Overblog
Editer l'article Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
10 décembre 2010 5 10 /12 /décembre /2010 20:28

 

AbkeHaring.png

Abke Haring

De première van Abke Harings nieuwe stuk in deSingel, gisteren, is niet onopgemerkt aan me voorbij gegaan. Niet in het minst omdat ik ernaar gekeken heb op een manier die evolueerde van afstandelijke observatie naar totale verinnerlijkte fascinatie. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik al van heel vroeg in haar carrière een beetje een boon heb voor Haring en wat en hoe ze dingen doet op scène. Maar diezelfde eerlijkheid gebiedt me ook te zeggen dat ik dit stuk met enige scepsis tegemoet trad. Niet uit vooroordeel ten aanzien van haar werk of zo. Eerder omwille van het feit dat er vier acteurs op de affiche stonden. Zijzelf en de heren Louis van de Waal, Ward Weemhoff en Jimmy Zoet. Weemhof en Zoet kende ik voor geen meter, Van der Waal des te beter. Nou ja, persoonlijk goed kennen niet echt, maar als acteur heb ik hem al enkele keren aan het werk gezien, o.a. toen ik meewerkte aan de film Miss Homeless van Daniel Lambo. Daarin speelt Van der Waal een dakloze die de hoofdrolspeelster een soort opleiding geeft in het dakloos zijn. Zonder daar hier verder diep op in te willen gaan, vermeld ik dat alleen maar om te zeggen dat hij me in die film niet echt kon overtuigen met zijn acteerwerk. En dat straalde een beetje af op mijn verwachtingen voor dit stuk. Onterecht zo blijkt. Wat Haring Van der Waal laat doen in dit stuk is dan ook niet acteren maar eerder ageren en debiteren.

Het stuk begint in een mistige duisternis waarboven een tickertapelicht een tekst weergeeft, woord voor woord als een soort telegram, met een geluidje erbij, waardoor het een zeer ponerend effect krijgt. In de mist staan vier figuren, tenminste, na een tijdje worden die allengs beter en beter zichtbaar. En dan gebeurt er iets wonderlijk: de figuren beginnen niet te praten, hoewel je dat zou kunnen verwachten omdat ze alle vier een microfoon opgeplakt kregen. Er gebeurt iets helemaal anders. Iets wat ik eigenlijk zelfs liever hier niet verklap. Omdat dat onverwachte dan eraf is. En ik schrijf dit stukje niet om mijn mening over het stuk perse te willen geven. Neen, ik schrijf dit stukje om die wie het leest naar het stuk zelf te krijgen. Ik zou kunnen beschrijven en omschrijven wat er dan te zien is maar dat ga ik dus niet doen. Alles wat ik er over zou zeggen zou ook maar deels beschrijven wat je ziet. Dus ga ik gewoon verder met hoe het stuk evolueert, namelijk meer en meer beklemmend en geconcentreerd. Je wordt in een universum binnengezogen dat verwarrend en fascinerend tegelijkertijd is. Je staart naar iets waarvan je je kunt afvragen waar je in godsnaam naar zit te kijken. Het bouwt zich zo op dat je ergens in het midden van het stuk het liefst zou wegkijken. Maar dat doe je niet (ik toch niet) want dat zou doodzonde zijn. Haring en de hare bouwen iets op dat geen standaard structuur heeft, geen dramaturgisch verloop dat je al van kilometers ziet aankomen. Er is geen verhaaltje of zo, het is een inkijk in iets hermetisch dat toch leesbaar is. Gevoel ontrokken uit gevoelloosheid. Degradatie die voortkomt uit gradatie. Het stijgt door te dalen. Dit is de enige manier waarop ik het kan omschrijven zonder het te verpesten. Dat alles wordt gekenmerkt door een visualiteit die zo essentieel is verbonden met het spanningsveld, dat meer zeggen onmogelijk is. De bewegingen van de 'personages' zijn daar allesbehalve vreemd aan. Het decor al evenmin. De scène staat vol met vreemde, schijnbaar utilitaire units, machines die volstrekt niet prijsgeven waar ze voor zouden kunnen dienen en volumes die iets suggereren maar ook niet meer doen dan dat. Het zijn de spelers die er in het stuk een relevantie aan geven. Het decor is van de hand van Jean Koeman die beeldend kunstenaar is en dat laat zich ook duidelijk voelen.

De elementen die het decor vormen staan op zich zolang de spelers er van weg- of van afblijven. En dat is dan misschien een puntje van kritiek, er zijn elementen waar de spelers helemaal niet aan toe komen en die raken dan ook wat verloren in het geheel. Ze worden dan stukken inerte constructie, best mooi om naar te kijken maar toch een beetje gemist. Ze betrekken in het stuk ware nochtans geen grote ingreep of verandering, maar dat gebeurt net niet of net te weinig. Andere delen van het decor hebben dan weer wel een min of meer duidelijke functie en komen wel tot hun recht.

De acteurs praten ook, als zou je dat van in het begin niet verwachten – zeker niet indien die vreselijk lelijke vleeskleurige wireless microfoontjes er niet waren – juist maar door de aanwezigheid van die microfoontjes weet je dat er iets gaat komen. En dat komt dan ook, in een vorm verwant met het tickertapelicht, stukken en brokken, staccato en aan elkaar gerijgd, springend van de ene naar de andere, schijnbaar onzinnig bij wijlen toch concreet op andere momenten. De tekst lijkt soms los te staan van de actie maar naarmate het stuk vordert blijkt dat niet zo te zijn. Er zijn twee stukken monoloog, zeg maar, en die bieden een beetje soelaas omtrent waar het in het stuk over zou kunnen gaan.

De grote verdienste van deze voorstelling is echter dat het niet essentieel is per se te weten waar het over gaat om de kracht ervan te ervaren. Je voelt vanzelf waar het over gaat. Dat moet niet uitgelegd worden. Wat je ziet en voelt pakt je direct bij de oren en het nekvel en de tekst is niet de motor. Daar zorgt de actie voor en dat maakt het, althans voor mij, een sterk staaltje theater. Een heel sterk stuk theater.

Kris KENIS

 

Hout” van Abke Haring is nog te zien in de Theaterstudio van deSingel tot 18 december 2010 (zie www.desingel.be voor practische info).

Gezelschap:Toneelhuis

Spel: Abke Haring, Louis van der Waal, Ward Weemhoff, Jimmy Zoet

Scenografie: Jean-Bernard Koeman

Coproductie: deSingel.

*

'Hout', een samenwerkingsproject tussen Toneelhuis en deSingel, is een regie van schrijfster, actrice en regisseur Abke Haring en de eerste 'wereldcreatie' in het kersverse Theaterstudio. Abke Haring volgde een acteursopleiding aan Studio Herman Teirlinck. De laatste jaren is ze verbonden aan Toneelhuis. Daar kon u haar onder meer bewonderen in een zeer pakkende dubbelrol van Ifiginea/Kassandra in Guy Cassiers' Atropa. In haar eigen regies gaat zij op zoek naar de grenzen van de communicatie. Met een genadeloos oog voor ontstane rituelen en de angst voor verandering. Abke Harings stukken zijn eigenzinnige afscheidsrituelen, ongewone dodenwakes, gebrekkige dialogen. Haar taal beschuldigt, vloekt, tiert, bidt en spot. Helder, precies en rauw. Zinnen als gestolde korsten op moeilijk te helen wonden. Haar favoriete thema is het gezin, opgevat als een arena waarin de leden schijngevechten en machtsspelletjes uitvechten. Een oord waar de armoede van de onmacht heerst. (Bron: website deSingel)

Partager cet article
Repost0

commentaires

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche