Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
6 septembre 2014 6 06 /09 /septembre /2014 22:59

 

Patrick-Conrad--foto-Bert-Bevers-.JPG

Patrick Conrad (Foto: Bert Bevers)

Portretten van Hugo Claus voor werk van Roger Raveel, van Boris Vian voor iets van El Lissinszky. Van Arthur Rimbaud voor een schilderij van Cy Twombly, of van Igor Stravinsky voor een Paul Klee. De ondertitel 30 portraits in front of 30 paintings  laat niets te raden over de opzet van A Pantheon, de tentoonstelling met recent werk van Patrick Conrad die momenteel te zien is in Galerie Martin Van Blerk aan de Mechelsesteenweg in Antwerpen. Carlos Drummond de Andrade voor een August Macke, Ezra Pound voor een Kurt Schwitters, Marcel Proust voor een Marc Rothko:Conrad biedt een fascinerend caleidoscopische blik op wie en wat hem zoal inspireerden.

'A Panthéon' van Patrick Conrad 

Het was vrijdagavond een aangename drukte bij Van Blerk. Onder de aanwezigen: Veerle Claus, Mathias Danneels, Frank De Vos, Henri-Floris Jespers, Harry Kümel, Kris Landuyt, Guy Rombouts, Jan Vanriet en Christophe Vekeman. Patrick Conrad (° 1945) was uiteraard zelf ook present. Hij toont met A Pantheon  weer duidelijk dat hij, vertrekkend van het tekenen, behalve een getalenteerd dichter, prozaschrijver en cineast ook (misschien zelfs wel: eerst en vooral) een begenadigd beeldend kunstenaar is. Een absolute aanrader!

Bert BEVERS

 

A Pantheon – 30 portraits in front of 30 paintings’, Patrick Conrad, Galerie Martin Van Blerk, Mechelsesteenweg 28, open donderdag, vrijdag en zaterdag van 14.00 tot 18.00 uur (tot 27 september)

Partager cet article
Repost0
6 septembre 2014 6 06 /09 /septembre /2014 15:26

 

atelier-2013---1.jpeg

Donderdagavond kwam ik met een zwaar geladen fiets een afgesloten Sint-Jansplein opgereden en meende de prachtige noten uit de muziek van Bernard Herrmanns "Taxi Driver" te horen. Een film van Martin Scorsese uit 1976 die ik nog steeds niet gezien heb. Schaamte over mij, zoals ze in het Engels zeggen.

De muziekrepetitie stopte en ik herkende de stem van Dirk Brossé, die samen met deFilharmonie en het Brussels Jazz Orchestra zondagavond om 19.30u ons zullen verwennen met een gratis openluchtconcert. Het begint al vanavond met ballet en morgen komt ook opera aan bod.

http://www.klassiekindestad.be/

Dirk-Brosse-deFilarmonie-2014---4.jpg 

Dirk Brossé, deFilharmonie

Jammer genoeg zal ik dit niet mogen beleven. Net als zovele beeldende kunstenaars stel ik immers mijn atelier open voor bezoekers.

U bent welkom: Ridder van Parijsstraat 18, 2170 Merksem, van 14 tot 19 u.

http://www.openstudios.be/

Jan SCHEIRS

Partager cet article
Repost0
6 septembre 2014 6 06 /09 /septembre /2014 05:17

 

VECU.jpg

Logo van VECU, ontwerp: Marl Verstock

Belofte maakt schuld. Op 6 augustus maakte ik hier mijn voornemen bekend geregeld bouwstenen aan te reiken – geen herinneringen, maar gedocumenteerde informatie – als bijdrage tot de geschiedenis van de club aan de Moriaanstraat.

 

http://mededelingen.over-blog.com/article-vecu-een-historiek-124310384.html

Vanaf de tweede helft van de jaren zestig was ik er stamgast. Na de perikelen rond de tentoonstelling 'Matrakkensabbat' (1967) – waarover later meer – werd de kroeg gered door de krachtdadige inzet van Jef Denkens (†). Met Nic van Bruggen (†) en Louis Gevaert () nam hij jarenlang het beleid op zich.

VECUrvb.jpg

Van l. naar r.: HFJ, Louis Gevaert, Guy Vandenbranden, Staf Breugelmans, Jef Denkens

De kroeg werd omgevormd tot privé-club. Het tempo van de culturele activiteiten kwam in een versnellingsfase. Begin de jaren zeventig werd de club het hoofdkwartier van Pink Poets. Medio de jaren zeventig werd Jef Denkens opgevolgd door Gustave Breugelmans (). Guy Vandenbranden () en ik waren toen al lid van de raad van bestuur.

Dat zal nog allemaal wel te zijner tijd ter sprake komen. Het klasseren van archivalia met de hulp van Jan Scheirs als amanuensis (alléén kom je er nooit toe...) was de rechtstreekse aanleiding tot die serie bijdragen. Bovendien herlas ik het hoofdartikel van Gustave Breugelmans in VECU-Express, in een kleine oplage verschenen in oktober 1976. “Teveel speelt er zich af in onze bescheiden vereniging, waarom zou het dan niet eens terug verteld en geschreven worden?”, aldus Staf.

VECUeen.jpg

Volledige collecties van dit tijdschrift zijn zeldzaam geworden. Omdat ik lui ben, komen in de volgende afleveringen gemakshalve eerst en vooral de goed gedocumenteerde tweede helft van de jaren zeventig aan bod. Zijsprongen en flashbacks zijn allerminst uitgesloten. Ik heb geen werkplan en zal dus geheel willekeurig te werk gaan.

*

In de zomer van 1976 waren er verbouwingen aan de gang. Op 20 augustus, nauwelijks twee dagen na de heropening van de club, organiseerde Contramine 'Zomer te Antwerpen', een poëzieavond waar Maris Bayar, Hendrik Carette, Renaat Ramon en Tony Rombouts aan deelnamen en de vijfde aflevering van Ramons tijdschrift Radar voorgesteld werd.

PhilGVDB.jpg

Staf Breugelmans en Phil Mertens

Kort daarop, op vrijdag 10 september, werd het werkingsjaar geopend met een tentoonstelling van Guy Vandenbranden, geopend door Phil Mertens (), eerstaanwezend assistent bij Koninklijke Musea voor Schone Kunsten te Brussel, die zich onder meer ijverig inzette voor de herwaardering van de avant-garde schilderkunst van de jaren twintig, en o.a. publiceerde in het onvolprezen tijdschrift Artisjok van Werner Spillemaeckers (). Bij die gelegenheid werd ook haar boek ter gelegenheid van Guy's vijftigste verjaardag voorgesteld, een drietalige (Nederlands, Frans, Duits) uitgave van VECU met 19 full page kleurreproducties en 12 wit-zwarte pagina's fotodocumenten, in een lay-out van Mark Verstockt.

Henri-Floris JESPERS

(wordt vervolgd)

Partager cet article
Repost0
5 septembre 2014 5 05 /09 /septembre /2014 15:03

 

dehoofdredacteur-inkt.jpg

De hoofdredacteur, (c) Jan Scheirs

 

Nu het zomerreces voorbij is, verscheen een extra lijvige aflevering van de Mededelingen, met in de vaste rubrieken (('Necrologisch', 'Column', 'Kritisch', 'De Onbewoond Eilandkeuze', 'Plastisch', 'Strips' en 'Door de leesbril bekeken') bijdragen van Bert Bevers, Frans Depeuter, Frank De Vos, Conraed De Waele, Stefan Hertmans, Henri-Floris Jespers, Erick Kila, Guido Lauwaert, Jan Scheirs en Piet Van Eeckhaut (†), samen goed voor meer dan 18.000 woorden. Een aantal bijdragen kunnen hier geheel of gedeeltelijk geraadpleegd worden.

In het tijdschrift, waarvan er zowel een elektronische als een papieren editie beschikbaar is, krijgen de abonnees uiteraard exclusief een aantal bijdragen te lezen.

Zo wordt er grondig gefocust op het (hier al aangekondigde) boek van Stan Lauryssens over de turbulente jaren van de onvergetelijke acteur Julien Schoenaerts.

http://mededelingen.over-blog.com/article-agenda-nazomer-vi-stan-lauryssens-over-julien-schoenaerts-124488223.html

Prof. dr. Dirk Rochtus, de scherpzinnige chef buitenland van Doorbraak.be, publiceert een bijzonder rake, meer dan actuele beschouwing: 'Engels speelt de baas'. En Henri-Floris Jespers brengt de eerste aflevering uit zijn boek in progress over de omstreden schilder, dichter en essayist Marc. Eemans (1907-1998).

Potentiële abonnees op het tijdschrift kunnen proefnummers aanvragen via hfj@skynet.be

Partager cet article
Repost0
3 septembre 2014 3 03 /09 /septembre /2014 15:42

 

Chretien-Breukers--foto-Stefaan-Goossens-.JPG

Foto: Sefaan Goossens

 

Kunst: Mijn eerste zelfstandige bezoek aan het Rijksmuseum. Ik was zestien of zeventien en stond plotseling voor het Stilleven met kazen van Florisz Claesz. van Dijck (1575-1651). Het is een ontbijtgens, een stuk waarop men het voedsel voor de ochtendmaaltijd liet samenbrengen. Natuurlijk wist ik dat toen nog niet. Maar mijn fascinatie was gewekt en is nog steeds niet voorbij. Ik zou het doek graag meenemen, om dan af en toe een verscheurend verlangen te kunnen voelen naar een plak kaas. Vreemd,ben ik dan toch een Hollander?

Stilleven-met-kazen.jpg

Femmy Otten (1981) maakte een prachtig, klein kunstwerk, getiteld Zeelepel. Ik pluk het verhaal er achter van deze website: ‘Toen zij nog in de thuiszorg werkte, hielp zij een oude blinde dame die in Scheveningen woonde. Die dame hield van de zee. De vrouw had thuis een oude soeplepel. Femmy nam de lepel ongemerkt mee naar huis en schilderde er de zee in. Haar intentie was om de lepel terug te zetten, maar de vrouw er niets over te vertellen. De vrouw overleed voordat ze dat kon doen. Hoe mooi is dat? De vrouw zou een zeelepel in haar bezit hebben, maar het zelf niet kunnen zien en ook niet weten. Een cadeautje van Femmy.’ 

Ik zou het werk meenemen en af en toe naar de lepel kijken, om de zee of oceaan rond het eiland te kunnen vergeten. Een foto van het kleine, bijzondere werk staat hier.

Lectuur: Wat erg om maar twee boeken mee te mogen nemen, naar dat onbewoonde eiland. Elke keuze die ik nu maak sluit alle andere boeken voor de periode dat ik er resideer uit. Vrees ik. Hoe lang moet ik op dat eiland blijven, trouwens?
Een poging. Om eindelijk eens goed door te pakken, neem ik de Bijbel mee. In de Statenvertaling. Geen modern gedoe. De buigzame, soepele taal uit de zeventiende eeuw is hoe dan ook goed om de lange uren zonder internet en televisie uit te zitten.

Ook:  Litterarische fantasien en kritieken, van Cd. Busken Huet (1826-1886). Zesentwintig delen, dus die zijn niet zo snel op. Ik heb nog nooit alle delen gelezen. Bijzondere tip: ‘Een avond aan het hof’, waarin de auteur almanakken recenseert door de koningin sprekend op te voeren (en heel verstandig komt die niet uit de hoek). Een leestip voor de ware republikein.


Films: Een film die ik maar een keer heb gezien (en die volgens mij lang geleden een keuzefilm van een zomergast was): ‘
Le jour de noces’  (Engels: ‘The wedding day’, 1977) van Claude Goretta (1929). Een mooie film over een wat burgerlijke familie die een uitstapje naar het platteland maakt. Men komt in een wat lawaaierige bruiloft terecht, tijdens welke de zoon des huizes de bruid schaakt. Zij blijkt de liefde van zijn leven te zijn. Het is wederzijds. Het eind van de film is bruusk en troostrijk tegelijk: de jongen wordt wakker gemaakt door zijn moeder. Het is tijd om weg te gaan. Naar het platteland, voor een uitstapje. Ik ben benieuwd of de film nu nog zo’n grote indruk op me maakt.

Nou ja, vooruit. Pulp Fiction  (1994) van Quentin Tarantino. Om het weergaloze verhaal. Om de eindeloze hoeveelheid citaten die je eraan kunt ontlenen. En om het weergaloze dansje van John Travolta en Uma Thurman:

https://www.youtube.com/watch?v=p6XZwHAqjxA

 

Muziek: Ja, wat weet ik van muziek? Bijna niets. Ik herinner me dat ik in een houten huis in Finland, waar een vriend van mij een jaar verbleef, naar Das Rheingold  (1869) van Richard Wagner (1813-1883) luisterde. De muziek doet me altijd aan Finland denken, wat niet per se de bedoeling is. Toch zou ik een cd waarop ze is gebrand meenemen.

Ooit was ik fan van Bruce Springsteen (1949), iets wat me op de hoon van in ieder geval een geliefd persoon kwam te staan. Toch hou ik vol. En draai ik zijn nummers soms. Stiekem, op YouTube. Nu ik op een onbewoond eiland zit neem ik al zijn platen tot 1985 mee.

 

Chrétien Breukers, Utrecht

Partager cet article
Repost0
2 septembre 2014 2 02 /09 /septembre /2014 16:41

 

Cover-SCHOENAERTS.jpg

'In het najaar verschijnt bij Manteau/WPG Uitgevers, Schoenaerts, een boek over de woeligste periode uit het leven van de acteur Julien Schoenaerts. Auteur Stan Lauryssens heeft een hoop speurwerk verricht en het resultaat in een verhaal gegoten, dat alle trekjes van een thriller heeft, het genre dat hem prijzen en internationale aandacht heeft bezorgd. Het heeft zijn voordeel en zijn nadeel. Spannend en een pageturner, maar met een lichte twijfel over de historische waarde', aldus Guido Lauwaert in aflevering 235 van de Mededelingen van het CDR.

Wat er ook van zij, 'non-fictieboek in thrillerstijl of 'docu-drama', het boek van Stan gaat over de meest dramatische jaren in het leven van Julien Schoenaerts (1970-1974), zoals gemeld in het paginagrote artikel in Gazet van Antwerpen van 7 juni : “Stan Lauryssens rakelt turbulente periode in het leven van acteur Julien Schoenaerts op”.

Schoenaerts is geen gewone biografie, aldus Stan. Zijn boek begint met de incidenten rond de opvoering van Koning Jan in de KNS en eindigt met de brand in het Ringtheater.

In 1970 zette Julien zich resoluut in voor de in Limburg stakende mijnwerkers. Wij hadden toen al een gemeenschappelijk verleden, dat er hier, nu, niet toe doet. Ik heb een aantal van zijn even imponerende als aangrijpende optredens in de steenkoolbekken meegemaakt.

Samen met Mark Vermeulen, voorzitter van de studiekring Vrij Onderzoek (VUB), organiseerde ik in februari 1970 een druk bijgewoonde solidariteitsmanifestatiein het Shaffy-theater te Berchem (gerund door Guido Lauwaert). Stan Lauryssens bracht uitvoerig verslag uit in De Nieuwe Gazet van 16 februari – destijds een voortreffelijke krant. De aanmatigende en vandaag niets meer betekenende term 'kwaliteitskrant' – vijgenblad of schaamlapje... – had toen nog geen ingang gevonden.

Ziehier, in een notendop, wat Stan noteerde...

Op het podium: Julien Schoenaerts, Marc Vermeulen en Henri-Floris Jespers, inleider en moderator. Paul de Vree bijt als ouderdomsdeken de spits af. Mijningenieur Gerard Slegers, de populaire stakingsleider treedt onder het daverende applaus het sjofele theaterzaaltje binnen en betreedt het podium. Jef Geeraerts ziet in een algemene staking die moet leiden tot federalisme, de enige oplossing. Teksten van Walter Roland, Roger M.J. de Neef, Willem M. Roggeman, Ludwig Alene, KP-Provincieraadslid Jan De Brouwere... Acteur Jo Coppens rakelt nog eens de incidenten (met Julien Schoenaerts) in de Antwerpse KNS op. Henri-Floris Jespers intervenieert krachtig: “'We zijn niet bijeengekomen om onderlinge vetes uit te vechten”. Gerard Slegers: 'Van ruzies tussen de mijnwerkers en het patronaat ben ik in onderlinge ruzies tussen kunstenaars verzeild!' Marcel van Maele, Herman J. Claeys, Rudy Witse treden op...

Jan de Roek leest monotoon en monochroom het lange gedicht 'In hoc signo' voor. Hij wordt door de zaal onderbroken, wordt bijna op awoertgeroep onthaald. Hij is lijkbleek, leest onverstoorbaar verder. Zijn handen trillen. Jespers kapittelt de zaal, hierbij bijgestaan door Slegers.

Julien Schoenaerts brengt enkele losse gedachten. Ondertussen blijkt dat geldinzameling 7.300 F opbracht. Slegers dankt namens de 23.000 stakende mijnwerkers.

Onder het zachte, monotone en bezwerende fluitspel van Cochius loopt het Shaffy-theater leeg”, aldus Stan Lauryssens.

Heeft Stan het onderschrift bij de foto bedacht: “Initiatiefnemer Henri-Floris Jespers en stakingsleider Gérard Slegers, of: het woord en de daad broederlijk naast mekaar”? Of was daar een bureauredacteur voor verantwoordelijk?

*

Het boek van Stan zal ongetwijfeld een groot publiekssucces kennen. Het wordt voorgesteld op 25 september om 15 uur, en wel op het adres Vleminckveld 18, op de trap en overloop onder het glas van het 'stadspaleisje' (dixit Stan) waar Julien in die tijd onder het dak woonde.

*

Op 28 juli publiceerde Raymond Rombouts een uitstekend interview met Stan Lauryssens.

http://www.hebban.nl/crimezone/artikelen/vlaanderen-thrilt-7-stan-lauryssens

Hier dan enkele quotes:

Ik heb nog nooit een misdaadroman geschreven, Raymond. Ik kan dat niet, ik weet niet hoe dat moet. Ik zweer het, ik las nooit een Vlaamse of Nederlandse thriller. Bob Mendes, Aspe, Deflo: nooit gelezen. Ik heb wel wat beters te doen.”

Ik lees nooit Vlaamse of Nederlandse thrillers. Geef er mijn geld niet aan uit. De meeste Vlaamse en Nederlandse thrillerschrijvers zijn trouwens hobbyschrijvers, voormalige jeugdschrijvers of redactrices van Libelle of Magriet. Wat zou ik me daar druk om maken?”

Wie leest overigens thrillers? Niet die ene professor van Gent of Nijmegen, wel bakkers en slagers van om de hoek.”

Een openhartig vraaggesprek. Lezen!

Henri-Floris JESPERS

Partager cet article
Repost0
2 septembre 2014 2 02 /09 /septembre /2014 01:57

 

IVO-VAN-HOVE_04-2012-2_----Jan-Versweyveld-.jpg

Ivo van Hove (foto: (c) Jan Versweyveld)

 

Dat Ivo van Hove de roman The Fountainhead wilde vertonelen is niet verwonderlijk. Wat de ziel van het boek is, is ook die van hem en geeft zeer goed weer hoe hij staat tegenover de overheid en haar wanbeleid in verband met kunst en de kunstensector.

In 1935 begon Ayan Rand [1905-1982] aan The Fountainhead. Met het hoofdpersonage Howard Roark schiep Rand de ideale mens. Toen het boek in 1943 verscheen lag het niet aan de critici dat het een bestseller werd. De mond-aan-mondreclame is er verantwoordelijk voor. Na de grote run is het nooit meer weg geweest uit de boekhandel en volgde druk na druk.

De schrijfster

Ayn Rand sluit zich aan bij de rij van Russische grootmeesters in de vertelkunst. Ze is afkomstig van Sint-Petersburg. In haar middelbare schooltijd was ze getuige van zowel de Kerenski revolutie, die ze steunde, als van – in 1917 – de bolsjewistische, die ze vanaf het begin afwees. Haar familie verhuisde naar de Krim. In 1925 kreeg ze toestemming om haar familie in de Verenigde Staten te bezoeken. Ze keerde nooit meer weer naar Rusland. Vanaf 1926 werkte ze in Hollywood waar ze vrij snel Cecil B. De Mille leerde kennen, de regisseur van films, megaspektakels als De Tien Geboden.
Ayn Rand werd scenarioschrijfster, schreef een toneelstuk, maar haar kracht lag in de vertelkunst. The Fountainhead en het tweede deel van haar magnum opus, Atlas Shrugged [1957] zijn samen goed voor ruim 2000 pagina’s dundrukpapier, kleine letter en groot formaat [23 op 15]. Je hebt voor beide boeken een boekenstander nodig om tijdens het lezen geen kramp in de vingers te krijgen.

De regisseur

De droge, harde schrijfstijl van Ayn Rand moet een van de redenen zijn geweest die Ivo van Hove aanzette om van de roman een toneelstuk te maken. Een tweede reden is dat het beroep van het hoofdpersonage over dat van hem geschoven kan worden en er maar één beeld te zien is.
Howard Roark is architect. Een regisseur is dat ook. Hij ontwerpt een voorstelling zoals een architect een gebouw. En net als Roark luistert Van Hove naar op- en aanmerkingen, maar ze beïnvloeden zijn concept nauwelijks. Tot de première. Eenmaal die voorbij is interesseert – grof gezegd – de voorstelling Van Hove niet meer. Net als voor Roark is voor Van Hove het creatieproces the sound and the fury. Verdere aandacht is er enkel om na te gaan of het geluid en de drift van zijn gerealiseerde droom onbeschadigd blijft. De voorstelling staat zo bekeken als beeld en spiegelbeeld: de wereld van de integere architect tegenover de onkreukbare regisseur.
Een derde reden om dit boek op de bühne te zetten is dat Van Hove er van overtuigd was dat bewerker Koen Tachelet en scenograaf Jan Versweyveld het verhaal en de beeldschetsen in een compacte speeltaal en een kurkdroog decor konden omzetten. Met bovendien de steun van dramaturg Peter Van Kraaij is het boek gestript, op het ondergoed na.

Het verhaal

Begin 20ste eeuw. The Fountainhead schildert de carrière van de Howard Roark. Hij wordt net voor de eindstreep weggestuurd van de architectenschool omdat hij de theorieën van die roestbakken van professoren afwijst. Zijn medestudent en vriend Peter Keating slaagt met glans en maakt carrière als architect die knikt en slikt wat de klant wil. Wat Roark net niet wil doen; onder geen beding. Hij wil geen kopie van Europa bouwen, waar veel rijken juist wel van dromen. Wonen in Griekse tempels of Romeinse paleizen – Duitse burchten of Franse kastelen. En liefst alle stijlen van twee millennia gemixt. Voor Roark daarentegen verdient de Nieuwe Wereld een Nieuwe Architectuur.
Keating zit algauw aan de grens van zijn kunde. Om aan de top te blijven, doet hij vaak beroep op zijn vriend, maar verknoeit diens ontwerpen door zijn grenzeloze ambitie en ijdelheid. Wanneer hij voor de zoveelste maal beroep doet op Roark, laat die hem een contract tekenen dat er niets aan het ontwerp gewijzigd zal worden. Wegens zijn verlies aan zelfrespect geeft Keating toe en wordt het prachtig ontwerp een afgrijselijk gebouw. Roark blaast het na voltooiing op en krijgt een proces aan zijn been. Door een sterk gemotiveerde apologie luidt het oordeel van de jury: Niet schuldig.
Eindelijk erkenning als vernieuwer [denk aan Le Corbusier] en de doorbraak van een eigen, Nieuwe Architectuur. Natuurlijk is er doorheen het verhaal nog een complex amoureus verhaal verweven.
Onderhuids speelt mee dat de kracht van het individu voorgaat op de macht van de massa. En dat het individu als cultuurschepper niet mag toegeven aan welke wens ook uit politieke of economische hoek.

De voorstelling

Met het pleidooi eindigt de voorstelling, niet met de beslissing van de jury. Ivo van Hove laat het oordeel aan het publiek over. Noem het een open einde. Al zal wie nauwgezet de voorstelling volgt tot dezelfde uitspraak komen als die van de jury in de roman. Daarenboven de waarschuwing snappen waar het Van Hove om te doen was: het snoeien in subsidies en moeien met het artistiek beleid door de overheid is een misdaad.
Maar niet enkel dat open einde is een schot in de roos. Ook het wegsnijden van bijgedachten en nevendaden, op zich interessant maar niet essentieel voor de mechaniek van het toneelverhaal, is dat. Het is aan de acteurs om ze suggestief weer op te halen. En dat is een kolfje naar de hand van het acteursgild van Toneelgroep Amsterdam. Ivo van Hove heeft een gezelschap samengesteld dat individueel en in groep zijn personage, zijn rol, zijn aandeel een vierde macht kan geven. En verdwijnt een schakel, weet hij een evenwaardige te vinden. Het maakt dat de magie van de voorstelling geheel in handen ligt van de spelers. In The Fountainhead wordt dat even sterk aangetoond als in zowel een kleine als een grote voorstelling met een meerwaarde. Kleine = La voix humaine – Grote = Romeinse Tragedies.
Eén acteur een ruiker toewerpen en de anderen een bloem, past niet. Het verhaal is een kapstok en het succes van de voorstelling wordt gemaakt door het samenspel van de acteurs. Zo intens is het teamwork dat de toeschouwers gevangen worden in de ban van de evolutie en de meningen van de personages. En al heb je een triumviraat als regeerders, hun spel krijgt maar glans door de blink van de nevenrollen, een benaming die in wezen ver onder de waardigheid van hun aandeel in het geheel van de productie is.
De kroonjuwelen
Bij elke kroon horen juwelen. Eén ervan is de schrijfmachine[s]. Niet van het merk IBM maar van Olivetti, het Italiaanse bedrijf van schrijfmachines waar de Belgische kunstenaar Jean-Michel Folon enkele jaren voor werkte. Heel wat producten van Olivetti zijn, by the way, in de permanente collectie van het Museum of Modern Art in New York opgenomen.

FoutainHead.jpg
Een ander juweel is de beroemde degelpers van Heidelberg. Hij symboliseert de popularisering van de dagbladen. Toen de machine aan het drukken sloeg, kwam
Citezen Kane in beeld. En de botsing van Orson Welles als de scrupuleuze krantenmagnaat met Joseph Cotton als de integere theatercriticus.
Ook de muzieklijn is een juweel, beginnend bij de muziek van George Gershwin, scherend langs de psychedelische muziekgenres en eindigend bij de hedendaagse opera.

Envoi
Er valt heel wat meer moois te ontdekken in deze voorstelling. Het mag niet gezegd maar moet gezien worden. Het verklappen zou de verrassing ontheiligen. The Fountainhead is een Wagneriaanse toneelproductie die men meer dan eens moet zien om de schoonheidsvlekken ervan te ontdekken.

Guido LAUWAERT

 

THE FOUNTAINHEAD – Toneelgroep Amsterdam –www.tga.nl– 2 t/m 4 oktober in deSingel – Antwerpen

Partager cet article
Repost0
1 septembre 2014 1 01 /09 /septembre /2014 07:41

 

Verlies-van-lief-voorzijde-omslag-001c.jpg

 

Onbeheerd achtergelaten dingen roepen gevoelens van melancholie op. Een speelgoedauto met drie wielen in een nachtelijke straat, een onaangeroerd lunchpakketje op een leeg schoolplein, een verdwaald Poesiealbum in een antiekwinkeltje: ze prikkelen onze sluimerende voorraad persoonlijke droefheid. Ach jee, denk je dan, ach jee

In Verlies van lief, een goed vormgegeven boekproject van Margreet Schouwenaar (gedichten) en Mariet Lems (foto’s) werkt het ‘achtergelatene’ subtiel in op de menselijke emotie.

Mariet Lems fotografeerde verlaten huizen in Ierland. Niet zomaar wat afbrokkelende muren en hoopjes puin. Nee, het gaat om huizen met duidelijke sporen van de vertrokken bewoners. Het is alsof de woningen in haast zijn verlaten. Lems trof er onder meer foto’s aan, keukengerei, ansichtkaarten, bidprentjes en zelfs speelgoed. Stille getuigen van het leven vroeger en vooral verlaten getuigen. Het is bijna pijnlijk. Wat verlaten werd, lijkt te veel op het leven zelf. De registrerende bezoeker voelt zich dan ook een indringer.

De woningen met inhoud vergaan langzaam. Ze raken als het ware steeds meer  verlaten. Totdat schimmels, regens en stormwinden de sporen van de huiselijk haard voorgoed zullen hebben uitgewist.

Een ontroerende inleiding (Mariet Lems) en sterke gedichten zijn gecombineerd met kleurenfoto’s op mat papier. Verweerd verleden geconserveerd in een afgewogen bundel.

De presentatie van Verlies van lief  en de opening van de bijbehorende expositie vinden op 12 september om 16 uur plaats in Kapel Zorgcirkel Westerhout, Van Houtenkade 3, Alkmaar.

Verlies van lief, uitgeverij Kleinood & Grootzeer, (genummerd en gesigneerd) is ook te bestellen via internet: prijs € 18 (plus € 2,- verzendkosten).

www.kleinood-en-grootzeer.com

Expositie: 12 september – 30 oktober (10 – 17.30 uur).

Erick KILA

Partager cet article
Repost0
31 août 2014 7 31 /08 /août /2014 12:46

 

HFJ-poogt-te-roken.JPG

Henri-Floris Jespers, 2012. Foto: (c) Bert Bevers

 

Op de kop twintig jaar geleden hield Henri-Floris Jespers zijn eerste lezing op uitnodiging van de culturele vriendenking Ex-Libris. Woensdag 3 september houdt hij een causerie onder het motto “Terugblikken naar de toekomst”. Bij het herontdekken van oude foto's en archivalia blikt hij van de hak op de tak (maar is het wel zo...?) weemoedig terug naar het verleden, maar vooral de toekomst blijft zijn volle aandacht opeisen.

Ex-Libris, Taverne Rochus, Sint-Rochusstraat 67 te Deurne.

Zoals gewoonlijk is iedereen al vanaf 19uur30 welkom. De lezing begint om 20u30 stipt.

*

Zaterdag 6 september om 18 uur: opening van de tentoonstelling “A Pantheon” van Patrick Conrad, Galerie Martin van Blerk, Mechelsesteenweg 28. Meer op:

http://mededelingen.over-blog.com/article-agenda-nazomer-i-patrick-conrad-en-renaat-ramon-124379514.html

*

Vrijdag 12 september om 21 uur wordt de tentoonstelling van beeldend kunstenaar Ron Scherpenisse in Den Hopsack geopend door Erick Kila. Meer op:

http://mededelingen.over-blog.com/article-agenda-nazomer-iv-ron-scherpenisse-exposeert-in-den-hopsack-124416091.html

*

Jawel, september wordt druk – wacht maar even tot de volgende aflevering van “Nazomer”...

Partager cet article
Repost0
30 août 2014 6 30 /08 /août /2014 14:26

 

de_entertainer_13_14c_Jan_Versweyveld-6-632x321.jpg

Foto (c) Jan Versweyveld


John Osborne [1929-1994] is de toneelschrijver die een doorbraak forceerde in de Engelse toneelliteratuur met zijn new drama. Het brak met de tradities en waarden van de boven- en middenklasse. Het betreft niet enkel de onderwerpen van zijn stukken maar ook de taal en de inbreng van emoties. Weg deftigheid en keurigheid. De morele achterbuurten waren plots belangrijker dan de deftige lanen. Welkom rauwheid en slagen onder de gordel.

De Britse toneelschrijver heeft een voorliefde voor de werkende klasse en hun ellende, wat prominent aanwezig is in zijn stukken, maar is bewust nooit de barricaden opgeklommen. Hij heeft afstand gehouden, wat juist de erkenning van zijn positie in het sociaal drama versterkte. En het werd tijd. Meer dan een halve eeuw voor zijn doorbraak met Look back in Anger [1956], had zijn toneelpen al vaste voet gekregen in Noorwegen [Ibsen], Zweden [Strindberg] en Rusland [Tsjechov]. Zelfs Nederland en België kenden met Herman Heijermans en Cyriel Buysse al het volkstheater voor de burgerij en de hogere klasse.
Het volgend stuk van Osborne is alweer een voltreffer. The Entertainer uit 1957 koppelt sociale miserie aan het onomkeerbare verval van Groot-Brittannië. Zo onderstreept Osborne dat de werkende mens in zijn armoede zal vergaan door een verarmde staat. Met het stuk opnieuw op de affiche te zetten toont Toneelgroep Amsterdam aan dat we momenteel in eenzelfde situatie zijn beland. Een arme staat kan zich niet eens een premature cultuur permitteren. Maar wiens fout is dat? Van een politieke wereld zonder visie op de toekomst en die alle problemen voor zich uitschuift. Zelfs als die problemen al midden in hun doodstrijd zitten.
The Entertainer kan makkelijk met zijn verhaal van het podium naar het parlement verhuizen. De middelmatige komiek Archie Rice is een spiegelbeeld van Anthony Eden, Harold Macmillan, Alec Douglas-Home, de conservatieve Britse premiers die de schijn van het Verenigd Koninkrijk als wereldmacht probeerden op te houden. Door hun asociale politiek werd de weg vrijgemaakt voor Margaret Thatcher. Voor tussenpauzen als Harold Wilson en James Callaghan was het dweilen met de kraan open. Bovendien werden zij geboycot door de geheime diensten. John le Carré heeft dat in zijn spionagethrillers meesterlijk verwoord.

Als toneelstuk tekent The Entertainer het verval van de populaire volkskunst van de music-hall en zijn artiesten die geen plaats meer vinden in de onverschillige, commerciële massacultuur waarvan televisie het symbool is, zoals het kruishout het is voor Rome, de halve maan voor Mekka en de Davidster voor Jeruzalem. Ondanks de twee voorbeelden behoort Osborne echter niet tot de vernieuwers die blijvende waarde aan het toneel in zijn kunstvorm hebben geschonken. Daarvoor moet je bij Edward Bond zijn, en Harold Pinter. En in Noord-Amerika bij John Steinbeck, Henri Miller, Eugene O’Neill, Edward Albee en Tennessee Williams.
Het hedendaags Britse toneel is, op Sarah Kane na, burgerlijk theater met weinig tot geen sociale klemtonen. Het draagvlak ligt bij het talent van de acteurs. Dat heeft vertaler en regisseur Eric de Vroedt zeer goed begrepen. Hij heeft het acteurstoneel ten volle uitgezogen en het net vóór of achter het toneelgordijn gezet. Maar hij heeft scenograaf Maze de Boer een decor te laten ontwerpen dat het moderne en het klassieke samenvoegt.
In een bangelijk nauwer wordende tunnel staat aan het eind ervan de woonkamer. Er wordt nauwelijks gebruik van gemaakt. De combinatie van toneel op het voorplan en het salon op de achtergrond geeft zeer goed weer dat voor topacteurs de schouwburg en het gezelschap hun eerste huis en thuis is en hun privésfeer de tweede. De boodschap van The Entertainer van 1957 en die van 2014 benadrukt dat er in die tussenperiode weinig veranderd is. Slechts het decor verschilt. De attributen, zoals de fauteuils, stammen uit de designperiode van de jaren vijftig. Die – gek! – aan een remonte bezig is.

Gijs Scholten van Asschat als hoofdpersonage Archie Rice steelt natuurlijk de show, door zijn eigen meesterschap, maar krijgt extra vernislaag door indringend spel van Janni Goslinga als zijn vrouw Phoebe Rice en Fred Goessens, Mariane Aparico Torres en Alwin Pulinx als zijn kinderen Fred, Jean en Frank. Wat heerlijk om te zien en horen hoe ze samen de magie van het spel laten glanzen. De liedjes, als entertainment tussen de 13 scènes, zijn muzikaal en taalkundig van zeer hoog niveau, met soms een lekkere knipoog naar Simon Carmiggelt en Godfried Bomans. Soms komt het Nederlands cabaret uit de jaren 60 en 70 piepen.

Het enige mankement is dat de tekst van John Osborne slijtage vertoont. In tegenstelling met die van de Shakespeare van de Britse televisie, Dennis Potter. Wie optimaal wil genieten van de nieuwe The Entertainer kijkt best vooraf naar Potters serie Lipstick on your Color uit 1993. Dezelfde achtergronden spelen mee: de Suez crisis, de bitterheid bij alle lagen van de bevolking om het verlies van de wereldheerschappij en de neergang van de morele waarden, waardoor er geen troonzaal meer was voor de notabelen, op die van het koningshuis na [dankzij de persoonlijkheid van Queen Elisabeth II].
The Entertainer van Toneelgroep Amsterdam is een prachtig voorbeeld van een rampzalige maatschappij. Wie geen messen heeft voor in de ruggen, verraad beschouwt als een kwaliteit, wacht niet anders dan een eenzame doodsstrijd of zelfmoord. De laatste categorie is in opmars.

Deze voorstelling passeert niet langs België. Maar wie de kans ziet er eentje in Nederland mee te pikken, zal merken dat de kost een gouden belegging was. Zelfs voor wie de problematiek al kent. Men is nooit wijs genoeg om een extra wijze les te laten passeren.

Guido LAUWAERT

The Entertainer –John Osborne – productie Toneelgroep Amsterdam – www.tga.nl

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche