Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
30 novembre 2009 1 30 /11 /novembre /2009 21:44

Kritische echo's ontbreken niet in deze 148ste aflevering: Chrétien Breukers is kennelijk geïrriteerd door het dagboek van Leonard Nolens; Guido Lauwaert en Erik Spinoy zeggen onbewimpeld hun mening over Getande raadsels, de egocentrische herinneringen van Patrick Conrad aan Hugo Claus; Bart de Man richt venijnige pijlen op Lukas de Vos (en Marc Reynebeau) en stelt, net als John Vervoort, de nieuwbakken thrillerschrijver Pol van den Driessche in zijn hemd.

Verdienen het dagboek van Nolens en de herinneringen van Conrad die strenge beoordeling? Is Lukas de Vos inderdaad zo'n “verzamelaar van 'stekkedozenkens' vol weetjes”? Vragen die zo niet beantwoord, dan toch minstens behandeld zullen worden in de volgende aflevering, waarin ook Maurice Gilliams, J.J. Oud, Jozef Peeters en Michel Seuphor in de kijker zullen staan.

Inhoud

Necrologisch

Joke VAN DEN BRANDT, Afscheid van Jan Berghmans in De Zwarte Panter

Fernand AUWERA, Denkend aan Jan Christiaens

De Diamanten Kogel 2009

Leen van Dijck, Marie-Paule Andries, Mieke de Loof, Simon de Waal, Henri-Floris Jespers, Philip Heylen

Kritisch

Chrétien BREUKERS, Het dagboek van Nolens, Nolens, Nolens

Guido LAUWAERT: Mahabharata: voorstelling in elkaar gebokst

Tentoonstellingen

Schilders van het Zoniënwoud in het Museum van Elsene

Door de leesbril bekeken

Lukas de Vos, Patrick Conrad en Pol van den Driessche krijgen er duchtig van langs;

Jos van Cann: De Grote Crimezone Thriller Encyclopedie; Nieuwsbrief van de Internationale Vriendenkring Anton van Wilderode: Marcel Janssens, Lucienne Stassaert en Frans Terrie.

Lezersbrieven

Stef VANCAENEGHEM, Georges DE CALUWÉ, Jeroen KUYPERS en John HEUZEL

Agenda

Partager cet article
Repost0
30 novembre 2009 1 30 /11 /novembre /2009 05:57


Omslagtekening: Cel Overberghe

Volgens Jos Daelman (°1937) is de dichter zijn maatschappelijke status kwijt en rest hem enkel nog de taal; de taal als laatste bolwerk, het gedicht als onvervreemdbaar identiteitsbewijs. De dichter doceert de taal, maakt de taal week, brengt ze terug tot haar oorsprong, zodat andere indrukken in haar zichtbaar worden. Zo is een gedicht taal en zegging en in betekenis wisselend en meervoudig, wijl de dichter het laatste woord aan de stilte laat.

Jos Daelman is gegradueerde in de bibliotheconomie en in de wetenschappelijke en technische documentatie. Tot zijn pensionering in 1997 werkte hij als informatiedeskundige. Volgens zijn officiële bibliografie zou hij in 1974 gedebuteerd zijn met de dichtbundel Land tussen zee en aarde. Behalve in de eigen taal schrijft en publiceert hij ook in het Engels.

Jos Daelman geeft op woensdag 2 december een lezing over zijn poëtisch universum. Hij is erg zuinig op zijn optredens. Ten zeerste aanbevolen.

Aanvang: 21 uur.

Zoals gewoonlijk is iedereen reeds vanaf 19u30 welkom in Taverne Rochus, Sint-Rochusstraat 67 te Deurne.

Bibliografie

Land tussen zee en aarde. Gedichten II. 1959-1969 (Libris, 1974)

Het Landschapstuin. Gedichten 3. 1969-1979 (Contramine, 1980)

Buiten de roedel. Gedichten 4. 1979-1983 (Contramine, 1983)

Het verlangzamen (Contramine, 1986)
Een haas in winterkoren (Nioba, 1989)

Letters from Sark and other places (Fantom, 1992)
Huiswaarts (De Vries-Brouwers, 1994)
Herdersuur (De Vries-Brouwers, 1996)
Beperkte toegang (De Vries-Brouwers, 2000)
Iedereen afwezig (De Vries-Brouwers, 2003)
Oostvaart (De Vries-Brouwers, 2007)


 

Omslagtekening: Cel Overberghe

Partager cet article
Repost0
29 novembre 2009 7 29 /11 /novembre /2009 22:10


Op het gebied van film, popmuziek en stripverhalen waren er al encyclopedieën. Maar nu dan eindelijk ook De Grote Crimezone Thriller Encyclopedie door Jos van Cann.

De 21e eeuw is de Gouden Eeuw van het spannende boek. Het aantal thrillers dat jaarlijks, wereldwijd, verschijnt neemt explosief toe en de kwaliteit wordt steeds beter.
Een overzicht van alle thrillers die er zijn verschenen, was er tot voor kort niet. Jos van Cann publiceerde jaren geleden zijn Moordgids waarin hij op knappe wijze een aanzet deed tot het rubriceren van alle gegevens. Maar het boek is inmiddels niet meer verkrijgbaar en door het verstrijken der jaren gedateerd.

Reden voor Crimezone, dat zich tot doel heeft gesteld om klassieke thrillers en naslagwerken op de markt te brengen, om Jos van Cann te vragen een zo compleet en actueel mogelijke Thriller Encyclopedie te maken voor verzamelaars, boekhandelaren, journalisten, en alle andere mensen die graag van tijd tot tijd willen zien welke boeken een bepaalde auteur geschreven heeft.

Het was een monnikenwerk maar het resultaat mag er zijn. De Grote Crimezone Thriller Encyclopedie is een uniek en actueel naslagwerk geworden dat overzicht brengt in de overstelpende hoeveelheid informatie. Misdaadauteurs en hun boeken worden alfabetisch gerangschikt en van commentaar voorzien. De Grote Crimezone Thriller Encyclopedie bundelt alle kennis die Jos van Cann in de loop der jaren heeft opgedaan en die hij regelmatig op diverse websites publiceert, aangevuld met de grote hoeveelheid informatie die is opgeslagen in de archieven van Crimezone. Het is het meest complete naslagwerk van dit moment met tal van extra’s.

Het is een zwerftocht vol verrassingen geworden die leidt van Agatha Christie tot Karin Slaughter en Nicci French, van Havank en Raymond Chandler tot David Baldacci en John Grisham.
Auteurs worden belicht, hun detectives, politieromans of thrillers worden ingedeeld, op rij gezet en daar waar nodig van een waardering voorzien.

Meer dan 3.000 auteurs en 12.000 titels komen aan bod.

In dit unieke naslagwerk komen ook genomineerden en winnaars van Nederlandse en Vlaamse prijzen aan bod.

Bovendien is een overzicht opgenomen van de hoogst gewaardeerde thrillers aller tijden.

*

Jos van Cann is journalist en auteur van de Moordgids. Hij was jurylid van De Gouden Strop en is vast jurylid van De Diamanten Kogel. Decennia lang verzamelde Van Cann gegevens over nationale en internationale misdaadauteurs en hun boeken. Hij is liefhebber, kenner, vakman. Met De Grote Crimezone Thriller Encyclopedie leverde hij zijn chef d’œuvre af.

Vorig jaar verscheen bij Garant Thriller versus roman, een bundeling opstellen van Jos van Cann, Henri-Floris Jespers, Elvin Post, René Appel & Charles den Tex, Jan Lampo, Matthijs de Ridder, Jooris van Hulle, Jim Madison Davis, Mieke de Loof en Felix Thyssen.

Jos VAN CANN, De Grote Crimezone Thriller Encyclopedie. Een Crimezone Special, gardcover, groot formaat(21 x 28 cm), 364 p., 27,95 €.

Jos VAN CANN & Henri-Floris JESPERS (Red.), Thriller versus roman, Antwerpen / Apeldoorn, 142 p., 15,90 € [ = Literatuur in veelvoud, nr. 21].

 

Partager cet article
Repost0
29 novembre 2009 7 29 /11 /novembre /2009 20:05

Redactioneel

In oktober haalde www.mededelingen.over-blog.com 1746 'unieke bezoekers', goed voor 2761 pagina's lectuur.

In september en oktober werd bovendien een merkelijke stijging vastgesteld van bezoekers die een beroep deden op Google Translate, vooral (in volgorde) naar het Engels, het Frans en het Italiaans. Ook onze Franse blog, www.caira.over-blog.com kende een recordmaand. Het aantal bezoekers die een beroep deden op Google's vertaalmachine steeg nog steiler. De belangrijkste doeltalen zijn (in volgorde): Nederlands, Duits en Engels (ex aequo) en Italiaans.

Het leek ons de geschikte gelegenheid om even in te gaan op de problematiek van de automatische vertalingen, ook 'machinevertalingen' genoemd.

*

Het feuilleton van Luc Pay over zijn slopende queeste naar Bérenger Saunière in de Vaticaanse archieven verscheen gedeeltelijk online en oogstte heel wat internationale belangstelling. Het wordt nu afgesloten met een epiloog waarin hij Hubert Lampo betrekt.

Inhoud

Necrologisch

Jan BERNHEIM: Eddy Tanghe van 't Keetje

Henri-Floris JESPERS: Jan Christiaens

Henri-Floris JESPERS: Jan Berghmans

Gedicht

Hendrik CARETTE: Een voettocht door de kou (in het voetspoor van Werner Herzog)

Tentoonstellingen

Guido LAUWAERT: De stad van Elsschot

Achteruitkijkspiegel

Luc PAY: Klein Romeins dagboek (slot)

Een queeste naar Bérenger Saunière in de Vaticaanse Archieven anno 1995

Kritisch

Henri-Floris JESPERS: Machinevertalingen

Door de leesbril bekeken

Statistieken bezoekers weblog Mededelingen; visuele poëzie in Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift: Henri-Floris Jespers over Luc Fierens; de Scheldebode: Hubert Lampo in het Russisch en het Duits;

Paul Joostens' Salopes in Le Monde;

Isis nr. 0, portfolio van Christian Van Haesendonck gepresenteerd in Parijs;

Lukas de Vos over een rits Vlaamse thrillers; BoekenBeurs 2009.

Agenda

Partager cet article
Repost0
25 novembre 2009 3 25 /11 /novembre /2009 21:13


De Antwerpse schepen van Cultuur Philip Heylen reikte gisteren in het AMVC-Letterenhuis de Diamanten Kogel uit. De winnaar was Bavo Dhooge. Hij kreeg de begeerde trofee, een zilveren boksbeugel met vier diamanten, ontworpen door de bekende conceptuele kunstenaar Wim Delvoye. De genomineerde boeken werden namens de jury door Henri-Floris Jespers als volgt geprezen.

*

Vorig jaar nomineerde de jury zes auteurs. Zes, feitelijk zeven Nederlanders, want Escober telt letterlijk voor twee.

 

Dit jaar werden zeven auteurs genomineerd, vijf Nederlanders en twee Vlamingen.

 

Bij de bekendmaking van de nominaties kreeg ik onmiddellijk van een achtbare (en deskundige) vriend te horen: “Godzijdank tenminste twee Vlamingen dit keer, maar de jury heeft het toch weer klaargespeeld een vijftal Nederlanders te nomineren die in dit deel van het taalgebied niet of nauwelijks gelezen worden”.

Mijn Nederlandse vriend woont al jàren in België . Met “dit deel van het (Nederlandse) taalgebied” bedoelt hij dus wel degelijk Vlaanderen.

 

Het is inderdaad een feit dat de meeste Nederlandse auteurs veel te weinig worden gelezen in Vlaanderen.

En hoe zou het zitten met de Vlaamse auteurs in Nederland...?

 

Een andere vriend (of was het dezelfde?) onderstreepte dat hij een aantal keren in Nederland in jury's zetelde en “ik weet dat daar heel wat minder enthousiast op Vlaamse auteurs werd gereageerd dan hier andersom”.

 

Het is een gemeenplaats geworden: “twee culturen gescheiden door één taal”; “twee naties gescheiden door een gemeenschappelijke taal”. Linguïsten zullen het u zeggen, literatuurhistorici bevestigen en taalsociologen bewijzen: dit verschijnsel is niet kenmerkend voor het Nederlandse taalgebied alleen.

 

Wat er ook van zij, die spontane, enigszins wrevelige reacties ervaar ik als een compliment voor de jury.

 

Neen, er komen geen apothekersweegschalen bij te pas. Nationaliteit, uitgevers, naambekendheid, verkoopcijfers worden niet afgewogen.

 

Vermits ik hier slechts als buikspreker of spreekbuis fungeer van mijn collega's, zal ik niet aarzelen uitvoerig een brief te citeren die ik van Ineke van den Bergen ontving:

 

Als jurylid hoor je een gepassioneerd lezer te zijn. Niet snel een verveelde lezer die het allemaal al zo vaak onder ogen heeft gehad. Het wordt jury's nogal eens verweten dat ze alles te berekenend of te willekeurig beoordelen. Het is ook nooit goed.

Uit keuzes van met name thrillerjury's zou blijken dat ze vaak aarzelen tussen 'literaire kwaliteit' en 'echte thrillerelementen'. Nu is het er ook niet makkelijker op geworden een thriller als thriller te bestempelen. Het genre heeft zijn vleugels uitgeslagen en verschillende vormen aangenomen. Daar zullen we aan moeten wennen, zolang de genre-indeling nog bestaat, of we moeten de regels oprekken.  Anders blijven we zitten met dubieuze formuleringen als 'dit is méér dan zomaar een spannend verhaal' of 'dit boek stijgt uit boven het thrillerniveau'. Het laatste impliceert dat het thrillerniveau nogal laag is.
En hoewel de hoeveelheid thrillers angstaanjagend toeneemt, waarmee ook - als in ieder genre of niet-genre - de kwaliteit van een aantal boeken vrij vlak is, zijn er genoeg opmerkelijke eerste, geslaagde pogingen, en relatief aardig wat goede tot bijzonder goede thrillers, zeker als we het internationaal bekijken, maar ook in Nederland en Vlaanderen.
Het is nu de kunst schrijvers te kiezen die van passie getuigen, en dat mag in allerlei vormen.

Spanning, opbouw, stilistisch in orde, grammaticaal correct, verrassende plot, blijven belangrijke elementen, maar toch is het de gedrevenheid, de passie, de lust om te schrijven en de lust om te lezen, die het onderscheid maakt. Goed onderbouwde, interessante verhalen, waar de lezer tussen lijken en leed door nog iets van opsteekt. Politieke en sociale misstanden, deernis met de spartelende mens, die 'de ander' nooit echt zal kennen, niet voorbereid zal zijn op de wrede manier waarop de een bereid is de ander te treffen - ook in de mainstream literatuur is dit meer dan ooit een 'spannend' thema -, maar ook het genre omarmen en lachend wurgen is een uiting van passie.”

 

Dames en Heren,

 

Het eigen aanbod aan misdaadliteratuur is in Vlaanderen en Nederland de voorbije jaren gestaag gestegen. Daarbij valt de variatie aan keuze van onderwerpen en diversiteit in aanpak op. Dank zij een aantal uitstekende sites draagt het internet in hoge mate bij tot de populariteit van het genre.

Van de 67 inzendingen hebben we er 27, daarna 12 en ten slotte 7 geselecteerd.

Wij stellen u de zeven genomineerden voor in alfabetische volgorde van de naam van de auteur.

Willem Asman (1959, Amsterdam)

Wondermans eindspel is een spannend en navrant verhaal dat zich laat lezen als non-fictie.

De Nederlandse voormalig minister Jaap Vos dankt zijn bijnaam – en eretitel – Wonderman, Monsieur Miracle, aan het wonderbaarlijke vredesakkoord dat hij bereikte en dat een fictief maar niet minder levensecht Afrikaans land van een uitzichtloze puinhoop tot een land met toekomst zou maken. Na vijftien jaar keert hij, opnieuw als Speciaal Afgezant van de Verenigde Naties, terug naar het land waar hij zijn sporen en zijn bijnaam heeft verdiend. Hij krijgt zeven dagen de tijd voor een ultieme poging om een einde te maken aan de slachtpartijen die het gevolg zijn van de strijd tussen het rebellenleger en de troepen van de zittende president. De secretaris-generaal van de VN wil dat Vos zijn oude succes-truc nog een keer herhaalt, ter meerdere eer en glorie van de VN-ers in New York natuurlijk. Kan hij het nog? Wil hij het nog? Is hij slechts een pion in het Afrikaanse schaakspel? Afgedankt door zijn partij, in zijn privé-leven zwaar beschadigd, is hij echter persona non grata omdat de vrede die hij destijds bewerkstelligde niet houdbaar bleek te zijn.

Monsieur Miracle wordt aldus genadeloos geconfronteerd met zijn triomfen uit het verleden, maar nog meer met de prijs die ze hebben gekost. Politiek, qua carrière, echter vooral op het persoonlijke vlak. Het geraffineerde machts- en misleidingsspel, de genadeloze werkelijkheid en het slagveld van goede bedoelingen; de hoofdpersoon wentelt rond, wordt bedrogen, bedreigd, geconfronteerd en afgemat, en blijkt aan het eind een ander soort held dan in de verwachting lag.

In de nuchtere, realistische en schrijnende evocatie van de nadagen van Wonderman is Willem Asman zonder meer geslaagd. Maar de auteur weet ook en vooral de Afrikaanse realiteit over het voetlicht te brengen. Voor oningewijden vaak onbegrijpelijk maar Asman maakt het inzichtelijk, dank zij een combinatie van informatie en inzicht, ingebed in spanning, hoewel niet de geijkte spanning en zeker zonder de overdrijvingen die het genre zo typeren en soms ontsieren.

Met Wondermans eindspel voegt Willem Asman (°1959) een sterke psychologische misdaadroman toe aan zijn twee eerdere titels. Zowel De Cassandra paradox als Brittanica bleken het werk van een creatieve geest met een scherpe en stilistisch sterke pen. Wondermans eindspel, een intelligent, boek dat inzicht verschaft in een complexe materie, bevestigt dit talent in overtreffende trap.

 

Hans Declercq

De moord op president Laurent-Désiré Kabila, op 16 januari 2001 is de opener van Hoe zwart is de duivel, het debuut van de 33-jarige Hans Declercq. Kabila werd omgebracht door een van zijn favoriete lijfwachten, een voormalige kindsoldaat. Drie jaar later trekt Koen Palliers voor zijn doctoraat naar Congo. Wanneer hij een document wil bezorgen bij een parlementariër, wordt die vermoord en wordt Palliers ongewild meegezogen in een ingewikkeld gewelddadig avontuur. Hans Declercq wéét waar hij over schrijft, zoveel is duidelijk. Het spanningselement is trouwens niet zozeer toegespitst op de daden, dan wel op de (soms verrassende) achtergronden. Hoofdpersonage Koen Palliers is allerminst clichématig.

Hoe zwart is de duivelis tast op overtuigende wijzede grenzen van het genre af.

Bavo Dhooge (Gent, 1973)

In Stiletto Libretto speelt een boek een hoofdrol. De kleine crimineel Jimmy Hendricks – met cee-ka-es – krijgt bij toeval een stick in handen, dat het leven van een wapenhandelaar beschrijft, nl. de memoires van zijn celgenoot die even tevoren voor zijn ogen op een geweldddadige manier aan zijn eind is gekomen. Hij publiceert het boek onder schuilnaam, oogst succes, maar krijgt de gevestigde criminelen van Los Angeles achter zich aan, omdat ze het niet bepaald op prijs stellen dat hun handel en wandel te grabbel gegooid wordt. En plots wordt Jimmy Hendricks hoofdpersonage in z’n eigen boek. Tot overmaat van ramp wint hij The Silver Stiletto, een exclusieve prijs die gesponsord wordt door de man die de criminele hoofdrol in zijn boek speelt. Dat alles biedt Bavo Dhooge de kans om de wereld van het boek in al zijn aspecten op de korrel te nemen, niet alleen schrijvers, uitgevers en lezers, maar ook literaire prijzen en juryleden.

Stiletto Libretto is meesterlijk verteld en geschreven. Een sterke plot, knappe dialogen, uitstekende karaktertyperingen. Een geslaagde parodie op het Amerikaanse thrillergenre, tegelijk krankzinnig en geloofwaardig. De auteur bespeelt een breed register van humor, zowel tongue in cheeck, grand guignol als pure slapstick. Daarbij slaagt hij er ook in met een ijzersterke logica een degelijk uitgewerkt spannend verhaal te vertellen. Humor en spanning zijn geen evidente partners. Dhooge maakt er in Stiletto Libretto een geslaagd huwelijk van.

Marion Pauw (Tasmanië, 1973)

Iris Kastelein is advocate en moeder van een moeilijk opvoedbaar kind. De autistische bakkersknecht Ray Boelens is veroordeeld voor de moord op zijn buurvrouw en haar dochtertje. Hun levens kruisen elkaar wanneer Iris besluit de zaak van Ray te heropenen omdat ze hem gelooft als hij beweert dat hij onschuldig is. In Daglicht verwerkt Marion Pauw maatschappelijke vooroordelen en menselijke tekorten in een spannend en goed geschreven verhaal met een verrassende ontknoping. De auteur omschreef haar boek als meer karaktergedreven dan plotgedreven, maar het plot is niet alleen geloofwaardig maar ook degelijk geconstrueerd. Kortom, een intelligente thriller, geschreven met groot inlevingsvermogen in de personages. Beheersing, in alle betekenissen van het woord is Marion Pauws niet geringste kwaliteit.

Felix Thijssen (Rijswijk, 1933)

Met Esperanza neemt Felix Thijssen de draad weer op van zijn serie over privé-detective Max Winter. Het Diepe Water (winnaar DDK 2007 en De Blauwe Nacht, genomineerd in 2008) onderbraken de serie boeken met vrouwennamen, waarvan nu dus het tiende deel verscheen.

Felix Thijssen staat garant voor kwaliteit, voor een rijke muzikale stijl, voor aandacht voor het detail (ook in de taal), voor een prachtige plot. Ook nu gaat hij alle clichés uit de weg. Wie waagt het een verwaarloosde eenzame boer als spilfiguur op te voeren? Wie durft het aan het hoofdpersonage pas na dik honderd bladzijden voor het eerst te laten verschijnen?

Wanneer Jozef Weerman, een grimmige boer van zeventig, onder zijn tractor verpletterd wordt, willen zijn drie kinderen de oude, vervallen boerderij verkopen. Ze doen een schokkende ontdekking: vlak voor zijn dood heeft Weerman een testament gemaakt waarin sprake is van een fortuin van enkele miljoenen, dat hij wil nalaten aan Esperanza, een totaal onbekende.

Wie is zij?

Leidde de oude boer een dubbelleven, het ene zo droevig als een leven kan zijn, het andere een mysterie? Het oogt allemaal zo gewoon, zo oppervlakkig. Maar dat vreemde testament legt een wereld bloot van frustratie, ongelukkige liefde en niet weten om te gaan met onverwachte gebeurtenissen.

Privédetective Max Winter vertelt in de ik-vorm over zijn speurtocht naar Esperanza. Hij belandt in een doolhof van hebzucht en hinderlagen, die zowel hem als de erfgename bijna het leven kost. Esperanza kan misschien het best omschreven worden als een drama, een misdaadverhaal over een verscheurde familie, over hebzucht en wat die met de menselijke natuur doet, geschreven door een vakman, in de pregnante betekenis van het woord.

Jac. Toes (Den Haag, 1950)

De ondernemingsraad van een klein havenstadje vergadert over een serie ambitieuze bouwprojecten. Zou een luchtje aan kunnen zitten, veel saaier kan het niet. Jac. Toes weet er echter inhoudelijk en stilistisch een spannend verhaal van te maken. Voorzitter Angela, die stervenskoud in stijgend water ligt, met vastgebonden enkels, is de start van een verhaal vol herkenbare gemeentelijke intriges en de fatale gevolgen van een dubbelleven.

Blind zicht van Jac. Toes blijft ruim onder de tweehonderd bladzijden. Als lezer krijg je een zeer strak verteld verhaal voorgeschoteld, een verhaal over macht, corruptie, manipulatie en vriendschap dat quasi zonder rustpauzes aan hoog tempo op je af komt. Toes werkt zijn personages treffend uit en ze hebben elk hun functie. Er loopt dan ook geen man of vrouw teveel rond in zijn roman.

Het sterke punt van het boek is de plot. Een mooi stukje denkwerk dat op degelijke wijze uitgeschreven wordt, waardoor de lezer telkens weer voor nieuwe feiten geplaatst wordt. De weg naar de ontknoping, bekeken door de ik-persoon Ray Sol, ex-duiker bij de marine, wordt zeer vakkundig uitgestippeld en verteld.

Jacob Vis (Haarlem, 1940)

Met De scheepsbouwer publiceerde Jacob Vis een nieuw deel in zijn serie over politie-inspecteur, inmiddels commissaris Ben van Arkel.

Een stervende scheepsbouwer overziet zijn leven, waarin onder meer recent zijn tweede, jongere echtgenote plus zijn pleegzoon verdwenen zijn. De tragiek en hardheid van menselijke verhoudingen, en hun misstappen, leiden tot overpeinzingen, terugblikken, en gebeurtenissen, die tezamen, via twee verhaallijnen, solide spanning bieden.

Als auteur staat Jacob Vis met beide benen in de keiharde realiteit. Neem alleen maar zijn vorige boek Het Rijk van de Bok, een non-fictie-boek waarin hij het opneemt voor iemand die volgens Vis ten onrechte vastzat voor een moord die hij niet heeft begaan. Dat klinkt ook door in De scheepsbouwer waarin de verdachte ook blijft ontkennen. Tunnelvisie, wraak, hebzucht en onbegrip lijken de kernbegrippen in deze prima politieroman, die andermaal onderstreept dat Jacob Vis de chroniqueur bij uitstek is van het hedendaagse, menselijke verhaal. Met een groot inlevingsvermogen en een sterke schrijfstijl maakt Jacob Vis van indringende gebeurtenissen verhalen om op te bouwen.

 

Waarde genomineerden,


In zijn toespraak bij bekroning van Simon de Waal , vorig jaar in het Provinciehuis, nam Jos van Cann de gelegenheid te baat om de nagedachtenis van Diny van de Manakker te eren.

Ik wil deze toespraak niet beëindigen zonder even een stille groet te brengen aan het oeuvre van John Vermeulen, de miskende die op 68-jarige leeftijd voor de dood koos. Hij kreeg in het buitenland de erkenning die hem hier zo schaars te beurt viel.

*

Het zou aanmatigend zijn, en goedkoop, nu, hier, in bijzijn van dit deskundig publiek, eens te meer te filosoferen over de betrekkelijkheid van prijzen, zin en onzin van jury's in de verf te zetten, de zoveelste beschouwingen ten beste te geven over de problematiek van de afbakening van de genres, over de begeleiding (al dan niet) van schrijvers door hun uitgever, over de rol van de kritiek en dies meer.

Laten we de Diamanten Kogel beschouwen als een jaarlijks feest voor gepassioneerden, dat zal wel volstaan.

Namens de jury dank ik u voor het leesgenot dat u ons bezorgde en feliciteer ik u van harte met de nominatie. Eén van u zal misschien straks de jury feliciteren. Zijn naam zal nu bekendgemaakt worden door Schepen van Cultuur Philip Heylen, aan wie ik graag het woord geef.

 

Partager cet article
Repost0
24 novembre 2009 2 24 /11 /novembre /2009 10:21


Vandaag wordt De Diamanten Kogel uitgereikt. Op Ezzulia verschenen nu ook interviews met Hans Declercq en Felix Thijssen, beiden genomineerd.

Declercq onderstreept terecht dat een goede thriller het genre overstijgt.

Op de vraag

Wat is het verschil - behalve dat het een Vlaamse prijs is - tussen

De Diamanten Kogel en De Gouden Strop?

antwoordt Felix Thijssen:

Ze zijn even belangrijk wat mij betreft. Bij de Strop ben je afhankelijk van telkens wisselende jury's met dito voorzitters die soms wel en soms zelden een boek lezen. De Diamanten Kogel heeft een overwegend vaste jury van deskundigen, dat is beter volgens mij, en een voorzitter met een onberispelijk goede smaak.

Declercq is laconiek: “Geen idee”.

*

Vorige week werd het 100.000ste exemplaar van Daglicht van Marion Pauw verkocht. Het boek zal worden verfilmd door Eyeworks.

www.ezzulia.nl

Partager cet article
Repost0
23 novembre 2009 1 23 /11 /novembre /2009 11:04


De genomineerden voor De Diamanten Kogel 2009 werden de voorbije dagen geïnterviewd door Jürgen Joosten (Ezzulia). Op de vraag “welk boek denk je dat gaat winnen” luidt het antwoord van Marion Pauw:

Mijn dochter is ervan overtuigd dat mijn boek gaat winnen, dus ja... Maar de wens kan ook de vader zijn van de gedachte natuurlijk. Ik zou het leuk vinden als Dhooge zou winnen, omdat hij ook een van de grote kanshebbers was voor de Gouden Strop en ik hem heel sympathiek vind.

Bavo Dhooge, Jacob Vis en Willem Asman gingen in de vorige edities in op de vraag “Wat is het verschil - behalve dat het een Vlaamse prijs is - tussen de Diamanten Kogel en De Gouden Strop?”

Jac. Toes stelt nuchter vast:

De Strop doet een cheque van 10 mille euro bij het eresculptuur. De Strop is ouder dan de Kogel. Maar vooral zijn de Vlamingen minder terughoudend in het uitroepen van een buurlandauteur tot winnaar… in ieder geval in het nomineren. Zie de shortlist: Nederland – België 5-2. De omgekeerde score heb ik bij de Gouden S trop longlisten nog niet aangetroffen.

De Diamanten Kogel wordt morgen uitgereikt.

www.ezzulia.nl

www.diamantenkogel.be

Partager cet article
Repost0
22 novembre 2009 7 22 /11 /novembre /2009 17:53


Met een reeks interviews wil Ezzulia, net als vorig jaar, de genomineerde auteurs van De Diamanten Kogel aan de bezoekers van de site voorstellen. De genomineerden kregen onder meer de volgende vraag te beantwoorden:

Wat is het verschil - behalve dat het een Vlaamse prijs is - tussen

de Diamanten Kogel en De Gouden Strop?

Ziehier het antwoord van de drie genomineerden die reeds aan het woord kwamen.

Bavo DHOOGE (19 november)

De ene prijs is een Nederlandse, de andere een Vlaamse, maar ik vind het goed dat ze allebei openstaan voor zowel Nederlandse als Vlaamse auteurs. Dat maakt ze ook allebei een waardige prijs. Ik zie voor de rest weinig of geen verschillen en denk dat de kwaliteit van de jury in beide prijzen heel belangrijk is. Het zijn sowieso de twee belangrijkste prijzen in ons taalgebied. En voorts: kiezen tussen de strop of de kogel: dood ben je toch.

Jacob VIS (20 november)

Vlamingen schrijven het beste Nederlands ter wereld.

Willem ASMAN (21 november)

Oei. Vind ik lastig vooraf te beoordelen. Vraag het me straks als ik het juryrapport heb gelezen nog een keer. Maar afgaand op de titels die zijn genomineerd, zie je natuurlijk wel accentverschillen. Bij de Gouden Strop vond ik, als burgemeester van ons gilde, het beste nieuws dat het allemaal nieuwe namen waren, in de zin van: nog niet eerder genomineerd. In het verleden kregen we nogal eens te horen dat we de prijzen onderling verdeelden.

Bij de Diamanten Kogel zou je wat dit aspect betreft kunnen zeggen dat het een meer gebalanceerde lijst is, een mooie mix van bekende tot nieuwe namen.
Tenslotte begreep ik dat de uitreiking volgende week bij de Vlamingen altijd een belevenis is, en totaal anders dan wij het tijdens de Power of Plots doen, ik ben reuze benieuwd.

Ezzulia is een onafhankelijke site die informatie biedt over boeken en auteurs in alle genres, dé plek ook om te discussiëren met en over auteurs. Uitgegroeid tot het grootste algemene boekenforum van Nederland en België.

*

Philip Heylen, schepen van Cultuur van de stad Antwerpen, reikt de prijs uit op dinsdag 24 november om 16 uur in het AMVC / Letterenhuis te Antwerpen.

 

De bekroonde schrijver ontvangt een trofee, een zilveren boksbeugel van 500gr. met 4 diamanten van 0.35ct elk. De trofee is een oorspronkelijk kunstwerk van de internationaal gewaardeerde conceptuele kunstenaar Wim Delvoye. (Zie de berichten van 7 en 14 november)

Interviews te lezen op:

www.ezzulia.nl


Voor lezers van Mededelingen zijn er nog enkele uitnodigingen beschikbaar. Wie graag aanwezig is bij de feestelijke bekendmaking van de naam van de laureaat, kan een mailtje sturen naar hfj@skynet.be en zal dan een persoonlijke uitnodiging ontvangen.

Partager cet article
Repost0
16 novembre 2009 1 16 /11 /novembre /2009 18:36

De Nachten waren nog geen dag voorbij of de mailbox slikte een bericht over de volgende Gedichtendag, januari 2010. Dat is goed nieuws en slecht nieuws. Het goede is de bevestiging van het al maar groeiend belang van het netwerk in de communicatie. De gsm is het zuurstofapparaat en de mailbox de maag van succes.


Het slechte nieuws is dat de poëzie het punt heeft bereikt dat de communicatie belangrijker is dan de poëzie zelf. Het oneigenlijk gebruik laat zich al merken: op De Nachten was er bangelijk weinig volk. Zelfs de artiestenbar in de catacomben was zo goed als leeg. Hooguit een passageplaats geworden. De artiest kwam, at een hap, trad op, dronk een slok, en verdween. Een paar uitzonderingen niet te na gesproken, te vergelijken met toogfilosofen en roddelzaaiers.


Tot 1966 werd de poëzie als een medicijn tegen eenzaamheid gezien, een organisator als een apotheker en een dichter als een kruising tussen een pastoor en een dokter. In dat jaar organiseerde Simon Vinkenoog Poëzie in Carré. Het Amsterdamse circustheater met zijn 2000 plaatsen zat stampvol. Het initiatief werd wegens verrassend succes zes maanden later overgedaan in wat nu Bozar heet: Poëzie in het Paleis.


Deze twee gebeurtenissen waren het begin van een bloei van de poëzie. Van 1966 tot nu is er echter iets merkwaardigs gebeurd. Poëziemanifestaties vielen in herhaling en verloren hun vuur, durf en kinderlijk enthousiasme. Werkzekerheid zijn ervoor in de plaats gekomen. En eigenbelang. Dit merk je ook aan de jaarlijkse Gedichtendag. Radio, televisie, kranten, weekbladen doen hun duit in het zakje. Het gebeurt vanuit angst: als ik niets doe spint de ander er garen bij. Kortom, de poëzie is een marketingproduct geworden.


Uitzonderingen bevestigen de regel. De Antwerpse stadsdichters hebben een jong publiek aangeboord. De verklaring is simpel. De Antwerpse stadsdichters hebben een organisatie achter zich staan die zich focust op de poëzie en de dichter. Krullen en grollen zijn nodig voor Antwerpen Boekenstad, maar worden niet gebruikt in de promotie.


Hetzelfde kan worden gezegd van de literatuurpoot van de Vooruit. Zelfs de grote zaal, 1.600 plaatsen, zit regelmatig vol, ook voor minder bekende auteurs. Het succes van de Gentse kunstencentrum is te danken aan een fenomenale e-communicatie en een frisheid en scherpte die sterk inspeelt op de actualiteit. Het gevolg van die politiek is dat onderwijs en cultuur één geheel vormen, en door professoren, leraars én studenten als een familiaal gevoel geaccepteerd wordt.


De uitzonderingen bevestigen twee zaken: het bandwerk van De Nachten, Watou, Behoud de Begeerte werkt contraproductief en de promotie moet versoberen. Een nog rigoureuzere ingreep is mogelijk: opdoeken die boel en van nul opnieuw beginnen. Zoals een dichter met elke bundel zichzelf weer herschept, moeten organisatoren durven zichzelf heruitvinden.


Tekenen dat dit gebeurt zijn al merkbaar. Het Antwerpse initiatief BOEST. Met de stille steun van antiquariaat Demian is een bloemlezing verschenen van negen gelijkgestemde jonge dichters. Er is een LP [niet CD] verschenen en momenteel is een kleine tournee gaande. Hij eindigt op 12 december in de Antwerpse Arenbergschouwburg. Die avond valt het doek. De rest van de oplage van plaat en bundel wordt verknipt en versnipperd. Een misschien wat al te harde beslissing, maar de boodschap is duidelijk. Maak plaats, maak plaats voor iets nieuws. Of de cirkel is rond.

Guido LAUWAERT

Partager cet article
Repost0
16 novembre 2009 1 16 /11 /novembre /2009 09:51
Van l. naar r.: Jan Berghmans en Walter Soethoudt
Jan Berghmans overleed als gevolg van “een jammerlijk ongeval”, zo meldde gisteren Doeldichter Frank de Vos.

Jan Berghmans (°Herenthout, 30 juli 1938) debuteerde in 1956 met De kleine poort, een bundel waar hij later over zou zeggen te hopen “dat alle bibliotheken hem eerstdaags zullen verbranden”. Het thema van de bundel verloochende hij nooit, nl. het breken met de gangbare waarden – en in de eerste plaats met zijn milieu en met zijn opvoeding.

Mijn vader was een hotelier die op de fles is gegaan. Moeder, die totaal verkeerd gericht was heeft mij opgevoed. Gelukkig was er nog mijn grootmoeder, een zeer gevoelige vrouw. Zij zegde mij altijd: 'Ontvlucht dit nest, want je stikt er in'. Dat heb ik ook gedaan. De meeste mensen dachten toen al dat ik gek was, omdat ik steeds anders deed dan de anderen. Ik kon bvb. een boom omarmen of een bloem kussen of urenlang door de regen lopen en dan mijn gezicht in het natte gras duwen. M'n grootmoeder was geestelijk vermoord door mijn grootvader, een egoïstische kerel die nooit rekening hield met anderen. En mijn moeder en mijn grootvader hebben mij met de angst geconfronteerd, zij hebben mij van de angst bewust gemaakt. Zodoende stonden grootmoeder en ik alleen met onze problematiek. (Humo, 1962)

Na zijn legerdienst in Duitsland vestigde Jan Berghmans zich te Brussel, waar hij een tijdlang verbonden was aan het Vlaamse Schouwtoneel, wat lessen volgde aan het Conservatorium en uiteindelijk bij Het Laatste Nieuws terechtkwam,

'aanvankelijk bij de advertentiedienst, maar reeds vlug wordt hij betrokken bij de samenstelling van de jeugdpagina 'Pum-Pum'. Voor deze rubrieken schreef hij zijn eerste sprookjes die ook op de radio werden uitgezonden. Na Het Laatste Nieuws werkte Berghmans een tijd als free-lance journalist, vooral voor het blad Zondagmorgen (...). Even verlaat hij de hoofdstad voor Haaltert, waar hij in Nobelstede, een vakantieverblijf voor kinderen, bij de animatie betrokken wordt. Weldra is hij echter terug en ziet zich omwille van materiële omstandigheden genoodzaakt om huis-aan-huis stofzuigers te verkopen', aldus Tony Rombouts in 1988.

Ondertussen had Jan Berghmans kennis gemaakt met de dertien jaar oudere kunstkenner Lambert Jageneau (1925-1984).

Met zijn gotische beelden, zijn indrukwekkende collectie Ming porselein, zeventiende-eeuwse genreschilderijen en achttiende-eeuwse snuisterijen, levendig belicht en toegelicht door de wat negentiende-eeuwse aandoende gastheer die met zijn hond Frans sprak, zal het appartement van Lambert Jageneau in de ogen van Berghmans wel geleken hebben op de grot van Ali Baba of Monte Cristo.

De ontmoeting tussen de gesofistikeerde erudiet en de gedreven jongeman zou leiden tot een geruchtmakende mystificatie.

De dichtbundel Antimaterie (1962, met een woord vooraf door Lambert Jageneau) werd door de kritiek positief onthaald en werd bekroond door de Provincie Brabant en de Vlaamse Poëziedagen. De dichter werd op televisie geïnterviewd in de uitzending 'Vergeet niet te lezen' en strooide krasse uitspraken in 'Humo sprak met...'. Hij trok van leer tegen “de groep Vinkenoog, gewoonweg een bende grote zwendelaars”, maakte ophef op de VIde Internationale Biënnale voor Poëzie in Knokke met een felle aanval tegen de experimentele poëzie, die hij enkele dagen later tijdens de 'Literaire koffietafel' van De Bijenkorf te Den Haag als “verkrachting van de taal” bestempelde. In de gezaghebbende tijdschriften Dietsche Warande & Belfort en Nieuw Vlaams Tijdschrift publiceerde hij verzen die (anders dan de gedichten van Antimaterie) opvielen door hun beheerste, klassieke zegging. De hyperactieve en assertieve dichter zette zich achter de vereniging 'Noord-Zuid' (Brussel), werd artistiek directeur van Kunstkring 58 (Brugge), ging met regisseur Paul de Rideaux en mimespeler Zwi Kanar op tournee in Vlaanderen en Nederland en belandde eind 1964 te Lichtaart, bij Herentals, waar hij de culturele nachtclub De Verbrande Hoeve opent. Hij werd aangezocht om als vierde man toe te treden tot de redactie van het tijdschrift Heibel.

Op 28 september 1966 trad Berghmans op als een van de weinige (Vlaamse) jonge dichters in Vinkenoogs Brusselse show 'Poëzie in het Paleis'. Toen hij aan de beurt kwam, was de zaal erg woelig en hij vond er niets beters op dan een minuut stilte te vragen voor Gaston Burssens (die nota bene op 29 januari 1965 overleden was). Uit pure verontwaardiging diende Gust Gils hem een ferme vuistslag toe, het zoveelste incident tijdens die rumoerige nacht...

Nadat het doek op het Verbrande Hoeve-avontuur gevallen was, ging Berghmans eind januari 1967 als vertegenwoordiger aan de slag bij uitgeverij Manteau. Directeur Jos Vandeloo stond versteld over Jans verkooptalent.

Op 23 november 1967 werd door het Nederlands Literair Theater in de Residentie-Schouwburg te Brussel het poëziespektakel Chronos vermoord van Jan Berghmans opgevoerd. Als inleiding werd het poëma Pest over Vlaanderen voorgedragen. Op dat ogenblik had hij niet minder dan drie bundels op stapel. “Ik stond op de Arkprijs en op de Staatsprijs”, aldus Berghmans.

Toen barstte de bom. Op 29 november stelde cultuurredacteur Jaak Brouwers in Het Laatste Nieuws de vraag 'Is Jan Berghmans Lambert Jageneau?'. Op 1 december gaf de populaire uitzending Echo van de BRT de genadeslag. Berghmans en Jageneau worden in de studio geconfronteerd. Berghmans blijft ontkennen dat Jageneau ooit maar één gedicht voor hem geschreven zou hebben. Dan wordt de bandopname gedraaid die buiten weten van Berghmans opgenomen was. Een deurwaarder had er op toegezien dat er bij de uitzending niets werd uitgeknipt. Je hoort Jageneau gedichten dicteren, terloops vragen of Berghmans wel alle woorden begrijpt en wanneer nodig uitleg geven. Je hoort Jageneau Franse woorden letter voor letter spellen. De opname is vernietigend, een zonder meer akelig document.

Met twee volle pagina's in Vrij Nederland brak op 16 december 1967 'de zaak Berghmans' ook in Noorden door.

Tegen Kerstmis 1967 verscheen de bundel Robijnlicht: op het omslag geen auteursnaam, op het buikbandje twee en, aangezien het binnenwerk – acrostichons inbegrepen... – al voor de rel gedrukt was, vermeldt de titelpagina de naam Jan Berghmans. Onderaan op het omslag liet uitgefeester Angèle Manteau drukken:

Is dit een ondergeschoven kind? Zonder in deze stelling te nemen – zegt de wet van 6 april 1908 niet dat 'het onderzoek naar het vaderschap niet is toegelaten'? – hebben wij gemeend dit literaire document niet aan de openbaarheid te mogen onttrekken. A.M.

De titel Robijnlicht verwijst naar het infrarood dat de weggeschrapte tekst van een palimpsest weer aan het licht brengt, dixit Jageneau.

Jan Berghmans was nog voor de verschijning van Robijnlicht naar het buitenland vertrokken, waar hij eenzaam, radeloos en ten prooi aan een zware depressie de eindejaarsfeesten doorworstelde, de zelfmoord nabij. Zijn wereld was in elkaar gestort, hij was meedogenloos publiekelijk vernederd en begreep in zijn algehele verwarring nog maar nauwelijks wat hem overkwam. Zogenaamde vrienden en talrijke relaties waar hij toch zo graag mee uitpakte, keerden hem de rug toe. Hij was het voorwerp van spot en werd overmand door de angstgevoelens die van oudsher aan de basis lagen van zijn veelal hyperactief en soms ongecontroleerd optreden.

Het leed was echter nog niet geleden. Begin februari 1968 ontving hij een brief van de raadsman van Lambert Jageneau. Indien Berghmans zich mocht laten verleiden verder werk van Jageneau onder zijn naam uit te geven, zal een klacht bij de Procureur des Konings ingediend worden. Jageneau eist verder restitutie van de nog niet gepubliceerde geschriften alsmede de onmiddellijke aflassing en staking der repetities van De zaak mens en Het meisje, de dichter en de dood. Tot overmaat van ramp wordt Berghmans per 23 februari 1968 ontslagen door Manteau. De ultieme vernedering hem niet bespaard: hij werd namelijk door zijn uitgever formeel en publiekelijk gedesavoueerd.

Pest over Vlaanderen, de bundel die hij op de Middagen van de Poëzie te Brussel had laten voordragen en waarvan de publicatie bij Manteau aangekondigd was, verscheen medio 1968, maar dan wel onder de naam Lambert Jageneau, nota bene in een royale luxe-editie op Van Gelderpapier met illustraties van Roland Monteyne.

Het is het noodlot van Berghmans en Jageneau geweest dat ze beiden als dichter zwaar toegetakeld uit het avontuur te voorschijn kwamen. Er hing een donderwolk over de omstreden gedichten, die geen enkele aandacht meer kregen, ondanks hun intrinsieke waarde. Gedichten van Jageneau/Berghmans zoek je tevergeefs in bloemlezingen en in de literaire geschiedschrijving is hun beider naam taboe. Gedichten zijn immers gevoelige en kwetsbare organismen en verdragen geen zweem van onoprechtheid. De gedichten van Berghmans/Jageneau zijn gecontamineerd.

Tegen alle overrompelende bewijslast in, klampte Berghmans zich verbeten en verbitterd vast aan het auteurschap van alle onder zijn naam gepubliceerde gedichten en bleef hij op de gehele lijn onschuldig pleiten, tegen het verpletterende dossier in. Die domme koppigheid kon ook Kris Kenis vaststellen, die research verrichtte voor mijn boek Artis amore (1994).

Jan Berghmans verscheen begin de jaren zeventig opnieuw ten tonele, nu als uitgever. Onder het uithangbord Brito publiceerde hij o.m. werk van Lode Zielens en een gedenkwaardige Sleutelbos op Gaston Burssens, samengesteld door Karel Jonckheere op wiens steun hij kon rekenen. Niet alleen zijn optredens in pseudo Renaissance kostuum op de Boekenbeurs zijn legendarisch. Hij publiceerde ook eigen, melig proza waarvan de herkomst ook al twijfelachtig was.

Na het failliet van Brito ging hij enkele jaren aan de slag als PR-man alvorens vanaf 1983 opnieuw als uitgever actief te worden. Als Berghmans Uitgevers, Antwerpen / Apeldoorn, bracht hij werk van onder meer Liane Bruylants, Jan Christiaens, Bert Decorte, Hubert van Herreweghen, Tony Rombouts, Willy Spillebeen en Leopold Vermeiren. En als auteur bleef hij boeken schrijven met een sterk Margriet-gehalte, boeken die bovendien in zijn persoonlijke materiële overlevingsstrategie pasten.

Jan was een geboren verkoper. Hij was een doordrammer die, de rug tegen de muur, telkens opnieuw een nieuw élan vond. Zijn gedrevenheid sloeg dan wel al te vaak om in exaltatie, en het was dan net of hij zenuwachtig op en neer liep in een echokamer die zijn innerlijke onrust amplifieerde en in een ware maalstroom tot gevaarlijke acceleratie bracht.

In zijn ogen stond schrijven gelijk met status, een revanche op de vernederingen uit zijn kinder- en prille jeugdjaren. Net als zijn grootvader hield hij daarbij met niemand rekening, ook niet met de slachtoffers die hij in de afgrond van zijn 'literaire' en editoriale avonturen meesleurde.

De literaire erkenning die hij zo hardnekkig nastreefde werd hem echter (terecht) onthouden.

Hij bleef tot op het einde van zijn leven in de ban van de angstgevoelens die hem vanaf zijn ongelukkige jeugd teisterden. Alles goed beschouwd was Jan Berghmans de tragische held van een zelfverzonnen verhaal.

Martelaar voor een dagdroom? Inderdaad.

Henri-Floris JESPERS

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche