Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
19 mai 2011 4 19 /05 /mai /2011 15:51

 

Via een persbericht maakt het NTGent bekend dat het in samenwerking met het theatercollectief Wunderbaum een gespeelde voordracht organiseert op zaterdag 11 juni van Thyestes, een toneelstuk van Hugo Claus uit 1966. Het stuk behandelt de geschiedenis van Atreus, die uit wraak om het stelen van zijn vrouw en de troon, de kinderen van zijn broer Thyestes doodt en ze hem als maaltijd voorzet.

Dat Seneca aan de bron ligt van dit toneelstuk is mooi meegenomen maar niet belangrijk. Claus was na Brecht de grootste letterdief ter wereld. De Thyestes van Seneca waren al bewerkingen van gelijknamige stukken van o.a. Sophocles en Euripides. Wat belangrijker is dan het bronnenmateriaal, gezien in het licht van deze zet van het NTGent, is het feit dat heel wat politici hebben toegezegd een rol uit het stuk op zich te nemen. Dat ze dit gedaan hebben is niet verwonderlijk. De kern van het stuk draait om broederhaat en familieconflicten, een spelletje wat de Wetstraat en de omliggende politieke steegjes maar al te goed kennen. En simpelweg een moord begaan is voor hen te weinig. Iemand doden, dat is dagelijkse kost. Er moet wat extra bedacht worden. ‘Iets dat de grenzen van de lamlendige menselijke haat doorbreekt’, zoals Claus een personage in de mond legt in dit stuk. In Thyestes is kindermoord en kannibalisme het dubbele toetje van de dagschotel. Wilfried Martens, Willy Claes, Wivina De Meester, Miet Smet en waarschijnlijk nog enkele andere politici, tweedeplans, om een term uit de toneelwereld te gebruiken, worden bijgestaan door onder andere Els Dottermans, Servé Hermans, Walter Bart, Matijs Janssen, Maartje Remmers en Marleen Scholten.

*

Een lekkere ‘stunt’, voorzeker. Maar mijns inziens een foute keuze, door de inzet van wat moet doorgaan voor heuse politici. Een betere keuze ware Tand om tand geweest, een toneelstuk van Claus uit 1970. In de eerste druk draagt het als ondertitel ‘Een spiegelgevecht’, wat Claus voor zijn Verzameld Toneelwerk in 1999 heeft gewijzigd in ‘Een fantasia’. Vreemd, want de eerste versie werd extra in de verf gezet door promotekst op de achterkant van het kaft: ‘TAND OM TAND wordt door Hugo Claus een spiegelgevecht genoemd omdat hij daarmee zinspeelt op het feit dat dit stuk de legende van Tijl Uilenspiegel oproept.’

Het stuk speelt zich af in de toekomst en draait [alweer] rond een moord. Het heeft de structuur van een proces dat door de VVT [Vrije Vlaamse Televisie] rechtstreeks wordt uitgezonden. Jan van der Molen, een volksjongen, heeft de grote Vlaamse leider vermoord. Hij waant zich de nieuwste versie van Tijl Uilenspiegel en ziet het gevaar voor Vlaanderen. Nu het een zelfstandige staat is geworden en geregeerd wordt door één partij met één leider. De leider, een Bart De Wever avant la lettre, beslist en de andere leden van zijn kliek moeten knikken. Extra gevaar zit hem in het bezit van een atoomcentrale in Mol. Een bom tegen de vijand is snel gemaakt.

Opvallend aan dit stuk is de toon. Oordeel [en geniet] mee:

Rechter: In naam van de Republiek, van onze Moeder de Heilige Kerk, en in naam van onze verheven martelaar, de Voogd van Vlaanderen, verklaar ik deze zitting van het Bijzonder Gerechtshof voor geopend. … Vooraleer in onpartijdigheid tot de berechting van deze rotte hond van een beklaagde over te gaan moet het mij van het hart, tegenover de aanwezige vertegenwoordigers van onze Centrale Comitees en tegenover u, kijkers thuis, dat ik niet zal kunnen nalaten streng te zijn. Dit kreng, dit uitwerpsel, deze beschuldigde schuldig aan desertie, opruiing, doodslag en moord heeft het internationaal gezag van ons volk ondermijnd, hij heeft geknaagd aan de grondvesten van onze republiek, hij heeft Vlaanderen zelf, in de persoon van zijn Voogd, aangerand. Daarom zal ik de wet toepassen, de heilige wet. Niets of niemand zal mij tegenhouden. Ik zal, in naam van de liefde tot ons volk, een bloedhond zijn voor deze stinkende adder!

Merkwaardig aan dit stuk is dat het regelmatig onderbroken wordt door nieuwsflashes en reclamespots. Ze promoten onder meer vakanties in Vlaamse kolonies of wasmiddelen met een Vlaamse geurtje: ‘Het Vrije Vlaamse Nieuws wordt u gebracht door Detergent Loki. Voor uw tennispak, uw anorak, gebreide rok of interlock, het wasmiddel met heidekruid.’ Nog een voorbeeld, tevens het slot: ‘Deze flitsen uit Het Vrije Vlaamse Nieuws werden u gebracht door de melkpoeder Soetkin. Melk van Soetkin maakt u sterk, maakt u blij. Melk van Soetkin maakt u van alle zorgen vrij.’

Het Antwerpse veilinghuis Bernaerts veilde op woensdag 13 mei de handgeschreven versie. Claus schreef Tand om tand in opdracht van de Antwerpse KNS, maar daar werd het uiteindelijk nooit opgevoerd. Wat niet verwonderlijk is. Antwerpen is heel zijn bestaan een rechtse stad. Niet voor niets is de spotnaam van de Antwerpenaar Sinjoor, wat zoveel betekent als… collaborateur.

Het stuk ging na heel wat gesoebat in 1970 in première in de Brusselse KVS. Op de veiling raakte het niet verkocht. De vraagprijs werd lang niet gehaald. Eigenlijk hoort het thuis in het Letterenhuis. Want het is een profetisch stuk, en lang voor het bestaan van een Vlaamse commerciële zender pakte het al uit met reclamespots.

Wanneer zet een Vlaams theater het op de affiche? Of… Who’s Afraid of Bart De Wever, Bart De Wever, Bart De Wever? Who’s Afraid of Bart De Wever, Bart de Wever… early in the morning!

Guido LAUWAERT

 

Partager cet article
Repost0
18 mai 2011 3 18 /05 /mai /2011 17:01

 

13-mei-2011-J-009.jpg

Inleider Richard Foqué en exposanten André Goezu, Lydia Liekens, Patricia Nik Dad en Annick Dumarchey

Op 13 mei werd in Galerie Epreuve d’Artiste te Antwerpen de tentoonstelling 'Le jardin secret' geopend. De galerie, gevestigd in een goed bewaard huis uit het begin van vorige eeuw wordt geleid door de zussen Chris en Lucienne Verheyen. Door het exclusieve karakter van deze galerie, waar uitsluitend grafische kunst geëxposeerd wordt, wisten zij een aantal binnen- en buitenlandse kunstenaars van hoog niveau aan te trekken. Reeds vanaf de eerste tentoonstelling in 1981 specialiseerden ze zich in kunst uit Tsjechië en andere Centraal- en Oost-Europese landen. Op 6 juni 1981 werd gestart met een opgemerkte expositie van de Tsjechische graficus Jiri Brazda. Zijn etsen maken nu ook deel uit van de groepstentoonstelling ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan waarin werk getoond wordt van 11 kunstenaars uit Rusland, Frankrijk,Tsjechië, Griekenland en landgenoten.

De titel van de expositie;'Le jardin secret' is geïnspireerd door de cult novelle van Frances Hodges Burnett uit 1911. Voor haar was de 'secret garden' het symbool voor de ondergang en regeneratie van een familie. De tuin als genezende omgeving. Spreker Richard Foqué verwoordde dit treffend:

Het is de plaats die onbereikbaar is, misschien zelfs onbestaand. De plaats vol geheimen,die men vruchteloos zoekt, het verloren paradijs. De plaats waar dood en leven, eros en thanatos elkaar ontmoeten, van ongeremde passie en ontroostbaar verdriet. De plaats van de verboden liefde.Het labyrint van het vergeten.

Elke kunstenaar vertolkt zijn individuele 'secret garden' in zijn unieke stijl, met zijn geliefde thema’s, in zijn eigen techniek.

Prof. em. en dichter Richard Foqué presenteerde op een elegante en erudiete wijze de kunstenaars aan het talrijk opgekomen publiek van grafiekminnaars.

Hij stelde voor om de benaming 'groepstentoonstelling' te vervangen door de meer poëtische benaming 'gezamenlijk salon'. Dit zou zeker gepast zijn in dit mooie huis waar vroeger in het achterhuis een diamantslijperij gevestigd was die met een ondergrondse tunnel met het woonhuis verbonden is. Bovengronds vormt een kleine romantische binnentuin de overgang naar het atelier dat ook als tentoonstellingsruimte fungeert.

De spreker verwijlde even langer bij het werk van André Goezu, de in Parijs wonende en werkende Antwerpenaar, die de diverse en complexe etstechnieken tot in de perfectie beheerst en die tevens werkt aan illustraties voor de volgende dichtbundel van Richard Foqué.

JvdB

13-mei-2011-097.jpg

Frank Ivo van Damme en Frieda van Dun

13-mei-2011-027.jpg

Van l. naar r.: Gerrit Westerveld, Geertje en Bert Bevers

Foto’s Frank Ivo van Damme

Tot 29 mei. Galerie Epreuve d'artiste, Oudekerkstraat 64, 2018 Antwerpen. Openingsuren: zaterdag en zondag van 14 uur 18 uur.

www.epreuvedartiste.be

Partager cet article
Repost0
17 mai 2011 2 17 /05 /mai /2011 22:11

 

JanDecorte.jpg

Jan Decorte

Jan Decorte beschuldigen van het maken van baroktoneel zou al te licht ondergedompeld zijn. Toch, om de zoveel jaar, omhelst hij de barok om met een omweg en in halve duisternis wild en grillig deze stijl aan de borst te drukken. Bovendien heeft hij grandioos respect tegenover de techniek en de geest van het werk van de auteur dat hem heeft geïnspireerd. Niet alleen van de auteur maar ook van de componist, zoals dat met zijn nieuwste productie het geval is. The Indian Queen zal namelijk eerder bekend blijven door zijn muziek dan door zijn toneeltekst.

Toneelmuziek

Henry Purcell (1658-1695) is de belangrijkste componist die Engeland ooit voortgebracht heeft. Misschien had hij een tweede Händel kunnen worden, indien hij niet zo jong was gestorven. Zijn bekendste werk is Dido & Aeneas, een opera die Decorte in 2006 bewerkt heeft. Ook The Indian Queen wordt als een opera gepresenteerd. Dat is licht overdreven. Al wordt het een opera genoemd, het is toneelmuziek uit 1692 die Purcell drie jaar later nog eens onder handen heeft genomen.

The Indian Queen uit 1664 is in samenwerking met Sir Robert Howard geschreven door John Dryden. Net als zijn andere werken is het grof van toon, opzettelijk, want Dryden wilde vooral kwetsen. Voor zijn eigen plezier en om de burgerij, niet vertrouwd met het hofleven, te wijzen op wanbeleid en vriendjespolitiek. De voortuin van de burger verschilt in wezen niet van de achtertuin van de vorst.

Cocktail

Dat The Indian Queen geen volwaardige opera is, heeft Jan Decorte goed begrepen. Hij wijst daar met twee vingers naar, door het stuk te bestempelen als een ‘semi-opera’, een ‘nog-net-geen-opera’. Hij trekt die lijn door in de enscenering door het oorspronkelijke toneelstuk en het oerlibretto bij elkaar te kiepen, te shaken en te zeven. De barvrouw van dienst die deze cocktail serveert is Sigrid Vinks. Als een Suisse, mét bijhorend zwaard, is zij zowel gastvrouw als hofdame. De bijhorende muziek is al even smaakvol klutswerk van B’Rock, het barokensemble waarmee Jan Decorte al eerder samenwerkte. Frank Agsteribbe dirigeert.

Kapot bewerkt

Het verhaal is snel verteld. Het rammelt en heeft nauwelijks vet aan het lijf. Een verhaal kan verbeterd worden, iets waar Shakespeare meester in was, maar ook kapot bewerkt. Dat is het geval met dit stuk, dat in de loop van zijn bestaan, vóór Purcell er zijn tanden in zette, al tientallen malen was herkauwd.

Zemporella is heerseres over Mexico. Zij wordt tegengewerkt door de Inca’s van Peru en hun generaal Montezuma. Zoals dat zo vaak het geval is wanneer de strijd al te lang duurt wisselt de generaal van kamp. Generaals pronken graag met hun medailles. Naar de vijand overlopen levert al een knoert op en misschien dat de overwinning makkelijker is vanuit een andere hoek bekeken. Wat gerant staat voor nog meer blik op de borst. Zemporella wordt, wie had anders verwacht, verliefd op hem. Het een en ander loopt niet af zoals verwacht. Gevolg: madame slaat de hand aan zichzelf.

Puurheid

Jan Decorte heeft alle spreekteksten eruit gegooid en enkel de muziek van het koor en de solisten behouden. Door een minimum aan actie en attributen kan de toeschouwer het verhaal niet snappen. Maar of hij dat nu wel of niet snapt zal Decorte een zorg wezen. Waar het hem in essentie om te doen is, is de puurheid van de barok, en in het bijzonder de kleurige melodie van Purcell te tonen. Dat is hem aardig gelukt. Het ensemble speelt strak en gaaf, de solisten zijn stemvast, met als grote uitblinker sopraan Hanna Bayodi. Een stem van kristal. De drie mannelijke solisten, Risto Joost [contratenor], Frederik Akselberg [tenor] en Håvard Stensvold [bariton] kennen hun taak en plaats. Iets meer inleving van de tenor en de contratenor had de warmte wat verhoogd.

Wat absoluut benadrukt moet worden is de kostumering. Iedereen is blootsvoets. De mannelijke solisten dragen het hoogstnodige. Zwarte vest en bijpassende broek. De soliste en onze lieve Suisse zijn fleuriger gekleed. Typisch Decorte. Mannen moeten naakt [of zo goed als], maar vrouwen mogen wat extra. Weliswaar een minimum aan kleur en lijn, maar wel voldoende om de zuiverheid van hun schoonheid te onderstrepen.

Borstbeeld

Dat Jan Decorte een theatermaker is die een prominente plaats inneemt door zijn koppige envergure was al geweten. Die wetenschap wordt nog versterkt door deze productie. Het is wonderlijk hoe Decorte blijkbaar met gemak dit complexe stuk tot een compacte voorstelling heeft herleid.

Henry Purcell werd begraven naast het orgel van Westminster Abbey. Jan Decorte verdient een borstbeeld in het Kaaitheater.

Guido LAUWAERT

The Indian Queen– productie Kaaitheater, Kunstenfestival des Arts en Bloet vzw – www.kaaitheater.be

Partager cet article
Repost0
17 mai 2011 2 17 /05 /mai /2011 13:56

 

VVLjaarboek.jpg

De meer dan prettige lectuur van de jongste bijdrage van Bert Bevers bracht mij onder meer in herinnering dat ik een exemplaar bewaar van het Jaarboek 1925 der Vlaamsche Vereeniging van Letterkundigen, mij zowat vijftien jaar geleden geschonken door bibliografe en VVL-secretaris Hilda van Assche (1922-2009). Ze drukte mij vaak op het hart dat de bibliograaf (waar vaak wat meewarig op neergekeken wordt) een rusteloze detective is waar andere literaire vorsers met meer pretentie een voorbeeld aan kunnen nemen.

In 1925 telde de VVL een klein honderdtal leden, waarvan zes dames. Victor de Meijere (wiens schitterend portret door Floris Jespers bewaard wordt in het AMVC-Letterenhuis) en Frans van Cauwelaert waren toen nog geen buren. De Meijere woonde al in de Lange Lozanastraat op nummer 148, maar Frans van Cauwelaert betrok nog een pand in de Rosier, nummer 16.

Van Bert Bevers vernam ik dat in de Schermersstraat (op geen vijf minuten loopafstand van huize Van Cauwelaert) Louis Franck en Nico Gunzburg in 1935 dicht bij elkaar woonden. Voor de vernederlandsing van het gehele onderwijs vormden in 1913 de katholiek Van Cauwelaert, de liberaal Franck en de socialist Huysmans front – de 'drie kraaiende hanen' werden een begrip in de Vlaamse beweging. Net als Franck speelde Nico Gunzburg een belangrijke rol in de vernederlandsing van het rechtswezen.

*

Laat mij even in gedachten verdwalen in de buurt van de Schermersstraat. Op de hoek, in een statige herenwoning aan de Louizastraat, werden de feestelijke recepties van Albin en Emma Lambotte opgeluisterd door de aanwezigheid van James Ensor, Max Elskamp, Jacques d'Adelsward Fersen en Laurent Tailhade. Emma Lambotte, wier verzen geapprecieerd werden door Apollinaire, was een militante wallingante, voorzitster van de Union des Femmes de Wallonie. Dat belette helemaal niet dat ze bevriend was met de flamingant Louis Franck.

Op drie minuten loopafstand, in de Kapucinessenstraat, woonde Sophia Dupray, de dichteres die bij Ça ira (de eenmansuitgeverij van Paul Neuyhuys) publiceerde en Alice Nahon en Stijn Streuvels naar het Frans vertaalde. Ze was af en toe te zien op premières van Studio Herman Teirlinck aan het Mechelseplein, op enkele minuten lopen van haar woning. In de Kapucinessenstraat hebben ook Wilfried Adams en Dimitry Pas gewoond.

*

Terug naar af. In het Jaarboek 1925 der Vlaamsche Vereeniging van Letterkundigen wordt Paul van Ostaijen (met upsilon...), wonende Albertstraat 44, als lid van de VVL vermeld. In het woord vooraf van secretaris Paul Kenis wordt hij bovendien uitdrukkelijk vermeld als lid van de door de algemene vergadering aangestelde commissie, gelast met de reorganisatie van de VVL. Wijlen mijn vriend dr. Emiel Willekens, ere-voorzitter van de VVL, heeft daar echter terecht heel wat vraagtekens bij geplaatst (zie: Schrijvenderwijs, 1982, pp. 157-168).

Bewijs eens te meer hoezeer ook schijnbaar onberispelijke bronnen kritisch benaderd moeten worden.

HFJ

VVL2.jpgEmiel WILLEKENS en Bert DECORTE, Schrijvenderwijs. Vijfenzeventig jaar Vereniging van Vlaamse Letterkundigen 1907-1982, Antwerpen, VVL/Soethoudt, 1982, 322 p.

Partager cet article
Repost0
16 mai 2011 1 16 /05 /mai /2011 18:06

Kwam, op zoek naar iets geheel anders, in Het Letterenhuis een adressenlijst tegen van leden van de Vlaamse Vereeniging van Letterkundigen, uit 1935. Toentertijd waren er 170 schrijvers en schrijfsters lid van de vereniging. Daarvan woonden er 54 in Antwerpen (overigens waren slechts vier ervan dames).

De Lemméstraat, waar Elsschot en Walschap woonden

De Lemméstraat

Alfons De Ridder, beter in de herinnering voortlevend als Willem Elsschot, en Gerard Walschap waren bijna buren. Het is geweten dat ze amper contact hadden maar ze woonden lange tijd allebei in de Lemméstraat: De Ridder op nummer 19, Walschap aan de overkant op nummer 12.

Bestudering van de adressenlijst leerde me dat er in 1935 nog méér letterkundigen buren van elkaar waren, al dragen ze minder beroemde namen dan de Lemméstraatgenoten. Zo woonde Eugeen De Bock destijds in de Kruishofstraat 223, terwijl op nummer 239 in dezelfde straat een ander VVL-lid, Piet Van Assche, domicilie had.

Ook in de Volhardingstraat waren in 1935 twee leden van de VVL gehuisvest, en dat waren échte buren: Ger Schmook woonde er op nummer 70, en Alfons Van Hoof op nummer 72.

In-1935-woonde-Frans-Van-Cauwelaert-aan-de-Lange-Lozanastra.JPGIn 1935 woonde Frans van Cauwelaert aan de Lange Lozanastraat 244 (Foto Bert Bevers)

De literaire straatgenoten woonden allemaal redelijk op stand. Zo hadden Victor De Meijere en Frans Van Cauwelaert hun oog laten vallen op een huis in de Lange Lozanastraat, respectievelijk de nummers 148 en 244.

Ook in de Vincentiusstraat kon je driekwart eeuw geleden aanbellen bij twéé VVL-leden: Frans Smits woonde er op nummer 22, en Hendrik Van Tichelen op nummer 67.

In de Schermersstraat woonden eveneens twee letterkundigen dicht bij elkaar: op nummer 39 Louis Franck, en daar schuin tegenover op nummer 40 Nico Gunzburg.

Louis-Franck-woonde-Schermersstraat-39--het-roze-pand-derde.JPGLouis Franck woonde op nummer 39 (het roze pand derde van rechts aan de linkerkant, Nico Gunzburg op nummer 40 (het huis rechts).

De grootste concentratie was echter te vinden aan de Markgravelei. Daar woonde in 1935 August Van Cauwelaert (Frans' jongere broer) op nummer 181. Hij wist daar twee literaire mejuffrouwen in zijn nabijheid: op nummer 168 verbleef Louisa Duykers, en op nummer 186 Marie-Elisabeth Belpaire.

Bert BEVERS

Partager cet article
Repost0
16 mai 2011 1 16 /05 /mai /2011 03:05

 

De_Veer_van_Cesar_-_still_2.jpg

De première van de (kort)film De Veer van César vindt plaats op maandag 30 mei om 20u30 stipt in De Roma. De opzet is een symbiose van film, animatie en poëzie.

Pjeroo Roobjee is een eigenaar van een speelgoedwinkel die zo vergroeid is met zijn werk dat hij de greep op de realiteit verliest. Hij dwaalt door de stad en ziet zijn speelgoed tot leven komen. De basis van de twintig minuten durende poëtische film over verlies van en gevecht voor authenticiteit is 'Brief aan Jérôme', een gedicht van Stadsdichter Peter Holvoet-Hanssen geïnspireerd door het taaluniversum van Pjeroo Roobjee, hier eerder exclusief gepubliceerd op 13 mei.

Antwerpen fungeert als prachtdecor voor een film die de grenzen tussen beeld en poëzie verkent. In de prent duiken o.a. Jan Decleir, Robbe De Hert enAdriaan Raemdonck in een bijzondere bijrol op. Onvergetelijk zijn de beelden in het inmiddels in muziek- en literatuurminnende kringen overbekende Café Rood-wit (Drubbelstraat 42 te 2600 Berchem).

*

De première van De veer van César vindt plaats is in De Roma, maandag 30 mei om 20u30 stipt: een draaiorgel wacht u vooraf op. Toespraak van de zinderende hoofdrolspeler Pjeroo Roobjee. Na de 20'film is er een optreden van De Luna's in de foyer. De Roma, Turnhoutsebaan 286, 2140 Borgerhout Inkom: 4 €. Geraakt u er niet? 6 juni te Gent, reserv. Zebrastraat: zie http://productie.picoux.be - incl.nabespreking met de crew.

Met steun van de stad Antwerpen, het VAF, het Vlaams Fonds voor de Letteren. Meer info over de kortfilm – met de trailer – is terug te vinden op http://productie.picoux.be

REGIE: OSCAR SPIERENBURG; SCENARIO: MINSKE VAN WIJK EN PETER HOLVOET-HANSSEN; MET: PJEROO ROOBJEE & ROBBE DE HERT, JAN DECLEIR e.a.; MUZIEK: OSCAR EN TOBIAS SPIERENBURG; PRODUCER: PICOUX PRODUCTIE VZW; 2011; BELGIË; 20 MIN; NED. GESPR.

 

Partager cet article
Repost0
15 mai 2011 7 15 /05 /mai /2011 21:54

 

Veel belangstelling vandaag voor de opening van Boudens' expo 'Cadrages' (zie vorige blogs).

In een ongetekend leaflet wordt ter attentie van de bezoekers ingegaan op de ondertitel van de tentoonstelling, 'Een jeugd in Brussel'.

Luc Boudens groeide op in het Brussel van de jaren zestig. De stad vervelde volop van de voorbije eeuw. Het nieuwe optimisme heette beton, hoogbouw en strakke lijn. Luc keerk ernaar met verbazing en bewondering. Op weg naar school raakte hij, zonder het beseffen, doordrongen van deze na-oorlogse esthetiek die glom van zelfvertrouwen. De jongen werd geconfronteerd met het werk van onder meer Jacqmain, Van der Meeren, Bontridder,...

Thuis was er een abonnement op Spirou / Robbedoes. Hier heetten de architecten Franquin, Jijé, Rob-Vel en ze kwamen aanzetten met fantasierijke, revolutionaire bouwsels en prikkelende interieurs waarin onze aandachtige jonge lezer ook kunst aan de muur zag hangen of op een excentriek tafeltje staan.

Het bracht Luc Boudens tot deze huidige 'Cadrages': hij speurde de strip-interieurs af, zoomde in op een detail en plaatste dat, binnen zijn eigen gekende vormtaal, in een nieuw kader.

*

Andres van Hove Gallery staat voor abstracte kunst en modernisme. Vorig jaar werd werk getoond van onder meer Felix De Boeck, Gilbert Decock, René Guiette, Wout Hoeboer, Kurt Lewy, Jozef Peeters, Luc Peire, Gilbert Swimberghe, Guy Vandenbranden, Edmond van Dooren en Maurice Wyckaert. Het boek Een eeuw abstracte kunst. 100 Belgische abstracten van André Garitte werd bij Andres van Hove gepresenteerd door Flor Bex, ere-directeur van het MUHKA.

Opgemerkt tijdens de vernissage: Raoul van den Boom, Mathias Danneels, Lisbeth Gruwez, Henri-Floris Jespers, Kris Kenis, Rosette Keirsmaekers, Manou Kersting, Pruts Lantsoght, Dirk Maeyens, Wilfried Pas, Renaud, Alban Sarens, Mario Sarrechia, Jan Scheirs, Bruno Sluydts, Marcel Vanthilt en Mark Verstockt.

 

Partager cet article
Repost0
15 mai 2011 7 15 /05 /mai /2011 00:16

Foto's: Jan Scheirs

MAS6.jpg

MAS5.jpg

MAS4.jpg


MAS3.jpg

Partager cet article
Repost0
15 mai 2011 7 15 /05 /mai /2011 00:13

MAS1Foto's: Jan Scheirs

MAS2.jpg

Partager cet article
Repost0
14 mai 2011 6 14 /05 /mai /2011 22:13

 

Luc.jpg

Nieuw werk van Luc Boudens (°1960) wordt onder de titel 'Cadrages' geëxposeerd in Galerie Andres van Hove. Ondertitel van de expo luidt: 'Een jeugd in Brussel'. Titels van werken zijn bijv. 'Madou', 'Dailly' en 'Square Riga'. Boudens' belangstelling voor modernistische architectuur blijkt ook uit een hommage aan Albert Bontridder, aan wie Luc en ik een aantal jaren geleden een memorabel bezoek brachten. Naast schilderijen op paneel brengt Boudens ook, Schwitters indachtig, assemblages en collages, karton en allerlei rommel achter glas.

Bij Boudens kwam trouwens de eenheid en coherentie van visie nooit in de verdrukking door de gevarieerdheid van de aangewende technieken en materialen: karton, papier, tape, Oostindische inkt, acryl en houtskool. De techniek, technè, de handvaardigheid, de manier waarop je een plastisch probleem oplost stond al altijd centraal in zijn oeuvre. Van meetaf aan valoriseerde hij het materiaal. Hij kerfde linoplaten, niet om ze af te drukken, maar om ze tot kunstwerk te verheffen, waarbij hij zich schikte in de dwingende eigenschappen van het materiaal. Het zachte linohout bevordert de zwier van de lijn en leent zich tot het schragen van een gevoelige ritmiek, waarbij de natuurlijke tint van het hout primeert. In een tweede beweging drukte hij linoplaten af op bruin inpakpapier. Tegenover de elegantie van die iconen stond dan in scherp contrast de massieve, zware lijst in ruwe hout. Ook in de reeksen Littoralen Siteswas het of Boudens het kunstwerk a priori ingelijstzag, net of hij dacht dat het op zichzelf niet sterk genoeg is en bijgevolg nood heeft aan verpakking, aan een vitrine. Wellicht heeft dat te maken met de onzekerheid van de kunstenaar die ondanks zijn assertiviteit geplaagd wordt door knagende twijfel. Twijfel aan zichzelf, twijfel aan de kunst. De wellust van de twijfel? Of de twijfelende wellust, zoals door Hugues C. Pernath opgeroepen:

,;… de verbeelding

En over deze wereld de eeuwigheid die ik niet ken.

Men noemde mij een dwaas, een zwerver, een nar,

Allen duldden mij lijdzaam, allen en een spoor

Liep verloren. (…)

Ik smeek om een liefde die me in beslag neemt,

Het bezweren van een ouderdom die in ons knaagt

*

Het tot stilstand brengen van de stier wordt in de tauromachie 'cadrage' genoemd. Cadrage: beeldinstelling, beeldinraming, 'grandes lignes fixant les orientations'... Het werk van Boudens mag dan bij een oppervlakkige toeschouwer de schijn wekken van een vrijblijvend spel, in feite wortelt het in de diepste lagen van het on(der)bewuste en illustreert ten volle de mechanismen van de (zelf)disciplineringsmachines die bijv. bij Van Ostaijen of Kafka in werking treden. In het labyrint van de wereld, met de spelingen van de muleta, komt het er immers op aan de stier, de Minotaurus in de ogen kijken om hem aldus te overwinnen en bevrijd te worden van zijn angstwekkend beeld.

Niet alleen thematisch, ook technisch vertoont het werk van Boudens de taaie ontvouwing van de onverbiddelijke logica en discipline die nu eenmaal nodig zijn om de dreigende persoonlijke monsters die altoos op de loer liggen, (al was het maar tijdelijk) te bezweren.

Het wordt hoogtijd dat dit duidelijk wordt gemaakt aan de hand van een breed opgevatte retrospectieve tentoonstelling.

Henri-Floris JESPERS

Cf. de blog van 8 mei:

http://mededelingen.over-blog.com/article-expo-luc-boudens-cadrages-i-73374389.html

Luc BOUDENS, Cadrages. Vernissage op zondag 15 mei vanaf 15 uur. De tentoonstelling loopt tot 19 juni. Galerie Andres van Hove, Pourbusstraat 3B, 2000 Antwerpen (Zuid). Openingsuren: woensdag t/m zondag van 14 tot 18 uur.

*

Vorige expo's:

1990 Galerie Herman Toelen, Antwerpen: tekeningen & lino’s.

1993 Galerie De Zwarte Panter, Antwerpen: Kartografie(lino’s)

2000 Antiquariaat Jef Meert, Antwerpen: KlingKlang(collages)

2002 Galerie Martin van Blerk, Antwerpen: Littoral(schilderijen)

2003 Galerie Martin van Blerk, Antwerpen: Naval(lino’s)

2004 Galerie Djemma, Schoten: Sites(tapings en mixed-media)

2005 Galerie Djemma, Schoten: Tribal(tapijten, totems, tapings & mixed-media)

2005 Oskar D Gallery, Antwerpen: Visitant les Noailles(tapings, tekeningen, objecten)

2007 Galerie [Punk’tum], Anvers,  Syncopes(collages & assemblages)

2008 Galerie Piet Raemdonk, Antwerpen, Fun City (driedimensionale op-art)

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche