Yves Beaunesne
De liefdeshistorie van Romeo en Julia is wereldwijd bekend. In alle mogelijke variaties. De meest bekende zijn West Side Story en Titanic. Het verhaal van William Shakespeare is niet kapot te krijgen, maar wel de voorstelling. Regisseur Yves Beaunesne is daarin met glans geslaagd.
Een iconische Shakespeare-klassieker à la Belge, staat er in de promotekst. Op z’n Belgisch is Roméo et Juliette zeker. Frans en Nederlands worden door elkaar geklutst. De ene clan spreekt Frans en de andere Nederlands. En elke acteur kent wel een woordje uit de andere taal; een schalkse uitdrukking, een vloek, een verwijt. Daar blijft het bij. De vete tussen beide clans is zo goed als gesneuveld, door de gulzigheid van de regisseur. Hij wilde een oogverblindende Shakespeare maken. Hij mist daar echter de verbeelding voor. Bovendien ruik je een berg ijdelheid, hoger dan de Mont Blanc.
Zoals met vele toneelauteurs van naam en faam, moet een regisseur vanuit de bescheidenheid beginnen. Wat Yves Beaunesne heeft getracht is Shakespeare taalkundig te overtreffen. Het resultaat is dat het Frans noch het Nederlands bekt, zingt en swingt. Het is zelfs zo erg dat er geen lichaamstaal bij past. De acteurs kunnen door de pretentie van de regisseur niet de juiste houding, het passende gebaar vinden. Kortom, taal en beeld plakken langs geen kanten.
Yves Beaunesne wilde mordicus pronken met zijn kennis. Stijlen, modes, genres overspoelen elkaar, met als gevolg een slijkboel zoals een natuurramp niet voor elkaar krijgt. Klap op de vuurpijl is dat de haat niet zuur is en de liefde niet zoet. Inleving en medeleven zijn voor de toeschouwer volkomen onmogelijk. Moest deze voorstelling eind van de jaren zestig op het Amsterdamse toneel hebben gestaan, er zouden tonnen tomaten op het podium zijn beland. Deze productie is zo slecht dat ze niet eens een publieksopstand waard is, want zo die er is, betekent dat extra publiciteit, wat wel eens zou kunnen zorgen voor een volksverhuizing. En dat is wat absoluut vermeden moet worden.
Het Belgisch soepje wordt gespeeld door een mix van Belgische en Franse acteurs. Wat een bijkomend gebrek schept, want de Vlaamse Belgen acteren met een beheerste souplesse [zonder engagement in blik en gebaar] terwijl de Franse niet voorbij het boulevardgenre geraken. Om een productie te maken met een gezelschap dat bij elkaar getelefoneerd wordt, moet je sterk in je schoenen staan. De vraag is of Beaunesne schoenen heeft. Uit wat getoond wordt, Shakespeare à la Molière, mais sans ses manières, lijkt het wel dat hij wel sokken heeft, maar dat ze vol gaten zitten.
Dergelijke productie als gastvoorstelling binnenhalen beledigt het gezelschap. Hij was waarschijnlijk geboekt vóór de première, omdat er enkele bevriende acteurs in meespelen. Na de eerste voorstelling bleek dat een blunder van jewelste te zijn geweest. Daar zal de staf van het NTGent zich nu voor schamen, daar kan je je hand voor in het vuur steken, want de leden hebben hun kat gestuurd. Er was niet eens een programmablaadje. Het is voor de toeschouwer dan ook raden wie er op het toneel staat. Enkel van acteurs die al eens een rol in een film of televisieserie hebben, weet men de naam.
En nu we bij de acteurs zijn beland. Evelien Bosmans [Juliette] heeft een vuile uitspraak en Gilian Petrovski [Roméo] is dan wel een schone jongen, maar hooguit geschikt voor een modeshow in een provinciegat of de presentatie van een nieuw soort wafelijzer. Werkelijk, was ik niet in opdracht van Knack/Focus gegaan, ik was al vrij vroeg in de voorstelling gevlucht en een kroeg ingedoken.
Eén troost: de slechtste voorstelling van het seizoen hebben we al gehad. Het publiek is bij deze gewaarschuwd. Roméo et Juliette is geen twintig, geen tien, geen halve euro waard. Absoluut te mijden.
Guido LAUWAERT
ROMÉO ET JULIETTE – een productie van Centre National de Poitou-Charentes in coproductie met Théâtre de Liège – geen website vermeld