Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
24 mars 2013 7 24 /03 /mars /2013 02:24

 

VerhaerenServaes.jpg

In een vorige aflevering (II) vroeg ik hier aandacht voor het boek van August Hans den Boef & Sjoerd van Faassen over De Stijl, Het Overzicht en De Driehoek, zopas verschenen bij Garant, de uitgever van o.m. het vaker hier gesignaleerde literair-historisch tijdschrift Zacht Lawijd, een absolute must voor elke literatuurliefhebber. Dat geldt trouwens ook voor de reeks 'Literatuur in veelvoud'. Ik denk hier bijv. aan nr. 17 ( Lut Misssinne & Hans Vandevoorde (Red.), Gerard Walschap. Regionalist of Europeeër? (1922-1940), 2007) of nr. 19 (Kevin Absillis & Katrien Jacobs (Red.), Van Hugo Claus tot hoelahoep. Vlaanderen in beweging 1950-1960, 2007); en het zou van valse bescheidenheid getuigen indien ik hier nr. 21 niet zou vermelden (Jos van Cann & Henri-Floris Jespers (Red.), Thriller versus roman, 2008).

*

Door mijn omgang met Marie Gevers (1883-1975) en Paul Neuhuys (1897-1984) heb ik altijd al belangstelling gehad voor het werk van Emile Verhaeren (1855-1916), bij leven een markante figuur van de literatuur in Europa. Stéphane Mallarmé, André Gide en Filippo Tommaso Marinetti hebben hun waardering uitgedrukt voor “le poète flamand”. In het Duitse taalgebied werd Stefan Zweig zijn vaandeldrager en biograaf. Ai Quing, de vader van de beroemde kunstenaar-dissident Ai Weiwei, publiceerde in 1932 een keuze uit zijn poëzie.

Nu heb ik het monumentale boek van Paul Servaes (°1935) Emile Verhaeren. Vlaams dichter voor Europa uitgelezen, een méér dan klassieke, gestroomlijnde biografie. Enerzijds worden leven en werk van Verhaeren breed gesitueerd in hun historische en sociologische context, anderzijds gaat auteur Paul Servaes (Sint-Amands 1935) uiterst gedetailleerd en erudiet te werk. Het strekt de auteur tot lof dat hij daarbij opiniërende stellingen zorgvuldig mijdt en louter beschrijvend te werk gaat. De auctoriële bescheidenheid en intellectuele discipline die hij aan de dag legt, maakt van zijn levenswerk een voortaan onmisbaar, objectief dossier.

De link tussen de Belgisch-Nederlandse netwerken in het modernistische interbellum en Verhaeren? De invloed van Verhaeren op de historische avant-garde (vooral op de futuristen), treffend in kaart gebracht door o.m. Dada-kenner Michel Décaudin (Sorbonne) en door Jean Cocteau-specialist David Gullentops (Vrije Universiteit Brussel).

Henri-Floris JESPERS

(wordt straks vervolgd)


Paul SERVAES, Emile Verhaeren. Vlaams dichter voor Europa, Antwerpen, EPO, 2012, 1074 p. 49.50 €. ISBN 9789491297403 · 2012.

 

Zie ook de voortreffelijke blog van Bert Bevers:

www.deboekhouding.blogspot.com

Partager cet article
Repost0
23 mars 2013 6 23 /03 /mars /2013 22:13

 

Cinema-Trivia.jpg

Kwam op internet zomaar een volledige, eerder onbekende, oude Tarzanfilm tegen: Tarzan And The Green Goddess. Het is niet zo’n beste, maar toch een in meerdere opzichten opmerkelijke. De hoofdrol wordt volgens de titelrol namelijk gespeeld door Bruce Bennett. Wanneer je op het wereldwijde web zoekt naar illustraties van Tarzan And The Green Goddess  kom je echter alleen affiches tegen waarop de naam Herman Brix prijkt. Nu zijn Brix en Bennett een en dezelfde persoon, maar volgens sommige bronnen (bijvoorbeeld Halliwell’s Moviegoers Companion) veranderde Brix (omdat hij niet vereenzelvigd wenste te worden met het karakter van Edgar Rice Burroughs) zijn naam in Bennett in 1939, volgens andere pas in 1940. Het vreemde is dat Tarzan and the Green Goddess  uitkwam in….1938!

Los van de onduidelijkheid rond de naamsverandering van de acteur in kwestie (die in 1906 het levenslicht zag, en pas in 2007 de laatste adem uitblies: hij werd 100!) is er nog iets vreemds aan deze rolprent. Of beter: iets ronduit dóms.

Cinema-Trivia-2.jpg

De film begint met beelden uit Midden-Amerika, waarover een stem zegt: “Guatemala, a strange and beautiful country, many thousands of miles away. [….] In the heart of its impenetrable jungle stand the ruins of all that is left of an ancient Mayan civilization.” Tarzan And The Green Goddess  speelt zich, zoveel moge duidelijk zijn, af in Guatemala. Dat weerhield regisseur Edward A. Kull (geen grootheid) er niet van het begin van de film lustig te voorzien van beelden van een neushoorn, leeuwinnen, gnoes, kafferbuffels en giraffen. Allemaal dieren die alleen maar voorkomen in….Afrika.

De film: http://www.youtube.com/watch?v=vrgQGnKFQAM

Bert BEVERS

Partager cet article
Repost0
22 mars 2013 5 22 /03 /mars /2013 17:55

 

Peter-de-Caluwe.jpg

Intendant Peter de Caluwe

In een pompeus salon van de Senaat te Brussel werd het seizoen 2013-2014 van de Munt gepresenteerd aan het volk, zijnde de pers en een flink pak geparfumeerde knoesten uit de entourage van de federale opera. Een decor uit de 19de eeuw voor een programma van de 21ste - dat rebels wil zijn in woord en daad.

Intendant Peter de Caluwe (°1963) gaf tekst en uitleg, verfraaid met lichtbeelden, bij het opera- en dansgedeelte van het jaarprogramma. De essentie, de nevenactiviteiten en de coöperators zijn te vinden op www.demunt.be– die hoeven dus niet te worden belicht. Wat wel een spot verdient, is De Caluwe’s figuurlijk opgestoken vinger naar de overheid. Onder het oog van de vrouw van de schilder Antonio Moro, die goed bevriend was met de opstandeling Willem van Oranje.

De Muntschouwburg bestaat een halve eeuw. In zijn huidige staat. Tot 1963 was de Munt een theaterzaal voor al wat in de winkel van Dionysos te krijgen is. Vanaf ’63 is het een zuiver operahuis, onder de hoge bescherming van de Belgische staat. Dat moet gevierd worden, maar hoe? Geld is er niet voor en de stemming evenmin. Dringende herstellingen zijn nodig en moderniseringen op alle niveaus, maar de federale regering is nog trager dan de spoorwegen. De staat incasseert op z’n minst het tienvoud van het bedrag dat het investeert in de diverse kunsttakken, via de economische weg. Maar kunstorganisatoren zijn beschaafd en blijven koel. Zoals Peter de Caluwe, die naast een bedelaar om den brode van de Munt, een koppigaard is. Een tweede zesjarige termijn als intendant is begin dit jaar ingegaan. Ut sementem feceris ita metes [Zoals je zaait, zal je oogsten, aldus Cicero].

In de tweede rit wil De Caluwe met zijn staf een meer rebelse toer rijden. Je kan niet om de indruk heen dat het revolutionaire elan mede ingegeven is door de kortzichtigheid, de gierigheid en de desinteresse van de regeerders van dit land. Opdraven bij premières is er enkel ten eigen baat. Voor de ziel van de kunst en het maatschappelijk belang ervan hebben de verantwoordelijke ministers totaal geen interesse. Het prestige dat de Munt met de jaren op internationaal niveau bereikt heeft, botst frontaal met het budget. Eigenlijk zou de toegang tot de Munt van de beleidsverantwoordelijken bij eender welke voorstelling moeten geweigerd worden. Want de Wetstraat wil een operahuis van standing, maar wil er niet voor betalen.

Nu kan men stellen dat opera elitair is. Het is maar hoe je het bekijkt. Wie een operaproductie voor zich ziet, zoals ze werden gemaakt tot de jaren zestig van de vorige beschaving, moet in Rusland wezen. De moderne opera is een totaalspektakel waarin het aandeel van de regisseur even groot is als dat van de dirigent, de zangers ook acteurs zijn. Bovendien is een modern operahuis, zoals de Munt er een is, het naamkaartje van de totaliteit van de kunst en de maatschappelijke betrokkenheid van een land. Het toont het beschavingsniveau.

Waar wel naar gestreefd zou moeten worden, is het openstellen van de voorstellingen naar jongeren. Waarom geen schoolvoorstellingen? Niet op de oude leest geschoeid, maar vanuit een moderne aanpak. Om die formule te vinden is echter geld nodig. De hulp van de ministers van Onderwijs van de verschillende gemeenschappen lijkt mij voor de hand liggend. Als de zachte aanpak niet helpt, om die parlementaire olifanten te temmen, dan maar de harde. Dit met een zin van Willem Elsschot in het hoofd: Je moet hard op tafel slaan, vader, en als dat niet helpt op hun gezicht.

Peter de Caluwe wil niet één stijl aanhouden, naar producties opzetten met een panorama van wat in Europa speelt, wat vernieuwend is, conform aan het hedendaagse leven met al zijn sociale netwerken. Om zijn droom te kunnen waarmaken heeft hij de hulp ingeroepen van onder meer Jan Fabre, Alain Platel, Anne Teresa De Keersmaeker en Ivo van Hove. Samen met hen zal een nieuwe generatie de kans krijgen zich in de Munt naar boven te werken. Een nobel streven. En een logisch. Grote kunstenaars moet men zoeken op jonge leeftijd en in kleine gezelschappen, maar ze breken pas door de grenzen van hun verbeelding in de grote. De Munt, net zoals de operahuizen van gelijk niveau, is een familie, waarin de generatie-evolutie een prominente rol speelt.

Something is rotten in the state of…’ zo begint de introductie van Peter de Caluwe op de ‘nieuwjaarvoorstelling’. Het is een kijk vanuit het verleden naar de toekomst. Daarbij schuwde de intendant geen forse taal. Een citaat: ‘Theater als aanleiding tot rebellie, dan wel als forum voor discussie: het is van alle tijden.’ Niet alleen zijn woorden maar ook zijn daden, het hele palet van het jaarprogramma, pleiten voor verzet, want niet het volk maar de machthebbers zijn de vijand. Als leuze om de vlammen stralend te houden, werd gekozen voor een uitspraak van Albert Camus: ‘La conscience vient au jour avec la révolte [Met de revolte ontstaat het bewustzijn].’

Peter de Caluwe en zijn staf hebben op subtiele wijze de overheid gewaarschuwd. Opgelet! Eenmaal is in de Munt de zweer van de onvrede opengebarsten. Aan u om te voorkomen dat het geen tweede maal gebeurt.

Guido LAUWAERT

Partager cet article
Repost0
22 mars 2013 5 22 /03 /mars /2013 12:29

 

Henry-Silva.png

Henry Silva

Toen ik naar de fraaie ouderwetsche avonturenfilm Across The Pacific, volledig in zwart-wit gedraaid, zat te kijken dacht ik op zeker ogenblik Henry Silva te herkennen in een kort maar indringend rolletje, waarin hij door Humphrey Bogart in de hand wordt geschoten, en even nadien kaltgestellt door een Japanner. “Hé,” dacht ik, “zou dat zijn debuut geweest zijn?” Toen ik ging zoeken naar de films waarin Silva speelde raakte ik in verwarring. Hij is van 1928 (en overigens nog alive and kicking), en Across The Pacific  van 1942.

Rudy-Robles.JPG

Rudy Robles

Hier klopte iets niet, want dan zou hij 14 geweest zijn. Nadere studie wees uit dat het hier een soort Henry Silva-dubbelganger betrof: Rudy Robles (1910-1970), een Filippijnse acteur die wat bijrolletjes in Hollywoodfilms bijeen sprokkelde. Ik vind de gelijkenis tussen Robles en Silva treffend….

Bert BEVERS

Partager cet article
Repost0
20 mars 2013 3 20 /03 /mars /2013 12:54

 

Jan Gloudemans (foto Bert Bevers)

Foto: Bert Bevers


Zie: www.detafelvan1.blogspot.com

Partager cet article
Repost0
20 mars 2013 3 20 /03 /mars /2013 02:40

 

YOUP.jpg

Kijk, ja… hoe moet ik het zeggen… cabaret, lichte vermaakkunst, weet u wel, want jullie zijn niet dom, anders zaten jullie hier niet… is een beetje dollen met lichte kost… verteert vlug… in een paar minuten van de mond naar de kont… en is geboren in een Parijs artiestencafé… Le Chat Noir… van Montmartre… waar anders… want in die wijk wonen alleen artiesten. En modisten.

 

Modisten vind ik zulk mooi woord… kennen wij in Nederland niet… jullie woordenschat is zoveel rijker, veel rijker dan die van de Hollanders, en zeker de Amsterdammers. Ik kom uit die gracht… en kan het dus weten… 1500, waarvan ruim de helft niet meer dan twee lettergrepen telt… en om de vijf woorden gooien we er fuck tussen, kut, sodemieter op, klerewijf… jullie zijn wel meer met dat soort taal vertrouwd… sinds jullie Paul De Schreeuw hebben omarmd… en ben ik fout, zit ik hier jezusmina maar wat af te lullen, zonder dat jullie er een woord van snappen… en dat is toch niet de bedoeling.

 

Weet u wie de eerste grote cabaretier was… nee, niet Toon Hermans… wie zei dat, effe kijken, o u daar… nou meneer probeer niet lolliger te zijn dan ik, want ik sta niet voor niets hier en jij daar… Toon, die kon een hele avond zeiken over de tafel van zijn tante, zong er een liedje bij… en de buit was binnen. De eerste grote cabaretier is Aristide Bruant… kent u niet… ik ook niet… heb hem nooit ontmoet. Ja, ken hem wel van naam, maar dat is het zo ongeveer. En meer hoef ik er ook niet over te weten. Ik hoef alleen wat zeilen hijsen… en daarmee vaar ik de nacht in… en gooi u over twee uur overboord.

 

Nu moet u niet denken… dat ik niet heb nagedacht over dit programma. Vijf minuten heeft het me gekost… en dat is veel, maar ja, ik weeg vijftig pond te veel… en daarom kost het mij elk jaar een minuut meer om te weten wat ik in twee uur ga vertellen. Ik kom er telkens wel uit, hoor… zo moeilijk is het nu ook weer niet. Je koopt een zelfhulpboekje… bestaan er honderden van… geen ervan helpt… kan mijn dochter bevestigen… en ongelijk kan ik haar niet geven, want als het ene hielp, waren er geen andere meer nodig... en zeker geen 499. Je koopt dus gelijk welk zelfhulpboekje, slaat het lukraak open en pats… val je op een vraag waar je een hele avond achtbaantjes mee kan roetsjen.

 

Had ik dus laatst zo’n boekje net opengemaakt en was op de vraag gedonderd… wat ga je doen met de rest van je leven… toen de toyboy van m’n vrouw van de zolder kwam en vroeg… is dit van jou… had hij gretver mijn wigwam in de hand. Heb ik nog gekregen toen ik acht was… het kan ook negen zijn geweest… je vergeet al eens een jaartje… als je een dagje ouder wordt. Verdomd, dacht ik… mijn programma… wat ga je doen met de rest van je leven… in een wigwam… want daar kom je geheid in terecht als je blijft zeiken en zuipen, zoals je nu bezig bent… daar bak ik een dagschotel van.

 

Op dat moment, op dat moment, dames en heren, hoorde ik een klap, keek uit het raam en zag een man liggen… naast zijn rolwagentje. Hij was aangereden en de dader had vluchtmisdrijf gepleegd… geheid een vluchteling, dacht ik. Even later sta ik bij hem… en ik vraag hem… gaat het kerel… moet ik een ambulance bellen. Nee, doe dat niet, zegt de man. Waarom dan niet… je moet naar het ziekenhuis. Ik kom er net van… zegt de man. Ik heb kanker en heb nog een paar maanden te leven. Dat zeiden ze vorig jaar ook al, maar toen was het zes maanden… dus ik denk dat als ik volgend jaar weer bij de dokter ga het een week wordt.

 

Mijn programma was rond. Een vraag… kanker… en mijn wigwam. Kijk, lullen kan ik als de beste. Ik heb in mijn eentje heel Nederland kapot geluld… en nu is Vlaanderen aan de beurt. Dat programma van mij… hangt met haken en eksterogen aan elkaar… letterlijk en figuurlijk… moet ik de letterlijke laten zien… hoeft niet… u hebt er zelf wel, en weet dus hoe ze eruit zien… dat programma van mij heb ik bedacht… toen ik na een feestje mijn voordeur probeerde te openen met mijn autosleutel. De toyboy van mijn vrouw deed drie hoog het venster open en zei… dat ik er niet meer woonde. Goed, ik zet met m’n dronken kop mijn wigwam op een parkeerplaats… krijg nog een bon van een parkeerwachter omdat ik niet betaald had… en een boete want mijn wigwam had geen nummerplaat.

 

Niet pleuren, dacht ik. Ik verwerk de hele rotzooi in mijn programma… en de stomme bon en kloteboete van die idioten heb ik nog vóór de pauze terugverdiend. Als ik het bij flauwe grappen houd, en geen maatschappijkritiek spui… dat doen de mensen zelf al de hele dag… kom ik er wel uit. Ik moet gewoon afgaan op waar ik sterk in ben. Het niet blijven uitmelken van een grap… geen meerdere lagen op elkaar stapelen… mijn vraag… weet u nog wel… wat ga je doen met de rest van je leven… een aantal maal herhalen… een antwoord hoeft niet… dat kunnen jullie zelf wel verzinnen… als jullie op huis aan gaan… met die zeikerd of treursok die al dertig jaar naast u loopt… en die sterke punten verpak in een flinke portie ego… en toon en timbre goed vasthoud… kom ik er niet alleen uit, maar krijg ik een staande ovatie.

 

Lichte vermaakkunst is niet meer eigen aan Parijs. Het is uitgevoerd… zoals de Franse ziekte… en door de vermenigvuldiging heeft het aan waarde ingeboet… dat weet ik… maar het blijft cabaret. Dat kan die recensent bevestigen… daar op de achtste rij… stoel elf. Er lag geen kaartje op zijn naam aan de persbalie. De jongedame achter het kogelvrij glas geloofde hem niet… zou ik ook doen… als je een kerel voor je staan hebt die kort voordien lijkt te zijn opgevist uit de Leie… maar hij gaf niet af. Ze belde naar het management… dat zat lekker thuis… en na wat over en weer gefezel kreeg hij toch een kaartje. Aan haar… heb ik de rotzooi te danken… die hij geschreven heeft… en die u nu aan het lezen bent. Maar rotzooi of niet… het blijft in elk geval heel wat beter dan het braaksel van die kerel die niets eens een domme vraag kan bedenken… en geen wigwam heeft… Geert Hoste.’

Guido LAUWAERT

Partager cet article
Repost0
18 mars 2013 1 18 /03 /mars /2013 23:05

 

Snee.JPG

Hé, na al die jaren en na al die kijkbeurten valt me nu in Once Upon A Time In The West pas een slordigheidje van regisseur Sergio Leone op. In de finale van de film snijdt Cheyenne (Jason Robards) zich bij het scheren als hij het schot hoort waarmee Harmonica (Charles Bronson) Frank (Henry Fonda) doodt. Als hij even later echter afscheid neemt van Jill (Claudia Cardinale) heeft hij een gave wang. Foutje, maestro!

Geen-snee.JPGBert BEVERS

Partager cet article
Repost0
18 mars 2013 1 18 /03 /mars /2013 14:00

 

KONTRASTEN67.jpg

Bij het signaleren, in de vorige aflevering van deze notities, van het boek van August Hans den Boef en Sjoerd van Faassen over De Stijl, Het Overzicht en De Driehoek, wees ik even op de tentoonstelling Belgische abstracte kunst en Europa (1912-1930) die tot juni in het Museum voor Schone Kunsten te Gent loopt. Van de historische avant-garde tot de na-oorlogse neo-avant-garde is de stap gauw gezet.

Sinds de sluiting wegens renovatiewerken organiseert het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, in samenwerking met de provincie Antwerpen, wisselende exposities op basis van de vaste collectie moderne meesters. De Modernen. Avant-garde, de vierde tentoonstelling in de reeks, focust op de jaren zestig en zeventig: informele kunst, Zero, kinetische objecten en uiteraard ook op de Antwerpse kunstenaars rond G58 en de Nieuwe Vlaamse School. Zo wordt werk getoond van o.m. Arman, Otto Piene, Günther Uecker, Lucio Fontana, Pol Bury, Walter Leblanc, Jef Verheyen en Paul van Hoeydonck.

Begin 1968 pakte het Antwerpse museum uit met de tentoonstelling Kontrasten 47/67, waarvan de catalogus niets aan actualiteit ingeboet heeft. Drijvende kracht was Jean Buyck, die informeel op de onvoorwaardelijke inzet kon rekenen van Jef Verheyen. Kort daarop werd het museum bezet door de VAGA (Vrije Actie Groep Antwerpen), waarin “multimiljonair” Panamarenko en “happy space maker” Hugo Heyrman een belangrijke rol speelden. De “democratische volksvergaderingen” ontaardden snel in oeverloze en steriele palavers, maar de toon was wel gezet. Bij de laatste vergadering ben ik tussengekomen, dat herinner ik mij levendig (Wybrand Ganzevoort was allerminst opgezet met mijn interventie). Ergens in mijn onoverzichtelijk archief zal nog wel ergens een VAGA-dossier liggen.

Tja, we konden toen meezingen The Times they are a-changing...

Come writers and critics

Who prophesize with your pen

Keep your eyes wide

The chance won't come again
Don't speak too soon

For the wheel's still in spin

And there's no tellin' who

That it's namin'

ZEROantwerpen.jpg

In 1979 organiseerde Jan Buyck in het KMSKA de emblematische tentoonstelling Zero Internationaal Antwerpen.

Henri-Floris JESPERS

(wordt straks vervolgd)

De Modernen. Avant-garde. Koningin Fabiolazaal, Jezusstraat 28, Antwerpen. Tot 1 september. Gesloten op maandag.

Partager cet article
Repost0
18 mars 2013 1 18 /03 /mars /2013 01:05

 

Gregorius-XIII.jpg

Onze tijdrekening, de Gregoriaanse, dateert van 1582. Paus Gregorius XIII besloot toen de kalender te hervormen omdat die van slag was geraakt. De Juliaanse kalender telde immers 365,25 dagen in plaats van 365. Voor de fijnproevers: de 2.421.894 dagen dat de Juliaanse kalender gold hadden als effect dat de jaren 0,0078106 dagen of 11,247 minuten te lang waren. In 1582 was dat opgelopen tot 12,68 dagen. Wat Gregorius betreft moest 4 oktober 1582 gevolgd worden door 15 oktober 1582. Bij pauselijke bul werd bepaald dat een jaar voortaan zou bestaan uit 365,2425 dagen. Daarmee werd ook het concept schrikkeljaar ingevoerd, om de boel op orde te houden. Wat Gregorius betreft moest 4 oktober 1582 gevolgd worden door 15 oktober 1582. Hetgeen geschiedde.

Denk nu echter niet dat zulks overal zomaar zonder slag of stoot gebeurde. In die jaren waren er – vooral in het noorden – immers ineens ook protestanten alom, die een dergelijke op zich wetenschappelijk verantwoorde herrekening alleen al niet wilden doorvoeren omdat ze van de paus kwam. Italië, Portugal en Spanje (dat mag geen verbazing wekken) schakelden inderdaad meteen van 4 oktober op 15 oktober 1582 over. Nog in hetzelfde jaar volgden Frankrijk (waar 9 december werd gevolgd door 20 december), Brabant en Zeeland (na 14 kwam daar 25 december) en Vlaanderen (dat van 21 december 1582 meteen maar naar 1 januari 1583 door ging).

Nog in 1583 pasten Holland, het bisdom Luik, Groningen (maar dat stapte in 1594 weer terug in de tijd, het zou uiteindelijk 31 december 1700 door 12 januari 1701 laten volgen), en de bisdommen Keulen en Munster zich aan. De rest van rooms-katholiek Duitsland volgde een jaar later: 21 december 1584 werd daar gevolgd door 1 januari 1585. Om maar te illustreren dat er behalve taalgrenzen ook religieuze grenzen bestaan: protestants Duitsland paste zich pas in 1700 aan. Daardoor liepen bij onze oosterburen de paasdata pas gelijk in….1776! Engeland, nooit te beroerd om Rome te jennen, volgde schoorvoetend in 1752, Rusland in 1918. Turkije volgde nooit de Juliaanse kalender, maar besloot op 1 januari 1927 mee in de onze te stappen.

Cervantes.jpg

Cervantes

Bizar, al die verdwenen dagen. Waarop toch ook mensen geboren werden (die dan officieel 1 tot 12 dagen minder oud waren dan ze feitelijk waren), en stierven. Een mooi voorbeeld daarvan: Miguel de Cervantes Saavreda, de schepper van de onvergelijkelijke Don Quichot(vereeuwigd in het meesterwerk El ingenioso hidalgo Don Quixote de la Mancha), stierf (in het katholieke Madrid) op zaterdag 23 april 1616. William Shakespeare, schrijver van teveel klassiekers om op te noemen, werd tien dagen ouder dan zijn Spaanse collega, maar stierf (in het niet-katholieke Stratford-upon-Avon) óók op 23 april 1616. Maar niet op zaterdag 23 april 1616, maar op wóensdag 23 april 1616….

Bert BEVERS

Partager cet article
Repost0
17 mars 2013 7 17 /03 /mars /2013 05:02

 

FaassenSTIJL.jpg

Diezelfde woensdag 13 maart omstreeks 12u30 belde mijn vaste, vriendelijke postbode aan (tweemaal, zoals altijd, inderdaad...). Hij overhandigde mij een stevige kartonnen enveloppe die niet in de bus kon, een zending van de voortreffelijke uitgeverij Garant. Ik zat aan de ontbijttafel (twee zachtgekookte eitjes – moeilijker correct te bereiden dan je wel denkt). De verleiding was al te dwingend, neen, verlokkelijk. Mes in de hand, worstelde ik mij door die met plakband stevig ingepakte enveloppe (met allerlei verpakkingen heb ik al altijd problemen...). Zo trad ik alweer binnen in een grot van Ali-Baba: het boek van August Hans den Boef & Sjoerd van Faassen: Van De Stijlen Het Overzichttot De Driehoek. Belgisch-Nederlandse netwerken in het modernistische interbellum. Het gaat om een bundeling van stukken die eerder verspreid werden gepubliceerd en nu door de auteurs zijn opgeschoond, getrimd, aangevuld e.d. om er één geheel van te maken. Het boek sluit perfect aan bij de tot juni lopende indrukwekkende tentoonstelling “Belgische abstracte kunst en Europa (1912-1930)” in het Museum voor Schone Kunsten te Gent.

*

De vergadering van de jury van de Claeys-prijs was pas net voorbij, of mijn vriend Frank De Vos belde aan. Zoals afgesproken bracht hij mij een exemplaar van het nieuwe deel van de deelcorrespondentie van Paul van Ostaijen (zie vorige posts). Lucienne Stassaert was nog aanwezig, en zo werd de avond afgesloten met een boeiend gesprek.

Van Doesburg, Jozef Peeters, Seuphor, Van Ostaijen, Feininger... De dag kon niet meer kapot, de avond was uitzonderlijk in gezelschap doorgebracht, de ijverige maar geruststellende nacht kon aanvangen.

In een volgende aflevering van het tijdschrift Mededelingen volgt uiteraard een kritische bespreking van het boeiende boek van Den Boef en Van Fassen.

Henri-Floris JESPERS

(wordt straks vervolgd)


August Hans DEN BOEF & Sjoerd VAN FAASSEN, Van De Stijl en Het Overzichttot De Driehoek. Belgisch-Nederlandse netwerken in het modernistische interbellum, Antwerpen-Apeldoorn, Garant, 2013, 221 p., 21 €.


Zie:

http://mededelingen.over-blog.com/article-henri-floris-jespers-losse-notities-i-116229178.html


http://mededelingen.over-blog.com/article-paul-van-ostaijen-en-lyonel-feininger-116189302.html


Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche