Piet Sterckx in gesprek met Henri-Floris Jespers (Antwerpen, Atelier Marialei 40, 1966)
In 1958 ging Claus kijken naar Slakken en naalden van Piet Sterckx (1925-1987) in het Nederlands Kamertoneel te Antwerpen. Hij noteerde in zijn “dagboek 1958”:
Niet al te boeiend op het geheel gezien, maar wel in fragmenten. Had hij het realistischer gehouden gehouden en niet zo versnipperd in kleine scènes! Hij weet geen weg met fantasie en de plots filosofische redeneringen die wél ouderwets-rationeel aandoen. Gags die uit het circusarsenaal van het absurde komen, via Beckett-Ionesco, zijn altijd welkom omdat zij hopeloos fris zijn. (Waarom weer hopeloos voor dit adjectief? Gemak, snelheid.)
Piet Sterckx had toen al enkele absurdistische stukken geschreven en was zowat huisauteur van het Nederlands Kamertoneel. Slakken en naalden (1957) werd in 1958 bekroond met de Staatsprijs voor toneelliteratuur en verscheen in 1960 in boekvorm bij Ontwikkeling..
Piet Sterckx was journalist bij De Nieuwe Gazet. Zijn rubriek “De dagschuimer” was een vaste waarde, net als “Muizenissen voor de muze” van romancier Frans de Bruyn. Met beiden had ik een kameraadschappelijke relatie.
*
In hetzelfde postuum uitgegeven dagboek schreef Claus:
Las ook Voorlopig vonnis van Van Hoecke (sic). Hoe laag bij de realiteit, hoe tam ontwikkelt zich 't historisch verhaaltje. (ib., 103)
(Editor Mark Schaevers had wel de naam van de auteur stilzwijgend mogen verbeteren...)
Met Voorlopig vonnis (1957) verwierf Jozef van Hoeck (1922-1996) grote bekendheid, ook in het buitenland. Het verhaal gaat over een Duitse fysicus die onder Hitlers bewind zijn vaderland verlaat, in Amerika meewerkt aan het ontwerpen van de eerste atoombom, maar om het evenwicht tussen de grote machten te herstellen, geheimen aan de Russen uitlevert.
Het vaak opgevoerde stuk werd een klassieker. In de reeks “Moderne Nederlandse auteurs” (De Sikkel), met lectuur voor de hogere klassen van het middelaar onderwijs, bracht de schooluitgave van Jozef van Hoeck het tot meer dan 200.000 exemplaren.
Van Hoeck kreeg in 1961 de Staatsprijs voor het stuk Appartement te huur. Hij was directeur van het Kunst- en Cultuurverbond van het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel.
*
Claus kreeg viermaal de staatsprijs voor toneelliteratuur (1955, 1967, 1973, 1979). Ik vermoed dat de namen Piet Sterck en Jozef van Hoeck bij de jongere generaties geen belletje meer doen rinkelen.
Wat natuurlijk geen criterium is...
Henri-Floris JESPERS