Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
24 avril 2010 6 24 /04 /avril /2010 00:15

Op 5 mei verschijnt het tweede nummer van de lopende Ons Erfdeel-jaargang.

De bijdrage van Kevin Absillis, 'Volksverheffing 2.0. Literatuurkritiek op het internet' werd alvast op 22 april gepubliceerd op Ons Erfdeel Blog, de elektronische aanvulling bij het driemaandelijkse tijdschrift.

Zowel literaire nieuwsblog als recensiewebsites, die door Absillis naar waarde worden geschat, passeren de revue.

Na De Contrabas, Recensieweb, De papieren man, Knack Boekenburen, en Achille van den Branden komt ook de website Mededelingen van het CDR aan bod,

'die verslag uitbrengt, over onder meer Franse en Nederlandse literatuur en bibliofilie, maar zich vooral door haar cultuurhistorische dimensies en verrassende voorkeuren onderscheidt.'

Tot slot heeft Absillis aandacht voor De Reactor, 'de opvallendste nieuwe speler in het literaire debat op het net'.

Ik stel met genoegen vast dat Absillis en ik krak dezelfde voorkeuren aan de dag leggen.

(HFJ)

http://blog.onserfdeel.be/

Partager cet article
Repost0
22 avril 2010 4 22 /04 /avril /2010 23:31

 

Vandaag werden genodigden vergast op de preview van de 28ste editie van ArtBrussels. De Brusselse kunstbeurs trekt ieder jaar een internationaal publiek aan van professionals, verzamelaars en liefhebbers van hedendaagse kunst. In twee expohallen aan de Heizel zijn duizenden werken van honderden nationale en internationale kunstenaars te zien (en te koop uiteraard).

De beurs is zoals gebruikelijk onderverdeeld in drie zones. ‘Art Galleries’ brengt galerieën samen met naam en faam zoals het gerenommeerde Air de Paris, Johann König Gallery (Berlijn), Hauser & Wirth (Zürich en Londen) of Gladstone Gallery (New York en Brussel). De tweede zone, ‘Young Talent’, is gereserveerd voor organisaties die in de eerste plaats opkomende kunstenaars promoten. ‘First Call’ groepeert tot slot galeries die voor de eerste keer deelnemen en daartoe geselecteerd werden door het First Call Committee, en waartoe onder meer Seventeen Gallery uit Londen, Faría Fábregas uit Caracas en het Berlijnse Lüttenmeijer behoren.

De Antwerpse galerie De Zwarte Panter neemt traditioneel aan de beurs deel, dit jaar met werk van Nick Andrews, Fred Bervoets, Michel Buylen, Benjamin Demeyere, Etienne Desmet, Dr. Hugo Heyrman, Guy Leclercq, Frank Maieu, Pjeroo Roobjee, Herman Selleslags, Jan Vanriet en Ysbrant.17.

De Brusselse galerist Xavier Hufkens toont een verbluffende Willem de Kooning, een houtskool op kalkpapier uit 1981 en exposeert nieuw werk van David Altmejd (°1974) die de Canadese inzending voor de Biënnale van Venetië in 2007 verzorgde.

De Parijse galerie lof 19 (c/o Suzanne Tarasieve) brengt een solo project Neal Fox & Le Gun, 'The unknown room', met werk van Chris Bianchi, Bill Bragg, Neal Fox, Stephanie von Reiswitz en Robbert Rubbish.

ArtBrussels werd gepromotoot als “als een van de meest spraakmakende internationale kunstbeurzen van het komende seizoen”... Tja, een gevarieerde mix van jong talent en gevestigde waarden, inderdaad, maar al bij al vooral braaf en overweldigend saai. Wie op verrassingen hoopt of uitbarstingen van nieuwe creativiteit verwacht, zal ongetwijfeld ontgoocheld naar huis keren. ArtBrussels brengt wel een zelfbevestigend en overzichtelijk beeld van de voorbije, makke jaren.

Tussen de talrijke aanwezigen op de preview noteerde de CDR-correspondent ter plaatse Tyr Baudouin, Jan de Cock (met zijn twee kinderen), Wim Delvoye, Neal Fox, Robert Lowet de Wotrenge, Adriaan Raemdonck en Jan Scheirs.

Van 23 tot en met 26 april. Openingsuren: 12 tot 19 u.

www.artbrussels.be

Partager cet article
Repost0
21 avril 2010 3 21 /04 /avril /2010 22:22

De tentoonstelling 'Hommage aan de monochromie' in het Cultuurcentrum Hasselt wordt op zondag 25 april om 15 u geopend door kunstcriticus Daan Rau.

Hommage aan de monochromie is de titel van een werk van  de gerenommeerde kunstenaar Johan Van Geluwe (directeur-conservator en archivaris van het MOM, Museum of Museums), en tevens het uitgangspunt van deze tentoonstelling. Samen met het werk United colors of museums, met vier monochrome vlakken, is dit werk opgenomen in de tentoonstelling.
Volgens Van Dale wordt monochroom als volgt omschreven: “eenkleurig, in een kleur (met schakeringen daarvan) geschilderd.” Monochromie wordt geplaatst tegenover polychromie of veelkleurig.

In de twintigste eeuw, met de opkomst van de abstracte kunst hebben veel kunstenaars geëxperimenteerd met het maken van monochrome schilderkunst. Een van de eersten was de Russische schilder Kazimir Malevich met Het zwarte vierkant en zijn witte doeken nl. witte vierkanten op een witte fond (suprematisme). Vooral in de tweede helft van de vorige eeuw kwam de monochrome schilderkunst op grote schaal voor en ging veelal samen met het verschijnen van de Minimal Art. De Franse kunstenaar Yves Klein werd beroemd om zijn blauwe schilderijen. De monochromie werd in Vlaanderen beoefend door o.m. Jef Verheyen en Dan van Severen.

Naast de beide werken van Johan Van Geluwe is monochroom werk van volgende kunstenaars in de tentoonstelling opgenomen: Marc Angeli, Greet Billet, Johan Boutelegier, Robert Clique, Stijn Cole, Willem Cole, Werner Cuvelier, Bruno Decré, Karel De Meester, Willy De Sauter, Ado Hamelryck, Renaat Ivens, Jus Juchtmans, Nicolas Kozakis, Marcase, Johan Van Geluwe, Philippe Van Snick, Wout Vercammen.

De uitnodiging wordt mij gestuurd door mijn vriend Joostens-kenner Frank Hendrickx. Het staat wel nergens vermeld, maar het lijkt me dus niet vermetel te veronderstellen dat ArteVentuno de/een stuwende kracht is achter die veelbelovende expo (net zoals het destijds het geval was met de boeiende Marcel Mariën-tentoonstelling in het ccha).

(HFJ)

De tentoonstelling loopt tot en met zondag 27 juni van dinsdag tot en met vrijdag van 10 tot 17 u, zaterdag en zondag van 13 tot 17 u. Donderdag 13 en vrijdag 14 mei is de tentoonstelling open van 13 tot 17 uur.

Cultuurcentrum Hasselt, Kunstlaan 5, 3500 Hasselt.

www.ccha.be

Partager cet article
Repost0
21 avril 2010 3 21 /04 /avril /2010 17:43

Een aantal “kunstenaars en kunstminnaars” nemen het initiatief een brief te richten aan koning Albert II. Ze vernamen met “diepe spijt en grote ontgoocheling” dat het Koninklijk Paleis in Antwerpen zijn functie van centrum voor internationale hedendaagse kunst definitief verliest.

"Dit is des te pijnlijker daar wijlen Koning Boudewijn het Koninklijk Paleis Antwerpen afstond aan kunstenaars na hun protesten in 1968 over de jarenlange leegstand van het Paleis. De wens van wijlen Koning Boudewijn wordt door de Vlaamse regering – eigenaar van het Paleis sinds 1996 – bij de herbestemming van het Paleis volkomen genegeerd. Ook dit stemt ons uitermate somber en bitter.

Wij stellen vast dat kunst en cultuur moeten wijken voor een handelsconcessie met BVBA Alexis (brasserie Café Impérial) en BVBA The Chocolate Line (een chocoladewinkel). Van Internationaal Cultureel Centrum naar Chocoladepaleis, eethuis en café wijst op de cynische, mercantiele en bekrompen inzichten van de huidige verantwoordelijken."

De ondertekenaars vinden het belangrijk “dat Mevrouw de Koningin die zich inzet om hedendaagse kunst een plaats te geven in het leven, eveneens op de hoogte gebracht wordt”.

Tot slot hopen ze op een koninklijke tussenkomst...

Wij vragen U met ons de ongunstige culturele veranderingen kenbaar te maken en er een passend antwoord op te geven.”

De open brief aan de koning werd alvast ondertekend door Ludo Bekkers, Flor Bex, Guillaume Bijl, Thierry de Cordier, Jan Hoet, Raoul de Keyser, Menno Meewis, Wim van Mulders, Johan Pas, Roger Raveel en Roland Jooris.

Een actie om ondertekenaars te ronselen is thans aan de gang .

Partager cet article
Repost0
21 avril 2010 3 21 /04 /avril /2010 16:20

N.a.v. het Spaanse voorzitterschap van de Europese Raad doet de cultfilm van Luis Buñuel dienst als rode draad in een uniek project hedendaagse kunst. Zowat dertig kunstenaars, waaronder de bekendste namen van de huidige Spaanse scene, leveren hun kijk op het fenomeen claustrofobie, in een afgesloten, quasi benauwende ruimte...

Vijf performances vertalen het thema van de tentoonstelling op een unieke manier naar het podium. Een verrassend 'architectuurspektakel' en een carte blanche vertegenwoordigen het aanbod rond architectuur en cinema, zonder uiteraard de vertoning van de film van Buñuel zelf te vergeten.

*

De tentoonstelling El Angel Exterminador verkent de ambivalentie tussen de diepgewortelde behoefte aan ontsnapping en het verborgen verlangen naar afzondering. Wanneer de claustrofobie haar intrede doet, duikt de noodzaak op om zich aan te passen, om te leren leven met vervreemdende verplichtingen. Door middel van schilderijen, beeldhouwwerken,, foto's, video's en installaties gaan zevenentwintig hedendaagse Spaanse kunstenaars aan de slag met het begrip 'grens'. Een tableau vivant waaruit je wel moet ontsnappen...

*

Op een avond, na een operabezoek, worden een aantal Mexicaanse notabelen uitgenodigd in de luxueuze woning van één van hen. Na het diner gaan ze met z'n allen in de woonkamer zitten, maar geraken er om een onverklaarbare reden niet meer uit...”

Luis Buñuel

*

Het eerste optreden vindt plaats op 29 april om 20u30. In de nooit eerder vertoonde lezing-performance Buñuel, en guerra overschouwt Paco Cao het leven van Buñuel. Kunsthistoricus Cao zoomt daarbij in op Buñuels kort contact met het MoMa (New York) en zijn zoektocht naar geschikte locaties voor El Angel in Brussel.


Paleis voor Schone Kunsten

Ravensteinstraat 23, 1000 Brussel.

Dinsdag-zondag van 10 tot 18 u.

Tickets, kortingen enz.: zie www.bozar.be

Partager cet article
Repost0
20 avril 2010 2 20 /04 /avril /2010 04:25

RevolverLPB.jpg

Deze maand is de uitgave voorzien van deel 13 (de tiende band sedert de start in 2005) in het Verzameld werk van Louis Paul Boon, uitgegeven bij de Arbeiderdspers. Opgenomen in deel 13: De paradijsvogel, Het boek Jezebel en De meisjes van Jesses. (630 pp. , 29,95 €.).

Bij de Dalkey Archive Press, een non-profit literaire uitgever met zetel aan de Universiteit van Illinois te Urbana-Champaign en The Free Word Center te Londen, verscheen nu My Little War, de vertaling van Mijn kleine oorlog door Paul Vincent die eerder Elsschots Kaas vertaalde. Summer in Termuren en Chapel Road zijn eveneens beschikbaar, alsmede de studie van A.M.A. van den Oever, Life Itself: Louis Paul Boon as Innovator of the Novel die gelijktijdig met de Nederlandse editie verscheen (zie Mededelingen 103, 17 oktober 2007, pp.17-18; alsmede de bespreking door Ivo Machiels, 'Boon en zijn eigen leven zelf. Een kipkap-recensie', in Mededelingen 104, 31 oktober 2007, pp. 8-.11; in Boelvaar Poef, jg. 9, nr. 1, maart 2009, verscheen een bewerking van de Bert Vanheste-lezing die Annie van den Oever hield voor het L.P. Boongenootschap te Nijmegen op 29 november 2008, 'Goede raad is duur', een aantal kanttekeningen bij Het leven zelf. Louis Paul Boon als romanvernieuwer, Antwerpen, Wever & Bergh, 2007).

Na 42 jaar een 144 nummers houdt het literaire tijdschrift Revolver op te bestaan (zie Mededelingen 146, 20 oktober 2009, pp. 20-21). In een dubbeldik exit-nummer krijgt Boon een uitgebreid dossier met als thema 'De Ziekte bij en rondom Boon' aangemeten. Het is onbegonnen werk hier al was het maar bij benadering in te gaan op de uitzonderlijke rijkdom van dit dossier, waarin jongere onderzoekers aan het woord komen: Matthijs de Ridder (Universiteit Antwerpen) en Tom Sintobin (Radbout Universiteit Nijmegen), Liesbeth Vantorre (UA), Tom van Imschoot (Sint-Lucas Gent), Thomas Crombez (UA), Floor van Renssen en Valerie Rousseau (KUL). In de betere boekhandel of door storting van 8 € op rekeningnummer 320-0915923-22 van Revolver vzw, Antwerpen. Europese Unie: 12 €. Te bestellen via bij Gerd Segers, Ludwig Burchardstraat 35, 2050 Antwerpen of via gerd.segers@telenet.be , tel. +32 (0) 32195597.

Partager cet article
Repost0
17 avril 2010 6 17 /04 /avril /2010 06:17

 

Met Duivels offer, haar eerste Ignatzroman, won Mieke de Loof (°1951) in 2004 de Hercule Poirot-prijs. Ze deed levenservaring op als wetenschappelijk onderzoeker, docent, chauffeur, dienster in een nachtkroeg en als Kyokushin-karateka..

In De Volkskrant bestempelde Ineke van den Bergen de roman als “een parel van het kwaad”. Fred Braeckman en John Vervoort waren het roerend eens: de eerste had het in De Morgen over een “fascinerende korte thriller…een heel ongewone en misschien wel een van de origineelste die de laatste jaren in Vlaanderen is geschreven”, de tweede bestempelde Duivels offer in De Standaard Letteren als “originele en hoogst on-Vlaamse historische thriller”, “de grootste verrassing van het jaar”. Het boek is ondertussen aan zijn derde druk. Thans pakt Mieke de Loof met haar tweede Ignatzroman, Het labyrint van de waan, door John Vervoort terecht uitgeroepen tot “de origineelste Vlaamse thriller van dit najaar”. Het verwonderde wel niemand dat het boek prompt opnieuw genomineerd werd voor de Hercule Poirot-prijs.

*

Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog krijgt jezuïet en geheim agent Ksaveri Ignatz von Oszietsky opnieuw een moeilijke opdracht van de Compagnie, uiteraard in ijltempo te klaren. Hij moet de katholieke integralisten een fatale slag toebrengen door documenten met betrekking tot hun geheim genootschap, het Sodalitium Pianum (SP), koste wat het kost te bemachtigen. Het Wenen van de Dubbelmonarchie, die het kader vormt van Duivels offer, werd nu gereduceerd tot een huis-clos (letterlijk), nl. een gekkenhuis, de befaamde Heil- und Pflegeanstalt für Nerven- und Gemütskranke Steinhof. In die “gouden kooi” van Europa, waar miljonairs van over de hele wereld de zwarte schapen van de familie dumpen, gaat Alphonse Jonckx fondsen werven en kapitaalkrachtige leden ronselen voor het SP. Die advocaat aan de balie van Gent heeft de slechte gewoonte om kapitale SP-documenten overal met zich mee te sleuren. De overste van Ksaveri Ignatz geeft hem dus opdracht in het gekkenhuis te infiltreren.

Hoe geraak ik daar binnen?”

Dat zal ons weinig problemen opleveren. Buiten geraken is de kunst.” (p. 14)

Binnengeraken? Daar zorgt de S.J. wel voor.

Wacht in Wenen, we zullen je wel weten te vinden.”

Voor de gezondheidskuur.” (p. 19)

En ja, een in elkaar geslagen en aan amnesie lijdende Ignatz wordt opgenomen in Steinhof, waar hij zich beetje bij beetje zijn missie herinnert. Later, wanneer alles terechtgekomen is zoals het hoort, wordt daar niet zonder enige droge humor op teruggeblikt.

Was het voor mijn gezondheidskuur echt nodig om me zo stevig in elkaar te laten slaan?”

Een fout, Ksaveri. Een te enthousiaste medewerker.”

Toch geen dominicaan, hoop ik.”

Nee, dat risico wilden we niet lopen.” (p. 132)

De actie ontvouwt zich in de luxepaviljoenen, waar leeghoofdige patiënten uit de hogere kringen mondaine gesprekken voeren, en in de Steinhof Kirche, de sacrale ruimte waar de ontknoping zich voltrekt. De Heil- und Pflegeanstalt is echter niet alleen een instelling voor de rijken der aarde die er hun overspannen zenuwen komen verzorgen, maar over die andere, donkere kant van het sanatorium vernemen we weinig, al wordt er wel genoeg gesuggereerd.

Daar werd de afval van de maatschappij gestort, de hopeloze gevallen, zonder geld om een fatsoenlijke behandeling te betalen.” (p. 66)

De gestoorde portier en de gek die zich voordoet als arts ontbreken uiteraard niet op het appel, noch de perverse geleerde, die aan vivisectie doet en wiens doorgedreven sessies elektroshocktherapie vaak een dodelijke afloop kennen. En ook de mooie spionne is van de partij, en de jonge anarchistische idealist. Steinhof is een labyrint en buiten geraken is inderdaad de kunst – zich bevrijden van de waan, wat alleen kan door de Minotaurus resoluut in de ogen te kijken.

*

Ksaveri Ignatz beoefent niet alleen de exercitiën van de H. Ignatius van Loyola (die hem ook in de praktijk van de spionage concreet dienstig zijn), maar ook de cultische bergbeklimming en verdedigingskunsten. Hij verbleef trouwens in het met beide laatste verbonden Shaolinklooster, waar zijn leermeester Ta Mo (niet toevallig de naam van de “patriarch” van het Chan boeddhisme – in Japan: Zen) hem over kwellende wanen aldus onderwees:

Cultiveer ze niet, wentel je niet in de pijn. Maar ga er ook niet tegen in, want daar leven ze van. Duw ze niet van je weg, want daar worden ze alleen maar sterker van. Geef ze niet meer aandacht dan ze verdienen, accepteer ze, laat ze komen en gaan. Het zijn voorbij drijvende wolken die even het zonlicht belemmeren.” (p. 151)

Mieke de Loof, die concreet weet waar ze over schrijft, brengt in herinnering dat verdedigingskunsten en meditatie samenvallen.

Zijn lichaam nam het over van zijn geest. […] ‘Mijn lichaam deed het werk, mijn geest holde het achterna en nu zijn we weer samen.’” (p. 99)

Uit Duivels offer weten we al dat haar held (waar ze kennelijk iets mee heeft) bevriend was me “utopist van formaat” Otto Groß (over wie in de Mededelingen van het CDR uitvoerig bericht werd door prof. dr. Piet Tommissen; cf. nr. 77 de dato 31 augustus 2006, pp. 2-4 en nr. 78 de dato 18 september 2006, pp. 5-13). Naast een Chan-leermeester blijkt hij nu ook een geestelijke vader te hebben, namelijk de jezuïet Georges Tyrrell (1861-1909), slachtoffer van de integralisten, wier machinaties centraal staan in de plot van Labyrint van de waan.

De roman speelt kort voor het overlijden van paus Pius X, onder wiens pontificaat het Sodalitium Pianum ofte La Sapinière actief was, een geheim internationaal netwerk onder leiding van Monsignor Umberto Benigni (1862-1934). Benigni was een beschermeling van de toenmalige Vaticaanse Staatsscretaris Rafael Kardinal Merry del Val y Zulueta (1865-1930) - “de witte giervalk” (p. 138). Het netwerk telde nooit meer dan een vijftigtal leden, maar zijn invloed was groot.

Het SP was een antimodernistische tegenbeweging, tevens spionage en verklikkernetwerk dat katholieke intellectuelen aanspoorde (o.m. via het blad La Correspondance de Rome –1907-1912) nauwer aan te sluiten bij het traditionele Romeinse leergezag. In België was de Gentse advocaat Alfons Jonckx (1872-1953) een spilfiguur van dat integraal-katholicisme, dat minder positief gemotiveerd was dan wel afwijzend ingesteld. Het ging meer om een afweerreactie tegen de “modernisten” dan om de uitdrukking van eigen idealen. De beweging werd trouwens eerder bezield door psychologische dan door theologische drijfveren.

We zijn tegen het nationalisme, tegen het anti-militarisme, tegen het utopisch pacifisme, alle drie nachtmerries gecreëerd door het monsterkartel van joden en vrijmetselaars, en verder zijn we nog tegen het mysticisme (te individualistisch) en het feminisme (perverteert de rechten en de plichten van de vrouw). (p. 34)

*

De plot draait rond de privé-inlichtingendienst van mgr. Benigni, maar alvast twee andere motieven worden kundig vervlochten: de verderfelijke invloed van de moderne literatuur en de psychiatrie als repressiemiddel.

Wanneer een patiënt overlijdt als gevolg van “complicaties bij de elektroshocks” (lees: het bij wijze van experiment bewust opvoeren van de voltage), dan heet Henrik Ibsen de moordenaar. Had die jonge patiënt immers geen bijrol in het stuk dat in het sanatorium bij wijze van therapie opgevoerd werd?

Het moet gedaan zijn met dat perverse, moderne toneel hier”. (p. 63)

Leesdeprivatie wordt als therapie aangewend, want

Je weet wat voor verderfelijke literatuur tegenwoordig als kunst wordt verspreid: Baudelaire, Mallarmé, Ibsen, Wilde.” (p. 173)

Van de Duitse psychiater Emil Kraepelin (1856-1926), die de concepten manisch-depressief en dementia praecox ontwikkelde, wordt terloops in herinnering gebracht dat

Hij hoopt dat de psychiatrie ooit voldoende wetenschappelijke bewijzen kan leveren voor het feit dat de moderne kunst het gedegenereerde product van zieke mensen is.” (p.64-65)

De “fijne heertjes, de musketiers voor de restauratie van de gevestigde waarden” citeren uiteraard met instemming Max Nordau (1849-1923), wiens traktaat Entartung (1892-1893) destijds niet alleen een bestseller was, maar bovendien ook epoque makend:

Ontaarde figuren zijn niet altijd criminelen, prostituees, anarchisten of uitgesproken gekken; het zijn vaak schrijvers en kunstenaars.” (p. 64)

Entartung ligt aan de basis van een aantal taaie gemeenplaatsen (en vooroordelen…). – Het is hier jammer genoeg de plaats niet om uit te weiden over Max Nordau, arts, filosoof en icoon van het zionisme …

*

Mieke de Loof brengt een geslaagde mix van historische en imaginaire personages (historische faction). In die zin is Labyrint van de waan verwant met de historische roman. Maar net zoals je als lezer niet ingewijd moet zijn in de subtiliteiten van de middeleeuwse theologie, de geschiedenis van de rivaliteit tussen kloosterordes of de sociale impact van het apocalyptische denken van Joachim van Fiore om van De naam van de roos volop te kunnen genieten, zo is ook geen dossierkennis vereist om Labyrint van de waan te lezen als een klassieke thriller. En wie toevallig in de materie wel enigszins thuis is, zal er des te meer plezier aan beleven. De auteur weet immers maat te houden en waar nodig pedagogische links discreet aan te reiken. Bovendien geeft ze enige beknopte toelichting en verantwoording in het nawoord.

Het verhaal is evenwichtig, duidelijk strakker geconstrueerd dan Duivels offer. In tegenstelling tot bepaalde Vlaamse thrillerauteurs laat ze zich niet verleiden tot oeverloos gemijmer of ellenlange beschrijvingen en uitweidingen die de banaliteit of schraalheid van het gegeven moeten maskeren. Gezochte en foute metaforen blijven ons gespaard. Mieke de Loof hoort kennelijk bij het slag schrijvers dat de kunst van het schrappen huldigt. De wellust van de twijfel is haar niet vreemd, ze presenteert een labyrint van teksten en zet aldus de verbeelding van de lezer in werking. Haar boek heeft dan ook soms iets van een gebroken spiegel of een caleidoscoop – maar het totaalbeeld blijft wel op het netvlies gebrand.

Een recensent van crimezone.nl onderstreepte terecht dat De Loof af en toe met een verborgen humor te werk gaat. “Sommige hints moet je 'in' zijn of je hebt het niet mee. Andere zijn erg duidelijk zoals de ‘preventieve oorlog’.” Wanneer ik lees dat de coiffeur van het kapsalon van het Kurhaus (een geïnterneerde) de welsprekende naam Josef von Schnabelebowski draagt, dan denk ik niet alleen aan schnabbelen, maar vooral aan The Big Lebowski (1998) van de gebroeders Coen. Maar dat zal wel aan mij liggen.

*

Ik schreef destijds dat het al ongeduldig wachten was op de derde Ignatz-roman. Mieke de Loof had alvast een aantal duidelijke pistes uitgetekend (en, dat is mijn overtuiging, hints gegeven). Misschien zouden we dan vernemen wat er precies gebeurde met Ferdinand, de overleden broer die in Ignatz geheugen spookt. We zitten aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. Alphonse Jonckx zal een belangrijke rol spelen in het Vlaams activisme. De SP wordt in 1921 opgeheven – maar het integralisme blijft doorwerken in het traditionalisme. De moderne kunst zal nog verder en tot op heden verketterd worden. En de psychiatrie, verbonden met biologische en genetische motieven, zal nog vele slachtoffers eisen, net zoals de eugenetica.

*

Wanneer ik nu de aanbiedingstekst lees, vrees ik wel verkeerd gegokt te hebben. De nieuwe roman van Mieke de Loof wordt als immers als volgt aangekondigd:

Wenen 1914. In de gangen van de wereldvermaarde faculteit geneeskunde botst Ksaveri Ignatz, voor de buitenwereld psychiater maar in feite jezuïet en geheim agent, op zijn oud-professor seksuologie Von Graff, en hij aanvaardt zijn uitnodiging om samen te gaan lunchen. De volgende dag wordt de professor vermoord teruggevonden. De laatste die hem levend gezien heeft, is de omstreden Weense schilder Egon Schiele.

Kort daarna deelt Ignatz’ vriendin Elisabeth hem in vertrouwen mee dat ze door een procureur-generaal is benaderd om samen een serie gruwelijke moorden op jonge meisjes op te helderen. De meisjes zijn gevonden in houdingen die verwijzen naar schilderijen van Schiele. Alles wijst erop dat hun moordenaar ook Von Graff heeft omgebracht.

Ignatz en Elisabeth gaan als bloedhonden achter de kunstenaar-lustmoordenaar aan. Al vlug worden ze echter zelf opgejaagd wild.

Spannend? Inderdaad.

Ook al indien mijn gok nu voorbarig of verkeerd blijkt: het doet er niet toe!

Henri-Floris JESPERS

 

Partager cet article
Repost0
17 avril 2010 6 17 /04 /avril /2010 04:54

Matthijs-de-Ridder--Charles-den-Tex-en-Mieke-de-Loof.jpg

Mieke de Loof, Matthijs de Ridder en Charles den Tex,

Colloquium 'Thriller versus roman, De Buren,

Brussel, 20 september 2007

Woensdag 28 april wordt in De Zwarte Panter, Hoogstraat 70-72-74 te Antwerpen de nieuwe roman van Mieke de .Loof door Betty Mellaerts gepresenteerd.

Programma:

19.30 uur: ontvangst

20.00 uur: welkomstwoord door uitgeverij De Geus

20.10 uur: Betty Mellaerts deelt haar indrukken over Wrede schoonheid

20.25 uur: muzikaal intermezzo door twee leden van Blauw Gras

20.35 uur: Mieke de Loof leest voor, dankt en overhandigt het eerste

exemplaar

20.50 uur: toost op Wrede schoonheid, receptie en de mogelijkheid tot het

laten signeren van het boek

22.00 uur: einde

*

Mieke de Loof (Aalst, 1951) is socioloog en filosoof. In 2004 won ze met haar rmisdaadroman Duivels offer de Hercule Poirotprijs, een jaarlijkse prijs voor de beste Vlaamse misdaadroman.

 

In 2006 volgde haar tweede ‘Ignatzroman’, Labyrint van de waan (nominatie Hercule Poirotprijs). Wrede schoonheid is de derde, los te lezen misdaadroman in een cyclus van zeven.

 

 

Onder de wat raadselachtige titel 'De avonturen van Alice in Literatuurland' publiceerde ze in Thriller versus roman (2008) een revelerende en opgemerkte creatieve bijdrage, de tekst van haar tussenkomst op het Colloquium georganiseerd door de Diamanten Kogel over 20 september 2007 in het Nederlands-Belgisch huis DeBuren te Brussel.

kaft--n.jpgJos van Cann & Henri-Floris Jespers (Red.), Thriller versus roman,

Antwerpen-Apeldoorn, 2008.

Als voorzitter en drijvende kracht (van 2007 tot 2010) wist Mieke de Loof het (sluimerende) Genootschap van Vlaamse Misdaadauteurs definitief op de kaart te zetten.

In Crimezone onderstreepte Mieke de Loof dat goede thrillers “ontmaskeraars zijn van dubbele standaarden in de maatschappij”, dat volwaardige thrillerhelden “waarheidszoekers zijn middenin een industrie van leugens” en dat “een thriller moet nazinderen”.

Mieke de Loof is geen onbekende voor de lezers van de Mededelingen van het CDR, waarin vaker verwezen werd naar haar merkwaardige werk.

In de honderdste aflevering (30 augustus 2007) publiceerde ze een even gedegen als bijtende kritiek op Benno Barnard: 'Het ondraaglijke gedweep van B. B. met de heilstaat k. u. k.'. De versie op deze blog (6 augustus 2008) wordt tot op heden door lezers on line geregeld geraadpleegd: http://mededelingen.over-blog.com/article-21781635.html

Meer over Mieke de Loof in de volgende aflevering...

Henri-Floris JESPERS

Partager cet article
Repost0
16 avril 2010 5 16 /04 /avril /2010 01:13

Woensdag vond ik in de brievenbus een op één nummer na complete reeks van De Houten Gong.

Waar hebben wij het aan verdiend?

Gong.jpgIn de bijgevoegde missive verklapt Bert Bevers dat hij het gedicht 'Weinig namen heeft de droom' (zie vorige aflevering) schreef als proeve van domsonnet, nl. een nieuwe vorm van sonnet. Het is gebaseerd op de lengte van de onderdelen van de Domtoren te Utrecht en wel als volgt:

de toren is ongeveer 112 meter hoog, verdeeld in
5 meter windvaan,
13 meter spits,
26 meter achtkant,
29 meter vierkant en
39 meter vierkant.

De afronding is zo gekozen dat het precies 112 meter is. Dit zie je terug in:
titel van 5 woorden en respectievelijk strofen van
13 woorden in 2 regels,
26 woorden in 3 regels,
29 woorden in 4 regels en
39 woorden in 5 regels.
Samen 14 regels en met de titel mee, het rijtje 1,2,3,4,5. De inhoud is vrij.

Het domsonnet werd bedacht door de Nederlandse dichter Nanne Nauta (°1959). Tijdens zijn studie Franse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Utrecht was hij oprichter van Sad'E (Salon Artisanal d'Ecriture), een schrijversgroep in navolging van het Franse Oulipo (Ouvroir de Littérature Potentielle), de “werkplaats” die in 1960 rond François Le Lionnais en Raymond Queneau ontstond. Freddy de Vree (1939-2004) en Paul Neuhuys (1897-1984) wezen mij al in de prille jaren zestig op Oulipo. In die jaren paste André Blavier (1922-2001), die zijn encyclopedische Fous littéraires nog niet gepubliceerd had, de zogenaamde methode S + 7 of “methode lescurienne” toe op spreekwoorden in Waals dialect. Het resultaat was zonder meer verbluffend.

Nanne Nauta schreef al eerder Kruissonnetten (Leeuwarden / Utrecht, De Contrabas, 2009). Via de blog misade wordt nu opgeroepen een domsonnet in te zenden. Het wordt beoordeeld op de vormeisen en ook inhoud. Als de redactie het gedicht groen licht geeft, wordt het op het weblog geplaatst. Als er op een gegeven moment in tijd voldoende gedichten zijn, volgt er een bundeling via Uitgeverij crU. De redactie bestaat uit het dichterscollectief Bert-Jan Dijenborgh, Wim Schot en Nanne Nauta.

HFJ

http://misade.web-log.nl

 

Partager cet article
Repost0
14 avril 2010 3 14 /04 /avril /2010 05:17

 

Ook maandag consulteerde ik naar goede gewoonte de weblog van Bert Bevers. Tussen februari 1999 en september 2002 gaf hij de dertien nummers van De Houten Gong uit, tijdschrift voor poëzie. O.a. H.H. ter Balkt, Benno Barnard, H.C. ten Berge, Frans Budé, Hendrik Carette, Aleidis Dierick, Bart FM Droog, Peter Ghyssaert, Peter Holvoet-Hanssen, Philip Hoorne, Johanna Kruit, Peter Nijmeijer, Paul Rigolle, Werner Spillemaekers, Peter Theunynck, Miel Vanstreels, Willie Verhegghe, Victor Vroomkoning en Menno Wigman gaven hem ongepubliceerd werk. Bert Bevers mocht ook rekenen op de medewerking van ondertussen overleden dichters: Wilfried Adams, Ben Cami, Erik Heyman, Jan Kostwinder en Jos Steegstra.

Bert-Bevers-en-Wilfried-Adams.jpgBert Bevers & Wilfried Adams

In die nu al verre jaren deponeerde de mij toen onbekende Bert Bevers af en toe een aflevering van De Houten Gong in mijn brievenbus. Ik had natuurlijk een abonnement moeten nemen, maar het kwam er gewoon niet van. Daar heb ik nu spijt van. Onachtzaamheid? Gebrek aan belangstelling? Of beseffen we pas achteraf ten volle het uitzonderlijke belang van dergelijke initiatieven? Ik heb mij die vraag vaker gesteld.

http://www.bertbevers.com/houtengong.htm

Wat er ook van zij, gisteren ontving ik bezoek van mijn vriend Luc Neuhuys. Toen hij aanbelde en ik open deed, keek in de brievenbus en, ja, Bert was kennelijk weer eens voorbij gewandeld. Ik trof er een enveloppe met de traditionele “goede groet”, waarin een geplooid blad gevergeerd Featherweight (denk ik zo, op het eerste gezicht) met een gedicht van Bert en (de reproductie van een) zeefdruk van Gerrit Westerveld, keurig genummerd en gesigneerd door de dichter en de kunstenaar, exemplaar 32/60, een uitgave van Kleinood&Grootzeer.

Westerveld.jpg

Gerrit Westerfeld


Het gedicht van Bert treft mij door een surrealiserende zegging die hij zelden aanwendt.


Weinig namen heeft de droom


Nacht beweegt zich als een bos. Lege

valiezen lijken over verplaatsingen te peinzen.


Trouweloos als vluchtende vrienden rusten in kelders

scherprechters met slapen vol bloed. De dag begint met plotse

korte angsten die als hagedissentongen uit de diepte schieten.


Achter van dauw de trouw ziet hij

mensen met longen vol licht, gesis uit

ongeletterde monden. Weet niet of hij mee kan.

Beseft: ruiters zonder paarden zijn beter nederig.


Het is gans eenvoudig om niet mee te rijden.

Maar om vrijheid te omschrijven dient hij woorden

vol letters aan te wenden. Geen haast. Het mag

voor morgen zijn, of de dag der dagen.

Zullen we ons samen omdraaien?


In het Poëziecentrum Nederland aan 't Zand in Bredevoort is Bert Bevers 'dichter van de maand'.


Zie: http://www.poeziecentrumnederland.nl/paginas/dichtervandemaand.html

En: http://www.dichtervandemaand.blogspot.com/


HFJ

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche