Louis Pauwels in VECU (foto: collectie HFJ)
Vrijdag 22 oktober 1976 was de Franse schrijver Louis Pauwels (1920-1997) te gast. Samen met Jacques Bergier (1912-1978) schreef hij Le Matin des Magiciens (Paris, Gallimard, 1960) en L'Homme éternel (Gallimard, 1970).
In de eerste helft van de jaren zestig werd Le Matin des Magiciens, zeer tot verwondering van de uitgever, een internationale bestseller. Daarbij aansluitend werden Pauwels en Bergier de motoren van het tijdschrift Planète (1961-1968), waarvan het Nederlandse Bres als het ware een spin-off was.
De vaak omstreden Louis Pauwels had toen al heel wat journalistieke watertjes doorzwommen. Als neutrale titel van zijn causerie over de “zogenaamde wereldproblemen van het jaar tweeduizend” koos hij : “Les réponses de l'intelligence aux terreurs de l'an 2000”. Hij schuwde nooit sterke uitspraken en stelde zonder blikken of blozen dat er helemaal geen problemen zijn – of toch wel één: “het blanke ras sterft uit”. Al de rest wordt opgeschroefd tot mythen, terwijl het in werkelijkheid kleine moeilijkheden zijn die in een handomdraai uit de wereld kunnen worden geholpen. “Mits wilskracht en rede zijn alle grote problemen op te lossen” – een stelling die hij staafde aan de hand van een rits Amerikaanse wetenschappers. “Het pessimisme en defaitisme van de westerling is een levensfilosofische crisis die door meer zelfvertrouwen gemakkelijk overwonnen kan worden.”
(Foto: collectie HFJ)
Louis Pauwels was toen al in het vaarwater van de nieuw-rechtse filosoof Alain de Benoist (° 1943), de stichter van GRECE. Kort na zijn lezing in Vecu nam Pauwels' journalistieke carrière een definitieve wending: hij werd hoofdredacteur van het invloedrijke Figaro Magazine. Later werd hij verkozen als lid van de (Franse) Académie des Beaux-Arts en ereburger van zijn geboortestad Gent.
*
Een week later, 29 oktober 1976, werd de tentoonstelling van Paul Snoek geopend, een ietwat heterogene verzameling aquarellen, gouaches en acrylschilderijen. Tony Rombouts bracht verslag in Vecu-Express. Hij stipte aan dat al eerder tentoonstellingen van Pauk Snoek te zien waren, maar dan wel telkens onder een welomlijnd motto: 'Het vliegt' of 'Het zwelt'.
'Zijn huidige tentoonstelling heeft geen kenspreuk meegekregen. De onderwerpen zijn schijnbaar chaotischer gekozen, alhoewel het merendeel wordt bepaald door imaginaire stadsgezichten, Venetiaans aandoende composities, samengesteld met gondelmeerpalen, paleizen, poortjes en trappen, dan weer met Praagse koepels […]. Het zijn vooral algemene indrukken, geladen met een sterk poëtische sfeer, die door hun hyperverfijnde compositie, ondersteund door precies gekozen kleuren, een aangename glimlach van vertedering bij de toeschouwer toveren.'
*
November 1976 werd drukker. Dat is voer voor de volgende gedocumenteerde aflevering...
Henri-Floris JESPERS
(wordt vervolgd)