Dat fotografen het vrouwelijk bloot graag aanwenden om schoonheid te creëren, is algemeen geweten. Maar hun naakt is in de loop der jaren wel wat veranderd. Over David Hamiltons dromerige soft-focusmaagdjes in hun satijnen nachthemdje – die nog altijd in de thans lege kamer van mijn dochter hangen, – werd in de jaren '70 al geschreeuwd: "Pornografie!" Nog in 2005 verbood een Engelse rechtbank Hamiltons boeken, terwijl diens foto's toch niets anders uitdrukken dan een poëtische vertedering over The age of innocence.
Maar nu, in deze verlichte tijden, is het gedaan met de uitbeelding van 'the age of innocence'. Gedaan met soft-focus, gedaan met vaseline óp of nylonkous óver de lens. De 'dingen' tonen zoals ze zijn, dat is het motto. En liefst hier en daar het een en ander een beetje in de verf zetten. A nude is a nude is a nude, zie je. Nothing but the real thing. En hoe meer naakt, hoe sneller onze hersenen werken, stelden na Hugo Claus ook wetenschappers van de Finse University of Tampere vast. Dus, alzo, bijgevolg.
De Amerikaanse installatiemaker Spencer Tunick (°1967) denkt er zo het zijne over. Tunick kan de mensen zo ver krijgen dat ze in Ons Herens onderbaaike op een hoopje op of naast elkaar gaan liggen. Liefst in grote openbare ruimtes. Bij duizenden zijn ze, de 'kunstliefhebbers' die een eeuwigdurend fragment willen worden van een groot fotografisch kunstwerk. Als één wriemelende massa van wormen, zo vullen ze de straten en pleinen. Eén tapijt vol bungelende buiken, vol zwieplange lijven, vol staande en hangende borsten, vol bleke en bruine torsen, vol kutjes en katjes, vol broeder- en zusterlijkheid. Eén reusachtig bord van gebakken mestpiertjes of gepelde garnalen, daar lijkt het wat op. Hetzelfde koloriet, dezelfde minuscule kleurschakeringen, hetzelfde chaotisch lijntjesspel. En ik geef grif toe: lelijk is het zeker niet! Ja toch, die Spencer is niet de eerste de beste.
Met het bloot gat in de kille wind
Zowat overal ter wereld heeft Spencer zijn talent mogen botvieren. In Mexico-City strikte hij niet minder dan 18 000 deelnemers om hun kleren uit te trekken op het Zócalo (Plaza de la Constitución), recht tegenover de Kathedraal nog wel. Ook op de Aletsch gletsjer hoog in de Alpen wist hij 600 vrijwilligers te overtuigen om pegelvorming te riskeren aan hun uiteinden of -steeksels. In naam van de kunst mogen al wat risico's genomen worden, niet? De Dode Zee in Israël, het Peel Park in Salford (Engeland), de Twin Falls in Maui (Hawaii), het Ernst Happel Stadium te Wenen, het Caracas Museum of Contemporary Art in Venezuela, het Museum Kunst Palast te Düsseldorf, de Central Terminal te Buffalo (USA), alom schoten de 'medekunstenaars' in naam van vrijheid-blijheid hun beknellende kleren uit.
Ook Greenpeace doet mee aan de naakt-acties van de eco-fotograaf, zoalsTunick ook wel wordt genoemd. Om de aandacht te vestigen op de klimaatconferentie in Kopenhagen nam het de excentrieke jood onder de arm en die kiekte alweer een legertje blootgangers in een wijngaard in de Mâcon-wijnstreek. Voor, of beter: tegen de klimaatopwarming ditmaal. Die dreigt immers ook de wijnproductie in de war te sturen.
Tunick houdt ook van opera. Op uitnodiging van de Beierse Staatsopera van München ging hij Richard Wagner te lijf. Met een sessie van 1700 goud- en roodgeschilderde naaktelingen beeldde hij scènes uit 'Der Ring des Nibelungen' uit. Ook het Opera House van Sydney moest eraan geloven. Op de frisse, bewolkte en winderige morgen van 1 maart 2010 gingen liefst 5 200 Sydney-siders uit de kleren voor de realisatie van 'Mardi Gras: The Base'. Een bont allegaartje van dik en dun, jong en oud, hetero en holebi vond het kunstzinnig en verdienstelijk om met hun bloot gat in de killige wind op de trappen van het Opera House te gaan liggen of staan. Tussen hen was er zelfs een zwangere vrouw die direct na de fotoshoot moest worden opgenomen in het ziekenhuis.
"Meneer, doe uw benen dicht."
Ook in Vlaanderen was Tunick nadrukkelijk aanwezig. Op de eerste plaats in Brugge, waar hij in de stadsschouwburg, op de markt en op de reitjes zijn ding mocht doen. In de Stadsschouwburg deponeerden 770 mannen en vrouwen hun blote kont in alle zetels en op alle balkons van de zaal. Op de Markt, met het Belfort als achtergrond, liet de fotograaf 1.249 mannen en 701 vrouwen, in een lange sliert rechtstaan en knielen en liggen op de natte kasseien. Allen in schitterend paradijskostuum uiteraard. Want tijdens het poseren is geen enkel kledingstuk toegelaten: geen hoeden, petjes, sokken, zelfs geen zonnebril of plastron.
Nog in 2006, naar aanleiding van het Brugse chocoladefestival Choco-Laté, overgoot hij een zeventigtal naakte venten met witte chocolade, – wie achteraf de chocolade mocht weglikken, is niet geweten –. Het jaar daarvoor had hij "in het kader van" het cultuurfestival 'Corpus 05' een kudde van zowat 2000 naakte schepselen Gods door de Vlamingstraat en over de Grote Markt gedreven. Een 'processie' werd het genoemd, nou ja, een chaotische bende van door elkaar hotsende en botsende blotelingen die uitgelaten juichend met bungelende delen door de Brugse binnenstad renden.
Er was ook een naaktsessie van uitsluitend vrouwen, die roepend en kakelend in bootjes de Reien afvoeren. Maar o wee, het begon toch wel te regenen zeker, hard te regenen. En hoe luider de vrouwen riepen, hoe feller de druppels vielen. "Nu ja," zei een van de deelneemsters, "het was heel hard aan 't regenen. En euh, maar ja, je krijgt het niet echt koud omdat…euh… ja, dat is de natuur die…Euh…" Tucker zelf was erg erkentelijk voor zoveel overgave: "Ik dank de vrouwen die in zo'n omstandigheden moeten poseren," zei hij. "Ze zijn amazing amazing people. De Belgische vrouwen zijn ongelofelijk. Ze zijn sterk, moedig en vrijgevig."
Gaasbeek, 2011
In 2011 was Tunick weer op Belgisch grondgebied. In Gaasbeek ditmaal, rondom het kasteel. Op 9 juli, maar ook nu weer regende het stront met haakjes. Toch stonden er om kwart voor vier 800 mensen paraat voor de slotgracht. Drie uur lang trotseerden ze de plenzende regen, wachtend op de Grote Tovenaar. Toen die eindelijk verscheen, zei hij door de megafoon: "Ik werk heel snel in de regen". En dan begon hij van op een hoogtewerker instructies te geven: ‘Als u een bril draagt, zet die dan af. Als u op uw lichaam witte randen heeft van in de zon te zitten, ga dan achteraan staan. Dat geldt ook voor mensen met grote tatoeages. U daar mevrouw, u heeft zwarte laarzen aan, ga maar ergens anders de rebel uithangen, ga uit beeld. Meneer in het midden, doe uw benen dicht.'
De "saamhorige menigte"
Het is Spencer Tunick te doen om de "saamhorige menigte", zoals hij zijn vleespartijen pleegt te noemen. Aan de blijmoedige gezichten en konten te zien moet de 'saamhorigheid' telkens weer een plezante en supercoole bedoening geweest zijn. En noem het ook maar bevrijdend, ontspannend, verrijkend, grensverleggend, sensibiliserend, en ja, zelfs uitdagend, maar noem het in geen geval sexy. Zelfs wanneer Tunick de naaktelingen oproept om elkaar te omhelzen, wang tegen wang, buik tegen buik, borst tegen borsten, is er niks prikkelends aan. "Het geeft alleen een uniek groepsgevoel, het versterkt de tribale samenhang van de mensheid, het bevordert de samenhorigheid van de mensen," luidt het. Of in het Engels, wat nog veel beter klinkt, zeker wanneer het uit de mond van de schepper zelf komt: "It refers to the sameness of individuals, regardless of their sexual preferences," en: "The future to me is a society that supports the body in all artistic forms in public space, even if it's nude."
"I'm not a one trick pony.'
Ja, Tunick is een Amerikaan en van in WOII weten we dat een Amerikaan een heldhaftige en honorabele missie heeft. Zo ook Tunick dus, die niet zonder trots verklaart: "Ik wil strijden voor het recht om op een artistieke manier met naakt te kunnen werken." Toch wil hij geen naaktfotograaf genoemd worden. 'Ik ben een kunstenaar, geen commercieel fotograaf," benadrukt hij. "Het aangename aan kunstenaar zijn, is dat er niets mis is met een obsessie. Ik ben gewoon geobsedeerd door het lichaam, dat is alles. Zodra je met naakt bezig bent, kom je al snel in de mallemolen van de modefotografie terecht. But, you know, dat is niet mijn ding. I'm not a one trick pony. '
En ja, het werd al gezegd dat het esthetisch erg mooie, uitgebalanceerde opnames zijn, die de man creëert. Telkens weer vormt hij met het bloot één grote abstracte structuur, een kwetsbaar landschap dat geïntegreerd is in of in contrast staat met de architecturale en landschappelijke achtergronden. En van erotiek is er inderdaad geen sprake meer. Wie toch iets in die aard ziet in zijn 'sculpturen', moet wel over een zeer onfrisse verbeelding beschikken. Hoewel, volgens Freud, sommige verbeeldingen niet zoveel nodig hebben om op hol te slaan: twee hoge drinkglazen die in elkaar staan, is al meer dan voldoende. Een bundeltje asperges doet ook al wonderen. Of de obelisk van Luxor, op de Place de la Concorde te Parijs.
Maar nee, niks van dat alles bij Tunick. Bij hem gaat het allemaal om de Kunst. En om de Goede Doelen, waar ook nu weer ijverig mee gezwaaid wordt. Protest tegen de opwarming van de aarde, inzet voor een groenere wereld, aandacht voor de wereldwijde klimaatverandering en dat soort ecologische motivaties. En natuurlijk is er ook Tunicks intrinsieke boodschap "dat elk lichaam mooi is, als we maar op de juiste manier naar naakt kijken" en zijn hierboven vermelde "strijd voor het recht om op een artistieke manier met naakt te kunnen werken". We zegden het al: Tunick is een Amerikaan met een missie!
En toch is er iets wat stoort aan die blootpartijen. Tunick is van joodse afkomst en in dat verband roept het naakte menselijk lichaam op de eerste plaats toch een heel wat minder fraaie associatie op. Zodat ik me afvraag of de man dan helemaal niet gehinderd wordt door de herinnering aan zijn miljoenen broeders en zusters die in Auschwitz, Treblinka, Belzec, Chelmno, Majdanek, Sobibor, Maly Trostenets naar de gaskamers werden gestouwd? Want ook dát leverde beelden op van naakte lichamen. Maar zo heel anders dan de 'mooie' prentjes van Spencer Tunick.
Frans DEPEUTER