Met het oog op memoires die mij nu meer dan ooit geheel overbodig lijken, schreef ik een paar jaar geleden enkele herinneringen aan mijn prilste kinderjaren op. Nu ben ik wel meer dan ooit geneigd met Saint-John Perse te stellen: “Sinon l'enfance, qu'y avait-il alors qu'il n'y a plus ?”
Ik verbleef af en toe in het Vijfringenhuis aan de Graaf Jansdijk te Knokke, de modernistische villa gebouwd in opdracht van Floris Jespers in 1934 en uitgebreid in 1937 en 1946.
Met grootvader en Stroeps (1949-1950) , de Duitse herder die mij uit de gracht redde waar ik dreigde te verzuipen... Stroeps werd te Antwerpen door een buurvrouw vermoord en stierf in de garage van het huis aan de Marialei dat ik thans bewoon.
Grootmoeder en grootvader (1945-1946?) naast het “onzedig” beeld dat bij wijze van protest uiteindelijk door onbekenden onthoofd werd, zoals duidelijk te zien op de twee volgende foto's (1950-1951).
Overgrootmoeder (langs moederszijde), mijn broer Pierre en moeder
Met overgrootmoeder; op de achtergrond, de hoeve van boer Vanvyvere waar ik soms ging “werken”...
(Meer over de oma van mijn moeder in een volgende aflevering.)
*
How dear to this heart are the scenes of my childhood,
When fond recollection presents them to view!
HFJ
zie ook: Fotografisch dagboek (V)