Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
21 décembre 2013 6 21 /12 /décembre /2013 06:19

 

DGBvecu74.jpg

Hier dan, uit de oude doos, een foto van een signeersessie in VECU, 27 april 1974. Echt te lui om details op te zoeken in mijn dagboeken of in VECU-Express.

Kloksgewijs: ik signeer, naast mij: Walter Soethoudt (?;) rechtstaand: Michel Bartosik; op de achtergrond (in profiel): Nadine Lusyne; Nic van Bruggen; Guy Vandenbranden.

Foto gekiekt door mijn oud-student Ludoviek Andries, die bij Contramine (de uitgeverij van Tony Rombouts en Maris Bayar) een dichtbundel publiceerde, en van wie ik achteraf jammer genoeg niets meer vernam...

Partager cet article
Repost0
21 décembre 2013 6 21 /12 /décembre /2013 03:35

EersteKlasCover.jpg 

Pas in 1988 leerde ik het werk van Drs. P kennen, dank zij mijn vriend uitgever Peter de Greef (° 1963). Hij publiceerde toen immers Eerste klas retour, '50 nieuwe en amusante gedichten van drs. P'.

Ziehier het colofon, ter attentie van mijn bibliofiele vrienden:

Eerste klas retour van Drs. P werd in opdracht van Nioba, Uitgevers te Antwerpen gezet uit de Bookman, en gedrukt op 90 grms, houtvrij opdikkend editiepapier op de persen van de uitgeverij, in de loop van de maand juli 1988.

De oplage van deze bundel bedroeg 800 exemplaren, waarvan 100 exemplaren luxueus werden ingebonden. Daarvan werden er 26 alfabetisch genummerd, die zijn voorzien van een speciaal door Drs. P toegevoegd en handgeschreven 'Retour'. De overige ingebonden exemplaren zijn genummerd van 27 tot 100.

 

Retour

 

Retour wil zeggen dat men weer zal keren

Van ergens naar het punt waar men begon

 

Men kan zo'n tocht ook eens op schrift proberen

In negen regels – dus geen marathon

En weinig ruimte voor geouwehoer

 

Men kent bij voorbaat al het eindstation

Het metrum zorgt voor aangenaam vervoer

Het schema is eenvoudig te hanteren

Zo komt men triomfantelijk retour

*

Kurt van Eeghem had destijds al mijn aandacht gevestigd op Drs. P en mijn belangstelling werd achteraf nog aangewakkerd door Paul Ilegems.

Henri-Floris JESPERS

Partager cet article
Repost0
20 décembre 2013 5 20 /12 /décembre /2013 23:57

 

DRSP.jpg

De Nederlandse dichter Drs P, pseudoniem van Heinz Hermann Polzer, is op aanraden van de huisdokter onlangs opgenomen in een zorgcentrum. Geboren in 1919 in het Zwitserse Thun uit een Nederlandse moeder en een Oostenrijkse vader, behield hij de Zwitserse nationaliteit, uit dankbaarheid jegens de Zwitserse autoriteiten. Maar hij koos voor de Nederlandse nationaliteit als levens- en werkterrein, wegens de scheiding op driejarige leeftijd van zijn ouders en een opvoeding door zijn moeder.

 

VUURPELETON

De Zwitserse autoriteiten hielden hem een paar maal tijdens de Tweede Wereldoorlog uit handen van de nazi’s, die tijdens de oorlogsjaren geen gevoel hadden voor het sarcasme van de student, die zowel Hitler als Mussolini openlijk bespotte. De tweede keer sleepte de Zwitsers hem, bijna letterlijk, net op tijd weg voor het vuurpeloton. Omdat hij het leven op de dood verkoos, die hij haast letterlijk in de ogen had gezien, week uit naar Zwitserland, waar hij zijn dienstplicht vervulde. Hij werd ingedeeld bij de geneeskundige troepen, waar hij vooral verslagen moest schrijven, ver weg van bloed en geweld, waar hij een hartsgrondige hekel aan had.

 

SURSUM CORDA

Tijdens de bevrijdingmaanden van Frankrijk was Drs. P barpianist in Parijs, vertaler en later copywriter in Indonesië, een voormalige Nederlandse kolonie. Aan dat verblijf heeft hij de beste herinneringen bewaard, waaruit hij een aantal anekdotes selecteerde en in satirische korte verhalen omzette. De verzameling verscheen in 1978 onder de titel Weten en geweten in de reclame, ook onder de gordel van smaragd. Maar naast prozaschrijver was hij toch vooral dichter, componist, cabaretier, pianist en schrijver van theaterteksten, onder meer het satirische programma Sursum Corda [1973]. Het werd geschreven op aanvraag van een paar vrienden, verbonden aan een theatergezelschap, indertijd nog gevestigd in de kelder van het Gentse café Arca.

 

VOLBLOED SATIRICUS

Drs. P is een volbloed satiricus. Dat viel meteen al op aan de titels van zijn uitgaven. De titel van zijn eerste LP luidde Aan Eén Kant Bespeelbare LAKPLAAT. Beroemde titels van dichtbundels waren onder andere Ons knutselhoekje – Dartelen met versvormen [1975] en Bejaard melkvee [1995]. Na beëindiging van zijn openbare leven als artiest in 1996, trad hij nog sporadisch op, n.a.v. de presentatie van een nieuwe publicatie. In april 2012  verscheen hij bij de presentatie van de verzamelbox Drs. P Compilé Compilé  in De Kleine Komedie  op  het podium. Op deze avond brachten tal van artiesten nummers van Polzer ten gehore. Hij hield een zeer uitgebreide toespraak en declameerde een speciaal voor de avond gemaakt ollekebolleke, de versvorm waarvan hij de bedenker was. Hij baarde opzien door zijn voordracht van het gedicht te beëindigen met een vreugdesprongetje en zaaide paniek door zijn evenwicht te verliezen en bijna in de zaal te belanden. Na zijn val krabbelde hij ongedeerd overeind en voltooide vervolgens onverstoorbaar zijn speech.

 

GENT

Op drie van de vijf Nachten van de Poëzie verscheen hij. Het publiek was zeer rumoerig maar hij ging onverstoorbaar verder. Eigenlijk was hij op zijn best voor een kleine zaal met een beperkt publiek, maar toch hield hij ervan voor een massa op te treden. Zo was hij een regelmatige gast van de Gentse Feesten, op het centrale podium van Trefpunt bij Sint-Jacobs. Uit liefde voor Gent en zijn feesten heeft hij enkele liedjes geschreven. Eén voorbeeld:

 

J’adore les Fêtes de Gand

 

Reeds jarenlang pleeg ik u hier te ontmoeten

Wij treffen elkander op plein of in zaal

En zullen elkander in het Nederlands groeten

Dat is hier volkomen normaal

Ik pleeg in die taal ook uw stad te bezingen

Als openingsnummer van mijn tour de chant

Maar dit is een tijdperk van omwentelingen

Dus zing ik vandaag over Gand.

 

Het is niet mijn plan, het u moeilijk te maken

Jazeker, linguïstisch bent u heel wat mans

U zou nochtans gauw in verwarring geraken

Als ik alles deed in het Frans

Want wat u niet meebracht is uw dictionaire

Men had u niet ingelicht auparavant

Maar stel u gerust, dit wordt heus geen mystère

Ook niet voor de echte Flamand.

 

Met graagte mag ik in uw stad arriveren

Ik stap uit de trein en je tire mon plan

Indien het mooi weer is, ga ik wat flaneren

Genietend van uw monuments

En een attraction stijgt me steeds à la tête

Die zuivert mijn bloed en verhoogt mijn élan

Bien sûr et sans blague, ik spreek van de Fêtes

De jaarlijkse Fêtes de Gand

Let op, attention, ik herhaal, je répète

J’adore des Fêtes de Gand.

 

WENSEN

Ondanks zijn opname is hij nog helder van geest

Daarom wensen wij hem nog vele levensjaren

En tientallen kansen op een verbaal feest.

Als geen ander wist hij voor onze taal

Menig nieuw woord en kabaal te vergaren

Want voor niemand en niets was hij bevreesd.

Guido LAUWAERT

Partager cet article
Repost0
20 décembre 2013 5 20 /12 /décembre /2013 06:25

 

DSC07267.jpg

Marc Legendre

In de Warande te Turnhout reikte minister van Cultuur Joke Schauvliege vorige vrijdag de Bronzen Adhemar uit aan Marc Legendre.

DSC07274.jpg

Astrid en Jan Smet, Ria en Robert Merhottein

Dit festival werd in 1987 opgericht door Jan Smet die reeds beginjaren ’70 gestart was met het tijdschrift Stripgids, het eerste blad dat aandacht gaf aan het Vlaamse beeldverhaal. Hij riep ook de Stripgidsprijs in leven, die nu uitgegroeid is tot de “Bronzen Adhemar”. De organisatie kreeg dit jaar de cultuurprijs 2012-2013 van de Vlaamse Gemeenschap voor de Letteren-Strip”.

De eerste jury bestond uit Willy Vandersteen, Marc Sleen, Frank Ivo van Damme, Manu Manderveld, Cees Coenders (NL) en Jan Smet. In 1983 boetseerde Frank Ivo van Damme het Adhemar beeldje naar de beroemde figuur uit de verhalen van Marc Sleen, om het in brons te laten gieten. De Bronzen Adhemar was geboren. Hoe de Stripgidsprijs en het hiermee gepaard gaande Stripfestival uitgroeide tot een groots evenement kan men nalezen in het boek Bronzen Adhemar, een geschiedenis van het Turnhoutse Stripfestival van Stijn Janssen dat verscheen in 2007. (ISBN 9789078814047)

*

Marc Legendre (1956) kon na zijn studies toegepaste grafiek snel aan het werk als hoofdredacteur van het stripblad Kuifje. In 1983 begon hij in Robbedoes met de razend populaire reeks Biebel. Na succesvolle samenwerking met o.a. Jan Bosschaert verhuisde hij in 1995 naar El Hierro op de Canarische eilanden. Hij begon er ook scenario’s en jeugdboeken te schrijven. In 2005 verscheen Finistère, een striproman voor volwassenen. Hij experimenteerde met grafic novel, o.a. Reynaert de Vos in samenwerking met René Broens. De jury, samengesteld uit Steven Dupré, Jan Bosschaert, Mieke De Loof, Johan De Moor, Ilke Froyen, Anja Goyens, Walter Pauli, Lieve Scheers en Koen Van Rompaey loofde Marc Legendre om

'de integriteit van zijn zoektocht naar steeds nieuwe uitdrukkingsvormen, vrij van commerciële drijfveren, waarbij hij steeds vaker de raakvlakken tussen beeldverhaal en literatuur verkent.'

Nic Balthazar, presentator van de avond sprak met Koen Clement (WPG uitgevers) en Alexis Dragonetti (Ballon Media). Hier werden verbluffende cijfers genoemd: er zijn in het voorbije jaar 1600 strips verschenen! Het is dus onmogelijk om dit allemaal te lezen.

Roland Grossey vertelde over zijn werk aan de biografie van striptekenaar Bob de Moor Johan en Stefaan, twee van de vijf kinderen van de tekenaar werden geïnterviewd.

Joke VAN DEN BRANDT

DSC07326.jpg

Striptekenaars Marcel Rouffa en Jeff Broeckx

DSC07333.jpg

Frank Ivo van Damme en Zara (Klaas Storme), cartoonist De Standaard en Knack

DSC07385.jpg

Walter van den Broeck

DSC07340.jpg

Roland Grossey en René Broens

DSC07334.jpg

Eric Vos, burgemeester van Turnhout, en Joke van den Brandt

 

Fotoreportage: Frank Ivo van Damme

Partager cet article
Repost0
20 décembre 2013 5 20 /12 /décembre /2013 04:07

 

SarencoRR.jpg

Sarenco en Renaat Ramon, Antwerpen, 10 november 2012.

Foto © Lieve Terrie

 

Hier  werd geregeld de aandacht gevestigd op het veelzijdige en altijd boeiende oeuvre van dichter, plastisch kunstenaar en essayist Renaat Ramon (°1936). Bij de door Luc Fierens te Weerde gerunde Postfluxpost publiceerde Ramon zopas een nieuwe bundel visuele poëzie, Apodicta, '26 Empirical Poems', waaruit eens te meer blijkt hoezeer hij in het wereldwijde web van de poesia visiva een heel eigen creatieve plaats bezet.

HFJ

Apodicta.jpg

Postfluxpost, c/o Luc Fierens: http://www.vansebroeck.be

http://www.renaatramon.be/

http://mededelingen.over-blog.com/article-renaat-ramon-veelzijdigheid-concentratie-42490054.html

Partager cet article
Repost0
18 décembre 2013 3 18 /12 /décembre /2013 19:40

 

Rene-Hooyberghs--foto-Bert-Bevers-.JPG

Foto: Bert Bevers

 

Zie: www.detafelvan1.blogspot.com

Partager cet article
Repost0
17 décembre 2013 2 17 /12 /décembre /2013 19:10

 

Full-English-Breakfast.JPG

A full English Breakfast

Care Lector,

Gezien de jaarlijkse sociale verplichting met een vrouwelijke verzuchting er bovenop, werd ik, zoals u in mijn vorige pleidooi kon lezen verplicht om een tijdje in Zuid-Engeland te verblijven. A Brilliant Brighton Breakfast…

 

In Brighton werden mijn ogen door blanke billen gelooid want op het strand had het witte Britten gesneeuwd. Ik zette mijn zonnebril op. Achter de donkere glazen ging ik op tepeljacht. Mijn lieveling, wijlen Johan Anthierens had dezelfde afwijking. Kwestie van de broodnodige statistieken tijdig bij het Instituut Der Nutteloze Onderzoeken  af te leveren. Ik stelde veel kini’s  maar weinig mono’s vast. Niet één maar dan ook niet één paar kon ik er paarsgewijs bij elkaar tellen. Voorwaar de mono’s  vormen een bedreigde diersoort. Ik dacht eraan om meteen naar de kliklijn van het World Wildlife Fund  te telefoneren.

Van de aanslag door de IRA in 1984 op het Grand Hotel  (let op de Franse naam) was er geen litteken meer over. Brighton is het Engelse Blankenberge aan zee, inclusief een pompeuze pier met daarop een amusementspark. Het was de geliefde vakantieplaats van George IV. In zijn Don Juan  hekelde Lord Byron de onvoorstelbare uitgaven van deze veelvraat.

Gaunt famine never shall approach the throne

Though Ireland starve, great George weighs twenty stone’.

The Royal Pavillion  dat de Prins Regent hier liet bouwen is een schoolvoorbeeld van de walgelijke extravaganza van monarchen. Hiermee vergeleken is ons koninklijk jacht een magere badeend.

Deze stad ademt nog de lucht van Queen Victoria. In gedachten restaureerde ik de stoomwolken van oude locomotieven, voorbij dravende koetsen, paarden gemend met losse hand. Ik restaureerde de zedige korsetten waarmee dames werden ingesnoerd, de baleinen die de ontboezemingen stutten en naar boven stuwden, keurig afgedekt met kuise kant. Jane Austen liep hier rond, haar Pride and Prejudice  zuinig onder de arm. In deze roman laat ze Lydia dromen: ‘ a visit to Brighton comprised every possibility of earthly paradise’. Het is een nette badplaats en alles oogt er zo uitgebreid als a tag question.

- You like croissants, don’t you?-

- Natuurlijk houd ik van croissants, mevrouw!

( Ik slurp niet en eet met mes en vork, bourgeois die ik ben .)

Waarom zij mij deze domme vraag stelde en dan nog wel een met scharnieren, kan je jezelf alleen in Engeland afvragen. Men rijdt er tegendraads links, de ‘r’ wordt amper uitgesproken en is er zowat de meest overbodige letter van het alfabet.

Al drie dagen liggen er geen croissants op het buffet. De dame van dienst bij wie ik me informeer, heeft de vorm van een tennisraket; type ‘oversize’ of toch iets met enkele malen de letter X voor de L. Van kop tot teen was zowat alles aan haar uit de hand gelopen.

-Look over theeeeeeeei, luuuuv-

Breedborstig zwierde ze haar blik richting het ontbijtbuffet. My country, right or wrong  hoorde ik haar net niet lispelen ( wel denken). Ik trachtte me haar onbegrip voor te stellen waarom ik naar iets anders durfde te vragen. Ik had toch de keuze uit smakeloze sausages, uitgebakken scrambled eggs, halve tomaten en opgewarmde champignons, vers uit blik. Bacon werd hier gestoomd, niet gebakken. Het was er blijkbaar not done. Wanneer ik twee sneetjes in de roterende toaster probeerde te bakken, kwamen ze er zwart en met de nodige rook uit gevallen. Ik deed alsof ik er niets mee te maken had en siste dank ook een verontwaardigde Tsssss tussen mijn tanden. Maar lieve lezer, de vileine Mr.Bean  doet dit echter veel beter.

De tomatensaus leek op een verdroogd, rood vel dat over de baked beans was gespannen. Er was toast, boter en Marmelade  in plastic kubusjes verpakt. De kippers, black pudding  ofte bloedpens en de porridge  ontbraken. Calorieën zijn er waarschijnlijk van die akelige beestjes die ’s nachts in de kleerkast kruipen om alles te versmallen wat er hangt. Ik probeerde een stukje worst en deze was goed voor een gratis advertentie in lokale Koopjeskrant: ‘Te koop: Braadworst, slechts 5% opgegeten’

Oscar-Wilde.jpg

Oscar Wilde

De profundis clamavi…

Alleen in zo een negorij word je terug bijbels en aanroep je de oude, vervallen God: ‘De profundis clamavi ad te Domine’. Psalm 130 inspireerde eveneens Oscar Wilde voor zijn weeklacht die hij in de gevangenis schreef nadat hij was veroordeeld voor ‘sodomie’. Gelukkig ging hij nadien in ballingschap naar Frankrijk. Hij ligt er in Parijs op het beroemde kerkhof Père-Lachaise  begraven. Mogen de croissants zijn lot hebben verlicht. Over het kanaal werden ze mij niet gegund.

In ontelbare, pittige zinsneden schittert Wilde’s onderkoelde ironie:

  • Ik ben graag de enige die praat; het spaart tijd en voorkomt argumenten’

  • Zichzelf beminnen is het begin van een levenslange romance’

  • Zelfopoffering is iets wat bij de wet verboden zou moeten worden. Het is zo demoraliserend voor de mensen voor wie men zich opoffert’

  • Wanneer men de waarheid spreekt kan men er zeker van zijn dat men daar vroeger of later op betrapt wordt.’

UitHet Grote Boek Der Vrouwelijke Revelaties, mijn opus magnum  waarmee ik hoop te doctoreren, citeer ik u bij dezen graag enkele nog niet gepubliceerde opmerkelijkheden. Aan deze bijzondere Brit draag ik ze met de nodige nederigheid op:

  • Voorwaar, zo sprak Zij, een pepermolen is niet zelf vullend’, I, vers 3.

  • Voorwaar, zo sprak Zij, de look loopt op zijn laatste tenen’, IV, vers 32.

  • Voorwaar, zo sprak Zij, ondergoed is niet zelfreinigend’, IX, vers 22.

  • Voorwaar, zo sprak Zij, een garderobe aanleggen is als pensioensparen, .X, vers 19.

Suffering is one very long moment’, schreef Oscar Wilde in zijn De Profundis.

Tijdens het croissantloos ontbijt in Brighton kwam elke dag de pijnlijke zin van deze estheet opborrelen. Maar, lieve lezer je speelt daar zonder croissant nu eenmaal niet op verplaatsing voor je plezier.

Frank DE VOS

Partager cet article
Repost0
17 décembre 2013 2 17 /12 /décembre /2013 04:57

 

Conference, Amsterdam 25-27 September, 2013.
Report by L. Harris: Lynda Harris has three degrees in the history of art from universities in the USA and UK. She has taught extra-mural classes in art and symbolism for London University, and has also given evening lectures, including some at the Theosophical Society.

Her book, The Secret Heresy of Hieronymous Bosch, was first published in 1996, and since then she has written shorter pieces on Catharism and esoteric artists of the late nineteenth century.

http://www.alpheus.org/html/articles/esoteric_history/HarrisReport.htm

 

Partager cet article
Repost0
16 décembre 2013 1 16 /12 /décembre /2013 17:22

Back after the war

 

Hoewel de officiële geschiedenisboeken tot nader order leren dat de Eerste Wereldoorlog van 1914 tot 1918, en de Tweede van 1939 tot 1945 duurde, ben ik er van overtuigd dat latere historici het zullen hebben over het grote conflict dat duurde van 1870 tot 1989. Een soort Honderdjarige Oorlog dus.

Dit slechts ter korte inleiding, want voorlopig hebben we het nog over de Frans-Duitse Oorlog, de Eerste, de Tweede en de Koude. Die Eerste heette tot 1939 bij gebrek aan een Tweede natuurlijk nog niet zo. Het was de Groote Oorlog. Volgend jaar augustus is het een eeuw geleden dat die losbarstte, en die verjaardag zal niet ongemerkt passeren.

Ook Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift  haakt er op in. Het jongste nummer (121 al, het blad is ondertussen aan de 31stejaargang bezig) heeft als thema Back after the war. De redactie blikt met een caleidoscopische aanpak terug op die oorlog, die ‘nog niet helemaal voorbij lijkt te zijn: de herinnering eraan blijft onze tijd in zijn greep te houden en lijkt alomtegenwoordig te zijn. Waarom blijft onze verbeelding in de ban van die lang voorbije oorlog? Omdat we blijkbaar niet anders kunnen en omdat we nog niet klaar lijken te zijn met deze geschiedenis van modern geweld, met dit kantelpunt in de moderniteit.’

Illustratie

Jaak Fontier belicht August van Cauwelaert, Daan Boens, Fritz Francken en Franz De Backer in Vlaamse dichters aan het IJzerfront. Terecht wordt het stof van Van Cauwelaerts impressionante bundel Liederen van droom en daad uit 1918 (waarin het sterke gedicht Draagt me zacht…) af geklopt. Voorts zijn er beschouwingen over de Latijnse soldatendichters van de Eerste Wereldoorlog (door Tom Deneire), Benjamin Brittens War Requiem  (door Klaas Coulembier) en de invloed die de strijd ook op de cultuur had (Joe Oostvogels belicht de melting pot  van de jonge twintigste eeuw, Max Manolo en Matthijs de Ridder de opkomst van de jazz). Back after the war  biedt verder onder meer proza van Bert Popelier (De muur van de vermisten) en poëzie van Thomas Jasper Martin (Lapidarium).

In het reguliere deel dat immer het themagedeelte volgt brengt Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift  onder meer nog proza van Wouter De Broeck (Vet), Valeria Luiselli (Pretoria), nagelaten vertalingen van A.G. Christiaens, gedichten van Tom Mariën (Hier adem ik) en Huilen verboden  van Erick Kila, waarin Jacques Rigaut centraal staat.

Jacques-Rigaut.jpg

Jaqcues Rigaut

Deze curieuze dadaïst en surrealist pleegde zelfmoord op zijn 30ste, iets wat hij zich reeds op zijn 20stehad voorgenomen. Kila bouwde een fascinerende theatertekst rond Rigaut. Met de redactie vraag ik mij af: ‘Welk theater zet er zijn tanden in?’

Bert BEVERS

 

Back after the war, Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift, 31stejaargang, winternummer 121, abonnementen (€ 28 per jaargang in België, € 40 in de EU, inclusief portokosten): Inge Karlberg, Korte Klarenstraat 2, 2000 Antwerpen, inge.karlberg@telenet.be. Het nummer wordt komende vrijdag om 19.30 uur voorgesteld in het Bernarduscentrum, Lombardenvest 23, 2000 Antwerpen.

Partager cet article
Repost0
15 décembre 2013 7 15 /12 /décembre /2013 16:07

 

IMweisgerber.jpg

Van l. naar r: prof. Jean Weisgerber, prof. Paul Hadermann, mevr. Evelyne Scholiers-Haberfeld secretaris ULB, dr. Jan De Roek en prof. Jeanne Delbaere.

 

Zondagavond 8 december overleed de comparatist en neerlandicus prof. dr. Jean Weisgerber (°Brussel, 14 mei 1924), erelid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Er is geen uitvaartplechtigheid: in overeenstemming met de wens van de overledene werd zijn lichaam ter beschikking gesteld van de wetenschap.

*

Jean Weisgerber was een wereldautoriteit op het vlak van de vergelijkende literatuurwetenschap en de avant-garde. Op theorieën gebaseerde benaderingen en academisch jargon als rookgordijn waren hem visceraal vreemd: 'Dogma's en aprioristische beginselen heb ik altijd als de pest geschuwd'. Hij stelde zich eclectisch op, koos telkens weer andere invalshoeken die bij een volgende stap ook telkens weer gerelativeerd werden, altijd in een bredere context.

Weisgerber doceerde zowel aan de VUB als aan de ULB. Zijn bezielende werkzaamheden als directeur van het 'Centre d'étude des Avant-gardes littéraires de l'Université de Bruxelles' resulteerden in prestigieuze standaardwerken.

Prof. Ronald Geerts (UA) stelt terecht:

'Jean Weisgerber zal ook herinnerd worden als een groot performer, zoals generaties studenten die ooit college bij hem gevolgd hebben, kunnen getuigen. Overigens modelleerde acteur Yves Montand het personage van de jonge academicus Mathias in André Delvaux’ Un soir un train (1968) naar Jean Weisgerber, nadat hij een les had bijgewoond.

En dan was er natuurlijk nog zijn onafscheidelijke pijp, als een soort knipoog naar het surrealisme, maar in combinatie met zijn rijzige, slanke gestalte en zin voor humor, ook een beetje naar monsieur Hulot...'

Ja, de pijp van Magritte... maar ook van Sherlock Holmes en Maigret. Literaire speurder Jean Weisgerber is een van mijn leermeesters. De laatste keer dat ik hem zag was bij de begrafenis van Michel Bartosik, in februari 2008.

Ik blijf de herinnering koesteren aan die minzame, flegmatieke gentleman. Kan ik hem beter gedenken dan hier zijn bibliografie te publiceren? Daar is alles mee gezegd.

Henri-Floris JESPERS

*

  • De Vlaamse literatuur op onbegane wegen. Het experiment van "De Boomgaard", 1909-1920, Antwerpen, C. de Vries-Brouwers, 1956.

  • Le letterature del Belgio (met Antonio Mor), Firenze-Milano, Sansoni-Accademia, 1968, 2de druk.

  • Formes et domaines du roman flamand, 1927-1960, Bruxelles, La Renaissance du Livre, 1963.

  • Aspecten van de Vlaamse roman, 1927-1960, [1964], vierde druk: Amsterdam, Polak en Van Gennep, 1974.

  • Faulkner et Dostoiëvski. Confluences et influences, Bruxelles-Paris, Presses Universitaires de Bruxelles-Presses Universitaires de France, 1968.

  • Proefvlucht in de romanruimte, [1972], tweede druk: Amsterdam, Polak en Van Gennep, 1974.

  • Hugo Claus. Experiment en traditie, Groningen, Tjeenk Willink, 1974.

  • Faulkner and Dostoevsky: influence and confluence, Athens, Ohio, Ohio University Press, 1974.

  • Claus' geheimschrift : een handleiding bij het lezen van Het verdriet van België (samen met Dina Weisgerber), Brussel, VUB-Press, 1995.

  • Les Avant-gardes littéraires au XXe siècle (ed.), Budapest, Akadémiai Kiadó, 1984, 2 vol.

  • Le réalisme magique: roman, peinture et cinéma (ed.), Lausanne, L'Âge d'Homme, 1987.

  • Van Arm Vlaanderen tot de Voorstad groeit : de opbloei van de Vlaamse literatuur van Teirlinck-Stijns tot L.P. Boon, 1888-1946 (ed. i.s.m. M. Rutten), Antwerpen, Standaard, 1988.

  • Avant-garde/modernisme, Brussel, VUB-Press, 1989.

  • Les avant-gardes littéraires en Belgique : au confluent des arts et des langues, 1880-1950 (ed.), Bruxelles, Labor, 1991.

  • Les masques fragiles : esthétique et formes de la littérature Rococo, Lausanne, L'Âge d'Homme, 1991.

  • Histoire des poétiques (ed. i.s.m.Jean Bessière, e.a.), Paris, Presses Universitaires de France, 1997.

  • Les avant-gardes et la tour de Babel : interactions des arts et des langues (ed.), Lausanne, L'Âge d'Homme, 2000.

  • Le rococo : beaux-arts et littérature, Paris, Presses Universitaires de France, 2001.

  • La muse des jardins : jardins de l'Europe littéraire, 1580-1700, Bruxelles etc., Peter Lang, 2003.

  • Pierrot ou Bérénice? : les lettres européennes entre peuple et élites (XVIIe siècle), Bruxelles etc., Peter Lang, 2004.

  • La mort du Prince : le régicide dans la tragédie européenne du XVIIe siècle, Bruxelles etc., Peter Lang, 2006.

  • L'Épée, la pomme et le mouchoir, Bruxelles etc., Peter Lang, 2009

Foto:

http://www.eddybonte.be/literatuur/JanDeRekFotos.cfm

(met dank aan mevr. Louisa Chevalier, wed. Michel Bartosik)

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche