Op 30 december had ik het hier over dagboekaantekeningen van Hugo Claus gepubliceerd door Mark Schaevers in De Wolken (Amsterdam, Bezige Bij, 2011).
*
Na Piet Sterckx en Jozef van Hoeck, kwamen in het dagboek 1958 ook Jan Christiaens (8 mei 1929-12 november 2009) en Ben Klein (° 1928) aan bod:
'Theedrinken van Jan Christiaens gezien en opnieuw getoetst aan mijn werk natuurijk, gefroisseerd omdat ze hem het meest 'avant-garde' noemen. Ik vond er de allergemakkelijkste situaties in, de twee zeikende oudjes, regelrecht met hun manier uit Ionesco weggelopen, de twistende saboteur en de regime-partizane zo uit Colette Audry, Sartre, noem maar op. Hier en daar een flits, die op een soort studententikoze nonchalance uitdraait. Verder elektronische muziek en zeemzoet gedeclameer. Ben ik dan meer avant-garde met mijn niet loslatende realistische ondergrond? Nee, ik wil ook niet dit soort avant-garde begeren te zijn. Onhandig uitgedrukt, maar snel.'
Jan Christiaens (8 mei 1929-12 november 2009) In 1949 deed hij zijn verplichte legerdienst en ontmoette er Fernand Auwera, Jan Christiaens en Hugo Claus (alle drie ook in 1929 geboren). In 1950 is hij één der initiatiefnemers (met Fernand Auwera en Jan Christiaens) tot het oprichten van de kunstenaarsvereniging De Nevelvlek, waarvan hij in 1951 het voorzitterschap van Frans Buyens overneemt. De Nevelvlek, waar ook Hugues C. Pernath en Gust Gils actief waren, organiseerde lezingen en discussieavonden, bood een platform voor beeldende kunsten (Jan Dries, Vic Gentils en Jef Verheyen), muziek en toneel en richtte het literaire tijdschrift Het Cahier op, dat later gecontinueerd werd door Ben Klein. Vooral op het vlak van avant-garde theater (Dom. De Gruyter, Julienne de Bruyn en Walter Tillemans) vervulde De Nevelvlek een bijzonder belangrijke maar nog altijd onderbelichte speerfunctie.
Vanaf 1957 werd het redactiesecretariaat van Het Cahier (later: Het Kahieren Het Kahier X)waargenomen door Fr. De Wispelaere (alias Ben Klein). De lectuur van het tijdschrift (en wellicht vooral van Kleins bijdrage 'Contra Claus, Snoek en Brulin')ontlokte Claus een tweede notitie waarin zijn soms ambigue houding tegenover het begrip 'avant-garde' centraal staat.
'Een zekere Ben Klein in Het Cahier ergert mij ook zozeer dat ik gewoon pisnijdig ben. Door de klemtoon te leggen op het moderne – Arrabal zou nu ineens dé held zijn – , het onconventionele, raakt hij mij in zover dat ik het als bluf en zich ophijsen aan hedendaagse termen niet voldoende kan kelderen. Hij schrijft waarheid, ik wéét die ook, maar hij trekt alleen studentenconsequenties. Ik trek er geen. Mijn weg is moeilijker. Veiliger ook.'
Hier werd al vaak de aandacht gevestigd op het oeuvre van Ben Klein. Hij is nog altijd alive and kicking en zijn elektronisch verspreide tijdschrift HA bewijst dat zijn integere, onvermoeibare gedrevenheid niet de minste tekenen van slijtage vertoont... (Wie HA (gratis) wil ontvangen richte zich tot ftf.vermeulen@gmail.com.)
Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift wijdde een volledig nummer aan 'De Nevelvlek. Parijs aan de Schelder. Antwerpen 1950-1958' (jg. 15, nr. 57, winter 1997) en focuste op de 'Drie Musketiers': Fernand Auwera, Jan Christiaens en Hugo Raes (jg. 17, nr. 65, winter 1999). Twee zonder meer onmisbare afleveringen.
In de Mededelingen van het CDR werd Jan Christiaens herdacht door Henri-Floris Jespers (nr. 147, 27 november 2009, pp. 3-6) en door Fernand Auwera (nr. 148, 30 november 2009, pp. 2-3). Ook Ben Klein kwam in Mededelingen bij herhaling aan bod. Zie ook, wat hem betreft, de onvolprezen website 'Schrijversgewijs': http://schrijversgewijs.be/schrijvers/klein-ben/
*
Wie zal zich nu eindelijk wagen aan een monografie over de metamorfosen van het tijdschrift Het Cahier?
Henri-Floris JESPERS