Eerder toevallig neem ik de bloemlezing Honderd nieuwe dichters ter hand, een uitgave van dichtersgroep dimensie (1976), samengesteld door Jan Biezen. Van de honderd dichters situeer ik er al meteen 22.
Uiteraard Bert Bevers, Toon Brouwers, Marc Bruynseraede, Gerd de Ley, José de Poortere, Frans Deschoemaeker, Ton Luiting, Willem Persoon, Bert Popelier, Johan van Cauwenberge, Leopold M. van den Brande, Miriam van Hee, Miel Vanstreels, Willie Verhegghe, Herwig Verleyen en Eriek Verpale.
Van drie gebloemleesde dichters las ik geen werk meer (dat kan natuurlijk aan mij liggen): Angelo di Berardino (een oud-student), Eric Rinckhout (de meer dan verdienstelijke cultuurredacteur van De Morgen) en Marc de Smet (die in december 1985 een representatieve bloemlezing bij Yang publiceerde, Droom en doem. Vlaamse poëzie 1960-1985).
Waar Jan Biezen het haalde om anno 1976 Frans Buyle (1913-1977) en Arthur-Karel Rottiers (1920-2006) als “nieuwe dichters” te bestempelen, blijft mij een raadsel.
Tot slot: Luc Coorevits maakte achteraf carrière als bedrijfsleider....
In het voorwoord onderstreept Jan Biezen dat het hem ging om de onderstroom die naar zijn gevoel in de gebundelde nieuwe poëzie in meerdere of mindere mate is terug te vinden: de nieuwe romantiek.
Jan Biezen gaf in Vlaanderen het tijdschrift Dimensie uit (1976-1981); achteraf vestigde hij zich te Leiden als uitgever van een boeiend, eclectisch fonds van dichtbundels, essays en vertalingen.
Henri-Floris JESPERS