelling mag dan wel 'haiku' zijn, ik volg Mesotten resoluut in zijn argumentatie ten gunste van 'haikoe' (zie http://users.skynet.be/bk244272/Gedichten/06Haikoe/spelling.htm).