Een scheet in een fles van zogenaamde cultuurdragers of BV's (ruzies, zwangerschap, relationele 'of andere 'problemen', en dergelijke flauwe kul) wordt door het journaille breed uitgesmeerd.
Over het overlijden vat Paule Pia (Antwerpen, 6 oktober 1920 – Mechelen, 24 juni 2011), een monument in de geschiedenis van de Belgische fotografie, geen woord. Niet eens een vermelding waard op de VRT, waar anders onbenulligheden dagelijks aan bod komen. Fotografie wordt blijkbaar nog altijd (in het beste geval) als een mineure vorm van toegepaste kunst (of veredelde bezigheid) beschouwd. In de papieren pers, geen woord.
Maar ook zogoed als 'radiostilte' op het net, dat anders wel terecht aanvullend en corrigerend werkt.
°
Als autodidacte ontdekte Paule Pia (artiestennaam van Paule Colfs) de fotografie in 1955. Zij evolueerde gaandeweg van een van de eerste vrouwelijke modefotografen in Vlaanderen tot een portrefotografe met naam en faam. Zij voelde zich vooral aangetrokken door kunstenaars en geestesverwanten. Het werd snel 'bon ton' door haar geportretteerd te worden, maar zij was tot geen compromis bereid en bepaalde soeverein wie al dan niet de eer kreeg door haar vereeuwigd te worden.
Het AMVC-Letterenhuis te Antwerpen bewaart een grote collectie van haar treffende schrijvers- en kunstenaarsportretten.
*
Auteur en fotohistoricus Marc van Gysegem onderstreepte dat Pia niet de fotografe is
van het direct juist getroffen moment, maar de ambachtelijke alchemiste die doorheen talrijke fases van experiment en afwerking portretten maakt met een dubbele bodem. Zij gebruikt schrijvers, schilders, dichters en musici als spiegels om zichzelf te herkennen.
*
Eind 1973 opende Paule Pia een van de eerste fotogalerieën in Europa waar ze zich tot 1986 mateloos voor inzette.
In Galerie Pia in de Kammenstraat te Antwerpen verrichtte ze inderdaad pionierswerk dat jammer genoeg destijds slechts op al te geringe waardering (laat staan succes) kon bogen. Het geïnteresseerde publiek kon er nochtans tal van fotografen met internationale uitstraling ontdekken. Aldus droeg Paule Pia bij tot een niet geringe mentaliteiswijziging: de situering en erkenning van de fotografie als een eigen vorm van kunst. Daarbij knoopte zij impliciet aan bij de rijke traditie van het historische modernisme. 'De idee dat een artistieke foto alleszins meer waarde heeft dan een slecht schilderij heeft zij mee ontwikkeld', aldus Sis Sysmans. Zij deed dat in een periode waarin fotografie als kunstuiting nog op de kaart gezet moest worden. De kunstwereld bleef het immers lang moeilijk hebben met het aanvaarden van de fotografie als autonoom uitdrukkingsmiddel en volwaardige discipline.
*
In de tweede helft van de jaren tachtig ontwikkelde Paule Pia een heel eigen stijl met surrealistische inslag waarbij ze haar zwart-wit foto's overschilderde en hardnekkig de grens tussen fotografie en figuratieve kunst verkende. Hierover schreef Sis Sysmans (vrij naar Marc van Gysegem):
Zij begint aan een volledig nieuwe carrière. Haar intrigerende voorliefde voor maskers en reflecties, voor dubbeldrukken en voor het gebruik van sjablonen bij het afdrukken van haar negatieven werd het embryo voor haar Painted Images. Nadat ze in de maskerserie reeds haar toevlucht had genomen tot zwarte overschilderingen, ging ze kort nadien ook experimenteren met het aanbrengen van acrylkleurvlakken op haar zwartwitafdrukken.
De ingekleurde vlakken zijn eerst strak en monochroom maar evoluerden naar genuanceerde tonaliteiten waarachter verrassend genoeg nog vaak de onderliggende originele fotoafdruk valt te herkennen. Vooral de laatste werken van Matisse, waarin ook hij sjabloonwerk en uitsparingen van witte vlakken heeft toegepast, intrigeerden haar en vormden hét voorbeeld voor veel van haar 'painted images'.
Zo kwam Paule Pia tot een soort cameraloze fotografie. Het resultaat zijn geen ingekleurde foto's, geen collages maar een autonoom product.
*
In 1986 kreeg Paule Pia de prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor haar artistieke loopbaan en voor haar inzet in dienst van de fotografie.
In het najaar van 2002 (volgens andere bronnen in 2004) schonk Paule Pia een collectie van meer dan tweeduizend zwartwitfoto's aan het FotoMuseum van de Provincie Antwerpen.
Vorig jaar werd er dank zij haar echtgenoot, ere-ambassadeur Jan Hendrickx, een stichting opgericht die een tweejaarlijkse prijs zal organiseren voor talentvolle jonge Belgische fotografen.
Het voorzitterschap van de Stichting wordt waargenomen door ere-gouverneur Camille Paulus.
*
Op 2 juli werd afscheid genomen van Paule Pia tijdens een plechtige uitvaartliturgie in de Onze-Lieve-Vrouwe Kathedraal te Antwerpen.
*
Paule Pia overleed in een home. Net als Ivonne Lex (1927-1996) en Dora van der Groen (°1927) bestempel ik haar als 'wijf, een woord dat in het Antwerps niet alleen de algemeen bekende pejoratieve betekenis heeft, maar vooral ook een melioratieve betekenis die mij dierbaar is: een wijf is een vrouw met karakter – een nuance die tot mijn spijt niet vermeld staat in het Vlaams Dialecten Woordenboek van mijn geleerde (CDR-)vriend Herman J. Claeys.
Karin Lebacq, algemeen secretaris van de Mededelingen van het CDR, herinnert zich de etentjes in het ouderlijke appartement aan de Lange Gasthuisstraat. 'Paule Pia had steeds een 'raar hondje bij die er niet helemaal bij was'. Maurice Gilliams betrok het appartement een etage hoger en kwam wel eens mee aperitieven. Hij kon het niet zo goed vinden met Paule Pia en haar latere echtgenoot. Dat belette blijkbaar niet dat de fotografe ten slotte een aantal lichtdrukmalen van Gilliams mocht kieken.
Als 17- of 18-jarige heb ik Paule Pia voor de eerste keer ontmoet in 1962, toen zij foto's kwam nemen van Floris Jespers (1891-1985) in diens reusachtig atelier aan de Sint-Jansvliet (thans residentie Floris Jespers).
*
Het wordt hoogtijd dat het unieke Antwerpse Fotomuseum, met zijn uitzonderlijke verzamelingen, eindelijk de financiële middelen krijgt om zich te kunnen profileren, zoals het hoort. ■
Belangrijkste bron:
Marc Van Gysemen, Paule Pia. Fotografe en galeriste, Fotografiemuseum Antwerpen, 2004, 165p., 30 €.I SBN 9066250550 / ISBN 9789066250550,