Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
30 septembre 2013 1 30 /09 /septembre /2013 01:12

DSC04201

Aula Chrysant

DSC04224.jpg

Lukas De Vos, voorzitter van het Arkcomité van het Vrije Woord

DSC04207.jpg

Siegfried Raes, Marie-Thérèse en Carina Raes

DSC04187.jpg

Secretaris van de Stichting Arkcomité van het Vrije Woord Adriaan Raemdonck in gesprek met stichtend lid Henri-Floris Jespers

*

 

Na de plechtigheid in Aula Chrysant in het crematorium te Wilrijk vond een ontvangst plaats in het districtshuis te Hoboken. De schepen van Cultuur drukte het meeleven van het gemeentebestuur uit om het heengaan van de schrijver die gedurende vele jaren inwoner was van Hoboken.

DSC04287.jpgDistrichtsschepen van Cultuur Koen Raets

Als blijk van erkenning werd voor enkele jaren en borstbeeld van Hugo Raes onthuld dat zich bevindt in de inkomhal bij de ingang van de raadszaal.

DSC04291.jpgArmand Nauwelaerts, voorzitter van de Literaire kring Hugo Raes drukte zijn hoop uit dat door de activiteiten van de LKHR er een blijvende en groeiende belangstelling voor zijn werk zal ontstaan.

DSC04294.jpgIn een uitvoerig betoog wees Jan Lampo op het belang van Hugo Raes als vernieuwer in de Vlaamse letteren.

DSC04314UIteraard bracht ook Fernand "Ferre" Auwera hulde aan zijn overleden vriend en creatieve spitsbroeder.

Reportage: Frank Ivo van Damme


Partager cet article
Repost0
29 septembre 2013 7 29 /09 /septembre /2013 06:54

 

RAESafscheid.jpg

Gisteren werd in de aula Chrysant van het crematorium van Antwerpen te Wilrijk afscheid genomen van Hugo Raes.

De levensloop van de auteur werd door vrijzinnig humanistisch consulent Bert Thyssen grondig in de verf gezet, waarna Lukas de Vos, voorzitter van het Arkcomité van het Vrije Woord, de literaire verdiensten en het intellectuele engagement van de Staatsprijswinnaar schetste. Tony Rombouts, voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen (waarvan Hugo Raes ere-lid was), declameerde een kortverhaal, waarna twee kleinkinderen namens de familie een emotionele hulde brachten.

*

Hugo Raes heeft intuïtief scherpe inzichten vertolkt in zijn romans. Wat hij tweeënveertig jaar formuleerde naar aanleiding van Reizigers in de anti-tijd heeft niets aan actualiteit ingeboet:

Ik probeer de leefgrenzen te overschrijden, te laten zien dat de wereld niet kleiner wordt - zoals men altijd beweert - maar steeds groter, hoe meer en hoe beter men haar leert kennen. Alles is oeverloos, zowel de microcosmos als de macrocosmos; steeds meer gaat men dat beseffen.

*

Er zullen altijd meer stomkoppen zijn dan wijzen,

meer folteraars dan filosofen,

altijd meer militairen dan wetenschapsmensen,

altijd meer politici dan auteurs,

altijd meer politieagenten dan journalisten,

altijd meer slachters dan dichters,

altijd meer rechtsen dan linksen,

altijd meer dikhuidigen dan gevoeligen,

altijd meer lafaards dan moedigen of omgekeerd,

altijd meer heden dan gewone mensen of omgekeerd,

altijd meer armen dan rijken,

altijd meer wanhopigen dan gelukkigen,

altijd meer doden dan levenden.

 

Hugo Raes

 

*

Tussen de talrijk opgekomen aanwezigen: Marc Andries, Fernand Auwera, Joke van den Brandt, Harry Buyl, Guy Commerman, Frank Ivo van Damme, Paul Goris, Clara Haesaert, Henri-Floris Jespers, Jan Lampo, Karin Lebacq, Pruts Lantsoght, Adriaan Raemdonck, Joëlle en Jap Rau-Lebacq, Willem M. Roggeman, Wim van Rooy, Staf Schoeters, Walter Soethoudt, Jan Vanriet, Ingrid vander Veken en Viviane Vossaert.

Jongere auteurs blonken door hun afwezigheid. Teken des tijds?

HFJ

http://mededelingen.over-blog.com/article-hugo-raes-overleden-120201851.html

http://mededelingen.over-blog.com/article-hugo-raes-in-gesprek-met-piet-teigeler-over-de-nieuwe-mens-120219783.html

Partager cet article
Repost0
28 septembre 2013 6 28 /09 /septembre /2013 22:33

 

7-Zeeuwse-Dichters---boven-v.l.n.r.-Andre-van-der-Veeke--K.JPG

Het hoeven niet altijd Zeeuwse mosselen en Zeeuwse oesters te zijn: in literair café Den Hopsack aan de Grote Pieter Potstraat 24 in Antwerpen waren deze zaterdagmiddag niet minder dan zeven Zeeuwse díchters te vinden. Die traden daar op in het kader van een literair rendez-vous van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen, die dat er regelmatig brengt onder de noemer Publiek Geheim. Hoewel Tijs van Bragt, Kees Klok, Jan J.B. Kuipers (oud-stadsdichter van de Zeeuwse hoofdstad Middelburg), Dieuwke Parlevliet, Theo Raats (huidig stadsdichter van Middelburg), André van der Veeke en Thom Schrijer elk hun eigen, volstrekt particuliere stem hebben viel op welk een invloed de provincie Zeeland op hun werk heeft. Koeien, polder en water doken slag om slinger op. De dichters werden voorbeeldig ingeleid door Frank Decerf, ondervoorzitter van de VVL. Op de foto staand van links naar rechts André van der Veeke, Kees Klok, Theo Raats en Dieuwke Parlevliet, en zittend Jan J.B. Kuipers, Tijs van Bragt en Thom Schrijer.

Partager cet article
Repost0
28 septembre 2013 6 28 /09 /septembre /2013 20:22

 

Bart-Stouten--foto-Bert-Bevers-.JPG

Foto: Bert Bevers


Zie: www.detafelvan1.blogspot.com

Partager cet article
Repost0
28 septembre 2013 6 28 /09 /septembre /2013 17:44

 

VDE_4495.jpg

Het verhaal van Macbeth, de tragedie van William Shakespeare, is zeer simpel. Het titelpersonage is een wrede militaire werkidioot die de koning, vermoordt op aansturen van zijn gemene ambitieuze vrouw, Lady Macbeth. Na de moord sluipt de achterdocht bij hen binnen en vermoordt hij de ene na de andere, tot zij zover in het bloed staan dat ze gek worden. De Lady pleegt zelfmoord en hij wordt vermoord door diegene die hij wilde vermoorden.

Macbeth is het kortste stuk van Shakespeare en hoe het er oorspronkelijk heeft uitgezien weet niemand. Tijd en plaats lopen elkaar in de weg. Vermoedelijk zijn een aantal scènes geschrapt. Heeft de schrijver dat zelf gedaan? Het enige wat we weten is dat hij het stuk schreef voor Jacobus I, die van korte stukken hield. Jacobus I was de zoon van de Schotse koningin Mary Stuart, die de kinderloos gestorven Elisabeth I opvolgde.

Blijkbaar vonden dramaturg Erwin Jans en regisseur Guy Cassiers dat het stuk nog beknopter kon. Zij gingen driftig te werk, schrapten een aantal scènes, ontsloegen het gros van de personages en gooiden zelfs de klinkers uit de titel. Voor wie zich niet vooraf informeert, begrijpt geen bal van MCBTH, de nieuwste productie van Toneelhuis en LOD.

Haast- en spoedwerk

Extra reden voor de warboel is dat ze voor hun versie vertrokken zijn van de slechtste vertaling die ooit in het Nederlands werd gemaakt. Het is haast- en spoedwerk geweest van Hugo Claus en een keer nalezen heeft er blijkbaar niet ingezeten. Had hij dat toch gedaan zou de dichtkunst er niet uit verdwenen zijn. Want het is niet omdat de lijnen rijmen dat er poëzie in zit. Voorbeeld. Aanvang eerste scène. Bij opkomst van de drie heksen. Origineel. 1 Witch: When shall we three meet again? / In thunder, lightning or in rain? – 2 Witch: When the hurlyburlys’s done, / When the battle‘s lost and won.

Vertaling: Heks 1: Wanneer komen wij ons weer tegen? / In donder en bliksem en regen? – Heks 2: Als wij geen oorlogslawaai meer horen, / als de slag gewonnen is en verloren.

Het is onbegrijpelijk dat een man als Claus het wonderschone verzonnen woord van Shakespeare, hurlyburly, heeft vertaald in oorlogslawaai. Had hij gehakketak gebruikt, dan had de tekst nog lekker geswingd. Kortweg gezegd: de vertaling bekt niet, smakt nooit, boert nergens.

Zetstukken in een modeshow

Dat Guy Cassiers vormgeving gestudeerd heeft, toont zich voor de zoveelste maal. Prachtige kostuums, betoverende projecties. Het resultaat is echter dat MCBTH een modeshow is in een designdecor. En daar stopte het voor Cassiers.

VDE_4566.jpg

VDE_4608.jpg

Voor de zoveelste maal zijn acteurs voor hem zetstukken. Hoe zij hun tekst brengen is niet zijn dada. Wat zich natuurlijk tegen de acteurs zelf keert. Het grootste slachtoffer is Tom Dewispelaere als Macbeth. Het stuk raast aan een vaart van 200 kilometer per uur voort en toch gooit Dewispelaere er nog een schepje bovenop. Met als gevolg dat de articulatie verdwijnt en de tonaliteit nasaal wordt. Katelijne Damen als de Lady tapt uit een ander vaatje, net als de overige acteurs, Kevin Janssens, Johan Van Assche en Vic De Wachter. De laatste heeft duidelijk begrepen hoe Shakespeare koning Duncan zag: goedlachs, op het boerse af. Afijn, een vroege voorvader van Albert II.

Scherpe muziek

Gelukkig wordt de voorstelling gered door de muziek. Componiste Dominique Pauwels heeft scherpe muziek geschreven. De spanning wordt er door behouden en de sfeer brengt het stuk terug waar het hoort: in nevelige velden, vochtige kelders en op duistere zolders. De drie heksen zijn zangeressen geworden. Zij krijsen niet, zoals ouwe tantes gewoon zijn te doen, maar vloeien vlot van hemel naar hel, van droom naar nachtmerrie.

VDE_5279.jpg

VDE_5149.jpg

De muziekuitvoering door Spectra, o.l.v. dirigent Filip Rathé, is zuiver, op het uitstekende af. Strak waar het moet, het goede tempo op het juiste moment, waardoor de compositie een homogeen geheel is.

De magische driehoek

Het schitterend muzikale deel verbergt echter de reden niet van het falen van deze productie. Het overboord gooien van de magische driehoek waarop het stuk gebouwd is, zijnde drie kwade geesten; de heksen = waanbeelden, drie kwade feiten; jeugd, ambitie en geweld, en drie kwade toestanden waar Macbeth blind voor is. De kunde van zijn tegenstander Macduff. Dat hij door een keizersnede ter wereld kwam. Het gebruik van takken en jonge bomen om het oprukkend leger er groter te laten uitzien dan het in werkelijkheid is.

De briljante vondst van Shakespeare, camouflagetechniek, komt zelfs nauwelijks aan bod, tenzij je de schoksgewijs naderbij sluipende houten lattenmuur ziet als ’t groot Birnamwoud. Maar daarvoor moet je het stuk al goed kennen en een kubieke meter of twee verbeelding hebben.

Oogpunt en invulling

Dat een dramaturg en een regisseur op de loop gaan met een stuk is niet meer dan normaal, zolang de ziel behouden blijft. Dat is met MCBTH niet het geval. Het is vanuit dramatisch oogpunt bekeken een elitaire arrogantie en vanuit scenische invulling een modieuze poppenkast. De drie sterren zijn dan ook voor de compositie, de muzikanten en de zangeressen, en de acteurs [op één na].

Guido LAUWAERT

Partager cet article
Repost0
27 septembre 2013 5 27 /09 /septembre /2013 21:18

 

Bob-Mendes.jpg

Bloed, zweet en tranen, de nieuwe roman van Bob Mendes (°1928), erevoorzitter van de stichting De Diamanten Kogel, ligt sinds een paar dagen in de boekhandel. Ook nu gaat het om een mix van feiten en fictie. In Mendes' boeken traden de jongste jaren autobiografische elementen alsmaar duidelijker op de voorgrond, vooral dan wat betreft de lotgevallen van zijn familie tijdens de bezettingsjaren. De schrijver werd zich ook gaandeweg scherper bewust van zijn Joodse roots. Bloed, zweet en tranen confronteerde Mendes met pijnlijke herinneringen aan die periode die hem als prille tiener markeerde. In een gesprek met Peter Briers (Gazet van Antwerpen, 23 september) onderstreept de veelzijdige romancier:

Het is gebaseerd op mijn herinneringen aan de bombardementen en de jarenlange ellende die we als familie moesten doorstaan. Een echte biografie zou nog dramatischer geweest zijn. Het genre vraagt dat ik ook had moeten schrijven wat ik in die tijd zelf heb gedaan. Maar daar wilde ik niet aan beginnen. Tijdens het schrijven zelf kan je de eigen gevoelens nog enigszins onderdrukken. Het technische aspect haalt de bovenhand. Pas toen het boek klaar was, werd ik er erg emotioneel van. Je schrijft de herinneringen niet van je af, integendeel, je haalt ze opnieuw dichterbij.

Bob Mendes heeft tweemaal de Gouden Strop (1993, 1997) en éénmaal de Diamanten Kogel (2004) gekregen.

*

Dror Mishani is redacteur van fictie en vertaalde misdaadverhalen bij de Israëlische uitgever Keter Books. De verdwenen zoon is zijn eerste roman, en meteen ook de eerste in een serie over politie-inspecteur Avraham Avraham.

De zestienjarige Ofer verdwijnt op weg naar school in een voorstad van Tel Aviv. Politie-inspecteur Avraham Avraham begint een routineonderzoek, maar raakt gaandeweg steeds verder van de waarheid verwijderd... De verdwenen zoon werd door The New York Times geprezen als 'een stevige brain teaser en een beklijvend psychologisch portret'.
De uitgever onderstreept dat het debuut van Mishani een spannende pageturner is, waarin een treffend beeld wordt geschetst van het kleinstedelijke leven in Tel Aviv en de spanningen in Israël. Met Avraham Avraham schiep de auteur een onvergetelijk personage, dat met middelmatige capaciteiten uitzonderlijke daden weet te stellen.

Henri-Floris JESPERS

 

Bob MENDES, Bloed, zweet en tranen, Antwerpen, Manteau, 367 p., 17,99 €

Dror MISHANI, De verdwenen zoon, De Bezige Bij Antwerpen, 2013, 226 p., 15,95 €

Partager cet article
Repost0
27 septembre 2013 5 27 /09 /septembre /2013 20:15

DSC06611.JPG

Toespraak n.a.v. de inhuldiging van CASULA [Latijn voor klein huisje], een chillruimte voor de leerlingen van de Tuinbouwschool van Melle [Oost-Vlaanderen]. De opdracht luidde een pleidooi te houden over Kunst en Onderwijs als onlosmakelijk met elkaar verbonden elementen, en aan het eind het kunstwerk erin te betrekken.

DSC06610.JPG

Dames en heren,
In de bibliotheek van de WC in de gang naast mijn voordeur…

staat een bescheiden maar zéér leerzaam boek.

Het is in 1989 verschenen.

Haast een kwart eeuw geleden.

Aan actualiteitswaarde heeft het echter geen letter ingeboet…

voor iedereen die het lezen machtig is…

en zeker voor de natuurliefhebber die niet een paar uur…

maar een hele dag, en desnoods de daaropvolgende nacht,

ligt te loeren naar de groei van een Sequoia

of de verschijning van een vos.

De titel is: HOW TO SHIT IN THE WOODS.

De ondertitel luidt: An environmentally / sound approach / to a lost art.

Typisch een onderwerp voor mannen zie ik u denken.

Helaas, daar vergist u zich in.

How to Shit in the Woods is geschreven door een vrouw, Kathleen Meyer.

Het boekje is dus een heilzaam…

voor mannen zowel als voor vrouwen.

Het ultieme bewijs is hoofdstuk 5:

For Women Only: How Not to Pee in Your Boots.

 

Dieper in ons huis, in mijn werkkamer,

is een rek voorbehouden vóór en over het werk van William Shakespeare,

een toneelschrijver waar u ongetwijfeld al van hebt gehoord.

Een van de studieboeken is bijzonder boeiend…

voor de leidinggevenden uit de bedrijfswereld,

zelfs hij of zij die het theater enkel kent van de voorgevel.

Het heet: Shakespeare on Management.

Het handelt over zakelijke aspecten in het werk van de Engelse bard…

en wordt gebruikt tijdens managerscursussen.

Zo wordt gewezen op het titelpersonage van diens toneelstuk Hamlet,

een jongeman die bestemd is om de familiezaak over te nemen,

maar faalt omdat hij verloren loopt in twijfel.

Dit probleem wordt samengebald in de poëtische zin:

To be or not to be… that’s the question.

Zo goed als waardeloos zou Shakespeare’s toneelstuk Julius Ceasar zijn,

ware het niet dat het vergeven is van gemene aandeelhouders,

wat politici in wezen toch zijn, want een staat is een bedrijf.

De tragedie Macbeth focust zich op een jonge gedreven generaal

wat gelijk staat voor manager –

en zijn al even jonge mateloos eerzuchtige vrouw, Lady Macbeth.

Eenvoudig gezegd: deze tragedie draait rond de elementen…

Jeugd, Ambitie en Geweld.

En is King Lear niet het mooiste voorbeeld van een CEO…

die de winkel van zijn vader heeft uitgebouwd tot een wereldconcern,

en met zijn pensioen voor ogen

de grootst mogelijke vergissing begaat.

Hij verdeelt zijn rijk, zijn bedrijf onder twee van zijn drie dochters…

zonder daar iets in ruil voor te eisen.

Het resultaat laat zich raden.

Zijn dochters zijn hem binnen de kortste keren kotsbeu,

en wijzen hem de deur.

Geboren in een kasteel sterft hij in een stal.

 

Deze twee boeken als voorbeeld hoe kunst een leerschool kan zijn.

Dat geldt ook voor de andere takken van het kunstpallet.

Het beeld van Auguste Rodin, De denker,

is een schoolvoorbeeld van het belang van het denken.

De houding namelijk suggereert probleemanalyse.

Niet uitzonderlijk gebeurt dit op de meest intieme plaats,

want wie goed kijkt ziet een man zittend op een WC-pot.

Lach niet!

Toonde Pontius Pilatus aan de samengestroomde meute,

niet de gegeselde Jezus… daarbij uitroepend,

om boven het getier uit te komen:

Ecce homo! Zie de mens!

Niet onlogisch is de gedachte dat Pilatus…

met die kreet niet zozeer Christus voor ogen had…

maar eerder de meute.

Heel wat kunstenaars volgen die richting.

Het mooiste voorbeeld…

is de roman De meester en Margarita van Boelgakov.

In het tweede hoofdstuk schaamt Pilatus zich zozeer voor zijn gedrag

dat hij – na de dood van Christus – Judas wil laten ophangen.

Judas is in Pilatus’ ogen niet zozeer de aanstichter van het kwaad…

maar staat hij symbool voor het gemeen van de gemeente.

 

Kortom! Kunst is er niet voor de kunst.

Kunst, dames en heren, is er als pepmiddel om wijsheid te vergaren.

Niet enkel door volwassenen maar ook door de jeugd.

Wijsheid, door middel van kunst,

leidt altijd tot een vredevoller wereld.

De verwanten kunnen de jongeren daarbij helpen…

samengevat in het mooie woord… opvoeding.

Als het de verwanten helaas aan wijsheid ontbreekt,

ligt de weg naar oorlog open en bloot.

Eender welke oorlog. Een familieruzie is een oorlog in het klein.

Maar zelfs wanneer de verwanten een zekere wijsheid hebben,

en die willen doorgeven aan de jongeren, lukt dat zelden.

Je kan nu eenmaal een jongere niet dwingen kunst te consumeren.

Geen argument of vuist helpt.

Het is dus voor de wijze en de minder wijze verwant…

een pijnlijke affaire wanneer hij of zij ziet…

dat zijn kind wijsheid zoekt in drank en drugs.

In tegenstelling tot wat wordt gedacht…

zijn het geen pepmiddelen.

Tegen die foute gedachte helpt maar één middel: Onderwijs.

Onderwijs is evenwel geen oplosmiddel.

Het kan hooguit een hulpmiddel zijn…

als het wordt bereid door een samenwerking van opvoeding en onderwijs.

Twee werelden…. laat dat duidelijk zijn.

Opvoeding is geen onderwijs en onderwijs geen opvoeding.

Om echter het verschil tussen domheid en wijsheid te verkleinen…

is een samenwerking noodzakelijk…

en de weg daartoe is de kunst.

 

Theater, in al zijn vormen… toneel, musical, dans, cabaret…

omvat alle kunstvormen.

Bovendien niet enkel de filosofische maar ook de meer aardse vormen.

De vormen verwant met de natuur en het landschap.

De beroemde Franse blijspeldichter uit de 17de eeuw… Molière…

gaf ter verheldering hiervan de aanzet.

In het koninklijk theater van Versailles…

waren de beroemde tuinen van de koning links van het toneel…

en de binnenkoer van de koningin rechts.

Om zijn spelers tijdens de repetities te helpen…

sprak hij daarom van ‘côté de la Reine’ en ‘côté du Roi’.

Na de Franse revolutie werd al wat naar het koninklijk verleden verwees, vervangen door ‘Côté cour’ en ‘Côté Jardin’,

termen die tot op de dag van vandaag gebruikelijk zijn in het theater.

 

Het herstel van schooltoneel

zoals dat bestond tijdens de bloeiperiode van de jezuïetencolleges –

zou een prachtige stap voorwaarts zijn om de noodzaak…

van kunst in onderwijs… en onderwijs in kunst

aan te tonen en te bevestigen.

Het helpt namelijk zowel ouderen als jongeren de levensstijl te verbeteren.

Ontwerper en vormgever Jan De Maeyer

heeft kunst in onderwijs een beeld gegeven.

En samen met hem de uitvoerder Wim Govaert.

 

Door hen, dames en heren,

is aangetoond dat Kunst en Onderwijs, broederlijk verenigd,

op alle gebied aanwezig zijn in onze cultuur én natuur.

Casula, het kleine openluchthuis als Droomtuin,

bevordert de wijsheid. Maakt onderwijs bovenwijs.

Guido LAUWAERT

 

Partager cet article
Repost0
26 septembre 2013 4 26 /09 /septembre /2013 13:41

 

HugoRaes

De vrijzinnige afscheidsplechtigheid met gelegenheid tot groeten van de asurne heeft plaats op zaterdag 28 september om 12u45 in de aula Chrysant van het crematorium van Antwerpen, Jules Moretuslei 2 te Wilrijk.

Samenkomst in de wachtzaal van de aula vanaf 12u30.

*

Als ik doodga

hoop ik dat je erbij bent

dat ik je aankijk, dat jij mij aankijkt

dat ik je hand voelen kan.

Dan zal ik rustig doodgaan

dan hoeft niemand verdrietig te zijn.

Dan ben ik gelukkig.

 

Remco Campert

Partager cet article
Repost0
26 septembre 2013 4 26 /09 /septembre /2013 12:34

 

DSC04084.jpg

Dr. Willem van der Eyken (r.) in gesprek met Jan Parez

Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de geboorte van Ernest van der Eyken hield dr. Willem van der Eyken tijdens de talrijk bijgewoonde september-bijeenkomst van de Culturele kring Exlibris een causerie over zijn vader. Ernest van der Eyken was gedurende vele jaren een trouwe bezoeker was van deze maandelijkse bijeenkomsten.

DSC04093.jpg

Willy Braspennincx, Joke van den Brandt en Paul Esterbecq

Met projectie van foto’s uit het familiearchief overliep de spreker het rijkgevulde leven van de begaafde violist, dirigent en componist. Ernest van der Eyken was een gepassioneerd kunstenaar die in de muziekwereld van zijn tijd een belangrijke rol heeft gepeeld. Door zijn internationale belangstelling (deels ontstaan door zijn voorzitterschap van SABAM), kwam hij in aanraking met grote componisten zoals Zoltan Kodaly, Morton Gould, Horowitz en met andere creatieve kunstenaars, letterkundigen, schilders , beeldhouwers en velen werden ook vrienden. Naast lesgeven, optreden, dirigeren enz. werkte hij voor de BRT en de pas opgerichte Belgische televisie. Hij is van zo grote betekenis geweest voor het artistieke leven in ons land, in het bijzonder voor de muziek, dat in 2011, onder impuls van Willem Van der Eyken besloten werd tot de oprichting van het Ernest van der Eykenfonds. Dit fonds wil in de eerste plaats de herinnering aan de componist levend houden. Verder wordt het werk van kunstenaars in het algemeen ondersteund door lezingen, voorstellingen enz.

DSC04096.jpg

Irène Broer, Elske van Royen, dr. Paul Hoffbauer, Mieke van Dessel en Gert Vingeroets

DSC04087.jpg

Freddy Van Bogget, Chris Torfs, Wim De Cock en Min, Jetje van Wesemael en Rita Heeb

Elk jaar wordt een concert georganiseerd waarop o.a. werk van E. van der Eyken wordt gespeeld. Vanaf dit jaar werd ook een Prijs Ernest van der Eyken opgericht ter aanmoediging van jonge componisten.

JvdB

Foto’s F.I. van Damme

*

Jaarconcert met uitreiking “Prijs Ernest van der Eyken-2013” op zondag 27 oktober 2013 in de concertzaal van de Muziekacademie Ekeren. Tijdens dit concert zullen o.a.liederen van E.v.d.E. gezongen worden door Anne Cambier. Er wordt ook werk uitgevoerd van de bekroonde jonge componist Nils Van der Plancken

*

Zie de blog van 8 februari 2010:

http://mededelingen.over-blog.com/article-componist-ernest-van-der-eyken-overleden-44547580.html

Partager cet article
Repost0
25 septembre 2013 3 25 /09 /septembre /2013 18:24

 

Er is iets aan de hand met de Vlaamse thriller, en wel dit: gaat het nog wel om thrillers ? Of heeft Maj Sjöwall toch gelijk als zij klaagt dat ook in Skandinavië het genre afglijdt naar meisjesboeken. “Het gaat alleen nog om liefde en relaties”. Weliswaar verwrongen liefdes en bizarre relaties, maar Sjöwall legt de vinger op de wonde: de misdaad is vervangen door een innerlijke pervertering van gevoelens. Die niet extreem genoeg kunnen zijn. Als ik straks het overzicht van het jaar moet schrijven, zal de titel ongetwijfeld luiden: “De tergende terugkeer van Sigmund Freud”.

Vijf recente voorbeelden bevestigen in elk geval deze trend. Van Bram Dehouck (Hellekind), Paul Jacobs (Dood van een Egoïst), en Inge Legrand (De Buurman) heb ik eerder al de maat genomen – de eerste twee zijn met glans toegekomen aan een beangstigende afrekening tussen vader en zoon, de derde is verzand in een kwebbelende damesbladrubriek.

Het dichtst bij Dehouck, maar zonder diens exquise beknoptheid, leunt Casteleyn aan. Een onthutsend verhaal van fantapolitica, waarin eugenetica, amper verhuld racisme en moderne slavernij tot obsessieve uitwassen leiden, die nauwelijks het ultieme paternalisme van de Malthusianen kunnen verhullen. De handleiding voor Casteleyn is Kaspar Hauser, naar wie de viroloog Gerard de Vreese zijn zoon, de mulat Kasper, noemt. Casteleyn maakt een bittere ontleding van het universitaire labomilieu, een broeihaard voor ongezonde experimenten waarin plichtenleer het moet afleggen tegen de hubris van dokter Frankenstein of Joseph Mengele. De Vreeses angst voor overbevolking (de doem van de statistiek) wil hij tegengaan door een bacteriologisch wapen in te zetten. Hij test een dodelijk virus eerst uit op muizen en konijnen, dan op de zoon van zijn diensthoofd Juan. Dat die zoon Segismundo heet, berust niet op toeval: de Freudiaanse leer wordt omgezet in een keten van motieven. Er is de letterlijke moord op de vader (ook op zijn eigen, dictatoriale verwekker – om Nietzsche, weliswaar zonder diens ironie, te parafraseren: “Du gehst zum Vater ? Vergiss die Peitsche nicht !”; een sadistische afrekening die Gerard ook gevoelloos op zijn vrouw toepast). Er is het gesuggereerde maar ingehouden incest met de moeder. Er is de Traumdeutung die in de vorm van voorspellende nachtmerries de dieptepsychologische, onbewuste drijfveren en trauma’s van Gerard blootlegt.

Gerards eigen zoon, Kasper, wordt met zijn Kongolese moeder opgesloten in een atoomschuilkelder, en er als het ware in een afgeschermd Lebensborn-tehuis grootgebracht. Maar niet zonder het cynisch kantje dat de opgroeiende Kasper een bochel ontwikkelt, omdat hij groter wordt dan het plafond toelaat. Het meelijwekkend monster wordt voorbereid om als Übermensch later de gereinigde wereld naar vaders inzichten te bestieren, maar, zoals het open einde laat uitschijnen, zal dat niet minder koudbloedig zijn. Overigens is de zoon, net als de stomme Kaspar Hauser, niet van zins een vader echt te erkennen.

De zwakheid van Casteleyns vrij doorzichtige variatie op het thema van de laatste mens (nou ja, mens) zit hem vooral in de onmondigheid om er een echt spannend verhaal van te maken. Gerard neemt voortdurend ongeordende beslissingen, zoals zijn overhaast vertrek uit Japan, of de naïef vanzelfsprekende opsporing van zijn gevluchte vrouw en zoon. Niemand lijkt iets ongewoons te merken. Blijkbaar trekken Gerards zeer laakbare praktijken niet eens het wantrouwen van zijn omgeving, laat staan van een politie-onderzoek. Casteleyn is zo opgegaan in de ontwarring van de verknipte driehoeksverhouding vader-zoon-huisslavin, gealterneerd met de vrouwelijke drievuldigheid moeder-hoer-heilige, dat hij de grondregels van een stevig verhaal aan zijn laars lapt. Wat overblijft is een overvoed, soms schreeuwerig pleidooi van puberale weerzin en onverwerkte intelligentie. “Het lot is als de schijngestalten van de maan”, luidt het motto uit de Carmina Burana. Dat moet een vergissing zijn. De verharde leer van Gerard blijft onveranderd zwart, zoals de nieuwe maan. Het lot van de mens, als ik met goede wil meegaan in het motto, is dan ook dat ondanks alle peripetieën, de mens aan zijn lot niet kan ontsnappen, dat uiterlijkheden of maatschappelijk gedrag of het diepste innerlijk niet anders kunnen omhullen dan een versteende kern. Die echte communicatie onmogelijk maakt, en noodwendig zelfvernietigend werkt. Daar brengt de zestiende verjaardag, de grote stap naar volwassenheid na een lange, rituele initiatie, geen verandering in.

Heel anders, maar niet minder Freudiaans doordrenkt, is de betere seksroman van Sarah Denoo, Hardziek. Seks is de grondtoon waarop alle leven trilt. Helaas verzinken zowat alle vrouwelijke thrillerauteurs van bij ons (Legrand, Aebi, Ceurvels, Dams, zelfs die doodbrave Verbeeck) in een papje van amechtig, vermolmd taalgebruik zodra de broek afzakt. De inhibities doen de mond verschrompelen als een overjaarse balzak. Het resultaat is vervelender en stijver dan een goedkope pornofilm. Niet zo bij Denoo. Met wat een enthousiasme gaat zij er tegenaan ! Wervelend als Salomé, hondsbrutaal als de snollen van Bredero, onbeschroomd als de heksen van Eastwick. Ik zat net de tweede aflevering te bekijken van de Millennium-reeks, terwijl ik Hardziek aan het lezen was. Ik was verrast hoe gelijklopend het personage van Clara bij Denoo reageert met de Lisbeth Salander van Stieg Larsson. Vrijgevochten, getormenteerd, niets ontziend, en tegelijk heel diep bijzonder kwetsbaar.

Denoo leeft zich niet alleen uit in een verbaal spetterend vuurwerk van geweld en ongezouten erotika, ze doet dat bovendien met een ongewoon gevoel voor humor. Als verveeld society-meisje meent Clara iets te moeten doen aan haar fysiek. Met vriendin Min wil ze gaan lopen. “Bij Start to Run moet ik aan vegetarische propaganda denken. Terwijl de stemmen in je hoofd je vertellen dat je goed bezig bent, krijg je in diezelfde monoloog een recept voor linzen in je maag gespitst. Dat zijn rechtse praktijken” (blz. 114). Er bestààn dus vrouwen met humor. Clara houdt er een opgewonden knipperlichtrelatie op na met haar getrouwde collega Vince – en dat vrijblijvend geneuk wordt steeds dwingender: voor hem om afstand te nemen, voor haar om zich te binden.

Maar ook Denoo ruilt de spanning in voor dieptepsychologie. De ontknoping was zo futloos als de beschrijving van Clara’s reis naar Zuid-Frankrijk hilarisch is, of haar familierelaties rijk zijn. Vooral de verhouding met haar spiegeltweelingzus Louise. Die zus verbergt al twintig jaar een geheim, dat ooit tot uitbarsting moet komen. Want het “is niet omdat je eerlijk bent dat je met alles wegkomt”. De afloop is een ironische toepassing van allesverterende pathos die het Triebschicksal, de lotsbestemming van elke drift, oproept. Of zoals Paul Ghysbrecht schreef: “Een eerste lotsbestemming van de driften is het uitleven”. Let op de dubbelzinnigheid van dat woord: uitleven. Vervulling lost de aandrang op. Dat leidde bij de Duitse dichter Heinrich von Kleist tot dubbelzelfmoord. Een drastische stap die vaak niet meer dan een individuele wellustbeleving maskeert.

Maar waarom zouden twee identieke tweelingen tot zelfvernietiging overgaan ? Het ultieme dubbelgangersmotief wordt door Denoo uitgepuurd. Zij laat Clara consequent haar zus Clara noemen, wat de symmetrie van beide vrouwen nog versterkt. Zij zijn elkaars pasvorm, en delen identieke driften en onzekerheden. Beiden lijden aan een onuitspreekbare dwangneurose. Hoe verberg je of hoe onthul je een geheim voor wie je spiegelbeeld is ? Ook Denoo valt terug op de inzichten van Freud en Lacan (ze is wel zelfrelativerend genoeg om al haar kennis uit Wikipedia te halen en dat letterlijk te citeren), maar ook op die van Mengele. Eeneiïge tweelingen laten juist toe de correlatie tussen genetische en omgevingsfactoren het best tegen elkaar af te wegen. Hun symbiose heft helaas ook de objectivering op die uit experimenten wordt afgeleid, en leidt tot de onmenselijke proeven die Mengele ondernam. Denoo kiest geen stelling in het raadsel. Zij stelt voortdurend elke bevraging uit. Ze interioriseert hooguit de onweerstaanbare drang tot zelfaffectie, nymfomanie, zelfbevrediging – de hoefafdruk van de kameel in de spannende broek, de manie om zich steeds volledig te scheren. Om het “naakt willen zijn en beginnen”.

Door dat uitstel keert Denoo ook alle regels van de thriller om. Ze verdaagt onophoudelijk de aanpak van de misdaadontcijfering. Van misdaad is er zelfs geen sprake, tot het bittere einde. Er is alleen een geheim, een drift, waarover geen beide tweelingzussen tot het uiterste wil nadenken. Zij zetten hun onmogelijke openheid voor elkaar opzij. Maar “Lärm mordet Gedanken”. Al kan het rumoer van het jachtig leven uiteindelijk de gedachten niet blijvend verstikken. Dan ruimen de gedachten plaats voor obsessie, obsessie voor narcistisch fetisjisme, fetisjisme voor doodsdrang. De vraag is dan alleen wie tot de finale stap overgaat, en waarom.

De enige bezwering van de mateloze seksuele bevrediging, het surrogaat voor de eenwording, is de castratie. Maar ook die blijft fantoompijn uitlokken. En dus aanbidt Clara, zoals bij Félicien Rops (L’Idole), de goddelijke fallus. “Zijn erectie ziet eruit alsof ze zeer doet. Ik vind dat altijd zo sexy wanneer ik zijn fallus in zijn broek zie staan. De sfeer en de dvd zijn geladen, en zijn revolver ook” (blz. 20). Het elkaar aftasten, per sms, langs het internet, onder tafel, het voert tot hijgerige hoogtepunten, zelfs in de meest onzindelijke omgeving. In een “muf bierkot”, bij voorbeeld. “Hij wil dat ik daarop ga zitten. Op die lavabo. Ik zeg dat ik echt niet met mijn kont in die vuile gootsteen wil gaan zitten, maar uiteindelijk bezwijk ik toch”. De wasbak ook. “Ik lig ook op de grond, nog altijd met mijn gat in die vuile lavabo (…) De breuklijn van de lavabo heeft mijn linkerbil een ferme neep

gegeven” (blz. 49). Maar naarmate het verhaal vordert neemt de woede van de moedeloosheid toe, en verslapt ook de strakheid van de stijl. Seks als verdringing, sublimatie, of gewone doelloosheid ? Toch gaat Denoo niet kopje onder, de knappe vondst om met de Proloog te eindigen, verknoopt opnieuw de twee delen, ‘Hard’ (als Vinces penis) en ‘Ziek’ (als Klara’s geest). Twee belaste onderdelen.

Dat de roman niet ten onder gaat aan enerverende diepzinnigheid heeft hij te danken aan de rauwe, rabiate, en gewild vrolijke stijl van wat in wezen een onvatbaar drama is. De neiging is dan groot om autobiografische achtergronden op te zoeken (Sarah Denoo heeft inderdaad een tweelingzus). Niet doen. De dochter van mijn ouwe vriend Joris Denoo, zelf geen onverdienstelijk schrijver, heeft de juiste toon geraakt: die van de verwarde internetgeneratie, zonder richting, zonder ideologie, zonder dienstbaarheid. “I want it now”. Met een peilloos verlangen naar de utopische harmonie van sluitende zingeving. Maar meteen heeft Denoo de hele traditie van de thriller op losse schroeven gezet. En eigenlijk, geef ik graag toe, is dat geen kleine verdienste.

Lukas DE VOS

Dimitri Casteleyn, De Verjaardag. Antwerpen, Vrijdag 2013, 174 blz.

Sarah Denoo, Hardziek. Gent, Borgerhoff & Lamberigts 2013, 222 blz.

.

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche