Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
24 octobre 2008 5 24 /10 /octobre /2008 06:34

Het album van de Larense patriciersdichter Roosje van Lelyveld (1896-1976) dook pas vorig op. Roosje woonde in Laren in de villa ‘Rozenhoeve’ waar haar ouders met grote regelmaat gasten ontvingen. Deze gasten, veelal afkomstig uit artistieke kringen, vereerden Roosje met een notitie, een tekening, een gedicht of iets dergelijks in haar album.

In M, het maandblad van NRC Handelsblad, wijdde Lien Heyting een lang artikel aan dit uniek kunst- en literair-historisch object, dat tot 22 maart getoond wordt in het Singer Museum te Laren.

De Stichting Singer Memorial Foundation werd opgericht in 1954 op initiatief van mw. Anna Spencer-Brugh, de weduwe van de Amerikaanse impressionistische schilder William Henry Singer Jr. (1868-1943). De stichting beheert de nalatenschap van het echtpaar Singer, bestaande uit een grote collectie kunstwerken, een museum, een theater en hun voormalige woonhuis met tuin, Villa De Wilde Zwanen.

Dank zij J. W. Henschen en Jos van Cann, die beiden zo vriendelijk waren mij op eigen initiatief een exemplaar van M toe te zenden, verneem ik het bestaan van blijkbaar belangrijke brieven van Floris Jespers aan Roosje van Lelyveld.

Eerst een summiere terugblik.

 *

Mijn overgrootvader, Emiel Lodewijk Martin Jespers (3 mei 1862 – 6 mei 1918) was een beeldhouwer die in de traditie van Carpeaux werkte. Door José Boyens werd hij getypeerd ‘als een uiterst bekwaam vakman, die, waar het pas gaf, zijn beelden wist te doordringen met dat vleugje tederheid en melancholie dat veel werk kenmerkt op het einde van een cultuurperiode’.

Emiel Jespers nam deel aan een hele rits internationale salons in Beieren, Frankrijk, Nederland, Spanje en de VS. Zijn temperament en levensstijl noopten hem tot voortdurende arbeid – al was zijn gezondheid zwak – en geen bestelling was hem te min. Hij stelde een paar keer tentoon samen met de schilder Evert Pieters (1856-1932), die na zijn opleiding aan de Antwerpse academie in contact bleef met kunstenaars uit de Scheldestad.

Toen Antwerpenaren in de zomer van 1914 hun door de Duitse legers bedreigde stad massaal ontvluchtten, werd het gezin Jespers gesplitst. Emiels vrouw en haar zwangere oudste dochter zochten hun toevlucht in Frankrijk, terwijl haar man met zijn zonen Oscar (1887-1970) en Floris (1889-1965), hun jongste zus Wiesa en de grote sint-bernardshond, gastvrij onderdak vonden bij Evert Pieters in Blaricum. Spoedig keerden ze terug naar huis.

*

Liene Heyting weet nu te melden dat uit de ‘lange en tedere’ brieven van Floris Jespers aan Roosje blijkt dat hij ‘in oktober 1914 weer naar Antwerpen was teruggekeerd’.

‘Niets, zelfs niet haar eigen dagboek, brengt ons zo dicht bij de jonge Roosje van Lelyveld als de brieven van Floris Jespers’, aldus Liene Heyting, die daar dieper op ingaat:

Jespers vertelt in zijn brieven aan Roosje uitvoerig over de ellendige toestand in het door de Duitsers bezette Antwerpen en over de vreselijke ravage die de bombardementen hebben aangericht. Hij wil niet ‘in de puinhopen blijven leven’, hij komt moeilijk tot werken, maar in november 1914 heeft hij toch een nieuw schilderij gemaakt, ‘een zicht op de daken met regen, dat komt wel met de stemming nu overeen.’ Steeds weer komt hij terug op de ‘schoone tijd bij mr. Pieters doorgebracht’. […] Zo memoreert hij een avond in het atelier van Evert Pieters die hij ‘zou kunnen schilderen’: ‘Mijn broer in den grooten stoel met het rugkussen, ik op de pianostoel, een tabouret in ’t midden met een kopje thee erop, en op de groote lange ateliersofa uzelfs, met donker kleed, en geribd velouren, vaal garancekleurig lijfje, de handen zaamgevouwen op de overeengelegde knieën en de haren als groote juffer opgedaan, in druk gesprek over schilders. Dien avond was voor mij heerlijk, veel te gauw voorbij.’

*

Enkele weken na de dood van zijn vader huwde Floris Jespers op 18 juni met Olympe Gardien, die net als hij in 1914 was gevlucht, waar ze tot medio 1915 in Bergen-op-Zoom verbleef. Ze hadden elkaar leren kennen in november 1915.

Het was mijn grootmoeder die tegenover mij af en toe geheimzinnig maar met veelzeggende blik gewag maakte van een ‘een meisje uit Holland’…

*

Liene Hyeting publiceert een portretschetsje door Floris Jespers (‘waarschijnlijk van de schilder Evert Pieters’), bij een brief aan Roosje. Het is gedateerd 24 oktober 1914 ‘in volle vitesse getekend in de trein naar Amsterdam / voor de lieve Jufvrouw Roosje van Lelyveld’.

Is het vermetel te stellen dat het schilderij gereproduceerd zonder enig commentaar als ‘Portret, 1914’ in de catalogus (p. 32) van de retrospectieve Floris Jespers in het PMMK te Oostende (2004-205) een portret van Evert Pieters is?

Henri-Floris JESPERS

Pol DE MONT, ‘Evert Pieters en Emiel Jespers’, in: De Vlaamsche School, nieuwe reeks VII, Antwerpen, 1894, p. 187.

J., ‘Uit Antwerpen’, in: Onze Kunst, XIV, Antwerpen, juli-december 1908, p. 252.

Paul VAN OSTAIJEN, ‘Emiel L.M. Jespers. Zijn leven – Zijn kunstenaarsloopbaan’, in: De Antwerpsche Courant, jg. IV, nr. 127, 12 mei 1918.

José BOYENS, Oscar Jespers, Antwerpen, Stichting Mercator Plantijn, 1982.

Henri-Floris JESPERS, ‘De onbekende voorouder’, in: Deus ex Machina. Driemaandelijks tijdschrift voor hedendaagse kunst, nr. 51, september 1989

Liene HEYTING, ‘Alles voor Roosje’, in: M, Het maandblad van NRC Handelsblad, oktober 2008, pp. 38-49.

Emiel Jespers (aan de piano) musicerend met Floris en Oscar (met snor), 1911

Partager cet article
Repost0
18 octobre 2008 6 18 /10 /octobre /2008 07:21


In december 1968 exposeerde Lily van Oost (1932-1997) als eerste in de nieuwe galerie De Zwarte Panter, op de hoek van de Oude Beurs en de Wisselstraat te Antwerpen. De opening werd “geheel in de sfeer van het jonge artistieke klimaat van de Scheldestad gehouden”, aldus Remi de Cnodder. Naast de inleiding van Paul Vaucaire (1918-1982)[1] werd er voor een muzikale omlijsting gezorgd door Wannes van de Velde en Flor Hermans.

In De Nieuwe Gazet onderstreepte Lode van Muylder dat Van Oost “weet wat schilderen is en dat is een niet te onderschatten kwaliteit”. De vlijtige en alomtegenwoordige criticus Remi de Cnodder (1919-1997) noteerde in Het Volk:

“De galerij De Zwarte Panter is een bescheiden ruimte, maar toch hebben de inrichters heel wat zorg besteed om er het kunstwerk onder behoorlijke voorwaarden voor te stellen, en zelfs waar de schilderijen van Van Oost felle kleuraccenten bevatten worden deze alleszins gaaf behouden in dit salon. Begrijpelijkerwijze leent de ruimte zich hier voornamelijk voor grafisch werk, omdat een keuze van schilderijen eerder te beperkt moet blijven. (…) Lily van Oost die als eerste exposante aan de beurt komt, bewijst hoe zij in haar kunst geleidelijk tot een zelfstandigheid komt. Zij weet thans heel wat meer uit de verfmaterie te halen, en ook haar vormgeving is persoonlijker en rijker geworden. Het is vooral emotie en droom die zij vermengt en waarbij de realiteit steeds verder van de uitbeelding komt te liggen. Onbetwistbaar is deze schilderes op de goede weg om een eigen artistieke wereld te scheppen.”

De naam van de, laten we zeggen kleurrijke voormalige zaak (die trouwens voor politionele aandacht zorgde…) werd gewoon overgenomen, omdat het toch maar om een voorlopig initiatief ging. Galeries komen en gaan, ook in Antwerpen. Niemand kon toen bevroeden dat De Zwarte Panter geschiedenis zou schrijven, ook initiatiefnemer Adriaan Raemdonck (°Pepingen, 16 oktober 1945) niet. Ik was aanwezig op de vernissage van Lily van Oost en kon ook niet voorspellen dat ik er nog tentoonstellingen van Albert Szukalski (1945-2000) en Wilfried Pas zou openen en vaker het woord zou voeren bij literaire manifestaties.

Dank zij de taaie inzet van Adriaan Raemdonck (en zijn bemiddelend talent, eigen aan de Weegschaal…) kan De Zwarte Panter nu na 40, jaar gehuldigd worden met een dubbeltentoonstelling. In de Koningin Fabiolazaal wordt een overzicht gebracht van de unieke zeefdrukaffiches en grafische edities van De Zwarte Panter (tot 30 november 2008), terwijl in het Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet kunsthistoricus Johan Pas een keuze toont uit het galeriearchief (vernissage op 29 oktober om 19 uur – tot 25 januari 2009).

HFJ

[1] Pseudoniem van Paul de Hasse, gewezen redactiesecretaris van Le Matin en journalist bij Le Soir. Paul Vaucaire was een doorgewinterde en schrandere kunstcriticus en literatuurkenner.

Partager cet article
Repost0
14 octobre 2008 2 14 /10 /octobre /2008 03:37

Alle 39 kunstenaars die vijftig jaar geleden deelgenomen hebben aan G58, het spraakmakende kunstevenement in het Hessenhuis te Antwerpen, zijn vertegenwoordigd in een expositie in het Museum Albert Van Dyck te Schilde. 

In het raam van deze tentoonstelling worden telkens op donderdag om 20 u lezingen gehouden. 

30 oktober: “G 58 en de fotografie” door Pool Andries

13 november: 'Het wit bij Walter Leblanc en Paul van Hoeydonck' door Tine D'hayere.

20 november: Rondetafelgesprek o.l.v. Johan Pas met o.a. Wybrand Ganzevoort, Jan Gloudemans, Cel Overberghe, Camiel Van Breedam en Paul van Hoeydonck.

4 december: 'Matièrekunst' door Peter De Laet.

14 december: Poëzie-optreden van Adriaan de Roover.

Museum Albert Van Dyck, Brasschaatsebaan 30, Schilde, van 4 oktober tot 14 december; dinsdag-vrijdag van 10 tot 17 u.; zaterdag, zondag en feestdagen 13 tot 17 u. Inkom gratis.

&

Op 29 november 2008, dag op dag 50 jaar na de opening van de G58 tentoonstelling, start de wintertentoonstelling van de Verbeke Foundation. Er wordt werk getoond van kunstenaars van de G58 beweging met werken uit de periode 1955-1958. In confrontatie met de groep G58 brengen we daarnaast jonge artiesten die ook vandaag in groepsverband naar buiten treden.

Daarnaast besteden we in de collage-afdeling ruimte voor de weinig gekende collagetentoonstelling CIAFMA die in 1959 eveneens in het Hessenhuis plaats heeft gehad. Deelnemers van deze tentoonstelling zijn uiteraard goed vertegenwoordigd in de vaste collectie collages van de Verbeke Foundation. Enkele namen: Paul Joostens, E.L.T. Mesens, Robert Geenens, Lyne Ducerf, Georges Mariën, Wout Hoeboer, Max Bucaille.

Zowel de overzichtstentoonstelling G58 als de collagetentoonstelling G59 lopen van 29 november.2008 tot 24 mei 2009.

Door G58 werd in het Hessenhuis in Antwerpen een tentoonstelling georganiseerd met als thema kinetische kunst, welke als titel had Vision in Motion. Medebezieler van deze tentoonstelling was Paul Van Hoeydonck.

In de tentoonstelling Vision in motion - Motion in Vision van de Verbeke Foundation is "in space man" te zien die in confrontatie gebracht werd met een hedendaagse kunstenaar Geoffrey De Beer, die een esthetisch onderzoek voert naar de beeldende kunst van 50 jaar geleden. Paul Van Hoeydonck was de archeoloog van de toekomst en Geoffrey De Beer werkt retroactief 50 jaar terug.

Deze twee werken vormen tevens de nieuwe start voor de tentoonstelling voor deze winter, die zal handelen over de eerst tentoonstelling van G58 en de tweede specifieke collagetentoonstelling uit 1952, destijds allebei in het Hessenhuis doorgegaan.

Verbeke Foundation, Westakker, 9190 Kemzeke (Stekene)

Openingsuren: donderdag t.e.m. zondag, van 11 tot 18 uur.

info@verbekefoundation.com
Tel +32 (0)3/789.22.07

Fax +32 (0)3/789.15.13

www.verbekefoundation.com

Partager cet article
Repost0
5 octobre 2008 7 05 /10 /octobre /2008 22:50


Van zaterdag 18 oktober tot en met 9 november neemt Pieter Fannes aan de groepstentoonstelling "schetsen" in Printgallery te Antwerpen deel. Hij toont een selectie jazztekeningen die gebaseerd zijn op live-schetsen van de muzikanten op Gent Jazz en Jazz Middelheim. Een aantal schetsen kunnen alvast bekeken worden op users.skynet.be/pieterfannes, maar voor het echte werk zal je toch moeten afzakken naar de tentoonstelling.

Print Gallery, Muntstraat 8, Antwerpen. Openingsuren: donderdag op afspraak, vrijdag van 13 tot 18u, zaterdag en zondag van 11 tot 18u. Tijdens de tentoonstelling zijn er ook prints van de tekeningen te koop.
Voor meer info kan je surfen naar www.printgallery.be




Partager cet article
Repost0
3 octobre 2008 5 03 /10 /octobre /2008 22:38

Om de waarde van het funerair erfgoed te accentueren organiseert Epitaaf vzw rondleidingen op enkele uiterst waardevolle Brusselse begraafplaatsen. Deze rondleidingen, die voorzien zijn in het Nederlands én in het Frans, zijn uitgewerkt door leden van deze vereniging van Funeraire archeologie.

Praktisch: afspraak toegang begraafplaats, 3 €, kinderen gratis tot 13 jaar

 

Art nouveau op de begraafplaats van Brussel (Kerkhof van Brussellaan, Evere)

26 oktober 2008, 14.00.u

 

Lang werd verondersteld dat de art nouveau te frivool en werelds was voor funeraire toepassingen.

Een wandeling op de begraafplaats van Brussel (Evere) langs art nouveau grafmonumenten bewijst het tegendeel. De art nouveau kwam er voor het eerst aan bod in 1897 in het monument van dokter De Walsche naar een ontwerp van architect Louis S’Jonghers en ontketende een ware golf van art nouveau graftekens. De florale art nouveau wordt dankbaar aangegrepen en gekoppeld aan de funeraire symboliek. Een hoogtepunt op de wandeling is het monument van de familie Verheven (1911) naar ontwerp van architect Victor Horta.

Begeleiding: Marcel Celis en Linda Van Santvoort

De oude begraafplaats van Ukkel (Dieweg, Ukkel)

2 november 2008, 14.00.u

De oude begraafplaats van Ukkel is één van de, zoniet dé charmantste dodenakker van Brussel. Ze werd precies een halve eeuw gesloten en is inmiddels beschermd als landschap. Dat neemt niet weg dat de funeraire architectuur er in een ongelijke strijd verwikkeld is met de overwoekerende natuur. Naast graven van voorname bankiersfamilies als de Allards, de Errera's of de Lamberts, de omstreden politicus Charles Woeste of de striplegende Hergé, maakt het lagergelegen joodse gedeelte een bezoek aan Dieweg méér dan de moeite waard.

Begeleiding: Anne-Mie Havermans en Bénédicte Verschaeren

De begraafplaats van Elsene (Boondaalsesteenweg 478, Elsene)     

9 november 2008, 14.00.u

 

Militair rondpunt

De begraafplaats van Elsene weerspiegelt de dynamiek, en het artistieke en multiculturele karakter van deze gemeente.

Victor Horta ontwierp het grafteken voor de familie Solvay en werd hier zelf ook begraven. Fascinerend is het graf van Marcel Broodthaers. Op het graf van Charles de Coster treurt Tijl Uylenspiegel. De nabijheid van de Kazernewijk verklaart het hoog aantal uiterst interessante militaire graftekens. In bepaalde lanen is de sfeer van Elsenblock voelbaar, door de graftekens die van deze oude begraafplaats werden overgebracht. Naast de levensbeschouwelijke tekens is de typische funeraire symbolentaal opvallend aanwezig. Sprekend is het graf van Emile Cauderlier, waarop een treurende man een levensdraad doorknipt.

Begeleiding: Anne-Mie Havermans en Bénédicte Verschaeren

Partager cet article
Repost0
30 septembre 2008 2 30 /09 /septembre /2008 23:00

Letternieuws, het driemaandelijkse tijdschrift van Kalligrafia (Vlaamse Vereniging ter Bevordering van de Kalligrafie), houdt zijn lezers op de hoogte van trends in het nationale en internationale kalligrafiegebeuren, tentoonstellingen, wedstrijden en cursussen. Het tijdschrift is echter niet uitsluitend vakgericht, en kan eenieder aanspreken die belangstelling heeft voor de cultuur van het boek in de breedste zin van het woord.

 

De jongste aflevering vestigt onder meer de aandacht op de tentoonstellingsmap Im Zaubergarten der Schrift (Akademie der Künste Berlin, 24,80 €, ISBN 978-3-88331-121-0, www.adk.de/kalligraphie ). Letternieuws brengt daarbij twee platen van Friedrich Poppl (1923-1982). In de rubriek “Letterkunde & Letterkunst” gaat Jooris van Hulle in op de poëzie van dichter, essayist en beeldend kunstenaar Renaat Ramon. Over zijn visuele poëzie zegt Ramon zelf:

“Ze heeft haar wortels in het samengaan van woord en beeld. Het komt erop aan beide te laten samenvallen. Wat mij in de eerste spreekt aanspreekt, is de vorm van concrete poëzie die louter met letters, tekst en teken werkt.”

 

Tekst: Renaat Ramond – Kalligrafie: Lieve Cornil. Font: Pieter Boudens & Lieve Cornil

Verder verneemt de lezer bijvoorbeeld dat de catalogus van het museum Meermanno thans geraadpleegd kan worden op internet (www.catalogus.meermanno.nl ).

&

De Vlaamse Vereniging ter Bevordering van de Kalligrafie is een van de grootste Europese kalligrafieorganisaties met tientallen bekwame lesgevers. In samenwerking met het gemeentebestuur van Westerlo organiseert de vereniging de Internationale Prijs Kalligrafie.

Voorzitter Joke van den Brandt (°1937) is een kalligrafe met internationale faam. Ze richtte de vereniging op in 1987 en bouwde ze uit tot een grote culturele vereniging. Voor haar pionierswerk ontving Joke van den Brandt in 1999 de Visser-Neerlandia Cultuurprijs.

Letternieuws, Windmolenstraat 7, 2660 Hoboken of info@kalligrafia.be

Partager cet article
Repost0
24 septembre 2008 3 24 /09 /septembre /2008 18:43


Van 28 september tot 16 november exposeert Nancy Slangen (°1966) schilderijen en collages bij arteVentuno.

Openingsuren: van donderdag tot en met zondag, van 11 tot 18 uur.

Blaesstraat 96 B, 1000 Brussel.

Vernissage: zondag 28 september van 15 tot 18 uur.

Partager cet article
Repost0
13 septembre 2008 6 13 /09 /septembre /2008 20:13

Veel volk op het plein aan de Kerkstraat in Antwerpen, deze namiddag, waar het beeld voor een monument onthuld werd door Wilfried Pas, minister Bert Anciaux en schepen Philip Heylen. Het grijze weer en de ingetogenheid van het zeer gevarieerde publiek droegen bij tot een wat nostalgische sfeer, die extra onderstreept werd door de pakkende liederen in het Jiddisch van Patricia Beysens, begeleid door Bob van Brandt en Lieven De Maesschalck.  

In de schijnbaar onschuldige en speelse vorm van een anekdote bracht Ellen Schoenaerts een intelligente hulde aan haar grootvader, “de man die zonder schoenen door het leven ging”. Gouverneur Cathy Berckx, districtsschepen Jan Somers, schepen van Cultuur Philip Heylen en minister Bert Anciaux brachten persoonlijke getuigenissen die verder reikten dan de klassieke, gebruikelijke plichtplegingen. Ze lieten niet na te wijzen op de inzet van het werkcomité “Beeld voor een monument”.

Een woordvoerder van het werkcomité benadrukte dat het net een jaar geleden is dat uitgerekend op het plein aan de Kerkstraat het idee ontstond voor het monument. Een aantal dingen vielen toen op hun plaats, het oud-Ringtheater, een beeldhouwer die een beeld van Julien wilde maken, een juiste locatie, en enkele enthousiaste mensen.

“Zo simpel kunnen de dingen zijn, zo simpel kunnen de dingen lijken te zijn. Wellicht hebben we in ons enthousiasme de problemen soms wél onderschat en knaagde soms de twijfel, maar doorgaan was de énige optie. We hebben dingen bijgeleerd én we hebben dingen afgeleerd, maar… hij staat er… en hij staat er goed!”

*

In galerie f-Rtgllry werd vervolgens de voortreffelijk opgebouwde tentoonstelling grafisch werk van Julien Schoenaerts en voorstudies van Wilfried Pas geopend.


Wilfried Pas aan het werk

Tussen het talrijke opgekomen publiek: Ans en Piet Berings, Jan van Broeckhoven, Louise Chevalier, Nanine de Croupet, Albert Dierckxsens, Jan Fabre, Wybrand Ganzevoort, Rik Hancké, Pruts Lantsoght, Jan Maniewski, Panamarenko, Luc Pay, Bruno Schoenaerts, Rody Vanrijkel. Het CDR was vertegenwoordigd door Luc Boudens, Jean Emile Driessens, Henri-Floris Jespers en Kris Kenis.

*

De tentoonstelling in f-Rtgllry, Huybrechtsstraat 27-29 loopt tot en met 21 september. Openingsuren: 13 tot 18 u. Worden te koop aangeboden:

Julien Schoenaerts, Grafiek en poëzie, een uitgave van de Kunstkring Jacques Gorus, en de monografie van Henri-Floris Jespers over Wilfried Pas, een uitgave van de Provincie Antwerpen.

 

Partager cet article
Repost0
5 septembre 2008 5 05 /09 /septembre /2008 19:53


Dirk Martens opende gisteren onder grote belangstelling de tentoonstelling van Marga bij SDWorx. Onder de aanwezigen: John Bogaerts, René Broens, Dr E. Colin, Henri-Floris Jespers, Mieke de Loof, Maria Mara, Luc en Thierry Neuhuys, Wim van Roosmaelen, Paul Sternberg en Guy Vandenbranden. De tentoonstelling loopt tot 26 september. sdworx, Brouwersvliet 2, 2000 Antwerpen. Openingsuren: maandag tot vrijdag, van 9 tot 19u30.

*

Het nu toch al indrukwekkende oeuvre van Marga werd hier al met de nodige illustraties gepresenteerd en belicht (zie bericht van 26 maart).


Het recente werk van Marga (mede geïnspireerd door het spijkerschrift) is niet zomaar te (be)vatten. Door de strak doorgevoerde abstractie – een vorm van bewuste afstandelijkheid die elke vorm van anekdotiek uitsluit  – wordt het recente werk van Marga meer dan ooit geheel beheerst door een sterk meditatieve geladenheid.


Wie bevorderlijk en heilzaam doordrongen wil worden van de werkzame (en bevrijdende) innerlijke uitstraling van haar geduldig opgebouwde, zen-achtige iconen, diptieken en triptieken, moet daar beslist de nodige tijd voor nemen.


Bij de voorbeeldige opstelling van het werk haar werk is Marga andermaal dank verschuldigd aan Wil van Roosmaelen.

*

Hier volgt de tekst van de toespraak van schrijver en kunstcriticus Dirk Martens.

 

Dames en heren,

Op de kop tien jaar geleden heb ik mijn eerste boek gepubliceerd. De novellenbundel De man die op het perron sprong. Zo overweldigd was ik toen ik het werk van Marga leerde kennen, dat ik van haar een personage heb gemaakt.

Een paar weken geleden kwam ik in het atelier van Marga. Daar stonden ze, die beelden van toen, een galerij van 25 in een grote witte kamer, als op een scène, en ik was er weer helemaal van ondersteboven. De beelden hadden in niets aan kracht ingeboet. Integendeel.

Nu staan ze hier.

Die prinsessen uit een wereld ooit ergens dragen de collectieve titel “Memories from Another Life”. Ze zijn levensecht. De meeste van die beelden – Marga heeft er in het totaal 54 van gemaakt – zijn dus afdrukken van Marga’s zelf, afgietsels van haar eigen hoofd en naakte bovenlichaam.

Narcisme? Exhibitionisme? ‘Ik moest een drager hebben’, vertelt ze, ‘en omdat ik wist wat ik wou zeggen, kon ik dat het beste langs mezelf.’ Marga wordt er na al die jaren en tentoonstellingen overigens nog altijd mee geassocieerd. Dat wil wat zeggen.

De vrouwen – zijn het heldinnen of slachtoffers, slavinnen of vorstinnen? – hebben allemaal die blinde in zichzelf gekeerde blik gemeen. Ze zijn beklemmend en beklemd, ze zijn stil en mediteren. Als ze hun hoofd opheffen, is het alsof ze een geluid hebben opgevangen.

De beelden zouden eeuwenoud kunnen zijn. Ze verdienen een ander lot dan bij Marga in het atelier te staan. Zet de rij van 25 in een museum en je hebt een publiekstrekker. Oordeel zelf maar.

Er zijn ook de levensgrote liggende naakten, ook in gips, ook afgietsels van levende modellen Duidelijk slachtoffers in plaats van vorstinnen. Verbrande lijken. Eternal Evil, altijd vrouwenlichamen. In de lijdende mensheid zijn het altijd de vrouwen, de moeders, de minnaressen die het eerst en het ergst getroffen worden.

Marga is gefascineerd door de Deense veenlijken: de ontroerende, maar merkwaardig goedbewaarde lijken van ritueel vermoorde mensen uit het Noorden, zoals de man van Tollund, de man van Grauballe of het meisje van Yde. Mensenoffers uit het verre verleden van onze beschaving. En wij maar afgeven op de bloeddorstigheid van de Maya’s…

Toen, halfweg de jaren negentig, begon Marga aan muraal werk. Sinds tien jaar maakt ze geen grote beelden meer. Ze verwerkte wat ze ‘resten van het lichaam’ noemt in kastjes, een abstracte reeks met reminiscenties aan het lichaam, fallussymbooltjes

Na die ‘Sanctification’ kwamen ‘Sacred Objects’, eerst gevonden voorwerpen of gedroogde wortels of aubergines, soms zelfgemaakte pakjes, of ‘Sacred Life’, een grote reeks met vrouwengezichten en verpakte geheimpjes in vakjes. Mogelijk de “slechte herinneringen” van daarstraks.

Toen volgden minimalistische, sombere diptieken waarin pakjes een rol speelden en waarin altijd hetzelfde herhaald werd, soms met ‘vieze dingen’, omdat de artefacten nu eenmaal geïnspireerd waren door middeleeuwse relikwieën en Afrikaanse fetisjen, die Marga met elkaar trachtte te verzoenen.

Het werk werd seriëler en nog soberder, sterk meditatief: memento mori’s met beentjes en botjes of rattenschedeltjes. Lang verzamelde voorwerpjes kregen eindelijk een plekje. Alles in erg donker bruin, bijna zwart. Toen ik Marga vroeg, wat er met de kleur in haar werk gebeurd was, zei ze: ‘Kleur komt er vanzelf niet in. Iets wat verschrompelt, iets dat van de aarde komt, heeft altijd die donkere tinten.’

Het donkerbruin werd heel zwart, het werk werd heel ritmisch en ondoordringbaar. ‘Het moest iets ongelooflijks inerts worden’, zegt ze. Toen kwamen de houten blokjes en de houten cilindertjes. Volslagen serieel werk, ondoordringbaar; geïnspireerd door het spijkerschrift.

 ‘Met de houten blokjes heb ik me voor het eerst gerealiseerd dat het maken van het werk zelf kunst is. Een beetje van de wereld af zijn. Je wordt deel van het geheel. Ik tel de blokjes. En dan mail ik mijn zuster: deze week 5.500 houtjes gelegd’, vertelt Marga nu. ‘Je wordt ouder, meditatiever, introspectiever Het maken biedt me introspectie. Nu is het doe allesbepalend. Vroeger vroeg ik me af: wanneer, terwijl ik al die technische dingen aan het doen ben, wordt het nu eigenlijk een kunstwerk?’

Haar favoriete muziek bij het werk is Gregoriaans of boeddhistisch. Het heeft niets met godsdienst te maken, maar met de ervaring dat die gezongen woorden na een tijd overgaan in een geestesgesteldheid.

Die geestesgesteldheid, de meditatieve inhoud van dat seriële werk is in wezen volledig dezelfde als die van de dromende vrouwenbustes.

Overweldigend werk om stil bij te worden. De sobere maar begrijpende presentatie die u nu ziet, in deze mooie ruimte, is het werk van Wil van Roosmalen. Hij verdient daarvoor onze dank.

Dirk MARTENS

Partager cet article
Repost0
30 août 2008 6 30 /08 /août /2008 21:44

Donderdag 4 september 19u30 u: vernissage van de tentoonstelling werk van Marga in sdworx.

Inleiding: Dirk Martens.

De expo loopt van 5 tot 26 september, sdworks, Brouwersvliet 2, 2000 Antwerpen.

Openingsuren: maandag tot vrijdag, van 9 tot 19u30.

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche