De man die de schilderkunst laat zien en zijn toeschouwers doet stil worden.
Dezelfde fout als altijd heb ik ook deze keer gemaakt, "God, Jan, we gaan toch samen gaan kijken hé? Dat wil ik met u doen." Een datum wordt bepaald, de datum wordt verschoven en dat allemaal op het laatste moment weer afgebeld en uiteindelijk kunnen ze helemaal niet meer – met als gevolg dat je de laatste dagen van de expositie moet gaan kijken! Uiteraard moet je dan lang aanschuiven voor tickets, en héél lang voor je de schilderijen daadwerkelijk kan zien. Het is de laatste keer geweest! Vanaf nu altijd tweede week na opening, op een dinsdagmorgen. Dan zijn er twee bejaarden en een zaalwacht!
Toch blij dat ik ben gaan kijken. In vergelijking met de expositie in Gent (2005) is dit samenspel van oud en nieuw werk, nu niet extreem toegespitst op de bevreemdende sfeer van Borremans gericht, vind ik, maar wel op de pure schilderkunstige aspecten.
Borremans is een Vlaamse meester die exact weet hoe hij zijn ondergrond moet laten meespelen door een transparante laag op een geprepareerd wit doek in oud roze of gebrande sienna. Als deze laag droog is, tekent hij met vaal grijsgroen, lichte bruinen en, in de nieuwere werken, zelfs met rode of oranje-bruine lijnen, de contouren die lichtjes mogen meespelen zoals een fagot in een symfonie.
Dan worden haar en kleding met een brutere borstel aangebracht, de lijnvoering is krachtig speels en ook beredeneerd omdat hij zijn métier ten volle beheerst (net zoals de jazzvirtuoos die zijn klassiekers door en door kent).
Voor de huidweergave gebruikt hij zachtere borstels die het prachtige roze en wit geleidelijk laten verdwijnen waar het nodig is. De essentie van de vorm blijft en Borremans laat net als een aquarellist de ruimtes open... De ondergrond is de basis van de vorm.
Anatomische afwijkingen durven zelfs in het werk sluipen – en hij laat ze staan, want ze zijn van geen belang, het schilderkundige die de fout overheerst, primeert, en zo moet het zijn.
Borremans wordt niet gedomineerd door zijn onderwerp of door zijn voorstudie-materiaal, namelijk zelfgemaakte foto's die de uitvalsbasis vormen voor zijn werk. Hij domineert zijn onderwerp.
Ik vermoed niet dat hij projecteert. Daardoor kan immers het oog niet alles in één keer zien en maak je als schilder soms een misser in de verhoudingen. Indien een schildertoets dan ineens een leven op zich gaat leiden, is het anatomische iets anders en ondergeschikt aan het schilderij... Daardoor kan een arm iets groter overkomen... Maar dat maakt het juist zo bijzonder.
Gaandeweg in de loop der jaren werd de toets frivoler, de beheersing krachtiger, taal en sfeer (zijn signatuur) sterker.
Schreeuwerig zal Borremans wel nooit worden. Veel variatie in de stilte en in het bevreemdende zal bij deze meester wellicht niet meer insluipen... We leven immers in een tijdperk waarin – eens je signatuur is (h)erkend – je de toeschouwer niet mag of kan verrassen met stijlbreuken. Nu vermoed ik dat hij steeds verder zijn wereld zal uitpuren.
Het portret, hoe beklemmend ook qua sfeer, staat steeds duidelijker op zichzelf.
Let bijvoorbeeld op de kop van Dead chicken (2013): hoe subliem verfrissend geschilderd, de meesterlijke toets met de juiste kleur op de juiste plaats!
Over de inhoudelijke aspecten van Borremans kunst is meer dan éen boek geschreven. Nog niks gelezen? Niet doen. Gewoon aandachtig kijken.
Een prachtige ervaring...
Jan SCHEIRS
Michaël BORREMANS, As sweet as it gets,
Bozar, Brussel, nog tot 3 augustus (van 10 tot 18 uur).