Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
Dokter Eugène Mattelaer (1911-1999) woonde in Knokke in het befaamde Zwart Huis (1924), gebouwd in opdracht van zijn schoonvader dokter Raymond De Beir naar plannen van architect Huib Hoste. Mijn grootvader, die met periodes het Vijfringenhuis aan de Graaf Jansdijk in Knokke bewoonde (ik verbleef er vaak als kind), was bevriend met de sippe De Beir / Mattelaer.
Eugène Mattelaer was lector in de tandheelkunde aan de K.U.L. Ik heb hem ontmoet in het kader van de Internationale Poëziebiënnale in Knokke, een wereldwijd vermaard evenement dat uit kortzichtig flamingantisme (en naijver van andere spelers op het veld...) uit Vlaanderen verbannen werd naar Luik, waar het een sluimerend bestaan blijft leiden.
In april 1979 (Mattelaer was toen al ere-burgemeester van Knokke) ontving ik een exemplaar van de tweede uitgave van Nooit de moed opgeven, een 272 pagina's tellende uitgave van drukkerij Julien Matthys te Knokke, waarin opgenomen het gelijknamige gedicht van Mattelaer vertaald of bewerkt in '310 nationale, oude-, ethnische- of streektalen'.
Dit hartversterkend gedicht luidt als volgt:
Nooit de moed opgeven
Kun je niet vliegen, loop -
Kun je niet lopen, ga -
Kun je niet gaan, kruip -
maar blijf nooit stilstaan
nooit dalen immer opgaan
Kun je niet lachen, glimlach -
Kun je niet glimlachen, wees toch blij -
Kun je niet blij zijn, wees tevreden -
maar nooit de moed opgeven
en immer voorwaarts streven
Hier dan alvast de Japanse vertaling door zuster M. Elisabeth van het Carmel te Brugge:
(wordt vervolgd)
Henri-Floris JESPERS