Overblog
Editer l'article Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
5 octobre 2010 2 05 /10 /octobre /2010 22:44

 

Voorspel

Ruth Lasters heeft een roman geschreven. Ze zit er mee bij haar uitgever, Harold Polis. Aan de deur staan twee mannen met een uitgestrekengezicht.

Harold zuchtte en keek beurtelings naar de schrijver en het manuscript.

Waarom?’

Hoe… waarom?’ vroeg Ruth met een vettige Antwerpse tongval.

Polis keek naar het raam. ‘Zijn er niet genoeg romans? Prachtige romans zijn er geschreven, door de eeuwen heen. Hoe oud ben je?’

Eenendertig,’ antwoordde de schrijfster.

Eenendertig,‘ herhaalde de uitgever. ‘Als je nu begint ben je op je honderdste nog niet klaar. Zelfs al sla je de hele Vlaamse literatuur over.

Waarom wil iemand als jij, Ruth, die zulke mooie gedichten schrijft, al die moeite doen om een roman te schrijven?’

Het is mijn tweede,’ zei Lasters op droge toon.

Ik weet het, Ruth. Ik heb hem zelf uitgegeven,’ kreunde de uitgever.

De twee mannen deden een stap voorwaarts.

Ik heb iets te vertellen, en als ik iets te vertellen heb moet het op papier.’

Een grijns verscheen op het gezicht van de uitgever. ‘Je hebt de mensheid iets te vertellen, Ruth! Dat heeft toch iedereen elke dag wel duizend maal.’

Iets dat sterk gebonden is aan de actualiteit.’

De actualiteit van vandaag is niet die van morgen, Ruth.’

Er zal over gesproken worden.’

En geschreven,’ repliceerde de uitgever die aan een hoog tempo het manuscript doorbladerde. ‘Ik weet nu al wat ze gaan schrijven. De ene zal het al dommer doen dan de andere, maar over één zaak zullen ze het eens zijn.’

En dat is?’

Dat dit het werk is van een zenuwpatiënt.’

De twee mannen maakten aanstalten zich op de uitgever te werpen, maar een simpel gebaar van de schrijfster hield hen tegen.

Zal ik morgen terugkomen?’ vroeg Ruth. ‘Het is blijkbaar je dag niet.’

Morgen of overmorgen, het heeft geen zin, Ruth. Ik zit aan het plafond van mijn uitgaven voor de komende twee jaar.’

Dus is het niet een kwestie van goede of slechte kwaliteit?’

Daarvoor zou ik dieper op het gegeven moeten ingaan. God, was er maar een auteur die naar een ander kamp overliep. Of inzag dat er talrijke passages dienden geschrapt te worden en honderden woorden door andere vervangen.’

De twee mannen op de achtergrond ontspanden tegelijkertijd, alsof ze op dezelfde machine waren aangesloten.

Ik heb mijn verleden aan een onderzoek onderworpen. Met als resultaat een literaire triller zonder doden.’

Tegen een achtergrond van een liefdeshistorie.'

Hoe weet je dat, Harold? Je hebt mijn roman nog niet gelezen!’

Geboorte en haat, Ruth, mis je al wel eens, maar het passiespel… daar kan je gif op innemen.’

Hij is minder hermetisch dan mijn eerste, Harold. Iedereen kan hem lezen.’

Behalve zij die hem gratis krijgen,’ liet Harold er bliksemsnel op volgen.

Bon, Ruth, ik neem het risico, op één voorwaarde.’

En die is?’ vroeg het duo, naderbij komend en een revolver tegen de slapen van Harold drukkend. Zijn antwoord kwam traag en voorzichtig.

Heren, rustig aan. Ik ga nu een lade openen. Er ligt geen wapen in, maar iets van veel meer waarde.’

De revolvers richtten zich op de rechterhand van de uitgever. Harold opende de lade en haalde twee mapjes te voorschijn. Hij gaf ze aan Ruth, samen met het manuscript.

Ruth kende de mapjes. De bladen waren gevuld met honderden plichten van de auteur en dubbel zoveel rechten van de uitgever.

De telefoon rinkelde. Harold nam de hoorn op.

Guido! Waarde vriend! Wat kan ik voor je doen?’

De waarde vriend hield het niet kort, want de schrijfsterhad ruimschoots de tijd het contract te lezen, een paar clausules te schrappen, elke bladzijde van een paraaf te voorzien en de laatste te tekenen.

Rustig, Guido, rustig. Wind je niet op. Die zaak gaan we opnieuw bekijken, dat beloof ik je. Nu ik je toch aan de lijn heb. Ruth Lasters heeft een nieuwe roman geschreven. Geheel anders dan haar eerste. Als je hem wilt bespreken zorg ik ervoor dat je als eerste een pdf krijgt.’

Harold zweeg en luisterde. ‘Hoe hij heet? Een ogenblik. Er komt hier iemand binnen.’

De uitgever rukte het manuscript uit de hand van de schrijfster en keek naar de titelpagina. ‘Feestelijk zweet!’ kreet hij triomfantelijk in de hoorn. ‘Hij verschijnt dit najaar! Je zal er plezier aan beleven.’

Harold Polis beëindigde het gesprek met veel beloftes voor de toekomst. ‘Zo, dat is al goed voor één bespreking. Nu is het aan jou.’

Aan mij?’ stotterde Ruth Lasters. ‘Wat heb ik met die man te maken.’

Kijk hem eens diep in de ogen en tuit eens je wulpse lippen. Je kan hem niet missen. Hij is te vinden op elke vernissage, maar is geen schilder, op elke première, maar is geen toneelspeler en bij elk boekenfeest, maar is geen schrijver.’

Ruth Lasters knikte, draaide zich om en de twee achtergrondenaars vochten om de eer de deur te mogen openen.

Zes maanden later arriveerde een print van Feestelijk zweet op het adres van de criticus. Hij legde Boelgakov terzijde en begon meteen te lezen.

Hoofdspel

Honderd pagina’s duurde het eer de waarde vriend begon te begrijpen waar het allemaal om draait. De promotiedienst had een werftekst de e-world in geslingerd. Er was sprake van het vastklampen aan ambities, tegen wil en dank, en over de komische tot dramatische gevolgen hiervan, maar van ambitie, tragiek en komedie had de eerste lezer niet veel gemerkt. Hooguit een aanzet, meer niet.

Twee verhalen lopen naast elkaar tot ze in elkaar opgaan. Dat er twee tramlijnen zijn is slechts merkbaar omdat de ene tram Igor heet en de andere Meria. Voor het overige lijkt het of ze beide Ruth zijn, als u begrijpt wat ik bedoel. Het geheel is een smos van reflecties van de hoofdpersonages, acties van de nevenpersonages en geëmmer van de auteur. Alles monotoon wat de leesbaarheid allerminst bevordert. De waarde vriend heeft zich meermaals uit zijn geliefde fauteuil moeten wringen om aan het klimrek in zijn garage het lichaam op te trekken en de benen te plooien om niet te belanden in een comateuze toestand.

Humor is in geen velden of wegen te bekennen, in zoverre er van velden of wegen sprake is. Het meest ergerlijke, zoveel is wel duidelijk, zijn de tientallen tussenwerpsels of uitzwaaiers. Ze hakken genadeloos in, hoe kan het ook anders, op de spanning die, zo nu en dan, eerder meer dan minder, aanwezig is, of een vermoeden van aanwezigheid oproept. Ze maken dat er van een compact verhaal geen sprake is. Ruth Lasters bezondigt zich daarenboven aan een veelheid aan herhaling, vaak heel kort op elkaar, heel kort. Al te kort.

Op de onderste helft van bladzijde 105 staat ‘Maar terwijl hij de telefoon al hoorde overgaan, nam hij zichzelf op in de gangspiegel. Hij zag zijn dikke haar, dat tegen alle verwachtingen in nog steeds zo veel gezondheid uitstraalde, herinnerde aan de knappe, viriele verschijning die hij altijd meende te zijn geweest, en hing op.’ Na een witlijn volgt ‘Igor liep terug naar de badkamer en kamde zijn zilveren lokken, waar hier en daar nog prachtig zwart door schemerde en die ondanks de chemische rotzooi zelfs niet eens dunner scheen te worden.’ Op dat moment heeft de lezer nog drieënhalf regels te gaan op de pagina.

Ruth Lasters lijdt aan een veel voorkomende misdaad bij hedendaagse auteurs. Het vermoorden van de fantasie van de lezer nog voor de geboorte. Wat heeft de lezer aan een boek zonder actieve betrokkenheid? Zonder passages waarmee hij op het verkeerde been wordt gezet? Dat Ruth Lasters kan schrijven zal niemand betwisten. Een roman moet echter hoger grijpen. Een magische kermis zijn, waar de ene attractie op de andere lijkt en toch verrast door subtiele variaties. Zodat er een parcours als een achtbaan ontstaat, met aan het eind een ravijn waarin de lezer valt en tot zijn verbazing terecht komt op een luchtkussen. Opgewekt staat hij op en spoedt zich naar een andere roman, een nieuwe magische kermis met een tragischer of komischer trafiek.

Feestelijk zweet is geen promotie voor de romanvorm. De vele witlijnen, vaak meer dan één per pagina, verwekken een vermoeden van opzettelijke uitrekking. Zonder de witlijnen was een boom gered, had het boek dertig bladzijden minder geteld en was de prijs twee euro lager geweest.

Dialogen zijn schaars. En zo kunstmatig dat ze opzettelijk lijken te zijn ingebouwd. Hé, gauw effe een dialoogje, moet Ruth Lasters bij momenten hebben gedacht. De weinige die er zijn, zijn bovendien zo vlak als een zee zonder stroming of wind. De lezer hoort daarom enkel een monotoon geluid en ziet personages zonder geestelijke of lichamelijke afwijking. Iets waar elke mens toch in meer of mindere mate mee opgezadeld is, van bij de geboorte.

Naspel

De hoofdfout is dat Lasters een perfect boek heeft willen schrijven. Het resultaat van die wensdroom is een boek waarin het verhaal noch de auteur een gezicht heeft. Waar de criticus, tot uitlezen veroordeeld, blij is wanneer hij de eindstreep heeft bereikt en leest: ‘Je moet maar denken dat je op een soort maan bent. Op een maan waar geen kind een tekening van maakt, geen wolf naar huilt ’s nachts, geen mens naar staart.’

Een maan? De waarde vriend had eerder de indruk in een zandbank verzeild te zijn geraakt. Al zinkend zag hij in de verte twee auteurs staan zwaaien. Albert Camus en Lev Tolstoj. De tweede auteur komt een paar maal ter sprake in Feestelijk zweet. Specifiek De dood van Ivan Iljitsj. Een novelle waarvoor Maupassant het complete eigen werk veil had. Het titelpersonage komt in het aangezicht van de dood tot het inzicht dat zijn leven armzalig, zelfgenoegzaam en burgerlijk was. Loutering, satire en het ironisch gebruik van kanselarijpraat maken van dit in wezen banaal verhaal, en nu citeert de goede vriend Vladimir Nabokov, ‘een volmaakte, geraffineerde prestatie’.

Beste Ruth Lasters. Verwijder de spiegel van je schrijftafel waarin al te duidelijk De gelukkige doodvan Albert Camus en de novelle van Tolstoj te zien is, en verzin een compleet eigen verhaal, dat je als gegoten staat. Want zolang je leentjebuur speelt bij het talent van iemand anders, komt dat van jezelf nauwelijks aan bod.

Guido LAUWAERT

Ruth Lasters, Feestelijk zweet, Antwerpen, Meulenhoff / Manteau, 2010, 332 p., 22,50 €.

 

Partager cet article
Repost0

commentaires

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche