Het hangt als een klok in de toren dat het scoutisme voor velen méér betekend heeft dan het dragen van een korte broek en het zingen, rondom een laaiend kampvuur, van "Als de jungle zich hult in het duister, Flauw verlicht bij schijnsel der maan, Sta dan stil, spits je oren en luister, Sluipend zie je de wolven dan gaan".
Voor sommigen blijkt het een ladder te zijn geweest om naar de volwassenheid te klimmen en een bron van wilskracht om door te stomen naar hogere regionen. Hoe verklaar je anders dat de volgende personen het waargemaakt hebben? Toch wel dankzij Robert Stephenson Smyth Baden-Powell (1857-1941) en zijn vrouw, Olave St Clair Baden-Powell (1889-1977), zeker. En uiteraard ook een beetje dankzij hun talenten.
In België: Guido Depraetere, Hergé, Guy Verhofstadt, Jean-Luc Dehaene, Leo Tindemans, Marc Sleen, Marc Van Peel, Maurits Coppieters, Jacques Brel, Mieke Vogels, Paul Jambers, Vincent Kompany, Willy Vandersteen, Wim Opbrouck…
In Nederland: Albert Heijn, Harry Mulisch, Jan Peter Balkenende, Michel van der Plas, Tessa de Loo, Wim de Bie, Youp van 't Hek…
In de U.S.A.: Barack Obama, Bill Clinton, Bill Gates, Debbie Reynolds, Harrison Ford, Henry Fonda, Hillary Clinton, James Stewart, John Kennedy, John Glenn, Madeleine Albright, Mary Tyler Moore, Nancy Reagan, Neil Armstrong, Richard Dean Anderson, Ronald Reagan, Steve Fossett, Michael J. Fox, Steven Spielberg, Michael Bloomberg, Michael Moore, George W. Bush, Richard Gere, Jim Morrison…
In Groot-Brittannië: Cliff Richard, David Attenborough, David Beckham, Emma Thompson, Joanne K. Rowling, Kate Moss, Keith Richards, Paul McCartney, Tony Blair…
En elders in de wereld Jacques Chirac, Georges Brassens, Leonard Cohen, Valéry Giscard d'Estaing, Vaclav Havel, enz.
Duitsland en Italië zijn de enige West-Europese landen waar je zo goed als geen ex-scouts met een belangrijke maatschappelijke functie aantreft. Scouting was nochtans erg populair bij onze oosterburen, tot Hitler aan de macht kwam (1933) en de jongens gedwongen werden lid te worden van de Hitler Jugend, de meisjes van de Bund Deutscher Mädel. In Italië had het fascistische regime van Mussolini de scoutingverenigingen al ontbonden in 1927-1928.
Ook in de koningshuizen is het scoutisme altijd erg in trek geweest. Het is algemeen geweten dat koning Boudewijn als Zachte Poot van jongs af een welpenpetje heeft gedragen. En dat hij in volle oorlogstijd (1943) naar de verkenners is overgegaan en de naam Loyale Eland kreeg. Ook zijn zus Joséphine Charlotte en zijn broer Albert waren ooit lid van de scouts. Hoewel Boudewijn na zijn installatie als verkenner nooit meer in scoutsuniform gezien is, bleef hij in feite zijn hele verdere leven een Loyale Eland met onwrikbare principes, die de zwakken door dik en dun verdedigde – kijk maar naar zijn halsstarrige houding in verband met de abortuskwestie. Toen hij koning werd, doopte hij zijn jacht overrigens “De Eland”.
De lokroep van de roedel is door Albert van vader op zonen overgedragen, want ook Filip en Laurent hebben ooit het Geheim Saluut gebracht (rechterarm recht omhoog tegen het lichaam, hand bij de schouder, met drie vingers omhoog en met pink en duim omlaag) en gezworen: "Ik beloof" – al of niet "met de hulp van God" – "mijn best te doen een goede scout te zijn, iedereen te helpen waar ik kan en me te houden aan de scoutingwet. Ik wil samen met anderen het goede zoeken en bevorderen. Jullie kunnen op me rekenen."
En Laurent – of is het toch Claire geweest? – heeft de lijn voortgetrokken, want sinds 2012 zijn hun kinderen, Louise, Nicolas en Aymeric, lid van de ultraconservatieve, streng religieuze en disciplinaire Europascouts in Nossegem. En om het rijtje van de Coburgs te vervolledigen vermelden we nog dat ook tante Joséphine Charlotte en grootnonkel prins Karel in hun jeugd bij de scouts waren.
Ook het huis van Oranje-Nassau is scoutsminded. In navolging van koningin Juliana hadden ook haar kinderen, koningin Beatrix en de prinsessen Christina, Irene en Margriet, de dure belofte gedaan om tot hun laatste ademsnik "het goede te zoeken en bevorderen". Ja, zelfs hun papa Bernhard Leopold Frederik Everhard Julius Coert Karel Godfried Pieter, Prins van Lippe-Biesterfeld, had ooit met de vingers in de lucht gestaan. – Wat hem evenwel niet belette om ten onrechte 1 miljoen D-Mark via het Nederlands-Duitse Wiedergutmachungsverdrag voor oorlogsslachtoffers te doen versluizen naar zijn bankrekening, alsmede resp. 1,1 miljoen en 750 000 US-dollar smeergeld van de Amerikaanse vliegtuigfabrikanten Northrop en Lockheed in zijn prinselijke zak te steken.
Andere scouts met koninklijk bloed waren: de Engelse koningin Elizabeth II en prinses Margaret, de Deense koningin Margaretha II en de prinsessen Benedikte en Ingrid, en de Zweedse koningen Gustav Adolf VI en Carl Gustav XVI. En in Luxemburg hebben we ook nog de echtgenoot van Joséphine Charlotte: groothertog Jan I.
En toch zijn dat niet de allerbekendste en trouwste scouts! Zonder enige twijfel komt die eer toe aan… de neefjes van Donald Duck: Kwik, Kwek en Kwak.
Al sinds 17 oktober 1937, de dag dat ze bij hun oom werden gedropt door hun moedereend, Dumbella, die daarna niks meer van zich liet horen, zijn ze lid van de Jonge Woudlopers en lossen op een echte scoutingmanier de problemen van oompje Donald op als die zich weer eens in de soep heeft gewerkt. Scouts helpen toch waar ze kunnen, nietwaar?
Frans DEPEUTER