Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
5 juin 2009 5 05 /06 /juin /2009 02:44

Bewonderaar van drs. P, schepper van de Knödel en van het pi-sonnet, Paul Ilegems (°29 september 1946) is kunsthistoricus en was tot 2005 verbonden aan de Academie voor Schone kunsten van Antwerpen als docent kunstgeschiedenis en actuele kunst. Na het lezen van Plezierdichten van Drs. P. ging hij light verse schrijven en ging hij op zoek naar een onderwerp dat nog niet eerder in de dichtkunst behandeld was. Hij kwam terecht bij het frietkot. In 1981 publiceerde hij de dichtbundel 'Frieten bakken' (uitgave vzw Stichting voor Kunstpromotie).

Andere plezierdichten zijn te vinden in: De Tweede Ronde; De Nieuwe Weelde; Parmentier; Poëziekalender Meulenhoff 1989 en 1998; Light Scheurkalender 2003 en 2004; Nieuwe vergezichten, 1989; Litérair Variété, 1990 (met Drs. P, Driek van Wissen en Midas Dekkers); O reisgenoten op dit narrenschip, 1993; België – Zwitserland, een keus uit 25 jaar correspondentie in ollekebollekes met Drs. P (Manteau-Meulenhoff, 2006).

Paul Ilegems lanceerde ook het pi-sonnet in het Nederlands (oorspronkelijk bedacht door Jacques Bens in zijn bundel 41 sonnets irrationnels, 1962), en publiceerde in Nieuwzuid een 'patafysische tekst naar een idee van Boris Vian.

In 1988 lanceerde hij een eigen versvorm, de Knödel, in het Nederlandse tijdschrift Nieuwe Weelde en beoefende die onder de naam Jacob Knödel. Met zijn rijmschema AABA BAB lijkt de Knödel vrij goed op een gehalveerd Zwitsers sonnet (vandaar ook ‘luiaardsonnet’ geheten).

Paul Ilegems publiceerde voorts vier boeken over de Belgische frietkotcultuur: De frietkotcultuur (Loempia, 1993), Het Belgisch frietenboek, (Loempia, 1994), Het volkomen frietboek (Nijgh & van Ditmar, 2002) en Frietgeheimen (Artus, 2006). Hij beschouwt het frietkot als de volmaakte uitdrukking van de mentaliteit en het wereldbeeld der Belgen, en maakte het tot het eerste nationaal symbool. In 1981 presenteerde hij te Amsterdam een tentoonstelling over friet en frietkot met uiteenlopende kunstwerken van diverse artiesten. De expo reisde vervolgens jarenlang rond door België en Nederland onder de naam Het Frietkotmuseum. In 2008 kreeg de verzameling een vaste plek in de Vlaanderstraat in Brugge.

Andere publicaties van Paul Ilegem gaan over Willem Elsschot (De Parelduiker, 2001) en over hedendaagse kunst (o.m. in Artefactum, De Morgen, Standaard Magazine, Kunst Nu (SMAK Gent), Imagazine, Nieuwzuid, Amazing Flying Rooms, Ons Erfdeel, <h>ART en bij Hans Theys.

 

127ste Muzeval, 11 juni 2009, 20 uur stipt in Literair Café Den Hopsack, Grote Pieter Potstraat 24 te 2000 Antwerpen. De deuren gaan open om 19u30.

De Muzeval vindt plaats elke tweede donderdag van de maand en is een organisatie van Pipelines vzw met de steun van Antwerpen Boekenstad en Masereelfonds Antwerpen

Contact: de_muzeval@telenet.be

Website: http://www.muzeval.tk

Partager cet article
Repost0
5 juin 2009 5 05 /06 /juin /2009 02:12

De vzw De Boog organiseert in café Rood-Wit een literaire avond met Leonard Nolens.

Vlaanderens grootste levende dichter woont en werkt op een boogscheut van het café. Nu exclusief voor De Boog, brengt hij zijn poëtische meesterwerken, op zijn geheel eigen wijze, staalhard, fluisterend en magistraal onverdund”. Zo staat toch te lezen in de persmededeling.

Dinsdag 9 juni, 20u30 stipt. Café Rood-Wit, Generaal Drubbelstraat 42, Berchem (zijstraat Statiestraat). Inkom: 5 €. Reserveren verplicht via tel.03/239.34.68 of via www.boog.be

Rookvrij tot na het optreden.

Deuren open om 19.30, toe om 24.00

Partager cet article
Repost0
4 juin 2009 4 04 /06 /juin /2009 17:55

Ruth Lasters is een van de grote talenten van de hedendaagse Nederlandstalige letteren. Na de bekroning van haar debuutnovelle Poolijs is nu ook haar debuutbundel Vouwplannen in de prijzen gevallen. Meulenhoff | Manteau feliciteert Ruth Lasters met die opmerkelijke prestatie.

 

De tweejaarlijkse Debuutprijs Het Liegend Konijn gaat naar Ruth Lasters voor haar bundel Vouwplannen. Lasters krijgt een geldprijs van 2.500 €. Een van de gedichten uit de bundel wordt vertaald in de 23 officiële talen van de Europese Unie. Bovendien wordt de integrale bundel vertaald in het Frans, het Duits en het Engels.

 

De jury looft een volkomen origineel debuut met een mix van humor en ernst die borrelt van enthousiasme om de werkelijkheid. De officiële uitreiking van de Debuutprijs Het Liegend Konijn - 2009 vindt plaats op vrijdag 9 oktober 2009 in de Pulchri Studio in Den Haag.

 

Ruth Lasters (1979) won met de novelle Poolijs de De Brakke Hondprijs 2005. Eerder werk werd opgenomen in Mooie Jonge Honden. Poëzie van haar verscheen onder meer in Lava, Deus ex Machina, in de bloemlezing 21 dichters voor de 21ste eeuw en in Het Liegend Konijn. Poolijs, haar prozadebuut, werd in 2007 bekroond met de Vlaamse Debuutprijs. Lasters woont en werkt te Antwerpen. Ze is volop bezig met een  nieuw boek dat zal verschijnen in 2010.

Partager cet article
Repost0
29 mai 2009 5 29 /05 /mai /2009 13:24


Op zaterdag 6 juni 2009 wordt in Het AMVC-Letterenhuis, Minderbroedersstraat 22, 2000-Antwerpen om 15.00 u.de Pernathprijs 2009 uitgereikt tijdens een poëzienamiddag.

Programma:

Verwelkoming door Leen van Dijck, voorzitter van het Hugues C. Pernathfonds

Arnoud van Adrichem, Maria Barnas, Elisabeth Tonnard, Esther Naomi Perquin en Victor Schiferli lezen uit hun genomineerde bundel.

Juryvoorzitter Joris Gerits leest het juryverslag en maakt de laureaat bekend.

Huldiging van de laureaat

Receptie

De toegang is vrij.

Van l. naar r.: Wilfried Adams, Hugues C. Pernath, Henri-Floris Jespers en Michel Bartosik, 1974 (Collectie HFJ)

Partager cet article
Repost0
26 mai 2009 2 26 /05 /mai /2009 23:48


Tweevoudige winnaar van de Gouden Strop en winnaar van de Diamanten Kogel Bob Mendes verloochent zijn loopbaan en passie niet. Als gerenommeerd accountant heeft hij tientallen jaren meegedraaid in het Vlaamse en internationale zakenleven. Hij heeft daar genoeg voorbeelden gezien van malversaties, creatief boekhouden en fiscale spitstechnologie. Deze deskundigheid wendt hij nu aan in Vuil geld, een maatschappijkritische thriller waarin de grens tussen witteboordencriminaliteit en gewelddadige maffiapraktijken geheel vervaagt.

*

De protagonist, Jelle Lievens, krijgt via een vriend een baan als accountant aangeboden bij KPMG. Hij treedt in de voetsporen van een collega die door een tragisch ongeval om het leven is gekomen en wordt als forensisch accountant belast met het voortzetten van het onderzoek van zijn voorganger naar de financiële structuur van Lernout & Hauspie en zijn buitenlandse filialen. Hij wordt ook pro deo, uit overtuiging, auditor van United Fundraising, dat via zijn bestuurder nauwe banden onderhoudt met L&H. Al spoedig blijkt dat de verongelukte voorganger van Jelle zeer explosief materiaal op het spoor was gekomen. En wat is eigenlijk de rol van Marc, zijn vakantievriend die er zo aan hield om Jelle de baan bij L&H te bezorgen – weliswaar op voorwaarde van tegenprestatie? De enige die te vertrouwen lijkt is Bert Leysens, de charismatische president van een machtige koepelorganisatie van ngo’s. Jelle verliest niet alleen zijn onschuld – in alle betekenissen van het woord. Zijn gevoel voor rechtvaardigheid brengt hem tot aan de rand van de afgrond.

*

De lezer wordt uiteraard uitdrukkelijk gewaarschuwd:

Vuil geld is een roman waarin de ondergang van een Vlaams spitstechnologiebedrijf wordt doorkruist door een verzonnen verhaal met echte of verzonnen personages die echte of verzonnen daden plegen. Waar dat relevant was, heb ik de feiten en de chronologie – voor zover bekend – gerespecteerd. Hoewel de roman zich beweegt op de subtiele grens van ware gebeurtenissen en door geruchten en speculaties geïnspireerde fictie, blijft het geheel onvoorwaardelijk een product van mijn verbeelding. Wie zich toch nog in een van mijn figuren meent te herkennen, doet dat bijgevolg voor eigen rekening en heeft meer fantasie dan ik.

Ook als de aandachtige lezer, tussen de snelle acties en zorgvuldig opgebouwde situaties, meent aanwijzingen te vinden over ontoelaatbare financiële manipulaties in de Vlaamse bedrijfs- en politieke wereld of in de netwerken van Vlaamse ngo's, is dat geen bewijs dat ze inderdaad plaatsvonden, maar een eigen antwoord op de hypothetische vraag: 'Stel dat...'

*

Het verhaal over de LDC’s (Local Development Corporations) van L&H en de opgepompte beurskoers van het bedrijf dat dank zij een revolutionaire spraaktechnologie vanuit Ieper de wereld zou veroveren, is vandaag al beter gekend. De expertise van Bob Mendes stelde hem in staat een geloofwaardige en boeiende thriller te schrijven over al dan niet gefingeerde maar alleszins ongehoorde en nawijsbare manipulaties rond dit bedrijf, waarbij zowel economische als politieke concurrentie een doorslaggevende rol speelde. Hoe heeft het bedrijf zich in zo’n korte tijd een plek aan de top had kunnen veroveren? Hoe komt het dat zovele kleine investeerders er hun spaarcenten bij verloren terwijl kapitalistische roofridders er beter van werden?

*

Dat de romans van Bob Mendes het product zijn van zorgvuldige research is genoegzaam bekend. Daarbij mag echter niet uit het oog verloren worden dat hij, ja, vanuit de buik schrijft.

Zo heeft hij veel meer van zichzelf gelegd in hoofdpersonage Jelle dan hij er zich aanvankelijk van bewust was: de incidentrijke jeugd ( een constante in Mendes' oeuvre); de keuze voor het accountantsberoep ('het is het enige waar ik beter in was dan al de anderen'), de verering voor de vaderfiguur; het dwingende gevoel voor rechtvaardigheid ('zonder zelf onbesproken te zijn')...

'Ach, het boek bulkt uit van kleine raakpuntjes', aldus Mendes in een persoonlijke mededeling. Voor veel lezers en vermoedelijk ook voor de pers L&H 'de kapstok zal zijn om hun pet op te hangen',

'voor mij echter was dat veeleer een boeiende achtergrond om het dubbelportret van Leysens te schilderen, met één ervan kwam ik als jongeman in aanvaring, voor de andere stond een reële vooraanstaande figuur in onze Vlaamse samenleving als model. Het was vooral een uitdaging om die twee in een sluitend verhaal rond de zakenwereld van L&H en die van het goede doel hun weg te doen vinden'.

*

Vuil geld werd gisteren in de Bridge room van het Rinkven Golf & Country Club te 's Gravenwezel voorgesteld. Na een welkomstwoord van Manteau-uitgever Wim Verheije en Golfclub-voorzitter Jan Goddaert, werd de roman uitbundig toegelicht door Jeroen Kuypers, niet alleen een uitgeslapen criticus, maar vooral ook zelf schrijver van onvolprezen thrillers (w.o. Bezettingsgeld en Vals gedacht).

Naast talrijke lezers en vrienden van Bob Mendes waren o.m. aanwezig: graveur Frank-Ivo van Damme; kalligrafe Joke van den Brandt (uitgeefster van Letternieuws); criticus Eric Diepvens (CrimeZone); Kris Kenis (raad van toezicht CDR); Pruts Lantsoght (CDR-Mededelingen); Mieke de Loof (voorzitter Genootschap Vlaamse Misdaadauteurs); Gert Vingeroets (secretaris ExLibris).

Henri-Floris JESPERS

 

Partager cet article
Repost0
19 mai 2009 2 19 /05 /mai /2009 02:40

Naar aanleiding van een recent gedicht in Mededelingen van het CDR onderstreepte Paul Van Melle in Inédit nouveau zijn waardering voor Rik Lanckrock (°1923), die er zijn hand niet voor omdraait “pour détruire les argumentations fallacieuses de trop nombreux tenants du pouvoir, politique ou non”.

Naast gedichten werden in de Mededelingen ook proza van Rik Lanckrock gepubliceerd, o.m. Vreemd verhaal (nr. 54, 19 september 2005); Vervreemding (nr. 56, 18 oktober 2005); Wat betekent de vrijmetselarij voor mij (nr. 57, 31 oktober 2005); Mediteren over mediteren (nr. 68, 5 april 2006); Zelfportret (nr. 76, 16 augustus 2006); Leven in de wereld van Kafka en Willink (nr. 82, 20 november 2006); Zelfhaat (nr. 86, 18 januari 2007); Zoektocht (nr. 90, 26 maart 2007); Aan Daan Hugaert (nr. 98, 31 juli 2007) en Interview met mezelf (nr. 106, 3 december 2007).

In 1952 publiceerde Lanckrock Inleiding tot het Magisch-Realisme (Antwerpen, Ontwikkeling). De recensie van Hubert Lampo in Volksgazet (7 mei 1953) werd in de Mededelingen opgenomen in de literair-historische rubriek 'Achteruitkijkspiegel' (nr. 63, 1 februari 2006); zo ook Rik Lanckrocks bespreking in Vooruit (4 februari 1964) van de opvoering van Het drama van de Fukuryu Maru van Gabriel Cousin, in de vertaling en bewerking van Hugues C. Pernath en Walter Tillemans (nr. 72, 16 juni 2006).

De hiernavolgende tekst verscheen in de jongste aflevering. ■


Essentieel

 

Ik heb het herhaaldelijk gezegd dat ik zou wensen om een zeer beknopte tekst te schrijven waarin ik zou verwoorden wat voor mij nog essentieel is. Ik noemde dat een fata morgana omdat ik de indruk had dat het niet meer dan een hersenschim was. Maar soms volstaat een schijnbaar onbelangrijk incident om te weten dat het wel kan. Dat was voor mij gisteren het geval. Ik besefte toen plots dat ik die tekst beslist zou kunnen schrijven. En of dat nu een doem of een weldaad is, laat ik in het midden.

Het bestaan is op elke leeftijd keuzes maken: goede of slechte! Dat wisten de existentialistische filosofen heel goed. Denk aan Kierkegaard, Sartre en Camus.

Op dit ogenblik heb ik voor mezelf een vrij aanzienlijke keuze gemaakt, een keuze grotendeels bepaald door mijn ouderdom, immobiliteit, alleenzijn, angsten, voortdurende pijn en ernstig gehoorverlies.

Om keuzes te maken moet men vragen durven stellen.

Mijn eerste vraag is: wil ik, ondanks mijn toestand, nog verder blijven leven? Die vraag is uitermate zinrijk voor mij omdat in 1994, toen mijn vrouw overleed, mijn wan hoop zo ontzettend groot was dat ik overwoog zelfmoord te plegen. Ik zou dat gekund hebben, zonder enige aarzeling. Ik deed het evenwel niet terwille van mijn kinderen die zopas hun moeder hadden verloren, zodat het heengaan van hun vader wellicht al te tragisch zou geweest zijn. Ik ken bijgevolg het verschil tussen willen leven of er afscheid van nemen. Op de vraag of ik op dit moment nog verder wil leven is mijn antwoord kordaat 'ja' en wel om een groot aantal redenen. Maar dan moet dat verder bestaan toch enigszins behoorlijk blijven. Zoniet weten mijn kinderen wat hen te doen staan: euthanasie.

Stelt zich dus een tweede net zo essentiële vraag: op welke wijze wil ik verder leven?

Dat werd mij duidelijk door het incident waarover ik het zopas had en dat ik nu wil verduidelijken. Ik gaf er mij immers rekenschap van dat ik niet meer thuishoor in de eigentijdse ethische buitenwereld met al haar drukte, rumoer, waanzin, fanatisme, verlies van waardevolle ethische normen, geweld, misdaad, terreur, fraude, enz. Dat is één. En nu zou ik een vrij eigenaardige vergelijking willen maken: ik zou mij graag terugtrekken in een klooster, maar dat is als vrijzinnige niet mogelijk wegens mijn gruwelijke hekel aan alle godsdiensten die ik als goedkoop en eveneens als gevaarlijk beschouw. Rest mij dus mijn appartement te zien als een equivalent van een klooster. Die conclusie vergt vanzelfsprekend uitleg. Ik wil door allerhande omstandigheden sereen, rustig leven en liefst met weinig contacten. De enige bindingen die ik beslist wil behouden zijn met mijn kinderen, mijn vriendin, een paar intieme vrienden en logebroeders. Met andere lui verkies ik liefst schriftelijk of telefonisch contact. Dat houdt in dat ik mij angstvallig wil hoeden om nog in de buitenwereld te stappen, behalve dan om boodschappen te doen, gepaard met een glas drinken en iets eten in een gezellig café of restaurant, uitzonderlijk eens een korte uitstap. Ik wil mij tevens niet laten verleiden om in gezelschap van leer dan één mens te gaan eten en dat wegens uiteenlopende redenen waarover ik niet wens uit te weiden.

Nu een andere vraag: aan wat hecht ik nog belang?

Ik geef een onvolledige opsomming. In de allereerste plaats schrijven. Als ik dat niet meer aankan, zie ik het echt niet meer zitten. Verder wil ik blijven mediteren, relativeren, dromen, filosoferen, lezen, de actualiteit volgen via kranten, tijdschriften en televisie, TV, CD's en DVD's (eveneens voor toch enige ontspanning en interesse), grasduinen in allerhande boeken. Ongemeen belangrijk is voor mij het koesteren van de vrijmetselarij als ideologie, mij verdiepen in de vrijzinnigheid, het humanisme en alles wat met cultuur te maken heeft, diep ingaan op het magisch-realisme in de kunst. Hetzelfde geldt voor alles wat symboliek betreft (dat blijft mij intens boeien).

Ten slotte is er ook mijn huishouding verzorgen, met alles wat er bijhoort, o.m. dus eten en drinken, evenwel met mate, mij zo fit als het kan gedragen door medicatie, voeding en hometrainer, de buitenwereld bekijken door mijn raam, af en toe een pijp roken en nu en dan ook wat snoepen.

Dat zal het zowat zijn. Ik geef grif toe dat ik prijs blijf stellen op een bemoedigende verrassing, ook al gebeurt dat zelden.

*

Zo kom ik tot mijn besluit: overwegend leven binnenskamers met slechts enkele contacten: een, kleine en tevens grote wereld omdat alles van de mens en in de wereld nu eenmaal dualistisch is.

Met Cicero zeg ik: bellum est sua vitia nosse – het is prettig zijn eigen gebreken te kennen. Ik durf eraan toevoegen: ook de gebreken van de anderen te kennen en er mij zo weinig mogelijk aan ergeren.

Ik eindig met Vergilius: finis ecce laborum – ziedaar het einde van mijn zwoegen! Want dat was zeker het geval. Klaar zien in het eigen innerlijk en het eigen bestaan vergt heel wat kritische zin en onverpoosde inspanning. En om tenslotte helemaal te eindigen zou ik willen leren te denken aan het onvermijdelijke einde, maar dan wel op een rustige en serene wijze. Dus zonder paniek die vooral eigen is aan depressieve mensen en daar behoor ik bij. Ik hoop evenzeer dat ik non-conformistisch, met humor, ironie en nu en dan zelfs met sarcasme en cynisme kan blijven denken en handelen.

Hier eindigt mijn tekst en biecht in mijn 'kloostercel' die altijd een rol heeft gespeeld in mijn leven.

In mijn jeugd schreef ik ooit een gedicht dat ongeveer luidde als volgt:


Ik heb vaak in mijn droom

een kloostercel gebouwd.

Ik zag mij daarin

als heilige, vroom

met d'eenzaamheid vertrouwd.

Maar 't leven

sloeg mij tot een mens,

van vlees en bloed gebouwd...

 

L'histoire se répète en dat alles zag ik plots in door een simpel incident.

En nu maar uitblazen want spanningen en stress ken ik in al te grote mate.

Rik LANCKROCK

28 april 2009

Partager cet article
Repost0
18 mai 2009 1 18 /05 /mai /2009 21:00

Lenin, de tamboer met zijn pet, loopt vooraan naast de al bebloede vlag.

De pokdalige Stalin pauzeert slechts na een harde plechtige paukenslag.


De bebrilde Trotski bespeelt de tuba en de arme Boecharin de bombardon.

De lepe Beria en de bleke Lakoba blazen beiden op een lange hoorn.


De trotse besnorde Semjon Boedjonny trekt lachend aan zijn accordeon

en in het oude koude Moskou slaat Molotov op bevel op de grote trom.


Gorki, de ingenieur van de ziel, bezingt al die leren figuren in leren jekkers.

Alleen de dwaze dwerg Jezjov met zijn rode armband aan hinkt achteraan.


Hendrik Carette


Schaarbeek, 1 mei 2009

Partager cet article
Repost0
18 mai 2009 1 18 /05 /mai /2009 07:10

Drie dagen geleden viel een brochure van Maurits Cailliau, secretaris van het Studiecentrum Joris van Severen, in de bus: Het Verdinaso, Antisemitisme und kein Ende? Het leek me derhalve passend de publicatie van (en het antwoord op) de verontwaardigde reactie van onze achtbare collega en vriend Hendrik Carette op de rubriek “Door de leesbril bekeken” van 16 april, waarin sprake van het “onverholen antisemitisme” van Joris van Severen, andermaal uit te stellen. Zodoende kan dit dossier afgesloten worden, terdege rekening houdend met de analyse van Maurits Cailliau.

In afwachting wordt hier alvast een gedicht van Hendrik Carette gepubliceerd.

*

Rik Lanckrock koesterde al lang de gedachte een beknopte tekst te schrijven over wat voor hem nog essentieel is. Door omstandigheden was het nu zover en hij geeft u de primeur.

*

Frank de Vos, die vorig jaar de bundel In omstandigheden publiceerde (zie Mededelingen 128, pp. 11-13), is stadsdichter van Doel. In een bewogen open brief “aan de Eerbiedwaardige vertegenwoordigers van het ‘Middenveld’, de Eerbiedwaardige opiniemakers van onze ‘vrije’ pers en de Eerbiedwaardige literatoren met symfonieën van mooie woorden”, onderstreept hij dat alle Doelenaars vanaf 1 september sans-papiers zijn...

*

Dirk Verhofstadt geeft bijtend commentaar op de zijns inziens “rampzalige” toekenning van de Gouden Uil 2009. Hij wijst op de negatieve impact van de sponsors en op de samenstelling van de jury “met leden die direct of indirect gelieerd zijn met de organisatoren”.

*

Het commentaar van onze huistekenaar RodeS spreekt boekdelen.

Henri-Floris JESPERS

Inhoud

Necrologisch

Tine BALDER: rechtzetting

Poëtisch

Hendrik CARETTE, Een bolsjewistische fanfare

Proza

Rik LANCKROCK, Essentieel

Vrije tribune

Dirk VERHOFSTADT, De Blinde Uil of de opmars van het vergeetproza

Open brief

Frank DE VOS, Aan de Eerbiedwaardige vertegenwoordigers van het ‘Middenveld’,

de Eerbiedwaardige opiniemakers van onze ‘vrije’ pers,

de Eerbiedwaardige literatoren met symfonieën van mooie woorden.

Caleidoscopisch

Jeux de mots, jeux d'images   

Door de leesbril bekeken

Bob Mendes, Vuil geld; Oikos; Hugues C. Pernathprijs; Laurens Janszoon Costerprijs.

Agenda

Partager cet article
Repost0
13 mai 2009 3 13 /05 /mai /2009 22:57


Bob Mendes kreeg al tweemaal de Gouden Strop en eenmaal De Diamanten Kogel, maar blijft alive and kicking. Vuil Geld, zijn nieuwe maatschappijkritische factionthriller, wordt op 25 mei feestelijk gepresenteerd in de bridge room van het Rinkven Golfclub te 's Gravenwezel. Uitgever Wim Verheije en Jan Goddaert, voorzitter Rinkven Golfclub, verwelkomen, Jeroen Kuypers leidt in. Het boek gaat over de infiltratie van de maffia in de Vlaamse samenleving en de ondergang van Lernout & Hauspie, ooit het paradepaardje van Vlaanderen. Op p. 236 staat te lezen: 'Wie voortdurend de mond vol heeft van broederlijk delen, heeft het meestal over het geld van een ander'.

*

De voorzichtige waarschuwing van Bob Mendes spreekt boekdelen:

Vuil geld is een roman waarin de ondergang van een Vlaams spitstechnologiebedrijf wordt doorkruist door een verzonnen verhaal met echte of verzonnen personages die echte of verzonnen daden plegen. Waar dat relevant was, heb ik de feiten en de chronologie – voor zover bekend – gerespecteerd. Hoewel de roman zich beweegt op de subtiele grens van ware gebeurtenissen en door geruchten en speculaties geïnspireerde fictie, blijft het geheel onvoorwaardelijk een product van mijn verbeelding. Wie zich toch nog in een van mijn figuren meent te herkennen, doet dat bijgevolg voor eigen rekening en heeft meer fantasie dan ik.

Ook als de aandachtige lezer, tussen de snelle acties en zorgvuldig opgebouwde situaties, meent aanwijzingen te vinden over ontoelaatbare financiële manipulaties in de Vlaamse bedrijfs- en politieke wereld of in de netwerken van Vlaamse ngo's, is dat geen bewijs dat ze inderdaad plaatsvonden, maar een eigen antwoord op de hypothetische vraag: 'Stel dat...'

*

De recensie van Henri-Floris Jespers verschijnt hier op maandag 25 mei om 20 uur.

Partager cet article
Repost0
12 mai 2009 2 12 /05 /mai /2009 04:52

Van 18 juni tot en met 9 juli loopt in het Sint-Felixpakhuis in Antwerpen de tentoonstelling Jeux de mots, jeux d’images. De tentoonstelling verrast met gevarieerde kunstwerken waarin taal en beeld verweven zijn en verenigt tal van nationale en internationale kunstenaars. Jeux de mots, jeux d’images kadert in het Felix Poetry Festival, het nieuwe driedaagse poëziefestival van Antwerpen.

 

In de tentoonstelling Jeux de mots, jeux d’images spelen kunstenaar uit binnen- en buitenland met de verbondenheid tussen literatuur en plastische kunsten. Marcel Broodthaers, Luc Fierens, Marcel van Maele, Christian Dotremont, Glen Baxter (UK) en Jean-Claude Mattrat (FR) zijn maar enkele van de bekende namen die hun boeiende evenwichtsoefening tussen beeld en woord voorstellen. 

 

De gevarieerde en verrassende werken zijn onderverdeeld in vier stromingen: visuele poëzie, galgenhumor, beeldverhaal en woordspelingen. De tentoonstelling, die werd samengesteld door de Brusselse galerij 100titres, bevat kunstwerken uit heel uiteenlopende disciplines: schilderkunst, beeldhouwkunst, video, foto, tekeningen, enzovoort.

 

Aanleiding voor de tentoonstelling is het gloednieuwe jaarlijkse poëziefestival dat op 18 juni in het Sint-Felixpakhuis van start gaat. Felix Poetry Festival zet drie dagen lang internationale namen naast artiesten van eigen bodem, beginnende dichters tegenover gevestigde waarden en het serieuze werk versus speelse performances.

*

 

Jeux de mots, jeux d’images

 

18 juni tot en met 9 juli 2009

 

Sint-Felixpakhuis

 

Brouwersvliet/Kotterstraat, 2000 Antwerpen

 

Gratis toegang

 

Openingsuren:

 

Tijdens het Felix Poetry Festival: 19 en 20 juni van 12 tot 24u

 

Van 21 juni tot en met 9 juli: woensdag van 10 tot 18u, donderdag van 14 tot 18u, zaterdag- en zondag van 12 tot 18u

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche