Simon Stone
In 1978 verscheen de minder bekende film van Jules Dassin [1911-2008] A dream of Passion. Melina Mercouri speelt Maya, die het titelpersonage vertolkt in het toneelstuk Medea van Euripides. Ter versterking van haar inleving gaat ze op zoek naar Brenda Collins, gespeeld door Ellen Burnstyn, een vrouw die in de gevangenis zit voor de waargebeurde moord op haar eigen kinderen om haar man te straffen voor zijn ontrouw. In de Medea-versie van Dassin wordt voortdurend gewisseld van het repetitieproces naar de werkelijkheid, ook al is die resultaat van zijn verbeelding als scenarist.
In opdracht van het Toneelhuis schrijft Tom Lanoye een toneelstuk dat in een regie van Gerardjan Rijnders als Mama Medea in première ging op 6 september 2001 in het huistheater van het gezelschap, de Bourlaschouwburg in Antwerpen. De Nederlandse première vond plaats op 20 september van datzelfde jaar in de stadsschouwburg van Amsterdam. Zowel Jason [de man] als Medea [de vrouw] vermoorden, op een zoveelste hoogtepunt van hun dispuut over zijn ontrouw, een kind. Beiden zijn dus even schuldig aan de vechtscheiding. Dit in tegenstelling tot het origineel waar Medea de twee zonen vermoordt.
Zowel Jules Dassin als Tom Lanoye hebben dus een eigen toets aan het stuk gegeven. De versie van Simon Stone heeft geen eigen invalshoek, tenzij je vindt dat een hedendaagse setting dat is, maar dan moet je toch al heel lankmoedig zijn. De productie oogt fraai, verrassen doet hij geen moment. De Australische acteur, schrijver en regisseur tilt het verhaal uit het verleden naar het heden en geeft de personages moderne namen. Het is geen radicale bewerking, zoals het programmaboekje de toeschouwer wil laten geloven. Wie het verhaal kent, en welke toneelfan kent het niet, ziet de voorstelling als een familiedrama, zoals er iedere week in elk land wel een paar zijn. De mens is er zo gewoon aan geworden dat hij van het krantenverslag hooguit de in vet gezette eerste alinea leest. Tenzij hij een ramptoerist uit medialand is. Maar dat soort mensen gaat niet naar het theater.
De inhoud heeft dus weinig om het lijf, de vorm wat meer, al is die nu ook niet om over naar huis te schrijven. Een witte ruimte zonder enig attribuut, waarin de acteurs in doordeweekse kledij het drama wind, regen, zon en stroming geven. Een roeping van Stone als regisseur lijkt het wel, alle macht aan de acteurs. Kan goed, kan bloed zijn, maar dan moet je met een sterke cast uitpakken. En dat is in deze versie niet het geval. Marieke Heebink als Anna [Medea] speelt uitmuntend, zonder echter een extra laag toe te voegen aan haar status van steractrice. Hetzelfde geldt voor Aus Greidanus jr., die helaas de rol moet spelen van haar man Lucas, een sukkel, die niet uit zijn woorden geraakt omdat hij geen zinnige gedachte, niet eens een geloofwaardige leugen kan verzinnen.
Gaite Jansen steekt in haar rol als minnares Clara [Glauce] potjeserotiek. Het is duidelijk dat Lucas’ liefde er enkel is omdat zij de dochter van de baas is. Al is zij dat, moet zij echter toch wat meer hebben dan het karakter van stalagmiet, want ambitie slikt veel maar niet alles. Als de dochter van de baas een ijskegel is, zoek je een andere weg om je doel te bereiken. De baas, Christopher, wordt gespeeld door Bart Slegers. Hij doet dat zeer naturel met een geloofwaardige inleving. De kinderen doen hun best, maar met een regisseur in betere doen hadden zij hun rol charme en jeugdige speelsheid kunnen geven. Nu blijven zij steken in vlak spel. Wat jammer is, want hun enthousiasme om te spelen is oprecht. Over de andere acteurs geen kwaad of goed woord, ze zouden maar hol klinken. De regisseur heeft de acteurs kortweg gezegd weinig te eten en te drinken gegeven.
Terug naar het concept, vorm en inhoud. Als even over de helft zwarte sneeuw op het middelpunt van het speelvlak neerdwarrelt en een heuvel vormt, weet de toeschouwer al hoe de voorstelling zal eindigen. De tekst in het programmaboek vraagt niet om verbeelding. De zwarte sneeuw is roet. De moeder en haar twee zoons komen erin te liggen. Wat ook en detail wordt verteld in het programmaboek. De moeder steekt het huis in brand, bij nacht, als de kinderen in haar armen slapen. Het is de enige literaire en theatrale inbreng van Simon Stone. De vrouw uit het waargebeurd verhaal uit 1995, Debora Green, zit anno 2014 al achttien jaar in de gevangenis.
Om het verhaal, de vorm en de inhoud te kennen is het programmaboek voldoende. De voorstelling zelf brengt niks extra bij, en dat is toch wat de toeschouwer mag verwachten. Dat hij meer krijgt dan wat er gedrukt staat. Wat de toeschouwer ziet is een Medea zonder benen of krukken.
Correctie, er is een toegevoegde waarde. Het spel van Marieke Heebink. In het origineel, en alle varianten van het ruim tweeduizend jaar oude stuk is Medea de centrifugale kracht. In de versie van Simon Stone is zij dat als Anna ook, maar zonder zijn inbreng.
Guido LAUWAERT
MEDEA – tekst en regie Simon Stone – productie Toneelgroep Amsterdam – t/m 28 maart 2015 – www.tga.nl