Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
18 octobre 2008 6 18 /10 /octobre /2008 03:15

Joris Ivens’ vertaling van Hotel insomnia (1992) van Simic wordt op de Boekenbeurs te Antwerpen voorgesteld op 9 november om 12u30 in de gele zaal van Antwerp Expo. Bij diezelfde gelegenheid wordt ook Na de dood stond ik midden het leven. Kopstukken van de naoorlogse Poolse poëzie voorgesteld (zie mijn bericht van 10 september).

Charles Simic (°Belgrado, 1938) immigreerde in 1954 naar de VS. Hij debuteerde in 1967 en kreeg in 1990 de Pulitzer voor poëzie. In 1995 werd hij verkozen als lid van Amerikaanse Academie voor Kunsten en Letteren. In 2007 werd hij door James Billington, bibliothecaris van het Congress, geselecteerd als vijftiende Poet Laureate Consultant in Poetry (de Amerikaanse variante van de Britse Poet Laureate). Billington benadrukte

The range of Charles Simic's imagination is evident in his stunning and unusual imagery. He handles language with the skill of a master craftsman, yet his poems are easily accessible, often meditative and surprising. He has given us a rich body of highly organized poetry with shades of darkness and flashes of ironic humor.

Eveneens in 2007 kreeg hij van de Academy of American Poets de Wallace Stevens Award, goed voor 100.000 $.

Simic is professor emeritus in Engelse literatuur en creatief schrijven aan de Universiteit van New Hampshire.

*

Joris Ivens (°Diepenbeek, 1954) is een van die letterkundigen (een begrip dat dringend aan herwaardering toe is) die ver van de schijnwerpers belangrijke bijdragen leveren tot de bonae litterae. Hij publiceerde drie dichtbundels: Galerie De Taxus (Antwerpen, Manteau, 1987); Egyptisch zwart (Leuven, Leuvense Schrijversactie, 1993); Perkament/Testament (Leuven, P, 2001), Alles bij elkaar (Leuven, P, 2005). In 2008 viel Joris Iven ten prooi aan de meest moderne ontwikkelingen op het internet en publiceerde hij een e-book met gedichten in het Engels, in een vertaling van John Irons: Parchment, Testament. ( www.lulu.com/content/1892728 ).

Naast talrijke vertalingen in tijdschriften bracht hij in boekvorm poëzie van Nâzim Hikmet  (Turkse gedichten, Gent, Masereelfonds, 1982; De mooiste van Hikmet, Tielt / Amsterdam, Lannoo / Atlas, 2003), Tahar Ben Jelloun (De amandelbomen zijn aan hun verwondingen bezweken, Gent, Masereelfonds, 1981) en Sujata Bhatt (Naaktzwemmen in de geschiedenis. Een keuze uit haar gedichten, Leuven, P, 2006). In 2009 verschijnt een vertaling van de Amerikaanse auteur Raymond Carver (1938-1988), onder de titel Dun als balsahout.

Samen met zijn vriend H. Ter-Nedden bracht hij een bundel opstellen onder de titel Uit de bek van de hel. Schrijvers in Latijns-Amerika (Leuven, Kritak,1980).

Ivens’ toneelstuk De plicht van Pakowski (1991) werd in 1994 opgevoerd door het CampusToneel in Leuven. Een aantal monologen wachten nog op een creatie: De klacht van Lawino (2007), Over de schadelijkheid van tabak (een bewerking van de theatermonoloog van Anton Tsjechov) en De repliek van Ocol (2008).

Vertalingen en essays van Joris Ivens verschenen onder meer in: Bzzlletin, De Gids, De Revisor, Kreatief, Kruispunt, Kultuurleven, Nieuw Vlaams Tijdschrift, Nieuw Wereld Tijdschrift en Revolver.

 

Charles SIMIC, Hotel Slapeloosheid, Leuven, P, 2008, 96 p., 19 €.

HFJ

Partager cet article
Repost0
17 octobre 2008 5 17 /10 /octobre /2008 17:40

Dinsdag 28 oktober wordt de nieuwe roman van Suzanne Binnemans voorgesteld.

CC Colibrant, Deensestraat 6-7 te 2500 Lier, vanaf 20 uur.

Inleider: Yves van Durme.

Initiatiefnemer: literaire boekhandel Liber Mundi.

www.libermundi.be

Suzanne Binnemans (°1961, ps. van Martine Kennes) volgde een lerarenopleiding Nederlands, Engels en Duits, maar stapte na haar studie in het bedrijfsleven. Ze werkte in de personeelsadministratie en de marketing, maar ze verkoos een zelfstandige loopbaan als grafisch ontwerper en copywriter. Behalve romans publiceerde ze artikelen, verhalen en gedichten, voornamelijk in het literaire tijdschrift Gierik & NVT. Zij is bestuurslid van het PEN-centrum Vlaanderen en doceert proza en autobiografisch schrijven aan de Antwerpse SchrijversAcademie.

Binnemans debuteerde in 1988 met de roman De woorden van Elisabeth (Nioba) en werd meteen gewaardeerd voor haar eigen stijl: in vrij nuchtere bewoordingen en beschrijvingen zonder franje, creëert zij een kil decor waarin de meest intense gevoelens tot hun recht komen. Na de roman Trefwoord: Wraak! (Houtekiet, 1990) werd ze opgenomen in het fonds van uitgeverij In de Knipscheer: Scheidslijnen: dubbelroman (1988), Vertrekken (2003) en nu Prooi.

Centraal in haar werk staan sociale thema's als gebrek aan communicatie, relatieconflicten, afwijkend sociaal gedrag en isolement.

Suzanne BINNEMANS, Prooi, Haarlem, In de Knipscheer, 2008, 128 p., 14,50 €.

www.indeknipscheer.nl

Partager cet article
Repost0
16 octobre 2008 4 16 /10 /octobre /2008 14:03

Bob Mendes was van plan alleen in het weekend aanwezig te zijn op de Boekenbeurs om te signeren. Zo is het aangekondigd op de site van de BB. Op vraag van lezers die alleen tijdens de week kunnen komen heeft hij nu besloten zijn uurrooster aan te passen, en wel als volgt:

zaterdag 1 november van 14 tot 17u

zondag 2 november van 14 tot 17u

donderdag 6 november van 18 tot 20u

zaterdag 8 november van14 tot 17u

zondag 9 november van 14 tot 17u

maandag 10 november van 14 tot 17u

“Alle andere dagen zal ik me als naar gewoonte intensief bezig houden met het tijdverslindende schrijven (en golfspelen). Het leven is een feest. Toch?”, aldus Bob Mendes.

Partager cet article
Repost0
7 octobre 2008 2 07 /10 /octobre /2008 07:00

Op de vraag om bijkomende reactie over de beslissing van het Vlaams Fonds voor de Letteren het tijdschrift Gierik niet langer te subsidiëren, kregen we van Guy Commerman  een apoloog die we hierna publiceren (en uiteraard opgenomen zal worden in de Mededelingen van het CDR).

(HFJ)

 

Het tijdschriftenlandschap

 

Het heeft me heel wat kopbrekens bezorgd. Ik heb het daarom ook aan menigeen gevraagd. Niemand kon me een sluitend antwoord geven. Nu ja, zo wat vage omschrijvingen omtrent invloed en beschikbaarheid, maar een concrete, alles verklarende invulling van het begrip kreeg ik nergens te horen. ‘De bijdrage van het tijdschrift aan het tijdschriftenlandschap is te beperkt.’ Dat schreven tijdschriftenadviseurs. Nergens stond vermeld hoe men tot dat besluit gekomen was. Geen enkel voorbeeld, geen enkele bewijsvoering, geen enkel argument. Wat doe je met zo’n gratuite zinsnede? Daar sta je dan, in dat onbeschrijfelijke landschap, want zeggen de Fransen: un paysage n’est nullement un pays sage. Dus gingen we op zelfonderzoek, er zat niets anders op.

Aangezien men het over een landschap had, zouden we dus maar verder van deze ecologische beeldspraak gebruik maken. Een literair landschap is slechts boeiend, interessant, mysterieus en avontuurlijk als er een zo groot mogelijke diversiteit van gewassen en bomen in terug te vinden is. De hoogte van de bomen, de soorten, de spanwijdte van de takken, de verschillen in ouderdom, de opeenvolging van de jaarringen spelen hoegenaamd geen rol in de beoordeling van het landschap. De mogelijke vruchten van de bomen (eikels, beukennootjes, appels, pruimen, abrikozen, kersen, katjes, bramen, kastanjes ...) wijzen op een onuitputtelijk smakenpalet. De wortels spreiden zich in breedte en diepte en wroeten zich voorwaar een weg naar om het even waar er water is. Hier en daar sieren zelfs enkele bloemen de hoofden van de woudbewoners (magnolia’s, goudenregen, acaciabloemen, bloesems allerlei). Elke bast is anders, met veel en weinig barst, maar niet te min om een liefdesverklaring in het hart te kerven en te dragen. Kortom, geen enkele boom neemt een blad voor de mond. Al wie wil groeien en bloeien in dergelijk bladgrondlandschap krijgt alle kansen, groeikrampen inbegrepen. Niemand wordt geveld, geveild, besneden, gesnoeid of verbrand. Men mag zaaien en planten en enten en oogsten, overal en in het wilde weg. Er is niet één plaats die geen plaats kan bieden. U merkt op dat ik het alleen maar over bomen heb? Inderdaad, ik had over hun kruinen gezien: in dit landschap krioelt het vanzelfsprekend van bosschages, onderhout, varens en mossen en hier en daar wordt zelfs een toefke onkruid geduld. Een kale plek, waar de zon even mag meespelen, ontbreekt niet in het schouwspel. En dan overal bloemen: een boeket van bosviooltjes, meiklokjes, boterbloemen en lelietjes-vandalen. Enkele geleerde paddestoelen bieden onderdak aan zwammende kabouters. Mocht de literatuur zich thuisvoelen in dit landschap, dan wil ik er zelfs over schrijven. Wat ik dus ook doe. Een literair tijdschrift lezen in zo’n landschap moet deugddoend zijn. Beide bestaan en ademen aldus in eenheid, spreken dezelfde taal. Het landschap wordt een letterenhuis met duizend ramen en deuren, die voortdurend openstaan, waar iedereen binnen en buiten loopt, kan vertoeven, opleven en inspiratie opdoen. Een uitgelezen plek om de tijd op schrift te stellen, als tijdschrift bijvoorbeeld.

Dan bestaat er ook de andere opvatting. Dat een tijdschriftenlandschap moet beantwoorden aan herkenbaarheid, aan ordening, onderhoud (met een ‘d’ deze keer), essayistische monocultuur en streng prozaïsch beheer. Kortom, een toonbeeld van literaire homogeniteit. Enkel de erkende boomsoorten mogen in rechte rijen worden aangeplant, elke stam met de nodige meters afstand gescheiden van de volgende stam. Streng, onafgebroken bosbeheer ontmoedigt elke vorm van wildgroei. Een toevallig verdwaalde plant, die niet gepland was (weer met een ‘d’) wordt zonder letterkundig pardon gerooid en afgevoerd, aangezien zijn bijdrage tot het landschap als minderwaardig en verstorend wordt ervaren. In het midden van dit landschap werd een brede, wandelweg van verharde aarde aangelegd, die het kuieren veilig stelt zonder gevaar om zich te schrammen aan een wispelturige, ongehoorzame tak of te wulps doornroosje. Voorwaar een landschap voor alle mogelijk angsthazige academici en hun bevriende recensenten die zich aan de vooraf strikte en veilige regeltjes wensen te houden en zeker niet in een literair oerwoud wensen te verdwalen, waar allerlei ongekende en ongetemde gevaren loeren. Wat men al kent, biedt zekerheid en veiligheid. Wat niet dadelijk herkend wordt, wordt ook niet erkend. In dergelijk landschap ontmoet iedereen iedereen op de veilige wandelweg en niemand loopt iemand in de weg. Iedereen kent iedereen en loopt nooit verloren, want er is altijd wel iemand die de juiste weg wijst. In geval van nood is er nog altijd de boswachter, die zich als gewillige adviseur aandient. Hij weet alles over de hoge bomen, zelfs de namen van de stamvaders en hoe statig en eerbiedwaardig ze constant blijven groeien en wegens hun onfeilbare getrouwheid aan de natuurlijke aard der literaire dingen uiteindelijk zullen worden gelauwerd, zelfs als ze geen laurierboom zijn. Als nieuwe aanplanting in dit landschap debuteren is haast ondenkbaar, tenzij in de schaduw van een bekroonde woudreus. Doodgewone lezers en abonnees mogen dit elitaire park slechts betreden bij vertoon van een bijzonder commissiepasje dat in zeer uitzonderlijke omstandigheden als aanmoediging en stimulans wordt verleend. Voorwaarde is echter dat men na het bezoek geen kritiek op het conceptuele aspect van het landschap mag leveren. Een literair tijdschrift dat zich niet aanpast aan deze literaire bestaanszekerheid wordt in de op regelmatige afstand geplaatste vuilnisbakken op het vooraf getraceerde wandelparcours onverbiddelijk gedumpt. De boswachter zorgt wel voor de dagelijkse schoonmaak. Opgeruimd staat netjes, zingt hij opgeruimd. Allons écrivains de la patrie ... of zoiets van die aard, je ne trouve pas le terme exact.

Het is overduidelijk, nu weet ik het: er bestaan dus twee soorten van tijdschriftenlandschap. Een onbeschrijfelijk en een onbeschreven, een voor woudlopers en een voor boswachters, een voor lettervreters en een voor letterproevers.

Jammer dat van al die bomen na verloop van tijd ook nog papier wordt gemaakt. Maar laten we ons daar vooral niet te ‘bedrukt’ over maken. Een onbeschreven blad vindt zijn weg wel. Gisteren ontmoette ik nog een boswachter die paniekerig rondtuurde. De WEG kwijt?, vroeg ik hem. Hij begreep niet wat ik bedoelde, ik heb hem toch maar voortgeholpen. Je haalt toch niet de ‘kaas’ van iemand zijn brood... Ik bood hem ook mijn tijdschriftenschandlap aan.

Guy COMMERMAN

Partager cet article
Repost0
7 octobre 2008 2 07 /10 /octobre /2008 02:38

Snelle beslissers kunnen nu de laatste plaatsen reserveren voor dinsdag 14 oktober om 20u30:

Els Dottermans, Katelijne Verbeke en Florejan Verschueren

Annie M.G. Schmidt

Nee geen ‘Jip en Janneke’, maar een stuk over het leven van Annie M.G. Schmidt zelf.

Els Dottermans en Katelijne Verbeke maakten een voorstelling voor volwassenen met tekstmateriaal, verhalen, gedichten en liedjes van Annie M.G. Schmidt, gelardeerd met fragmenten uit de biografie Anna – Het leven van Annie M.G. Schmidt van Annejet van der Zijl.

De actrices vertellen, lezen en zingen over het leven en liefde van de bekende Nederlandse schrijfster en worden op de piano begeleid door Florejan Verschueren. Samen slagen zij erin om met tekst en muziek een aangrijpend beeld op te hangen van deze bijzondere vrouw.

 

 Die man zou het waarschijnlijk niet begrijpen, die man daar op de hoek, wat ik bedoel wanneer ik plotseling zijn hand zou grijpen en zeggen zou, hoe eenzaam ik me voel

Uit: Zondag

&

Reserveer snel via www.boog.be of telefonisch 03/239 34 68. De voorstelling begint stipt om 20u30. Zorg ervoor een kwartier voor aanvang aanwezig te zijn. Op dat moment treedt de wachtlijst in voege en is uw reservatie niet meer gegarandeerd. Inkom: 3€.

Podiumcafé RoodWit is gelegen in de Generaal Drubbelstraat 42 (vlakbij station Berchem). U kan er uiteraard ook aan de toog reserveren

 

Partager cet article
Repost0
7 octobre 2008 2 07 /10 /octobre /2008 01:55

Gierik werd door Guy Commerman en Erik van Malder gesticht in het najaar van 1983. In juli 2008 besliste het Vlaams Fonds voor de Letteren Gierik niet langer in aanmerking te nemen voor subsidiëring. In de aflevering van september van De Auteur, het driemaandelijkse tijdschrift van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen, publiceert Guy Commerman een reactie op de beslissing van het Fonds. (Zie het bericht van gisteren) Dit document verdient een ruime verspreiding en wordt derhalve opgenomen in de Mededelingen van het Centrum voor Documentatie & Reevaluatie.

 

Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift: een kwarteeuwigheid…

 

Bedoeld als een studentikoze, literaire grap groeide het buiten alle verwachting uit tot een heus literair tijdschrift. In de beginjaren waren grappen en grollen, literaire buitenbeentjes en ludieke aliassen van de partij. Zelfrelativering en creativiteit vierden toen hoogtij. Op tien jaar stond iedereen versteld dat Gierik qua abonnementen het tweede grootste van Vlaanderen was geworden. Tot spijt van wie het benijdt (nog altijd). Gierik kwam in aanmerking voor subsidiëring en dat betekende meteen het einde van het onorthodoxe, want de redactie trachtte financieel te overleven, maar moest zich daarom plooien naar de academische en gortdroge normen van de geldschieters. Gierik bouwde in de loop der jaren een stevige reputatie op wat betreft het publiceren van debutanten. In een onderzoek dat vorig jaar door het Vlaams Fonds voor de Letteren werd uitgevoerd, bleek dat Gierik het best van alle literaire tijdschriften scoorde in de debutantenaangelegenheid. Van de debutanten die de laatste vijf jaren in Vlaamse literaire tijdschriften publiceerden/debuteerden, vonden er 23 een reguliere uitgever: 18 auteurs verschenen in Gierik, dit is 80 %.

[…] In 25 jaar publiceerde Gierik & NVT 12.000 bladzijden literatuur, waaraan circa 1.500 auteurs uit 5 werelddelen meewerkten, 550 debutanten maakten hun opwachting, waarvan er 180 een uitgever konden overtuigen. […] Er werden 50 themanummers samengesteld en veelal werd er een link gelegd naar maatschappelijke en sociale toestanden (extreem rechts in de literatuur, eros en god, pornografie, darwinisme, rede en geloof, migratie, allochtone auteurs), maar evenzeer kwam Antwerpen vaak aan bod (Antwerpen in 1933, Paul van Ostaijen, Paul Snoek, het tijdschrift NUL, Roger van de Velde, Franstalige schrijvers in Vlaaanderen, Willem Elsschot). Een 40-tal Waalse auteurs werden in vertaling voorgesteld. Wat bij een adviseur de reactie uitlokte dat het toch ongehoord was dat Vlaams subsidiegeld diende om Waalse auteurs te promoten. En dat Gierik dus maar van de subsidielijst moest worden geschrapt: BHV avant la lettre! Dat Gierik steeds de verdediging van het “vrije woord” opnam, werd als een verzuilde en achterhaalde gedachte bestempeld. Een 5-tal jaar geleden maanden de Fondsadviseurs de redactie aan “om zich te distantiëren van een bepaalde zuil”. Ondanks schriftelijke vraag om opheldering hebben we nooit antwoord gekregen welke zuil er eigenlijk werd bedoeld. Waarschijnlijk niet de hunne?!

Op 11 juli 2008 (0, griezelig sarcasme!) werd ons bericht dat Gierik niet langer in aanmerking wam voor Fondssubsidiëring. Reden: gebrek aan kwaliteit wat betreft teksten en thema’s en weinig of geen impact op het literaire landschap. Zowat heel literair Vlaanderen en Nederland zijn net een tegenovergestelde mening toegedaan. Wie gelijk heeft, is totaal onbelangrijk. Dat zullen de volgende vijfentwintig jaren wel uitwijzen na een tweede kwarteeuwigheid van Gierikdwarsliggerij en originaliteit. […]

Guy COMMERMAN

Alvorens de beslissing van het VFL kritisch te evalueren hebben we alvast Guy Commerman om een bijkomende reactie gevraagd.

(wordt vervolgd)

Partager cet article
Repost0
6 octobre 2008 1 06 /10 /octobre /2008 23:30

Donderdag 2 oktober werd Joris Gerits gevierd naar aanleiding van zijn emeritaat (zie bericht van 3 oktober). Carlo van Baelen, directeur van het Vlaams Fonds voor de Letteren wees nadrukkelijk op de verdiensten van Joris Gerits. Als voorzitter van het VFL heeft Gerits in hoge mate bijgedragen tot de objectivering van de criteria, aldus de directeur van het VFL.

Objectieve criteria? Dat is kennelijk niét het oordeel van Ferre Denis. Dat blijkt voldoende uit zijn artikel “De dood van het literaire tijdschrift Gierik”, verschenen in de jongste aflevering van De Auteur, het driemaandelijkse tijdschrift van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen. Ferre Denis trekt heftig tegen tegen het VFL, meer bepaald tegen de commissie tijdschriften. Hij neemt geen blad voor de mond en aarzelt niet ernstige beschuldigingen te formuleren:

“Ook nu heeft het almachtige Vlaams Fonds VOOR de Letteren VFL beslist: het tijdschrift Gierik voldoet niet aan de eisen van VFL. Na jaren vechten tegen de commissie tijdschriften, die vol zit met mensen die rechter en partij, heeft Gierik in het zand moeten bijten. Tijdens de vakantie werden hun alle subsidies afgenomen.

De belangenvermenging die ervan aan de basis ligt is aantoonbaar. De vriendjespolitiek bij het politiecorps is er klein bier tegen. Het systeem zit ook veel perverser in elkaar omdat het fondsbestuur, zonder scrupules, in de commissies mensen kan benoemen die de financiële belangen van enkele leden van het fondsbestuur moeten veilig stellen.”

Het is een schande Gierik een gebrek aan kwaliteit te verwijten, aldus Ferre Denis. Hij onderstreept dat sinds de oprichting van het VFL in 2000 zes of zeven tijdschriften van het literaire landschap verdwenen:

“Alle tijdschriften die met de tijd geen journalisten of professoren of docenten in hun redactie hebben opgenomen, moesten eruit.”

In dezelfde aflevering van De Auteur handelt Guy Commerman over “een kwarteeuwigheid” van Gierik. Zijn betoog zal het voorwerp uitmaken van een volgend bericht.

Over de jongste (laatste?) aflevering van Gierik, zie het bericht van 29 september.

 

De Auteur, driemaandelijks tijdschrift van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen, vzw, september 2008, 16 p., ill.

Partager cet article
Repost0
6 octobre 2008 1 06 /10 /octobre /2008 05:09

Hinkelspel met Tor in de Zwarte Panter.


Zaterdag 11 oktober om 20 u wordt Hinkelspel, de nieuwe bundel van Marleen de Crée, voorgesteld in galerie De Zwarte Panter, Hoogstraat 70 te Antwerpen. Wie dit leest is welkom. Prof. em. dr. Joris Gerits leidt de bundel in en Trio DOR verzorgt het muzikale gedeelte. De bundel is geïllustreerd met houtskooltekeningen van de dichteres.
Marleen de Crée (°Bree, 1941) werd talrijke malen onderscheiden, o.a. met de Provinciale Prijs van Antwerpen voor Poëzie, de Maurice Gilliams- en de August Bernaertprijs van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde en de Prijs van de Vlaamse Poëziedagen. Zij publiceerde een 17-tal dichtbundels en gedichten werden opgenomen in tijdschriften en verzamelbundels in Vlaanderen en in Nederland.

 

Time out

 

Hete as vlokt in het vuur,

zwarte stippen in de nacht,

leesbaar als de brakke letters

van een vergeten manuscript.

 

met open ogen wacht hij tot

licht op de deur klopt. Blaren

schaken het spel uit de wind.

met scherpe tanden bijt hij,

 

woelt in het merg, blaast ijs, vindt.

de plassen staan diep. koude drijft

rusteloos door het bos. wolken zetten

 

zich vast. hij schreeuwt het uit.

scheurt door ons heen als een gerimpeld

palimpsest, breekt met een bekend geluid.

 

Marleen DE CREE, Hinkelspel, Leuven, Uitgeverij P, 2008, 48 p. ,15 €.

 

Partager cet article
Repost0
6 octobre 2008 1 06 /10 /octobre /2008 04:14

De Antistresspoweet, Guido Belcanto, Steven Grietens, Léon Lemahieu, Didi de Paris, Soetkin "Soe Soe" Soethoudt, Kris Verdonck en Vitalski zullen deelnemen aan de hommage-avond aan Jean-Marie Henri Berckmans (zie bericht van 2 oktober). Medeorganisator Kristof "Kristo" Van Hooymissen is inleider van dienst.

De Muzeval is een reeks poëzieavonden georganiseerd door vzw. Pipelines, elke tweede donderdag van de maand in

Donderdag 9 oktober, literair café Den Hopsack, gelegen in het historische centrum van Antwerpen, Grote Pieter Potstraat 24. Deuren 19.30. Aanvang rond 20 uur. Toegang gratis.

[In memoriamJ.M.H. Berckmans, zie bericht van 1 september]

 

Partager cet article
Repost0
3 octobre 2008 5 03 /10 /octobre /2008 19:06

Zopas verscheen bij Meulenhoff / Manteau Het gesloten schrijn, een bundel gedichten van de Vlaamse politicus Hugo Schiltz.

Henri-Floris Jespers schreef het nawoord, waaruit volgend citaat:

Als knaap en adolescent heeft Hugo Schiltz (27 oktober 1927 - Edegem, 5 augustus 2006) de oorlog, de bezetting, de bevrijding en de repressie bewust meegemaakt. De hier gebundelde gedichten dateren grotendeels van kort na de Tweede Wereldoorlog en dienen dus mee in dat perspectief gelezen te worden. Hier wordt het woord gehanteerd als wapen, ja, als defensief wapen tegen de innerlijke ontreddering, maar vooral als opbouwend instrument tot bevrijdende bezinning en zelfanalyse. Dat de precieze autobiografische dimensie(s) van een aantal kerngedichten uit die periode wellicht voorgoed onopgehelderd zal blijven, hoeft geen betoog en heeft geen belang. De opdracht en de exacte datering van die gedichten wijzen er echter op dat de lezer bewust geconfronteerd wordt met belangrijke zoniet beslissende momenten uit het bestaan van de schrijver.

Hugo Schiltz was vertrouwd met het woord als confrontatie met zichzelf – en ook dat was hem toevertrouwd.

Wie Hugo Schiltz gekend heeft als connoisseur van blauwe Ming of amateur van contemporaine kunst, als daar zijn de meditatieve monochrome schilderijen van ons beider vriend Jef Verheyen, “peintre flamant”(1932-1984), zal wellicht verbaasd staan over de wat overjaarse, soms vandaag gekunsteld klinkende zegging van de hier aangeboden gedichten. Hij erkent echter volmondig de nadrukkelijk “aanwijsbare stijlinvloed van de grote dichters die behoorden tot het klassieke pakket van de collegejaren”, die aan de aandachtige lezer niet zal ontsnappen. Daarnaast was Jan van Nijlen een van zijn lievelingsdichters; het thema van diens metaforisch “Bericht aan de reizigers” loopt dan ook als een filigram door Schiltz’ gedichten.

 

Hugo Schiltz, minister van Financiën en Begroting in de eerste Vlaamse regering (1981-1985)

 

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche