Overblog
Editer l'article Suivre ce blog Administration + Créer mon blog

Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit

Piet Tommissen over Golfslag (II): Paul de Vree & De Brug

Aansluitend bij zijn studie over het tijdschrift Golfslag handelt Tommissen over Paul de Vree’s boekhandel en uitgeverij De Brug, waarover tot nu toe slechts sporadisch en summier bericht werd. [1]

In september 1944 werd Paul de Vree wegens collaboratie door de stad Antwerpen als leraar geschiedenis en moraal geschorst en op 26 november 1945 uit zijn ambt ontzet. Hij werd door de rechtbank vrijgesproken met behoud van burgerrechten en ook de voogdijoverheid, in casu de Bestendige deputatie van de Provincie Antwerpen, sprak hem vrij. De gemeenteraad van Antwerpen vond op 8 december 1947 – met eenparigheid van stemmen – dat bij de Prins-Regent beroep diende aangetekend tegen het gunstige oordeel van de bestendige deputatie. Minister Piet Vermeylen (1904-1991) sprak echter een blaam uit. De dichter en zijn raadsman, de bekende advocaat Carlos de Baeck (1906-1993), vriend van Maurice Gilliams en raadsman van o.a. Jef de Belder, hebben enkele jaren hemel en aarde bewogen om gelijk te krijgen. In 1951 werd De Vree uiteindelijk opnieuw aangesteld als leraar, nu in het rijksonderwijs. In 1969 ging hij met pensioen.

De echtgenote van Paul, de regentes wetenschappen Mariette Versterren (1910-2006; cf. Mededelingen van het CDR, nr. 71 de dato 27 mei 2006, pp. 4-5) werd niet verontrust, zodat het gezin na Pauls ontzetting over een inkomen beschikte. Het lag echter niet in de aard van werkbeest Paul om bij de pakken te blijven zitten. Hij nam in 1947 een verlopen zaak over, boekhandel De Brug, gelegen in het benedenhuis van Gilliams’ woning aan de Lange Nieuwstraat 91 te Antwerpen. Michel Oukhow tekende herinneringen op aan die jaren:

Er hing een enorme sfeer in de winkel. In geen boekhandel kwamen zoveel jongelui om zich op de hoogte te stellen van de nieuwste publicaties en die zich tegelijk ontslagen wisten van een verplichte aankoop. […] Bijna alles wat in Antwerpen met kunst en wetenschap te maken had kwam daar babbelen. Er stroomde een stuk artistiek leven dat ik nergens meer ontmoette, tenzij in enigszins geblaseerde vorm bij boekhandel Orion, open gehouden op de Kathelijnevest door de dichter Remi De Muynck, beter bekend als Saint-Rémy. Het verschil tussen beide boekhandels lag er in dat je in De Brug als geïnteresseerde vriend kwam en dat je in Orion beleerd, beschoolmeesterd werd. Dit deed Saint-Remy nu wel niet met kwaad opzet, maar hij was graag belangrijk.[2]

&

Spoedig ontpopte De Vree zich als uitgever. Naast de reeks “Mens en muze” (onder de redactie van Ivo Michiels, Paul de Vree en Adriaan de Roover”, 1947-1949), gedrukt bij Die Poorte, waarin twaalf delen verschenen, bracht hij nog een klein twintigtal boeken.

In de reeks “Mens en muze” verschenen dichtbundels van Ivo Michiels, Frank Meyland, Albe, Anton van Wilderode, Jos Coveliers, René Verbeeck, Adriaan de Roover, Albert Speekaert en Adriaan Magerman; een essay van Paul de Vree over Maurice Gilliams en een essay en bloemlezing van Adriaan de Roover, De doodsgedachte in de moderne Noord-Nederlandse poëzie; alsmede een vertaling van Petrarca door Albe.

Bij De Brug verscheen onder meer de novelle Zo, ga dan! Kronijk van een opgang (1947), van Ivo Michiels en de bundel Zangen voor de mensen van Eugénie Boeye[3], maar ook een wetenschappelijk werk, Het Meerdaelwoud en zijn broedvogels alsook de vogels der Dijlevallei, van Florent Wortelaers. Dit boek, waar nog altijd vraag naar is, verscheen in 1946, en dient dus wellicht als eerste publicatie van De Brug gerangschikt te worden. Dit boek kwam waarschijnlijk in het fonds van De Brug terecht via De Vree’s zwager, de bioloog René K. Verheyen (1907-1961), destijds conservator van het Natuurhistorisch Museum te Brussel, in wiens opdracht Paul de 72 aquarelplaten schilderde van de Oologica belgica. (F. Wortelaers publiceerde ook over de waterral, alsmede Quelques considérations comparatives sur l’Épervier d’Europe et le Faucon hobereau.) Tot slot dient nog de aan De Vree opgedragen roman Het Vonnis van Michiels vermeld te worden, verschenen met als imprint  “De Brug – ’t Galjoen” – wat dit ook moge betekenen.

Henri-Floris JESPERS

 



[1] Cf. bijv. Ludo SIMONS, Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen. II. De twintigste eeuw,  Tielt, Lannoo, 1987, 251 p.; p. 162.

[2] Dr. M. OUKHOW, Paul de Vree: een benadering in politiek perspektief, in: Jan VAN DER HOEVEN & Renaat RAMON (red.), Paul de Vree, Brugge, Velvet, Radar 21, 1982, pp. 81-93;  pp. 90-91.

[3] Over Eugénie Boeye, cf. Henri-Floris JESPERS, « Dat kleine Boeyetje », in: Mededelingen van het CDR, nr. 1, 13 juni 2003, pp. 1-4; Eugénie Boeye, in: Mededelingen van het CDR, nr. 12, 17 november 2003, pp. 8-14 .

 Paul-de-Vree---Henri-Floris-Jespers--1967.jpg

  Van l. naar rechts: Henri-Floris Jespers & Paul de Vree, anno 1967

Retour à l'accueil
Partager cet article
Repost0
Pour être informé des derniers articles, inscrivez vous :
Commenter cet article