Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
10 novembre 2014 1 10 /11 /novembre /2014 01:08

 

IVAnovember14.jpg

Cover: Beatrijs van Craenenbroeck, monotype acryl

Dichteres Christina Guirlande focust op 'Paestum 4', het vierde en laatste gedicht van een korte cyclus over de stad Paestum uit de bundel De Overoever (1981). Zij onderstreept dat wat Van Wilderode daar heeft gezien en beleefd voorgoed deel ging uitmaken van zijn persoon.

'De beleving was zelfs zo sterk, dat het werk dat thuis wacht hem maar zeer langzaam zal kunnen genezen van zoveel indrukken. Dit gedicht staaft de bewering dat niet wat men ziet het belangrijkste is, maar wel wat men daarbij denkt en voelt.'

'Alhambra' uit de bundel Het land der mensen (1952) is voor zover te zien 'op één enkel na, het enige vormvaste sonnet dat Van Wilderode ooit heeft gepubliceerd'. Frans Terrie onderneemt een poging – zo stelt hij bescheiden voorop – 'de rijke en voorname beeldtaal van dit gedicht te verhelderen', en 'te peilen naar de betekenis van de symbooltaal die ermee samenhangt'.

In het vorige aflevering publiceerde de erudiete Stijn Vanclooster een treffende bijdrage over 'De zachte melancholie van een meesterlijke pen'. Bij het lezen van enkele gedichten van Van Wilderode handelt hij nu 'Over herfst en vergankelijkheid'.

Wat […] blijvend is, is de zekerheid – het weifelloze weten – dat alles voorbij gaat? Toch leidt die ervaring niet tot een oeverloos pessimisme: de herfst ruist ook, en beroest; hij maakt het mogelijk een zware bladzijde om te slaan (strofe 4). Daarom is de dichter dankbaar. Dankbaar om het leven én de vergankelijkheid. Dankbaar om de herfst, die deze vergankelijkheid openbaart,en daarom voor de geest is wat brood is voor het lichaam.'

Bij het lezen van het gedicht 'Het echtpaar' – een sarcofaag te bewonderen in de Villa Giulia te Rome – verschenen in De Overoever (1981), stelt Marleen de Crée vast :

'In de ogen van Van Wilderode is deze sarcofaag subliem qua vorm als door de emotie die ze bij hem losmaakt. Hij heeft die schoonheid ook op de lezers van dit juweel overgebracht. Voor mij past de inhoud van dit gedicht perfect op wat ik in alle bescheidenheid voor Van Wilderode voel: hij is een waardevol dichter en ook “ein guter Mensch”'.

Beatrijs.jpg

Beatrijs van Craenenbroeck (Foto: Frank Ivo van Damme)

De dichteres en beeldend kunstenares Beatrijs van Craenenbroeck (in een vorig leven manager voor een internationale onderneming), blijft onvermoeibaar haar organisatorische talenten ten dienste te stellen van de Internationale Vriendenkring Anton van Wilderode. De jongste aflevering van de Nieuwsbrief werd in extra oplage gedrukt en geschonken in de Belgische ambassade te Berlijn n.a.v. het evenement 'Flämische Lyrik und Musik' (23 oktober). Vandaar dat een aantal gedichten van en bijdragen over Van Wilderode ook in Duitse vertaling opgenomen werden.

Henri-Floris JESPERS

 

Nieuwsbrief van de IVA, XIX, nr. 3, september-oktober-november-december 2014.

Beatrijs van Craenenbroeck, Wezelsebaan 250, B 2900 Schoten.

Hoe je een abonnement kan aangaan wordt nergens vermeld... Mailen dus:

vancraenenbroeck.beatrijs@skynet.be

 

Over Beatrijs van Craenenbroeck, zie o.m. op deze blog:

http://mededelingen.over-blog.com/article-beatrijs-van-craenenbroek-in-kasteel-cortewalle-121278351.html

Partager cet article
Repost0
3 novembre 2014 1 03 /11 /novembre /2014 15:33

 

Voor de deeg:
1 simpel verhaal
2 korte zijwegen
175 bladzijden maximum
1 herkenbare stad

Voor de vulling:
1 hoofdpersonage
7 nevenpersonages
200 gram roddels
50 lange scheldpartijen
een pond zelfbeklag
een wikkel Surinaamse coke
1 kg miserie
een koffielepel berouw
een snuifje hoop
1 happy end

Voor de afwerking:

Deel het verhaal op in meer korte dan lange hoofdstukken. Niet meer dan één lange zin per vijf bladzijden. Houd de zijwegen gescheiden om te vermijden dat er verwarring ontstaat. Wees niet zuinig met witruimte. Zorg ervoor dat het zelfbeklag beperkt blijft tot het hoofdpersonage. Zoek de spanning niet te ver. Leg het verhaal af en toe opzij om langdradigheid te vermijden.
Let niet op tikfouten, ze ergeren de lezer en dat houdt ze wakker. De miserie moet al van op de eerste bladzijde te zien zijn. Wissel de roddels af met de scheldpartijen. De nevenpersonages mogen in rook opgaan, maar niet te vroeg. Het berouw kort voor het einde aan toevoegen. Een potje seks zorgt voor pikante recensies. Verdeel de coke over de hele roman.
Informeer de uitgever regelmatig over de vordering, zelfs als die er niet is. Kies een eindredacteur die niet uit de mediawereld komt of in het onderwijs zit.
Let op de vormgever. Doe alsof hij alle vrijheid heeft. Lees de zetproef na binnen de 24 uur. Vraag een drukproef. Wacht op een seintje van de uitgever. Keur het eindresultaat in zijn aanwezigheid en prijs hem. Vraag een voorschot.
Vanaf dat moment is de roman klaar om gelezen te worden.

Guido LAUWAERT

Partager cet article
Repost0
2 novembre 2014 7 02 /11 /novembre /2014 22:28

 

Rudy-Witse-70--1-november-2014--foto-Bert-Bevers-.JPG

Rudy Witse ( foto: Bert Bevers)

In De Zwarte Panter aan de Hoogstraat in Antwerpen werd zaterdagavond 1 november gevierd dat de dichter Rudy Witse (die in 1966 in die hoedanigheid en onder die naam, bij Monas, debuteerde met Raming), in het dagelijks leven Willem Houbrechts (Hij was in datzelfde dagelijks leven maar dan vroeger onder meer producer van Radio 2 Antwerpen) 70 jaar werd. Bij deze feestelijke gelegenheid trakteerde hij zijn vrienden op de bundel Vensters. Al de tweede keer (Hij deed zulks eerder bij zijn 65steverjaardag met Mijn Plekken) dat hij een verzameling gedichten gratis ter beschikking stelde. Vensters bevat 21 gedichten bij 21 kunstwerken (onder meer) die Witse in die zeven decennia tot nu toe inspireerden. Daaronder De slag bij San Romano van Paolo Uccello, De zeven sacramenten van Rogier Van der Weyden, De tuin der lusten van Jeroen Bosch, Wandelaar boven een zee van mist van Caspar David Friedrich, de Fontein van Marcel Duchamp en De ingepakte Rijksdag van Christo. Om maar aan te geven dat hij niet gefixeerd is op De Oudheid. En dat in een oplage van 70 genummerde en gesigneerde exemplaren. De jarige dichter werd verrast met een Liber amicorum,  dat sub rosa bleek samengesteld onder auspiciën van zijn vrouw Mick De Wachter en zijn jarenlange (sedert 1962!) vriend Tony Rombouts (voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen – van het tweetal verscheen twee jaar geleden een poëtische tweespraak onder de toepasselijke titel Duogedichten) en diens vrouw Niki Faes. Hij was er bijzonder blij mee.

Op-het-podium-v.l.n.r.-Niki-Faes--Tony-Rombouts--Mick-De-Wa.JPG

Van l. naar r.: Niki Faes, Tony Rombouts, Mik De Wachter en Rudy Witse (foto:Bert Bevers)

Onder de aanwezigen uiteraard heel wat mensen die een bijdrage aan dat Liber amicorum hadden geleverd zoals Marc Andries, Fernand Auwera, Hélène Ballings, Camilia Blereau, Nora Brahm, Greta Coppens, Dré Donders, Jos Geens, René Hooyberghs, Maartje Houbrechts, Dirk Jacobs, Frans Neels, Sonja Nys, Dirk Peleman, Staf Schoeters, Walter Simons (met stok vanwege nieuwe knie), Robert Vandemeulebroucke, Adriaan Raemdonck, Walter Van Geyt, Patrick Van Gompel en Fred Van Hove.

Bert BEVERS

 

WitseRaming.jpg

Wie een abonnement neemt op de elektronische editie van de CDR-Mededelingen(6 € per maand, twee afleveringen) krijgt (zolang de voorraad strekt) gratis een exemplaar van het debuut van Rudy Witse als dichter, Raming(voorjaar 1966, 250 genummerde exemplaren in een lay-out van Jan Verhaert, 40 p., genaaid, met flappen.) Exemplaren kunnen afgehaald worden ter redactie, Marialei 40 te Antwerpen of worden (mits betaling van de verzendkosten) per post verzonden. Contact: hfj@skynet.be.

Partager cet article
Repost0
2 novembre 2014 7 02 /11 /novembre /2014 19:51

 

COPPERSdoodwater.jpg

Laudatio

 

Sta mij toe wat ongewoon beginnen. Met twee verzen van Lucebert, die twintig jaar geleden stierf.

Kameraden, in onze conjecturale taal geschreven,

Zijn onze verzen vaak te zwaar met ervaring geladen.

Het zijn de openingsverzen van het gedicht ‘Verdediging van de Vijftigers’. Het gedicht verscheen in 1949 (mijn geboortejaar) in het avantgardistische tijdschrift Cobra nummer 4.

Het kan vreemd klinken dat ik open met een grote dichter voor de bekroning van een auteur, die zich waar maakt in een genre mineur. Dat komt omdat Toni Coppers de enige Vlaamse thrillerschrijver is die ik ken met een ongebreidelde liefde voor taal en schoonheid. Een dichter die een thrillerprijs wint, onuitgegeven.

En ik ken Coppers al heel lang. Van in 1986 om precies te zijn. Toen hij met mij en vier andere kompanen bij de elf van de 1.800 kandidaten was die slaagden in het producer woord examen van de VRT. Ik was toen allicht de enige die geen idee had wat dat inhield. Maar dat handig verborg achter alwetendheid.

Het is ook de ziekte waaraan Coppers leed toen hij langzaam overschakelde van reisverslaggever en landhuisbeschouwingen naar het echte schrijverschap. Want waar het hart van vol is, stroomt de pen van over. Niet zonder vlekken. Het is net wat de dichter Lucebert bedoelt: wij gissen maar (“conjecturale taal”) en maken onze geschriften loodzwaar.

Loodzwaar omdat we teveel nadruk willen leggen. Spiegelde Coppers zich in zijn debuut nog aan grote letterkundige voorbeelden met aanstellerige reisbrieven in De Beha van Madonna (1995), dan putte hij een tweede euvel uit in twee als komisch bedoelde, maatschappijkritische pastiches op de wereld van communikatiedeskundigen: Dixit in 2005 – ik mag hopen dat hij mijn leermeester Ivo Michiels en zijn gelijknamige boek niet op de korrel nam vanwege zijn taalverdichting in beide betekenissen; en ik mag hopen dat hij die andere radiocoryfee Paul Jacobs niet ten kwade duidt dat die hogere ogen gooide in dat subgenre. En Heilige Nachten, idem dito. Beide romans werden ook als thriller aangezien, en hebben de verdienste dat ze, samen met Bart Holsters’ onevenaarbare vierdelige reeks over de klunzige detective-ondanks-zichzelf Jean-Pierre Willems, de persiflage van het thrillergenre tot volwaardige uitingsvorm verhieven, lang voor Herman Brusselmans’ Zeik dit jaar. Het lag er veel te dik op. Op de achterflap omschrijft Coppers zichzelf als “scheepsjongen, ereconsul in Buenos Aires en personal trainer voor de cavia van Brad Pitt”. Die scheepsjongen was er echt teveel aan, Coppers heeft geen zeebenen.

Het échte thrillerverhaal van Coppers begint in 2008, als hij zijn eerste Liese Meerhout avontuur uitschrijft. Zoals bij elk begin redelijk amateuristisch, en met het dedain van de pseudo-intellectueel. Let wel, Coppers is een echte poëet, hij houdt van kunst, van schoonheid, van de gevoelige snaar die hem warm en alert houdt – anders dan Patrick Conrad is bij Coppers geen zweempje van cynisme of decadentie te ontwaren. Maar dan ook de kunstwereld gebruiken als setting, en dan nog in Brussel, dat ruikt naar pluimstrijkerij. Niettemin achtte de jury van de Poirotprijs het toen al zinvol Niets is Ooit in 2008 met een nominatie te bedenken. Want er was verrassend veel dat veelbelovends leek: de stad als medespeler, de gedegen sfeerschepping, de ironische ondertoon, de personages met een klein kantje af.

De opvolger, Engel, was daarentegen een afknapper. Onder druk allicht te snel geschreven. Ik noteerde toen in Knack: “Je kunt het Simon de Vere” – dat was zijn oorspronkelijke hoofdpersoon – “niet kwalijk nemen dat hij de twee romans lang eerder als stadsgids van de Brusselse kroegen optreedt dan als personage dat kloten aan zijn lijf heeft en zijn lief es goed wil vastpakken. Want net als in Niets is Ooit komt hij ook in Engel nauwelijks aan zijn trekken - niet als handelaar, niet als vriendje, niet als personage. En dat is meteen het weke punt”. Nog als gisteren zie ik de pijnlijke blik in Coppers’ ogen toen hij die recensie kreeg.

Ik stond niet alleen met mijn kritiek. Piet de Moor (ook uit mijn jaar) pakte De Geheime Tuin (2010) niet minder subtiel aan: “De plot is te rafelig en te springerig, de herhalingen wijzen op een zwaktebod”. Dat het boek genomineerd werd voor de Diamanten Kogel, net als Iris was haar Naam, doet niets ter zake: de dichter verdronk nog altijd in de pose en de aanstellerij. Coppers begreep. Hij moest weg uit de schutkring van de dorpskern, uit de dwangbuis van zijn mannelijk chauvinisme, uit de elitaire wereld van antiquariaten en Hoge Kunst. De omslag kwam in Stil Bloed (2012). Toen besefte hij dat het falen lag in wat hij al onwetend optekende in Niets is Ooit: “Het was een van de weinige grootsteden die hij kende, waar je af en toe nog het gevoel kon hebben in een dorp te wonen”. Dat dorp, Brussel, is “een stad zonder smoel”.

Dat kon alleen fletse, onpersoonlijke drama’s opleveren, en dus tast Liese de rest van Vlaanderen af: eerst Oostende, maar daar hadden Aspe en Pierreux en vader en zoon Bogaerts de kust al gekoloniseerd. Oostende kun je ook moeilijk een stad noemen, hooguit een vakantieverblijf van Leopold II met wat windmolens op zee. Dan maar Antwerpen, de enige stad die Vlaanderen rijk is. En dat lukte wonderbaarlijk. Zwerfvuil uit 2013, en Dood Water dit jaar hebben Coppers een heel andere impuls gegeven. Ik was opgetogen. “De kracht van de stad is dat zij het hele verhaal uitbalanceert. Geen poses meer, geen fake-houdingen, geen zelfoverschatting. Liese heeft in Zwerfvuil haar natuurlijke habitat gevonden”, schreef ik. “Eindelijk heeft Coppers een volledige greep op zijn universum van afgedreven werelden en amper beheersbare verlangens”. En dat kwam recht uit mijn hart. Coppers’ ode aan de schoonheid en zijn warme hart voor verschoppelingen – autisten, marginalen, illegalen, sans papiers, asielzoekers – legden eindelijk zijn ziel bloot. De reporter was verpopt tot schrijver. De man die besefte dat 80 % van onze wetten in Europa gemaakt worden, maar dat de media amper 1% aan Europa wijden, “zoveel als aan de korfbalkompetitie”, had zichzelf ontdekt in de onderste lagen van de samenleving.

Dood Water is daarom meer dan een symbolisch beeld: de luttele minuten tussen eb en vloed tijdens “den dooie pot” die je kunt overleven in de Schelde, zijn tekenend voor het leven, dat de mens wil meesleuren naar zijn ondergang. Coppers is met de jaren wel zijn begoochelingen over een schone wereld kwijtgespeeld, maar beseft intussen dat schoonheid bloeit op de mestvaalt van elkaar den duvel aandoen. Illegale houtkap, pedofiele priesters, mislukte pogingen om iemand uit de prostitutie te halen, ze scheppen een wereld waarin recht en gerechtigheid nooit samenvallen – de idealisten bloeden, de cynici komen ermee weg. Dood Water heeft een volwassen intrige, nuchtere personages, een verwarrende atmosfeer, een warme stadsachtergrond, en een onthechte auteur – het heeft productiehuis Menuet en VTM ervan overtuigd dat er naast De Ridder op VRT nog ruimte genoeg is voor een veelgelaagd vrouwelijk hoofdpersoon als Liese Meerhout. Vanaf eind 2015 op tv.

Toni, het is een meer dan verdiende prijs, deze Hercule Poirot. Ik heb je volwassen en groot zien worden, zonder dat je je gevoeligheden afzwoer. Dat vind ik overweldigend. En dat ik je op mijn laatste werkdag bij de VRT als oudcollega uitgeleide mag doen naar een schitterende multimediatoekomst, maakt mij alleen maar week. Het siert ook je uitgever, Manteau, dat hij alle vertrouwen en geloof in jou bewaard heeft. Ik kijk nu al uit naar een vertaling in het Mongools. Mijn hartelijkste gelukwens namens de hele jury van de Knack Hercule Poirotprijs. Ik stuur je heen met dat andere vers van Lucebert, dat op jou toepasselijk is:

Lyriek is de moeder der politiek,

Ik ben niets dan de omroeper van oproer.

Lukas DE VOS

Toni COPPERS, Dood water, Antwerpen, Manteau, 2014, 304 p., 21,99 €

Partager cet article
Repost0
30 octobre 2014 4 30 /10 /octobre /2014 18:17

 

Uitgave-van-Le-Monde.JPG

Louis-Ferdinand Céline

Voor mijn verjaardag heb ik me op een uitstap naar Poelkappele getrakteerd. In ’t Oud Gemeentehuis was er een bijeenkomst van enkele Céliniens, liefhebbers van de schrijver Louis-Ferdinand Céline (Louis Ferdinand Destouches 1894-1961) die ik in Mededelingen van het CDR reeds belichtte (1). In Poelkapelle werd Céline zwaar gewond en op 27 oktober 1914 afgevoerd.

Dit feit was dan ook de reden waarom de heer Leyn deze samenkomst had georganiseerd. Waar de wondere encyclopedie van Mededelingen soms toe kan leiden. Want via het bewuste artikel was hij me op het spoor gekomen. Bij een ‘boerestutte’ met Beauvoorde-paté of een pannenkoek met de nodige koppen koffie kwam het tot een levendig gesprek met de initiatiefnemer en Jean-Jacques Régibier, journalist bij France3 en de respectievelijke echtgenotes.

Van-l.naar-R-W.Leyn--Jean-Jacques-Regibier-met-echtgenote.JPG

Van l. naar r: W. Leyn, Jean-Jacques Régibier met echtgenote


On ne se fait pas payer pour avoir eu honte d’être un homme!


In zijn Trésors d’Enfance beschrijft Christian Signol (2) de walg van zijn grootvader die zijn pensioen als veteraan van de Grote Oorlog weigerde, een walg die vele oud-strijders met hem deelden. We spraken niet alleen over Célines gestileerde walg voor de mensheid maar ook over zijn bewondering voor François Rabelais (1483-1553), auteur van ‘Gargantua en Pantagruel’, een literair monument dat in de Franse volkstaal werd geschreven. Deze schrijver heeft in het Frans zijn sporen nagelaten (bijv. 'pantagruélique'). Tijdens mijn humaniora maakte ik er kennis mee. In navolging van Rabelais schreef Céline - alle andere Franse schrijvers vond hij maar niets - in de volkstaal waarbij hij volgens Jean-Jacques Régibier ook een eigen ‘argot’ (bargoens) hanteerde. Natuurlijk zijn de drie puntjes kenmerkend voor Céline, iets dat Houellebecq, wat mij betreft zijn literaire kleinzoon, door puntkomma’s verving.

Natuurlijk kwam Célines abject en virulent antisemitisme aan bod (cfr Bagatelles pourun massacre (1937), L’École des cadavres (1938) ). Volgens de heer Leyn is dit terug te voeren op de invloed van zijn vader en de affaire Dreyfus, het wijd verspreid antisemitisme in de jaren 30 in Frankrijk, bon-ton bij grote delen van de bevolking, het opportunisme van Céline: met zo een pamfletten viel veel geld te verdienen gezien het algemeen klimaat in Frankrijk. Mogelijk speelden een paar persoonlijke tegenvallers in het leven van Céline een rol waar Joden mee gemoeid kunnen zijn of waarvoor Céline hen alvast al dan niet terecht voor verantwoordelijk achtte. Céline was tegen alle kerken, zowel katholieke, christelijke, joodse, islamitische en vrijmetselaars, tegen de macht van partijen, vakbonden en drukkingsgroepen. ‘Een superindividualist met een arendsblik en scherpe pen. Tu l' aime ou tu ne l' aime pas’ aldus Leyn.

Le-Bulleten-Celinien.jpg

Le Bulletin Célinien

In de Franse taalwereld kan men een onderscheid maken tussen de man en zijn briljante pen. Céline wordt er nog steeds gelezen. In de reeks ‘Hors Série’ wijdde Le Monde een speciaal nummer aan hem (3) Maandelijks verschijnt Le Bulletin Célinien. Dit is 100 % Belgisch en het wordt verzorgd door de Brusselaar Marc Laudelout, die wordt erkend als één van de grote Céline-kenners (in Frankrijk).

Alle tricolorie ten spijt zijn we bij ons van de Franstalige cultuur door een soms lachwekkend Engelskiljonisme (Closing Time, As Sweet as it gets, Art Attacks enz ) bijna afgesneden, wat Rik Torfs eveneens betreurt (4): Le Soir en vooral La Libre Belgique hadden vroeger een groot aantal lezers in Vlaanderen. Dat opende hun wereld. Maar die tijd is voorbij…..Een gelijkaardig verschijnsel treft de literatuur in Vlaanderen. Dan heb ik het niet in de eerste plaats over Vlamingen die – vaak briljant – in het Frans schreven, zoals Emile Verhaeren of André Baillon. Maar wel over de Franstalige invloed die afgesloten is, waardoor wij net als Denen, Zweden en Nederlanders haast exclusief naar Angelsaksische voorbeelden kijken.

Toch nog even een pluim voor onze Noorderburen want het is de Nederlander E. Kummer die zich als vertaler en essayist veel met Céline heeft beziggehouden. Zijn conclusie: groot als schrijver, fout als mens. Céline, een geniale gek?

En binnenkort sla ik de hand aan enkele romans van Patrick Modiano, kersvers winnaar van de Nobelprijs Literatuur 2014.

Frank DE VOS


(1) http://mededelingen.over-blog.com/article-louis-ferdinand-celine-de-verbrande-110735093.html

(2) http://mededelingen.over-blog.com/article-christian-signol-120042154.html

(3) ‘Une vie, une œuvre. Céline entre génie et provocation’, Le Monde hors-série, 122p., ISBN : 978-2-36804-025-6 , 7,90 €

(4) http://www.demorgen.be/opinie/geef-kwaliteit-niet-op-omdat-ze-te-belgisch-is-a2103139/

Partager cet article
Repost0
26 octobre 2014 7 26 /10 /octobre /2014 22:55

 

HFJ-Meisje-Kat-2014-foto-s---16.jpg

CDR-Mededelingen-hoofdredacteur aan de slag (foto: Jan Scheirs)

Ook tegenover mijn collega's juryleden van De Diamanten Kogel 2014 moet ik als voorzitter de vereiste discretie in acht houden. We zitten immers in de laatste, moeilijke, beslissende fase van de jurering. Geen sinecure, voorwaar... Ondertussen heb ik na veel aarzeling mijn oordeel gevormd. Deel ik alleszins niet mee. Ik heb heel veel respect voor de voorbeeldige inzet van mijn collega's. Mij taak bestaat er gewoon in de vergaderingen in goede banen te leiden. Dit gezegd zijnde, in tegenstelling tot andere juryvoorzitters van prestigieuze prijzen (ik zal geen namen noemen) lees ik ook de boeken die in aanmerking komen. Net als alle collega's maak ik dan wel ter zitting mijn mening bekend en stem ik gewoon mee. Twaalf jaar lang werkt dat al voortreffelijk. En zo zal het verder blijven, hoop ik.

Dit even terzijde (en vooral ter verduidelijking).

*

Vorm & Visie. Geschiedenis van de cncrete en visuele poëzie in Nederland en Vlaanderen, de lang verwachte studie van de erudiete Renaat Ramon heb ik nog niet in huis. http://mededelingen.over-blog.com/article-renaat-ramon-de-ring-van-mobius-124673722.html

Van de visuele dichter Luc Fierens wordt bovendien en nieuwe bundel aangekondigd: Re-PoesiaVisiva. Woensdag 29 oktober om 16 uur geeft hij een gastcollege aan de Vrije Universiteit Brussel. http://www.vub.ac.be/TALK/?q=node/417

*

Met veel genot las ik This is Belgian Chocolate. Manifestations of Poetry (New York, Three RoomsPress, 2014, 138 p.)  van Philip Meersman. De avant-garde- poëzie is een van mijn studie-objecten, maar die niet te meteen klasseren bundel was zonder meer een revelatie, in alle opzichten oorspronkelijk, uitdagend en vooral verkwikkend.

*

Bij Vantilt in Nijmegen verscheen Dan Dada doe uw werk! Avant-gardistische poëzie uit de Lage Landen, een representatieve bloemlezing (1913-1932) samengesteld door Hubert van den Berg & Geert Buelens, waarin niet alleen klassiekers als Bonset, Brunclair, Burssens, Marsman en Van Ostaijen maar ook dii minores hun plaats krijgen. Voor de eerste keer krijgt ook Vergeten te worden (1930), de surrealistische bundel van Marc. Eemans, volle aandacht.

*

Qua proza heb je dan twee mijns inziens beslist te lezen boeken: Op eenzame hoogte van Luc Boudens en Souvenirs van Lucienne Stassaert. Beide schrijvers breken briljant met hun vorig werk. En dan heb je nog de dichtbundels van Roger de Neef (Som van tijd) en Frank De Vos (Twijfelaars in bloei), het debuut van Joris Gerits (Fuga) als dichter, en de bundeling van de vroege poëzie van Marcel van Maele (Vuurtaal spuwen).

En dan heb ik het nog niet over een aantal merkwaardige biografieën... Of over de commotie veroorzaakt door het boek van Stan Lauryssens over Julien Schoenaerts. In de volgende, 239ste aflevering van het tijdschrift Mededelingen van het CDR (31 oktober), wordt een verhelderend dossier gepubliceerd over die navrante saga. Met het proces tegen het boek van Lauryssens werd de doos van Pandora geopend.

*

Dat alles wordt hier alleszins nog gesignaleerd en bovendien,uitsluitend  ten behoeve van de abonnees, uitvoeriger besproken in het tijdschrift Mededelingen van het CDR. Proefnummers via hfj@skynet.be

Henri-Floris JESPERS

 

Partager cet article
Repost0
21 octobre 2014 2 21 /10 /octobre /2014 05:55

 

HFJ-Meisje-Kat-2014-foto-s---12.jpg

Hoofdredacteur in goed gezelschap aan de slag... (foto: Jan Scheirs)

Tja, het wordt (tot nader bericht toch) een never ending story... Nog eens een stevige aflevering (17.266 woorden...)

*.

Schoenaerts  gaat over de tong. De eerste druk van het 287 pagina's tellende boek, voorgesteld op 25 september, was na drie winkeldagen uitverkocht. (Mededelingen  nr. 237, 30 september, p. 1 en 12.) De voorbije dagen kwam het boek nog sterker in de publiciteit: acteur Matthias Schoenaerts en zijn moeder Dominique Wiche hebben immers een kort geding aangespannen tegen auteur Stan Lauryssens en uitgeverij Manteau. De zaak wordt donderdag behandeld. Grondig dossier en commentaar in de volgende aflevering...

*

Ward Ruyslinck overleed op 3 oktober. Hij wordt herdacht door Guy van Hoof en kritisch benaderd door Frans Depeuter. For old times' sake wordt ook het exclusieve interview van Ruyslinck opgenomen dat ik in de zomer van 1973 in De Vlaamse Elsevier  publiceerde. Ruyslinck voelde zich destijds bedreigd en gaf mij de primeur. Gelet op de aard van het onderwerp (maar ook uit nieuwsgierigheid om de gevierde auteur in levende lijven te ontmoeten) was ook hoofdredacteur Henri Schoup bij het gesprek present. Toch nog even dit: het gesprek werd gepubliceerd in de rubriek 'cultuur' – à bon entendeur, salut !

*

In de Mededelingen  leest u veel van wat in de dominante media niet aan bod komt. Documenteren en reëvalueren, daar gaat het ons om. We zijn en blijven onafhankelijk. Uiteraard komen we in aanmerking voor subsidie, maar principieel vragen we die niet aan. We zijn en blijven louter afhankelijk van uw spontane steun.

*

Abonneren op de blog www.mededelingen.over-blog.com is kosteloos.

Van het tijdschrift (twee afleveringen per maand) bestaat zowel een pdf- als een papieren editie. Een proefexemplaar van de pdf-editie kan aangevraagd worden via hfj@skynet.be

Henri-Floris JESPERS

Hoofdredacteur

 

Hier dan de inhoudstafel van de jongste aflevering.

Necrologisch

Ward Ruyslinck

Column

Guido LAUWAERT, De goedkoopste oplossing: robots!

Erfgoed

Guido LAUWAERT, Aarde is aarde: AMSAB

Kritisch

Ingrid VANDER VEKEN, Lucienne Stassaert: 'Als ezeltjes in een draaimolen'...

Hendrik CARETTE, Rob Goswin: 'Niet elke steenkapper is een vrijmetselaar'

Frank DE VOS, De beschadigde kinderen van Noëlla Elpers

Luc PAY, Yannick Dangre: De troost van verdriet

Lucienne STASSAERT, Philippe Cailliau: Niets verloren

De Onbewoond Eilandkeuze van...

Frank Pollet

Theater

Guido LAUWAERT, 'The Fountainhead': een kunstwerk dat eeuwige roem verdient;

'Een bruid in de morgen'

Fotografie

Guido LAUWAERT, Michiel Hendryckx

Door de leesbril bekeken

(Frans Depeuter, Henri-Floris Jespers en Joke van den Brandt)

Lichtaart, centrum van kunst en cultuur in de roerige jaren zestig; Museum Plantin-Moretus: 'Antwerpse Bibliofielen'; René Broens, een nieuwe visie op 'Van den vos Reynaerde'; Twijfelaars in bloei, nieuwe dichtbundel van Frank De Vos; Weirdo's: Frank Moyaert, 'een geval apart of een pain in the ass?'; Boelvaar Poef,

het tijdschrift van het L.P. Boon Genootschap, houdt op te bestaan;

Souvenirs van Lucienne Stassaert in De Zwarte Panter;

Achteruitkijkspiegel

Henri-Floris JESPERS, Ward Ruyslinck: Een thriller in de Kempen...

Frans DEPEUTER, Omtrent Raymond Ruyslinck en Ward De Belser

Partager cet article
Repost0
19 octobre 2014 7 19 /10 /octobre /2014 03:38

 

StassaertSouvenirs.jpg

Leo Peeraer blijft getrouw het werk van Lucienne Stassaert (° 1936) uitgeven. Gisteravond werd in De Zwarte Panter te Antwerpen Souvenirs van Lucienne Stassaert voorgesteld. In deze caleidoscopische “aantekeningen in de loop van de tijd” reflecteert Lucienne op verleden, heden en toekomst. Geen 'memoires', want die zijn altijd geconstrueerd, gewoon dagboekachtige aantekeningen die, hoe verscheiden ook, zowel qua toonzetting als stilistisch en inhoudelijk, een coherent geheel vormen. Kortom, het boek is even divers als Luciennes omvangrijk oeuvre. Voordeel daarbij is dat Souvenirs geen definitief geheel is. Verleden en heden? Jawel, maar ondertussen is de laatste aantekening al achterhaald. Ik hoop, neen, ik weet dat in de toekomst nog nieuwe 'aantekeningen in de loop van de tijd' onweerstaanbaar zullen opdoemen.

Ingrid Vander Veken leidde het boek met veel empathie in, Lucienne Stassaert en uitgever Leo Peeraer lazen korte uittreksels voor.

LucienneStassaert2014-10-18Souvenirs-foto-Philippe-Cailliau.jpg

Lucienne leest (foto: Philippe Cailliau)

Onder de aanwezigen: Maris Bayar, René Broens, Philippe Cailliau, Guy Commerman, Frank De Vos, Mieke De Loof, Kaatje Drowaert, Richard Foqué, Régine Ganzevoort, Carine Lampens, Pruts Lantsoght, Elisabeth Marain, Roger Nupie, gastheer Adriaan Raemdonck, Iris Rombouts, Walter en Nadine Soethoudt, Bart Stouten, Constant Stroobants, Jan van Broeckhoven, Rose Vandewalle en Gert Vingeroets.

StassaertSuvenirsAFTER.jpg

Kloksgewijs: René Broens, Mieke De Loof, HFJ en Pruts Lantsoght

Ik verslik mij in het werk en had me dus écht voorgenomen na de receptie meteen huiswaarts te keren. Tja, een laatste drink in de kroeg naast De Panter kon er nog wel vanaf. Het werden wel een paar uurtjes boeiende gesprekken met Mieke De Loof, Pruts en René Broens (en uiteindelijk kwam ook nog Frank De Vos bij ons zitten...)

Henri-Floris JESPERS

 

Lucienne STASSAERT, Souvenirs, Leuven, P, 2014, 142 p.

Partager cet article
Repost0
18 octobre 2014 6 18 /10 /octobre /2014 18:08

 

Zoutkrabber-Expedities.jpg

Peter Holvoet-Hanssen vormt samen met Noëlla Elpers (1) een schrijverskoppel, een literair kapersnest dat dit jaar zijn twintigjarig bestaan viert. Beiden staan buiten het momentane zoeklicht. Er scheelt overigens wat aan de bejaarde, literaire huishouding van dé media. Niettemin zijn het prijsbeesten. Peter Holvoet-Hanssen won de driejaarlijkse Cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap in 2008 en de driejaarlijkse Paul Snoek Poëzieprijs in 2010. Van 2010 tot 2011 was hij de enthousiaste Antwerpse Stadsdichter die half Antwerpen bij zijn wervelende, literaire projecten betrok. Geen cavalier seul dus. Na het verschijnen van zijn Reis naar inframundo werd hij in 2012 met de Arkprijs van het Vrije Woord bekroond.

Naar de Zoutkrabber expedities (2) van deze kaperkapitein heb ik lange tijd op uitkijk gestaan. Vorig jaar trok hij zich terug in Estland om in afzondering ver van dit steggelend laagland aan zijn boek te kunnen werken. Estland duikt er dan ook in op.

Peter-Holvoet-Hanssen.jpgPeter Holvoet-Hanssen

Zoutkrabber expedities bestaat uit twee delen. 'Het verhaal van Leen Pul',het echt gebeurde levensverhaal van de Nederlander Leendert van den Berg, tijdens WO II verplicht tewerkgesteld in de oorlogsindustrie van Nazi-Duitsland, is de bescheiden sleepboot die het grote verhaal van 'Finbar  en Louise'als  een wiegend zeilschip de haven in sleept. Hier begint in 2012 en dus 67 jaar later een mooie liefdesgeschiedenis van twee rond elkaar slingerende tegengestelden: de teruggetrokken Finbar  en de rusteloze, rondtrekkende en geëngageerde Louise, kleindochter van Leen Pul. Thuiskomen is de gouden draad en inderdaad dit 'tema geurt als vers gezette koffie'.

'Er zit een gaatje in de werkelijkheid waar

wij doorheen kunnen kijken, als wij dat willen.'

(Uit Goede Donderdag, John Steinbeck.)

Met deze zin in het achterhoofd las ik het verhaal van Finbar en Louise. Het is met de zinderende zee-taal van Peter Holvoet-Hanssen dat we in het tweede deel door ‘zijn’ werkelijkheid kijken. Als lezer word je heerlijk 'Zeeziek op het land':

'ik ben een landrot, maar er zit zeewater in mijn bloed…ik ben een boot op het land, haveloos… de rust van de romp, geurend naar geofferde eiken…vechtersbloed gepekeld in tranen… hoe het water kraakte…haar zoute boezem…hersendraaikolk…zee-zuiper…Ach, mensen zijn stinkrobben en veelvraten. Brul als een misthoorn….Wolken verenig u. Zing! …laat uw woorden rollewaaien. Gebruik de koperen scheepshoorn..'

Eindeloos blijven ze duren, Holvoets 'zinnen van spinthout met prikkeldraadtranen'als 'een borreltje tegen de pijn van het zijn, als een grondzee met gierende kont'.Dit 'ruizelen van de zee'is zijn Inframundo dat heen en weer klotst tussen Antwerpen, Oostende, en Estland.

Wat een taal! De taal van een dichter…

Zoutkrabber expedities is ook een voortreffelijke titel, heel poëtisch en eigentijds. Het is eens wat anders dan Kaddisj voor een Kut, weliswaar een alliteratie of het kortere Zeik dat maar blijft plassen. Ach, van dat oubollig en uitgewoond 'schokeffect' moet ik geeuwen-gapen.

Frank DE VOS

  1. Over De Engelen van Venetië van Noëlla Elpers: http://mededelingen.over-blog.com/article-de-beschadigde-kinderen-van-noella-elpers-124782284.html

(2) Peter Holvoet-Hanssen, De Zoutkrabber Expedities, 224 blz. Prometheus ISBN: 9789044626797 19.95 €.

Partager cet article
Repost0
17 octobre 2014 5 17 /10 /octobre /2014 20:40

 

Philippe-Cailliau--foto-Lieve-Mussche-.JPG

Philippe Cailliau (Foto:Live Mussche)

Met de nodige ironie heeft Philippe Cailliau in Niets verloren een toestand tussen leven en dood ingeschat en als een schaakspel met een onzekere afloop tot uitdrukking gebracht. Dankzij een eigenzinnige zegging zonder enige concessie aan wat er momenteel op poëtisch gebied in de mode is, wordt de dood met al zijn tentakels meer dan eens in het leven van een gedicht geroepen. En toch is dit geen zwaarwichtige bundel. Verdeeld in drie cycli vormt het geheel een grote spanningsboog waarin een zeer intensieve alleenspraak, vol meerduidige elementen, al evenzeer een meerstemmigheid inhoudt die voor afwisseling zorgt. Wat tot een morbide visie had kunnen leiden, wordt terdege ingetoomd en bestreden vanop een zekere afstand ('Flatscreen'):

Waarom hij met een stem meerstemmig

is. Betekenis verschuift. Hij ziet niet

waarom wat. Hij weet wat spaarzaam is.

Zwemt als een beeld op straat.

Juist die verschuiving van betekenissen typeert Cailliau's karakteristieke manier van zeggen... en zwijgen. In het diepst van een vers schuilt “een woord dat vraagt om zwijgzaamheid”.

Er is ook sprake van tegenspraak in het aanwenden van beelden zoals o.a. : “De boekentas is leeg, weegt boordevol afwezigheid” ('Een brooddoos met verdriet') In bijna elk gedicht zit wel een waakvlam verscholen die de verzen belicht met het risico dat ze vuur zouden kunnen vatten. Zo komt er in een gedicht, dat ik integraal wil citeren, een kind voor “dat uit de tijd verkregen is / en schamel as zal blussen met herinnering”.

Neen, er is geen winnaar en geen verliezer:

 

Te binnenhuids is ons karkas

 

Het leven zal niet lang onhoorbaar zijn.

Val van de trap, kneus dan een rib of

drie: eenzucht laat pijnlijk voelen dat

je alsnog leeft met spier en pees.

We zijn geen Vliegend Hert: te

binnenhuids is ons karkas daarvoor.

 

In de gedaante van de scarabee

wordt het gebalsemd hart geschonken

aan het kind dat uit de tijd verkregen is

en schamel as zal blussen met herinnering.

 

Als ze veel ouder zijn, citeren dochters

graag hun oude vader. Moeders leven

langer; dat is hun open kaart.

 

Zoals gewoonlijk is ook deze uitgave van Kleinood & Grootzeer een bijzonder mooi uitgegeven boekje. Via internet rechtstreeks te bestellen bij de uitgeverij:

www.kleinood-en-grootzeer.com

Lucienne STASSAERT

Zie ook:

http://mededelingen.over-blog.com/article-philippe-cailliau-niets-verloren-124672421.html

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche