In het raam van Café Cocteau presenteert De Bijloke Un Ballet Réaliste, gerealiseerd door het gelegenheidsgezelschap Les Trois Sirènes. Drie jonge vrouwen, harpistes van beroep, maar die ook zingen, dansen, acteren en allerlei toeren uithalen, tekenend voor de tijd waarin Les Ballets Russes het Parijse theaterleven een eeuw geleden verse lucht inblies. Zij doen dat volgens de luchtvaartacrobatiek van de surrealisten. Helaas, zonder de Franse slag, waardoor de voorstelling koud blijft.
Jean Cocteau [1889-1963] is een cambrioleur. Hij steelt van anderen en zet hun ideeën naar zijn hand en presenteert ze alsof ze uit zijn koker komen. Telkens waren ze in samenwerking met anderen gemaakt of door anderen geïnspireerd. Zij hebben het op eigen kracht gemaakt, door hen heeft hij het gemaakt. Dat wisten de grootmeesters al, maar Cocteau was een charmeur, schreef essays over de mechaniek van de tragiek van Satie, Picasso, Stravinsky, Poulenc, Honegger, Milhaud. Ook werkte Cocteau als journalist en verzorgde de kunstrubriek in de krant Paris-Midi.
AANHANGWAGEN
Is inbreker een te zwaar woord voor deze intelligente man die het goed kon zeggen, ongetwijfeld is ‘aanhangwagen’ het juiste. Hij schreef het scenario voor het ballet Parade, waarvoor Satie de muziek componeerde en Picasso de muziek en de kostuums ontwierp. Het stuk ontketende een groot schandaal. Het bewijs dat Cocteau een aanhangwagen was, is dat de muziek, de decors en de kostuums van Parade in het collectief geheugen van generatie op generatie overgaan, maar nauwelijks iemand weet wie het ballet heeft geschreven. Zijn poëzie lijdt aan dezelfde ziekte. Wie ze leest denkt meteen aan een andere dichter, met op kop Apollinaire. Nu heeft elke kunstenaar leentjebuur gespeeld, maar Cocteau miste eigen drijfkracht. Hij besefte dat zelf en het is cryptisch terug te vinden in een bekende uitspraak van hem: ‘Ik ben een leugen die altijd de waarheid spreekt.’
DE CULTUS VAN DE VONDST
Al mag Jean Cocteau nu ook weer niet helemaal geminimaliseerd worden. Bij hem prevaleerde de cultus van de vondst. Hij werkte vanuit de gedachte van het contrapunt. Men moest het slecht vinden. In een tijd waarin de conservatieven zich vastklampten aan tradities en oude rituelen, werd men algauw bestempeld als idioot. Het zadelde Cocteau op met een zware depressie, die hem uit Parijs verdreef. Hij vestigde zich in Milly-la-Forêt, waar hij tot zijn dood bleef wonen. Zijn huis is sinds een tiental jaar een museum. Wie het bezoekt vindt een tijdsbalk die begint bij Dada en eindigt bij het knusse gezinsleven met zijn reinheid en regelmaat van de jaren vijftig van de 20ste eeuw. Te afgeborsteld, waardoor ze de aanzet waren van de sociale revolutie van de jaren zestig. Het meest toonaangevende bewijs hiervan is de Beat Generation.
TOEMAATJE
Les Trois Sirènes hadden voor ogen de tijd van Cocteau en Les Ballets Russes te reconstrueren, met op de achtergrond Parade. Daarin zijn ze redelijk tot goed geslaagd. Wat ze echter fout hebben gedaan is het krankjorume, de relativering, de agressie, het jongleren, het agressieve van Cocteau en zijn vrienden te imiteren. De werken en het denken van die club heeft zijn invloed gehad op alle lagen van de maatschappij. Er verbaasd over te staan zit er daarom niet in de voorstelling. Om te kunnen verbazen en verrassen moet men met een toemaatje uitpakken. En dat ontbreekt. De voorstelling zorgt voor een rimpeling van het gemoed maar schudt de kaarten ervan niet. Het verwekt een amusante sfeer, zonder ook maar één moment euforie. Alles aan Un Ballet Réaliste is te ingestudeerd, volgens het boekje. Extra minpunt is de verstaanbaarheid. Fragmenten uit La dame de Monte-Carlo [1961], een lied van Francis Poulenc op tekst van Jean Cocteau wordt gezongen. Stond het niet in het programmaboekje van de Cocteauweek, je zou je afvragen wat de sirene staat te zingen.
HOOGTEPUNT
Het leukste van het programma is de muziek en het hoogtepunt het valse einde, de terugkeer naar het moment van het heden door het afschminken en afleggen van de kostuums. Dat was een goed idee van de regisseur. De parade stil te leggen. Terug naar het alledaagse, de keurigheid van de onkreukbaarheid. De confrontatie tussen het theatrale en het verbeelden redt de voorstelling. De drie sirenes gaan er met volle overtuiging tegenaan en de regisseur had integere intenties. Dat charmeert. Maar om een blijvende herinnering aan de voorstelling te verwekken mist het geheel de vlammen van het vuur én zielen uit de hel, de warmwaterbronnen van een echt kunstwerk.
Guido LAUWAERT
UN BALLET RÉALISTE door Les Trois Sirènes - regisseur Chris Koolmees – uitvoerders Ekaterina Levental, Eva Tebbe en Anouk Sturtewagen – nog te zien op zaterdag 14 december om 15 uur – info: www.debijloke.be/nu