Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
11 novembre 2014 2 11 /11 /novembre /2014 13:35

 

RomeuMyDeer.jpg

Het lijkt een beetje vroeg, maar beter te vroeg dan te laat. De kaartjes voor de performance van Romeu my deer, kort na de opening van de eerste solotentoonstelling van Berlinde De Bruyckere in het S.M.A.K., waren twee uur na de opening van de kassa de virtuele deur uit. Elf en twaalf januari 2015 wordt hij hernomen. Het enthousiasme van het publiek zette zich om in smeekbedes waar geen kruit tegen gewassen was. De reservatielijst is geprint. Als de eisers niet als de weerlicht reserveren is het voor hen eerder te laat dan te vroeg.

Geen dag of het is aanschuiven aan de kassa. De Nederlandstalige editie van de catalogus is op een paar weken de deur uit. De drukker klopt overuren om een tweede druk nog deze week weer op de balie te krijgen.
Berlinde De Bruyckere moet een gevoelige snaar geraakt hebben. De Groene Amsterdammer van 30 oktober schreef dat de sculpturen vaak het midden houden tussen mens, dier en plant en altijd ergens op de rand van leven en dood verkeren. Ook NRC Handelsblad van dezelfde dag was lyrisch:

De Bruyckeres beelden en tekeningen zijn even gloedvolle als systematische pogingen om haar eigen demonen te bezweren. Dat doet ze op zo’n virtuoze manier dat ze die van ons ook meeneemt in haar poging. Ze redt wat er te redden valt. Dit in de wetenschap dat geen enkele poging zal slagen, geen enkele redding zal lukken.’

Het subtiel maar koppig trekken van de toeschouwer binnen haar werk – kunstenaar en toeschouwer niet hoger of lager maar naast elkaar plaatsen – is het hoofdaandeel van het succes van de expositie. Iedereen kampt met demonen en wie de luxe geniet van de overtreffende trap van het denken weet dat geleefd wordt om dood te gaan. Maar het is niet de dood die centraal staat. Bij De Bruyckere heeft elk werk een lijdensweg op weg naar de dood.
De lijdensweg wordt extra benadrukt in de performance. Geen enkel woord, geen noot muziek, slechts een dans, hoewel. Is een lijdensweg een dans? Hooguit kan je spreken van een danse macabre. Een oorlogsdans waarvan men weet dat men hem verliezen zal. Al wordt hij niet beschouwd als een vernedering, een schande. In Romeu my dear wordt de wijze gedachte zichtbaar: de mens sterft en is dan dood.

De performance is geen must om het werk van Berlinde De Bruyckere te begrijpen. Hij bevestigt wat men al weet. Een extraatje dat het bestaan verfraait. Daar heeft de mens recht op. Om te weten dat men het stervensproces aanvaardt of vermijdt.
Dat de catalogus in het S.M.A.K. te koop is aan de prijs van 55 € i.p.v. 64.95 €, is niet de reden van zijn succes. Hij is te vinden in de lijvige monografie. En in wat hierboven met grove penseelstreken geschetst is.

Guido LAUWAERT

http://mededelingen.over-blog.com/article-guido-lauwaert-over-berlinde-de-bruyckere-124826572.html

www.smak.be

Partager cet article
Repost0
29 mars 2014 6 29 /03 /mars /2014 21:53

Het menselijk lichaam is in wezen een bijna onbeheersbare machine, een regelmatig haperend stuk mechaniek, dat (bezield als het nu eenmaal is) soms van zichzelf schrikt. In Silent Force, twee choreografieën van Sagi Gross (Tel Aviv, 1981), staat het mechanische in de mens centraal.

Niet dat dit een kille voorstelling van zaken oplevert. Integendeel, bij Gross kleeft er een breekbare schoonheid aan ‘de hapering’ en aan het mechanisch menselijk tekort. En die gewaarwording kun je moeiteloos verbinden met de algemene eigen ervaring van onvermogen. Leven is een bezigheid die zo nu en dan op een ontroerende manier wringt.

Shirley Esseboom (Den Haag, 1975, ex Nederlands Dans Theater, onderscheiden met de prestigieuze ‘oeuvre’prijs De Gouden Zwaan) onderzoekt in haar solo My Song wat een ouder wordend danserslichaam ‘beweegt’. Het lijkt een zoektocht naar de ultieme impuls van beweging. Het is vechten en verbazen. Ook is er sprake van een geraffineerde ontbinding in factoren: binnen de samenstellende delen van het geheel gaan de handen en armen eigenwijs op avontuur. Een subtiele vervreemding doorstroomt deze solo.

Het tweede deel van de voorstelling, met de titel van het totaal, sluit naadloos aan op Essebooms zeer knappe tour de force. Christian Guerematchi (1981) en Lauri Kee Schep (1989) dansen Silent Force. Eigenlijk kent deze choreografie drie aanjagers: de twee dansers én de ongrijpbare ‘stille’ kracht, die ontstaat door de interactie. Mimiek, muziek en licht onderstrepen extra wat zich afspeelt in de tussenruimte. Zoals het wit bij poëzie is de lege bühneruimte het gebied waar de magie tastbaar wordt. Naderen, afstand nemen, aarzelen, dwingen. Het gaspedaal van de spanning wordt doeltreffend gebruikt. Resultaat: een indrukwekkende dansvoorstelling.

 

My Song

My Song – solo Shirley Esseboom foto © Reuben Hamburger

 

Silent-Force.jpg

Silent Force – dansers: Christian Guerematchi en Laurie Kee Schep foto © Reuben Hamburger

 

Silent Force – Gross Dance Company; concept: Sagi Gross en Jeroen Fransen; choreografie: Sagi Gross; dramaturgie: Jeroen Fransen; dansers: Shirley Esseboom, Christian Guerematchi, Laurie Kee Schep; fotografie: Reuben Hamburger. Gezien in Korzo, Den Haag (première). Op 25 april in Theater Bellevue, Amsterdam.

Erick KILA

Partager cet article
Repost0
9 mars 2014 7 09 /03 /mars /2014 02:35

 

PLATEL-AUX-TANNEURS.jpg

Dr honoris causa Alain Platel

Morgen en overmorgen, 10 en 11 maart, wordt Alain Platel uitvoerig in de bloemen gezet tussen de planten van het Franse Théâtre d’Arras. De universiteit van Artois (Frankrijk) organiseert een internationaal colloquium rondom de stichter en leider van het internationaal gezelschap Les Ballets C de la B. Het is een uitvloeisel van het eredoctoraat dat Alain Platel in 2012 van deze universiteit kreeg.

 

De verschillende bijdrages in het colloquium belichten vanuit diverse invalshoeken het creatieproces bij Alain Platel, de thema’s in zijn werk, de plaats die hij bekleedt binnen het hedendaagse theater- en danslandschap, zijn relatie met andere makers - in het bijzonder die met de choreografe Pina Bausch.

 

Verderkomen mensen aan het woord die als theaterdirecteur het lange parcours doorheen Alain zijn producties hebben gevolgd en van daaruit het werk van Alain en het belang daarvan in een bredere context zetten. Even spieken in de persmails: Gérard Violette, voormalig directeur Théâtre de la Ville Paris; Didier Thibaut, directeur La Rose des Vents, Villeneuve d’Ascq.

 

Een keur aan wetenschappers zal het over een bepaald aspect uit Platels werk hebben. Onder meer: Natalia Monge (Universiteit Baskenland, Spanje – Emoties in het werk van Alain Platel), Aurore Heidelberger (Université d’Artois – Passie en het dansend lichaam), Christian Biet (Université Paris Ouest Nanterre – Bernadetje), Josette Féral (Université Paris Sorbonne Nouvelle – Alain Platel en de metamorfose van het banale), Agathe Dumont (Université Paris Sorbonne Nouvelle – Acrobatiek in het werk van Alain Platel), Amos Fergombé (Université d’Artois – Alain Platel).

 

Daarnaast zullen vrienden en collega’s spreken met wie Platelheeft gewerkt of nog steeds samenwerkt, zoals componist Steven Prengels, danseres Bérengère Bodin, componist Fabrizio Cassol, regisseur en docent Chokri Ben Chikha, dramaturge Hildegard De Vuyst.

 

Tussen de babbels en bubbels door worden documentaires vertoond die in de loop der levensjaren van Les Ballets zijn gemaakt. Een kleine greep: Who wants to dance with me? (de documentaire van Guido De Bruyn voor het programma Goudvis), C(H)OEURS (door Teatro Real & Euroarts Music), Passion – last stop Kinshasa (documentaire van Jörg Hessel en Brigitte Kramer over de productie pitié!in Kinshasa).

De tweedaagse wordt afgesloten met Nine Finger, een voorstelling die Alain maakte met Fumiyo Ikeda en Benjamin Verdonck.

 

Tot slot de lezer even herinneren aan de nieuwste productie van Alain Platel, tauberbach, vanaf 16 april te zien in het NTGent en vervolgens in deSingel. Wie deze prachtige voorstelling wil zien, moet er snel bij wezen. De reservaties stromen naar verluidt aan een flinke vaart binnen. De vele lovende kritieken zijn daar niet vreemd aan, waaronder die van CDR-Mededelingen (21 januari 2014), die als eerste over de eindstreep reed: http://mededelingen.over-blog.com/article-tauberbach-de-mens-als-vod-122169724.html

Guido LAUWAERT

Partager cet article
Repost0
23 février 2014 7 23 /02 /février /2014 10:57

 

thewhiteforest2_Giannina-Urmeneta-Ottiker_light.jpg

Foto: Giannina Urmeneta Ottiker

Sommigen zoeken het toch ver. Waardoor slechts een luchtspiegeling blijft. Dat heet ook een voorstelling. Althans, voor wie het bedacht heeft, en uitgevoerd. Al mag je bij dat laatste je bedenkingen hebben. Sommigen zouden hun moeder verkopen om op het podium te mogen staan. Voor een koperen munt. Totaal onbegrijpelijk wat die vier dansers daar stonden te doen. Misschien dat ik te oud ben geworden. Daarom werd meteen het publiek aangesproken dat na de voorstelling op straat een sigaret stond te roken. Maar ook zij waren blij met de buitenlucht. ‘Een onafgewerkt product’, was de minst pijnlijke opmerking. Gerustgesteld liet uw verslaggever zich op de achterbank van zijn limousine zich naar huis voeren en vond ontspanning in het weekblad van de Carrefour.

 

Drie vrouwen en één man met een plooirok aan. Gelukkig dat de vrouwen een bh aan hadden. Jammer dat het niet het geval was met de man. Dan was er een vraagteken in het brein ontstaan die de geeuw op het aangezicht had onderdrukt. Over het toneel lagen lukraak een paar tuilen. Enkele ruimtefiguren; een kubus, een balk, een tafel, twee ronde plankjes. Ze draaiden. Waarop af en toe iemand ging staan en zich van alle kanten liet zien. Bewegingen in de slowste slow motion. Soms kreeg iemand de stuipen, of was het jeuk? Dan kronkelde hij/zij. Ging als een hond op de grond liggen en draaide zich om en om. Lege blikken. Na een half uur wat afwisseling. Uit klankkasten vielen geluiden die van ver kwamen en de leegte nog leger maakten. Een oude kookpot die drie straten verder een sjot op een vloer van god weet wat had gekregen? Een massa op weg van of naar het Tahrirplein? Een bromtoon in het geluidspanel dat er met geen dreun of vloek uit te krijgen was?

 

In de jaren zestig was dergelijk spektakel verrassend. In de jaren zeventig déjà vu. In de jaren tachtig vervelend, in de jaren negentig ergerlijk. In de 21ste eeuw wekt het slechts compassie op. Om zoveel pretentie. Voor minder dan niets verbeelding. Vreemd hoe mensen dit slikken. Oude zowel als jonge. Braaf blijven zitten. En dan nog applaudisseren na zeventig minuten. Terwijl ze 12 euro per persoon voor dit rammelend gerommel hebben betaald. De meeste, koppels. Ben je samen met een drankje vóór en na 50 euro kwijt. Daarvoor kan je al heel wat cd’s of dvd’s kopen. En een snoepje. Heb je gegarandeerd een leuke avond. Knus bij elkaar.

 

De bedenker van dit onding, Stefan Jakiela, heeft er een toelichting bij bedacht. Ik ben niet verantwoordelijk voor hersenbloedingen voor wie zijn verzinsel leest: ‘Vier mensen tasten de grenzen van het witte landschap af. De steen is van onze schouders getild, het juk is verlicht en voor ons ligt een uitgestrekt en ongerept gebied. Balancerend tussen de opgelegde normen van ons bestaan en het naïeve verlangen om te spelen, te voelen en te proeven creëert Jakiela een nieuwe plek met zijn eigen regels en gedragingen. Laten we dansen in het maanlicht van het leven.’

 

thewhiteforest5_Giannina-Urmeneta-Ottiker_light.jpgFoto: Giannina Urmeneta Ottiker

 

Dansen, spelen, voelen, proeven… het is bij god niet te vinden op het podium. Kijk, ik kan veel verdragen en jonge mensen mogen ver gaan. Ze mogen mij irriteren, choqueren, schofferen, uitdagen, een hartaanval bezorgen, mijn zinnen prikkelen tot ik er van opspring en aan het blaffen of miauwen sla, maar als ze één zaak niet mogen doen, dan is het mij vervelen. Het enige pluspunt aan de uitstap naar De Werf in Brugge viel voor meteen na de voorstelling. Directeur Veerle Mans kwam zich voorstellen. Ontspannen. Présence. Je voelde al na een paar zinnen over en weer dat zij een langetermijnvisie heeft. Maar om van ‘haar’ theater een bloeiend werkhuis te maken, zal ze flink moeten inpraten op het artistiek team. Hopelijk lukt het haar. Brugge heeft dringend nood aan een theatrale brouwerij. Waar het sprankelend experiment het verschaald amusement verbant.

Guido LAUWAERT

 

TWE WHITE FOREST WITH THE FORGOTTEN PEOPLE – productie: House Crying Yellow Tears – concept & regie: Stefan Jakiela – performers: Indra Cauwels, Marius Mensink, Marcia Liu, Evelyne Rossie – info: www.housecryingyellowtears.com

Partager cet article
Repost0
21 janvier 2014 2 21 /01 /janvier /2014 14:05

2013-november-7056-lr.jpg

 

Wie een verhaal zoekt is eraan voor de moeite. Alain Platel slaagt er in om het te vervangen door een intense belevenis. De vuilnisbelt is tijd, plaats en handeling. Een hartroerend jongleurspel, tevens passiespel, uitgevoerd door één actrice [Elsie de Brauw] en vijf dansers.

 

2013-november-3590-lr.jpg

De uitgangspunten van Tauberbach waren een cd met dove kinderen die cantates van Bach zingen en een verhaal van Marcos Prado over een vrouw, Estamira, die gekozen heeft voor een vuilnisbelt. Voor Alain Platel waren ze startplaatsen om aan te tonen dat het belangrijkste voor de mens is het mysterie en het absurde van het bestaan te aanvaarden. Dan kan men terecht zeggen, zonder dat het statement ter discussie wordt gesteld, en wat ook de sleutelzin van de voorstelling is geworden: I do not agree with live.

2013-november-7283-lr.jpg

Een derde leven

De vuilnisbelt in Tauberbach is een heuvelachtig terrein waarboven een gezoem hangt van muggen, vliegen en bijen. ‘Geef uw kleren een tweede leven’ is een veelgehoorde uitspraak. Na een tweede leven komt een derde. En dat is waar de bewoners door bestaan. Ze halen uit de zakken kleinoden die misschien wat opbrengen voor eten en drank. Verder trachten ze er een nieuwe waardigheid mee te vinden. Wat ze lukt, want dom zijn ze niet. Een mens wordt nu eenmaal niet zozeer een zwerver door werkloosheid, maar als slachtoffer van zijn overtuiging. Dat is wat Alain Platel duidelijk maakt. Wie niet participeert aan het burgerlijke bestaan, zijn eigenheid naar het tweede plateau verschuift, is veroordeeld een vod te worden. Maar ook de mens als vod maakt zijn eigen stijl en zoekt zijn klasse.

 

Klankgedachten

Dat gevoel en die overtuiging worden getoond en vertoond door een Bargoens taaltje waaruit nu en dan iets te raden valt. De ogenschijnlijk onafgewerkte klankgedachten vinden hun oorsprong in een stem die doet denken aan de computerstem van HAL uit de film 2001, A Space Odyssee van Stanley Kubrick. In de ogen van Platel schuilt in iedere mens, in de kern van het centrale gedeelte van zijn brein, onder al zijn stemmen, een stem die de diepere lagen van gedachten en gevoelens activeert, programmeert en regisseert. Voor de geest, maar ook voor het lichaam. Wat in de dans vorm krijgt. Niet gestileerd, maar wild, als de oerkracht van woede zowel als van weelde.

2013-november-5780_lr.jpg

Vierde dimensie

Dit geheel krijgt een vierde dimensie door de muziek van Bach. De andere drie zijn taal, dans en decor. Al te vaak wordt Bach als een geniale muzikale wiskundige voorgesteld. Voor Platel primeert bij de componist het gevoel. Elk akkoord is in samenhang met de naastliggende, een impressie. In hun totaliteit wordt de compositie een exposé waarin alle gevoelens een plaats krijgen. Maar ook als de ziel van Big Brain. Verbluffend is hoe Alain Platel vanuit een onderwereld tot de creatie komt van een nieuwe, originele aristocratie. Daarenboven, je kan Hamlet of Medea maar werkelijk begrijpen als je hem of haar speelt. In Tauberbachslaagt het triumviraat van actrice, dansers en regisseur [noem Platel nooit een choreograaf!] erin om de toeschouwer mee te sleuren in het personage en leeft vanuit een vermomming om zijn oprechte aandoeningen te verbergen of te verklaren.

2013-november-7408-lr.jpg

Een wijze beslissing

Naar verhouding tot de vorige producties van les Ballets C de la B is Tauberbach sober van aard. Elsie de Brauw weet dit te onderstrepen door een superbe vertolking. Je voelt dat zowel voor De Brauw als Platel het extroverte het moest afleggen tegenover het introverte. Een wijze beslissing. Het moet de reden zijn dat het publiek van München, qua keurigheid in voorkomen en beleefdheid hors categorie, zowel bij de première als de dag nadien, wanneer de theaternotabelen er niet meer zijn, de productie bedankte met een minutenlange staande ovatie. De theaterfan die deze voorstelling mist heeft een flink gat in zijn cultuur.

Guido LAUWAERT

 

TAUBERBACH – regie & concept Alain Platel – productie: Münchner Kammerspiele / les ballets C de la B / NTGent – vanaf 24/2 in Parijs, Amsterdam, Berlijn, … - Belgische première: 16/4 in NTGent – ook te zien in Brussel [KVS] en Antwerpen [deSingel]

Partager cet article
Repost0
16 janvier 2014 4 16 /01 /janvier /2014 21:13

 

De nieuwste productie van regisseur Alain Platel is tauberbach, op vraag van actrice Elsie de Brauw. De place of delict is een vuilnisbelt. De première gaat door in de thuishaven van Johan Simons, Münchner Kammerspiele, vrijdag 17 januari. Na een reeks voorstellingen in München begint de voorstelling aan een tournee. De Belgische première is voorzien voor woensdag 16 april in de schouwburg van NTGent. Guido Lauwaert woont morgen de première bij. Ondertussen had hij al een gesprek met Alain Platel.

*

Waar slaat tauberbach op? Het woordenboek geeft geen uitsluitsel, net zomin als Google.

De titel slaat op de naam van een Poolse kunstenaar die voor een productie ooit aan doven gevraagd heeft om Bachcantates te zingen. Het blijkt tevens de naam te zijn van een heel klein beekje in de buurt van Keulen.

Slaat de vuilnisbelt in jouw concept ook op de wereld van vandaag?

Voor de wereld in mijn kop zeker, maar voor de wereld in zijn geheel… neen. Misschien een deel daarvan. Een metafoor voor bepaalde toestanden die we in de wereld meemaken.

Is de voorstelling een pleidooi om de eigen controle en evenwicht niet te verliezen in de waanzinnige huidige wereld?

Dat is een heel goede vraag want ik denk dat dit zo is. Bij mij toch zeker. Alleen al de hele geschiedenis die ik meegemaakt heb in de theaterwereld is een poging daartoe. De voorstelling maakt daar zeker een onderdeel van uit.

Welke geschiedenis is dat?

Mijn geschiedenis is, als ik daar op terugkijk, het toeval waarin ik in de theaterwereld ben gesukkeld. Ik had een theatercarrière nooit voorzien toen ik afgestudeerd was als orthopedagoog. Ik constateer dat ik er nu al dertig jaar inzit, wat een heel prettige tijd geweest is. Theater is meer mezelf voeden dan het maken van projecten.

In de voorstelling wordt een zelf gebrouwen taaltje gebruikt, als PTG voorgesteld.

Het taaltje is de tweede inspiratiebron, een documentaire van Marco Prado over Estamira. Het is een vrouw die op een heel bijzondere wijze naar de wereld kijkt. Zij leeft op een vuilnisbelt, maar belangrijker is de manier waarop ze over de wereld praat. Ze heeft astrale contacten met buitenaardse energieën of wezens. Ze spreekt met hen alsof ze telefoneert. In de documentaire is er een scène waarin ze een taal gebruikt, een mengeling van dialect, Portugees en van een zelf gemaakte taal.

Het thema van de voorstelling is een uitspraak van Elsie de Brauw vrij vroeg in de voorstelling, I do not agree with life.

Het is een van de cruciale zinnen uit de documentaire, als Estamira vertelt over de manier waarop ze tracht greep te krijgen op haar leven. Ze is uit het burgerlijke leven gestapt. Ze heeft dat heel bewust gedaan. Op de vuilnisbelt voelt ze dat dáár het werkelijke leven zich afspeelt. Om vanuit die plek te zeggen dat ze niet akkoord gaat met hoe het er in de wereld aan toe gaat.

Is je regie de erkenning van de samensmelting van de lichaamstaal en de stem?

Het is een poging, in elk geval, want het hele concept is gestart vanuit een vraag van Elsie de Brauw. Alleen al de manier waarop het hele parcours afgelegd werd, is een verhaal op zich, is fantastisch.

Schaamte is bij jou een kenmerk van intelligentie, zoals men kan opmaken uit het persmap?

Mooi dat je het opmerkt. We zijn heel vaak geconfronteerd geweest met het thema schaamte. Als ik zie hoe mensen rondom mij zich moeten blootgeven via de sociale media, dan vind ik schaamte, of pudeur, weer op zijn plaats.

Is tauberbach een ode van verzoening en schaamte?

Ik denk dat je al mijn projecten kan samenvatten als odes aan de mens. Ze zijn altijd een pleidooi voor humanisme. Dat is mijn voornaamste bedoeling. Er zijn twee dingen die heel essentieel zijn, voor mij. Als mensen in de zaal een beetje verliefd kunnen worden op zij die op het toneel staan, maakt me dat heel gelukkig. Daarnaast denk ik dat het voor de podiumkunsten de grootste opgave is om mensen anderhalf uur van hun i.pad en i.pod te houden. Ze de kans te geven binnen te stappen in een soort van imaginaire wereld die voor hen wordt gecreëerd.

Bach is de muzikale ondergrond. Waarom?

Hij is mijn persoonlijke obsessie. Ik denk dat ik mij af en toe tracht te verweren tegen degenen die de muziek van Bach proberen te reduceren tot mathematische wondertoon, de componist als wiskundig genie. Ik vind vooral vreugde terug in zijn muziek. Ik reageer op emotioneel vlak. Dat wiskundige zie ik ook vaak terugkeren in dansvoorstellingen, wat ik zeer jammer vind. Voor mij is zijn muziek de ondersteuning van mijn emoties.

Is je rol als regisseur een uitloper van je oorspronkelijk beroep als orthopedagoog, of een heerlijke afwijking?

Eerder het tweede. Maar het is wel zo dat hoe langer ik bezig ben in het theater, hoe meer ik voel dat mijn opleiding mijn manier van regisseren enorm beïnvloedt. Ik zeg vaak dat regisseurs in hun scholing heel veel psychologie zouden moeten krijgen. Mijn oorspronkelijk vak heeft me geholpen makkelijker te verklaren wat ik wil zeggen, waarover ik het wil hebben.

Vanwaar die grote waardering van jou voor Elsie de Brauw?

Dat is een moeilijke vraag! [lacht]. Ja, als je naar de voorstellingen waarin zij speelt gaat kijken, ze mogen dan heel sterk van elkaar verschillen, word ik blijkbaar door de wijze waarop ze een personage gestalte geeft, enorm aangetrokken.

Veel succes. Dank je voor het interview.

Graag gedaan.

Guido LAUWAERT

 

 

Partager cet article
Repost0
11 janvier 2014 6 11 /01 /janvier /2014 23:29

 

Na de Chinese première van de nieuwste productie van Sidi Larbi Cherkaoui was het de beurt aan de Europese. Het werkhuis van het gezelschap, deSingel, was de meest voor de hand liggende plaats. Uit heel Europa was de danspers afgezakt en de reputatie van de choreograaf deed de rest: Sold outen een staande ovatie anderhalf uur later. De vraag is… waarom?

 

Genesisis de eerste samenwerking tussen een Chinese danseres en een Belgische choreograaf. De productie is heel simpel: een vermenging van Oosterse dans en een Westers verhaal. De Bijbel werd uit de kast gehaald, opengeslagen, niet verder dan het eerste boek, waarvan de hoofdstukken één tot en met drie plus een derde van vier als leidraad dienden. Centraal staat een boom, om precies te zijn, een appelboom. Et voilà, basismateriaal om een productie te maken: de groei en bloei van de boom, het allereerste koppel, Adam en Eva, de verleiding door de slang, de verdrijving uit het Christelijke Central Parc en de eerste ruzie van hun zonen Kaïn en Abel.

 

Tot zover het verhaal. Wat de danspartij betreft. Die bestaat uit een uitgerekte kronkeling van zeven menselijke lichamen. De lichamen stellen de boom voor in zijn ontwikkeling, het gezwaai van de ledematen de groei van de wortels en de bloei van de takken tot twijgen. Wat er logisch uit volgt gebeurde. De boom krijgt vruchten, ze worden rijp en zijn klaar voor consumptie. Appels [glazen bollen] rollen over de vloer. Een metafoor voor de val uit de boom, het plukken van de vrucht? Al na de eerste beet is het homeles tussen de kweker en de consument[en]. Kom, scheer je weg. Waarop het stoute koppel de arbeid uitvindt, het begin en einde van elk conflict, in de bijbel omgezet tot het eerste familiedrama, een broedermoord. In de voorstelling voorgesteld als een wilde kronkeling van de zonen. Eens de poort op slot is de boom echter al lang uit zicht verdwenen. Het enige wat er van rest is een vrucht, die elegant opgeraapt wordt, de hoogte in gestoken, spot erop en het dimmen ervan. Duisternis. De diaspora kan beginnen.

 

Dat de Oosterlingen, en in het bijzonder de Chinezen het bochtenwerk, wat voor dans wordt gehouden, appreciëren is begrijpelijk. De kunst van de elegante beweging is een uitermate belangrijk aspect van de Aziatische cultuur. Evenwaardig aan die van een verheven grafische verzorging. Daar bestaat een woord voor: vormgeving. Die kan men ook terugvinden in de vele religies van Azië, onder meer in het Kabuki. Belangrijkste kenmerk van deze dansvorm is de sterk geminimaliseerde beweging. Er zijn sporen van terug te vinden in de stomme films van de grootmeesters Charley Chaplin en Buster Keaton.

 

Was Sidi Larbi op de Kabuki-trein gesprongen, had hij een veel verfijndere voorstelling gemaakt, ondanks autres pays autre mœurs. Wat hij nu gerealiseerd heeft is de beweging opblazen waardoor het lijkt of er in het Aards Paradijs altijd een stevige wind waaide, of, een andere mogelijke interpretatie, de appelboom pepmiddelen heeft gekregen. Extra minpunt is dat er geen mimiek aanwezig is, door de zesde versnelling van het bochtenwerk. De toeschouwer ziet daardoor veel maar voelt weinig tot niets.

 

De voorstelling blijft koud en koude verbant een interactie tussen podium en zaal. Wat leidt tot irritatie. Al dat eentonig gezwaai van armen en benen, de voortdurende inspiratieloze herhaling van de kunst van het vallen en weer opstaan, het om de vijf voet verrollen van plexiglazen rechtopstaande balken waarin de dansers bij wijlen plaatsnemen, leidt tot verveling. Die zijn eindpunt vindt in de vraag: Is dit dans of gymnastiek? De Westerling wil actie, afwisseling, spanning, zelfs in het repetitieve.

 

Het enige ware schone, het oprecht verwarmende aan deze productie is een puntgave belichting, de witte wanden en de muziek. Zo weet u waar Genesis  zijn drie sterren aan heeft verdiend.

Guido LAUWAERT

GENESIS – productie Sidi Larbi Cherkaoui & Eastman & Yabin Dance Studio –dans Yabin Wang, choreografie Sidi Larbi – hoofdcoproducent deSingel – nog t/m 19 januari in deSingel – vervolgens op tournee – www.east-man.be

Partager cet article
Repost0
8 août 2013 4 08 /08 /août /2013 18:04

 

Duet-for-two-dancers---photo-Leo-van-Velzen.jpg

Duet for two dancers

Drie voorstellingen voor de prijs van één. In het raam van Jong Werk. Maar zo jong zijn de dansers niet. Rond de dertig. Gemiddeld. Wat het jong wel erg oud maakt. Dan verwacht je een ervaring waar je niet onwel van wordt. Wat bij deze trilogie in twee van de drie gevallen het geval is.

 

WAT JE NIET ZIET


Oom Promo: Fleur van de Bergh maakt theater waarin filosofische, existentiële vraagstukken ter sprake worden gebracht in een fysieke en beeldende wereld.

Tante Analyse: Zulke tekst kan je opmaken vóór je één idee, een concept op papier hebt staan. Kan je zelfs Faust van Goethe mee naar je hand zetten. Het resultaat is jammer genoeg geen duivels spel waar de bibber je ziel mee raakt, maar aan de oppervlakte blijft plakken. Geen moment dringt de voorstelling door je huid, scheert die langs je hersens. Één brok verveling, een vormloos pak pretentie, vergezocht spel met licht en muziek, een paar plukjes uit het werk van Friedrich Nietzsche en die schat van een Fernando Pessoa, abominabele dictie, dans van man en vrouw die lomp noch elegant is, en een hond die geen woord zegt, maar wel medelijden verdiend. Waar heeft hij het aan verdiend, om op te draven als side car ? Waar is Gaia? Een leiband kan een zweep zijn. En wie dit rommeltje op de affiche heeft gezet, verdient volgend jaar een job als plongeur. Een nutteloos uur in een mensenleven. ‘Twee lichamen worden één’, heeft ooit iemand over deze voorstelling geschreven. Dat is zo, zonder een seconde een eenheid te worden. Dan zou een applaus verdient zijn. Nu was het enkel uit beleefdheid. Dat het niet langer duurde dan een uur.

 

WHAT’S LEFT


Oom Promo: Welke rol speelt kunst en de kunstenaar nog en waarover moet er, juist in deze tijd van crisis, gecommuniceerd worden? Hoe gedragen we ons, hoe verhouden we ons tot elkaar en de maatschappij? Wat betekenen intimiteit en verbondenheid nog, of meer dan ooit? In What’s Left vertaalt choreografe Liat Waysbort haar fascinatie voor deze verschuivingen in een directe, sterk fysieke danstaal.

Tante Analyse: Vijf dansers; drie mannen en twee vrouwen. Die bij de kinesist [v] zijn lang geweest, en huisoefeningen hebben meegekregen. Zij, Liat Waysbort, heeft ze zelfs muziekjes meegegeven, om het pijnlijke draaglijk te maken. Wat de connectie is tussen de vijf turners, is een verbondenheid in hun lot. Daarom springen ze op elkaar, klitten samen, scheiden al vallend. De kinesist heeft hun oefeningen onderverdeeld in vijf blokken. Een truc om een evolutie en interpretatie, of een combinatie van beide, te suggereren. Al te doorzichtig. En dan de muziek! Een dagschotel uit een gaarkeuken. Van smaak en geur geen spoor op tong en gehemelte. Tenzij je ‘gekrijs van meeuwen en een zeebries à la flamande en piano voor drie vingers en één elleboog’ muziek noemt. Net zoals een ranzige stilte, een repetitieve tok uit een stenen pot en het gebonk van een ritmebox met gefileerd orgelsap, geflambeerd op een bedje van een gong. Aan het eind tweemaal vijf wapperende handjes à volonté en als toemaatje een tekst in het Engels die onverstaanbaar is door een abominabele dictie, het zich enkel richten op de toeschouwers die vlak voor je zitten en de slechte akoestiek. Dat die er is, kan geen verontschuldiging zijn. Elke locatie heeft een gedrag. Daar pas je je aan aan. Doe je dat niet dan ben je fout bezig.

 

DUET FOR TWO DANCERS


Oom Promo: Een zoektocht naar de angst om niet te voldoen aan je eigen verwachtingen, aan wat je beroep of medemens van je vraagt. Een zoektocht naar wat er overblijft, als alle ‘kunde’ wegvalt. De vrijheid om tussen verschillende beroepen en identiteiten te kunnen kiezen, leidt tot onzekerheid en twijfel. Duet for Two Dancers bevraagt in die zin het ‘danser zijn’, maar ook het ‘niet danser zijn’.

Tante Analyse: Een zware brok maar vederlicht vertaalt in dans en contradans. Met veel relativering, humor. De spontane lach bij het publiek valt niet te vermijden. Verlucht het geheel. Gedurende ruim een half uur vermengt poppenkast zich met rituele dans, woede-uitvallen, m.a.w. machteloze lichamelijke expressies. Een supersnelle mélange zorgt voor vreugde en warmte in een kille wereld. De belichting is sober maar oprecht, het totaal van prentjes smelt naadloos in elkaar. De prachtige lichamen van de Slowaak en de Italiaan krijgen naar het eind toe een superbe schoonheid door het zweet dat als een Japanse laklaag op hun lichaam kleeft. Eenmaal uitgedanst zorgt de Zwitserse choreografe Tabea Martin voor een toetje, Russian Maiden’s Song, van Igor Stravinsky, dat iets over de helft langzaam wegglijdt. Een bewerking voor piano en viool – door Stravinsky – van zowat het meest geliefde lied uit een opera van de componist. Het balanceert tussen sentimentaliteit en ironie. Een spiegelbeeld van deze dansvoorstelling. Het applaus was dan ook welverdiend en redde deze trilogie van een complete afgang.

Guido LAUWAERT

Partager cet article
Repost0
10 septembre 2012 1 10 /09 /septembre /2012 10:00

 

Tg-Marcus---v.l.n.r.-Klaar-Vermeulen--Layla-El-Dekmak-en-Go.JPG

Tg Marcus - v.l.n.r.: Klaar Vermeulen, Layla El-Dekmak en Goua Robert Grovogui

(Foto Bert Bevers)

In het Cultureel Centrum Berchem de try-out gezien van À la Recherche du Nid van het jonge gezelschap Tg Marcus. Synopsis: Een man. / Een vrouw. / Hij komt van ver / waar de lucht zingt, / zindert. / Zij van in de buurt / waar geen dromen meer zijn. / Samen bevinden ze zich / hier.  Goua Robert Grovogui komt van ver (lees: Guinee), Layla El-Dekmak van hier (lees: ’t Stad). Grovogui en El-Dekmak zijn op de scene geloofwaardige partners in crime in het bevechten van de ontworteling. Ze presteren het in hun eerste productie om de spanningsboog met het publiek gedurende de ganse voorstelling intact te houden. Het was een genoegen om deze jonge gasten tijdens hun debuut om elkaar heen te zien dansen, zoals hun woorden dat deden. De intimiteit van hun zoektocht naar de missing links van hun identiteit is waarlijk voelbaar, en juist de afstand die ze houden maakt dat ze steeds dichter bij hun doel komen. Een compliment voor scenografe Klaar Vermeulen ook. À la Recherche du Nid speelt zich af op een (door Layla El-Dekmak gedroomd, en door beeldhouwer Florian Merten vormgegeven) minuscuul eiland met daarop behalve de acteurs slechts een handvol (nota bene bewégende) bomen. Tg Marcus is een gezelschap om in de gaten te houden.

Bert BEVERS

 

De eerste officiële voorstellingen staan op de rol voor 9 en 10 oktober aanstaande (beide avonden vanaf 20.30 uur) in de Arenbergschouwburg in Antwerpen. Reserveren van tickets kan via 03 – 2024646.

Partager cet article
Repost0
25 mai 2012 5 25 /05 /mai /2012 18:39

 

Ieder met een redelijke portie fantasie wil de wereld scheppen. Naar zijn beeld en gelijkenis. Hij/zij, wit of zwart, jong of oud. Dat geldt dus ook voor choreograaf Faustin Linyekula, een Afrikaan van Congolese afkomst. Zijn creatie is zoals de allereerste en tot nu toe overheersende: Groots met zwakke trekjes, een spectaculair gedeelte en een gênante afloop.

Oerspel

Zoals elke creatie van een wereld begint ook deze met, de eerste fase, een lege ruimte. Of zo goed als. Een paar dansers proberen bij het binnenkomen van het publiek een nylonpak, van nek tot teen, een menselijke gestalte te geven. Hun arbeid, weliswaar elegant en geduldig, soms driftig, blijft steken in een rudimentaire poging. Maar uit de betrachting ontstaat een ras van loslopende planten die door het geweld van de natuurelementen vermengd en vermenigvuldigd worden. Het wordt verbeeld in een dansspel van lopen, springen, dansen, vallen en weer opstaan. De planten worden dieren. Op hun beurt worden ze mensen, nu eens lief voor elkaar dan weer agressief. Het is een oerspel waarin gezocht wordt naar een vrede en beheersing van de materie. Faustin Linyekula slaagt erin de mens[en] als slachtoffer uit te beelden of als dader. Geen vrede zonder oorlog. En als het zijn bedoeling was de wanorde van de geboorte van de wereld te verbeelden, is hij daar bijzonder in geslaagd. Helaas is het een moeilijke bevalling. De eerste fase duurt te lang. Verveling en een verwachting vechten met elkaar. Na driekwart uur is de boreling er eindelijk en blijkt verduiveld sterk op de multimens begin van de twintigste eeuw. Met een mediterraan instinct dat sterk beeldend werkt.

Koppelhuwelijk

Die mix van Afrikaanse en Europese impressie wordt benadrukt in de tweede fase. Het broussegeluid maakt plaats voor een compositie van bi- en polytonaliteit, een muziekgenre waar Darius Milhaud grootmeester in was. Zijn muziek spreekt daardoor tot de verbeelding. Het was dan ook niet verwonderlijk dat een decor door de dansers, in de duisternis van de coulissen geholpen door de technici, opgebouwd wordt dat Les Ballets Russes in herinnering brengt. De doeken doen denken aan Fernand Léger, sterk beïnvloed door Cézanne, die op zijn beurt goed gekeken had naar Paul Gauguin, een Franse schilder die uitblonk in helderheid, eenvoud en serene ernst van de primitieve volkskunst. Het werk van Gauguin is tevens te vinden in de kostuums van de acteurs/dansers.

De drie schilders samen met de compositie van Milhaud hebben Faustin Linyekula geestelijk geïnspireerd tot een verbluffend prachtig ballet. De zwarte man heeft de melos en de harmonische wisseling van de barbaarse krachten van Milhauds La création du monde maximaal uitgebuit en weten te transformeren naar zijn vennoten op het podium. Het oorspronkelijk scenario van Blaise Cendrars heeft Linyekula grotendeels behouden. Via goden en primitieve dansen, en de obligate Afrikaanse tovenaar bijgestaan door slangen en kevers, wordt door de dorpsoudsten het ideale koppel gecreëerd. Een koppelhuwelijk gepuurd uit de oerinstincten. Maar doemt daar uit het licht van de lente het noodlotsmotief van Beethovens Vde niet van achter de wolken? Kortom, overal is wat en niets is perfect. De toekomst laat zich niet kneden.

Jazzy wortels

Wie had gedacht dat de paringsdans het einde zou betekenen van het programma kwam bedrogen uit. Nochtans waren de tekenen er naar. Licht uit, licht aan. De dansers groeten en doen dat meermaals. Maar dan komt de creator naar voor en pompt al dansend en schreeuwend nog eens de jazzy wortels van de zwarten in de oren van de blanken. Typisch Afrikaans, het spel van herhaling op herhaling, met een langzaam opbouwende boodschap, iets waar ook kameraad democraat Obama sterk in is. Het is de derde fase, maar trop is teveel. Jaja, dat weten we al, denkt de toeschouwer en trekt zijn schoenen aan.

Guido LAUWAERT

 

LA CRÉATION DU MONDE – productie Centre Chorégrafique National- Ballet de Lorraine & Faustin Linyekula – gezien op 24-05-2012 in KVS Brussel, KUNSTENFESTIVALDESARTS

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche