Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
14 octobre 2014 2 14 /10 /octobre /2014 13:55

 

Lucienne-Stassaert--foto-Bert-Bevers-.JPG

Wat muziek betreft, daar hoef ik niet lang over na te denken: La valse en het Strijkkwartet van mijn favoriete componist Maurice Ravel.

RavelDef.jpg Maurice Ravel (1875-1937)

Boeken? Dan kies ik voor poëzie: De vogel poëzie, prozagedichten van Luis Cernuda en het verzameld werk van Emily Dickinson.

Dickinson.jpg

Emily Dickinson (1830-1886)

Ik herinner me een prachtige scène met Glenda Jackson uit The Music Lovers – een film van Ken Russell (1970) over het leven van Tchaikovsky – en een Japanse dramafilm uit 1953 geregisseerd door Teinosuke Kinugasa: De poort van de hel.

Kinugasa.jpgTot slot werk van twee schilders: Edvard Munch en Marlene Dumas.

 

Lucienne Stassaert, Antwerpen

Partager cet article
Repost0
14 octobre 2014 2 14 /10 /octobre /2014 05:09

 

De-Engelen-van-Venetie.jpg

Beschadigde kinderen…. Dezen worden in het nieuwe boek van Noëlla Elpers als de engelen van Titiaan geschilderd. (1)

Dolores!, haar roman over de dwerg-nar van Johanna de Waanzinnige (moeder van Karel V, Carlos I), was een prijsbeest: de Thea Beckmanprijs 2007, de Boekenleeuw 2008, genomineerd voor de Gouden Uil Jeugdliteratuur 2008, de Kleine Cervantesprijs 2009, het boek eindigde op de 2de plaats van de KJV. Vuurkraal en Malou van de mussen werden allebei genomineerd voor de Thea Beckmanprijs. Met Vuurkraal won zij de Kleine Cervantes 2013 en Malou van de mussen werd genomineerd voor de KJV 2013-2014. (naar aanleiding van dit laatste boek ontving mijn achternichtje haar voornaam).

Drie is een mooi priemgetal. Na Dolores en Vuurkraal vormt De Engelen van Venetië de sluitsteen van een drieluik. Deze kunnen echter apart worden gelezen. Zoals altijd zijn Elpers' historische romans stevig onderbouwd, de aangehaalde feiten kloppen. Het boek bestaat uit twee delen: 'Verduistering' en 'Verbeelde Stad'. De verteller is Piotto de Vernon, de plaats van handeling: Nantes en Venetië. Het omgevingsgeluid is de zestiende eeuw.

*

Iedere engel is schrikbarend {…} Wat zij verlangen van mij?

Dat ik zachtjes de schijn van onrecht wegneem die hun geest soms nog belemmert in volmaakte vrijheid te zweven

Deze verzen uit De elegieën van Duino van Rainer Maria Rilke openen het verhaal. Angelo is de stiefbroer van Piotto en beiden zijn lid van een rondreizend theatergezelschap. Voor Piotto is Angelo een Wisselkind dat door Elfen in een andere wieg werd gelegd.

...'op dat moment begon ik te geloven dat de elfen de engelachtige aard van Angelo hadden gestolen…Elfen…hun hart is een gapende leegte’

De-trilogie.JPG

De trilogie

'Voortaan kun jij de wereld dromen, Piotto, misschien is die wel mooier dan de echte'

Piotto wordt blind en Angelo, een engelachtige schoonheid met zijn zucht naar roem en aanbidding, verandert nadat zijn moeder Meryem sterft aan de pest. Met de belofte op succes bij de Commedia dell’arte en de vereeuwiging als model door de inmiddels beroemd geworden schilder Titiaan, laat hij zich door Torentino, een Venetiaanse koopman overhalen om stiekem naar Venetië te vertrekken. Piotto ontdekt dit, en met de zegen van zijn ouders trekt hij zijn stiefbroer achterna. Op hetzelfde schip van Angelo scheept hij samen met Filou, zijn blindenhond als verstekeling in. Hier eindigt ‘Verduistering’ en beginnen de avonturen in Venetië, de ‘ Verbeelde Stad’ waar Angelo de een aanbeden schone, Violante ontmoet. De rest van dit zinderend verhaal zal u zelf moeten lezen

Noella-Elpers.JPG

Noëlla Elpers

Zoals in Eén mens is genoeg van Els Beerten wordt met “Moeke, vake, peinzen, ravotten, zeer doen, ons moeder, rappe leden, scharminkel”, de Zuid-Nederlands toon gezet.(2)

Mooi en meeslepend slaat Noëlla Elpers een warme moederarm rond haar beschadigde kinderzielen; zijdezacht, teder en oprecht maar niettemin indringend zoals alleen een vrouw dat kan. Na mijn ontdekking van Ingrid Vander Veken, Diane Broeckhoven, Mieke De Loof en Els Beerten had ik me voorgenomen om 2014 uit te roepen tot ‘’Het Jaar van de Literaire Vrouw”. (3). Bij deze heb ik Noëlla Elpers in mijn vrouwelijk Pantheon opgenomen.

Frank DE VOS

  1. Noëlla Elpers, De Engelen van Venetië, Uitgeverij Uniebook/Het Spectrum, 239 p., 15,99 €. ISBN 978 90 00 33711 8

  2. http://mededelingen.over-blog.com/article-een-mens-is-genoeg-els-beerten-124536340.html

  3. http://mededelingen.over-blog.com/article-ingrid-vander-veken-zestig-een-dagboek-119223732.html

http://mededelingen.over-blog.com/article-wat-u-moet-weten-121860290.html

http://mededelingen.over-blog.com/article-mieke-de-loof-wrede-schoonheid-in-de-zwarte-panter-49459535.html

http://mededelingen.over-blog.com/article-een-mens-is-genoeg-els-beerten-124536340.html

Partager cet article
Repost0
14 octobre 2014 2 14 /10 /octobre /2014 03:33

DSC03024.jpg

Marcus de Schepper, voorzitter van de Antwerpse Bibliofielen, en Iris Kockelbergh, directeur van het Museum Plantin-Moretus

Op 25 september werd in het Museum Plantin-Moretus een merkwaardige tentoonstelling geopend. De Vereniging van Antwerpse Bibliofielen bracht zelden of nooit vertoonde stukken samen uit de particuliere collecties van haar leden. Er liggen handschriften, oude en moderne drukken, boekbanden, prenten, tekeningen, brieven… o.a. een brief van Michel de Ghelderode aan Urbain Thiry, waarin hij klaagt over de lange winter en hengelt naar nieuws over de Cahiers de la Biloque waarin zeven bijdragen van de Ghelderode waren verschenen.

DSC03045.jpg

Uit mijn Omar Khayyam-collectie, die ik in dertig jaar opbouwde nadat ik van Lambert Jageneau vier mooie exemplaren erfde, koos Marcus de Schepper (voorzitter van de vereniging) enkele zeer speciale exemplaren o.a.: The Rubàiyat of a Persian Kitten, een parodie waarin de hoofdpersoon in de kwatrijnen een Perzisch poesje is. In de catalogus is mijn zeer zeldzame pastiche Les Rubaiyat d’Haâlit-ler Baba surnommé le F’ouh-rer Cynique afgebeeld waarin Jim, een Brusselse straathond zijn poot heft en zijn slachtoffer (een afbeelding van Hitler) doopt.

DSC03042.jpg

Ludo Simons en Louis Van den Eede

Er valt heel wat te bekijken in deze tentoonstelling die te zien is in de achterzaal van Plantin Moretus en om het plezier compleet te maken is er ook een prachtige catalogus met vele kleuren afbeeldingen, vormgegeven door Louis Van den Eede en met een inleiding en begeleidende commentaren van Marcus de Schepper.

Joke VAN DEN BRANDT

Foto’s Frank Ivo van Damme

Tot 2 november 2014 in Museum Plantin-Moretus, Vrijdagmarkt te Antwerpen

Partager cet article
Repost0
13 octobre 2014 1 13 /10 /octobre /2014 21:36

 

Henri-Floris-Jespers--foto-Bert-Bevers-.JPG

HFJ in werkkamer (foto: Bert Bevers)

Ben echt nooit zo'n verjaardagman geweest. 6 oktober bleef ik dus gewoon aan de slag, met een korte onderbreking: in de late avond kreeg ik even bezoek van ouwe vrienden, Luc Boudens en Kris Kenis, waarna verder gewerkt aan mijn boek over Marc. Eemans. Woensdag 8 oktober, kort na drie uur 's ochtends, gaf mijn PC het op. De twee whizzkids waar ik al jàren op rekenen kan, waren niet meteen bereikbaar: de ene was getroffen door een zware familiale rouw, de andere was professioneel op toernee.

Kortom, ik was incommunicado. Een raar gevoel. Ik las dus opnieuw papieren kranten en schreef, met de pen in de hand, verder aan mijn boek.

Karin Lebacq, algemeen secretaris van de Mededelingen, plaatste een bericht op mijn facebook-tijdlijn op 10 en op 11 oktober, maar het bleek duidelijk dat een aantal correspondenten (en medewerkers aan de Mededelingen) daar geen kennis van namen.

In al die jaren is het nog nooit gebeurd dat er vijf dagen lang geen berichten verschenen op de blog Mededelingen – of dat ik mails niet beantwoordde. Gevolg: een lawine van mails, die ik pas vandaag lees – nadat Kris Kenis gisterenavond het probleem oploste.

En nu inhalen – prioritair wat betreft de juryvergadering van De Diamanten Kogel, donderdagmiddag. Hopelijk zullen we knopen kunnen doorhakken.

Persoonlijke mails worden vannacht en morgen beantwoord.

Kortom: eind goed, al goed.

Henri-Floris JESPERS

Partager cet article
Repost0
8 octobre 2014 3 08 /10 /octobre /2014 03:27

 

Lichtaart--centrum-van-kunst-en-cultuur.jpg

Op 12 september jl. werd in de volgelopen Lichtaartse bib het boek Lichtaart, centrum van kunst en cultuur in de roerige jaren zestig van Karl Wouters voorgesteld. Het is een uitgave van Berghmans Uitgevers. Zoals de titel het zegt, brengt het lijvige werk (194 pag.) het hele verhaal van de culturele ontvoogding van de Kempen in de jaren '60 van de vorige eeuw, toen heel wat rustieke hoevetjes getransformeerd werden tot artistieke 'cultuurcentra avant la lettre'. Met 'De Verbrande Hoeve' van Jan Berghmans en de 'Artepik' van Jan De Buck werd Lichtaart een centrum van artistieke bedrijvigheid, waarnaar schrijvers, schilders, beeldhouwers, zangers, muzikanten, kleinkunstenaars uit heel Vlaanderen en Nederland kwamen afgezakt.

Het rijkelijk geïllustreerde boek (163 kleurafbeeldingen, hard cover) bevat een schat aan informatie zowel over de 'grande histoire' als over de 'petite histoire' van kunst en cultuur. In het register van 18 bladzijden treffen we de namen aan van iedereen die op de een of andere manier betrokken was bij het bruisende leven van de jaren '60 in de Kempen. Enkele namen: Remy de Pillecyn, Lambert Jageneau, Vuile Mong, Hubert Lampo, Karel Appel, Julien Weverbergh, Roger Raveel, Louis Verbeeck, Max Selen, Jan Verhaert, Annelies Vaes, Henri-Floris Jespers, Johan Van Lierde, Hans Plomp, Frans Van Mechelen, Edouard 'Baron' Vereycken, Renaat Veris, Simon Vinkenoog, Zjef Vanuytsel, Luc Vancampenhout, enz.

Werkten o.a. mee aan de totstandkoming van het werk: Hedwig Cuypers, Frans Depeuter, August Goossens, Robin Hannelore, Pollie Mennens, Griet van Dyck, Jef van Lommel, Walter van den Broeck, Wim van Gorp, Els Verheyen en Albert Willems.

Lichtaart, centrum van kunst en cultuur in de roerige jaren zestig is in elke goede boekhandel te koop tegen 45 €. Het tijdschrift 'Heibel' biedt aan zijn lezers de mogelijkheid om dit boek aan te schaffen tegen de verminderde prijs van €40,00. Bestellen kan door overschrijving van 40 € op rekening IBAN BE27 2200 9164 9373 van Berghmans Uitgevers, Dr. M. Timmermanslaan 24, 2170 Merksem-Antwerpen met vermelding ‘Lichtaart/Heibel’.

Frans DEPEUTER

Partager cet article
Repost0
7 octobre 2014 2 07 /10 /octobre /2014 23:23

 

NietElkeSteenkapperVrijmetselaarCover_1.jpg

De dichter Rob Goswin leeft nog. Zijn echte naam is gewoon Robert Goossens. Maar niemand weet waar hij nu resideert. Hij werd geboren te Schriek (off all places) in het jaar 1943. Vijftig jaar later werd hij ingewijd in de meestergraad in de Loge ‘Open Raam’ te Leuven. En acht jaar geleden werd hij zelfs lid van de Loge ‘Saint-Charles de la Parfaite Harmonie’ in Bouillon. Bouillon? Ja, de reizende en rijzende vrijmetselaar trok blijkbaar van Leuven naar het Belgische grensstadje Bouillon.

Dit alles zou ik hier niet vertellen indien onze dichter dit niet eerst zelf vertelde en zèlf kenbaar maakte in zijn nieuwe dichtbundel met de geestige titel ‘Niet elke steenkapper is een vrijmetselaar’ met als ondertitel ‘Maçonnieke gedichten’.

Ik vond en kocht dit boek in een boekhandel in Knokke (niet in Bouillon!) op de Lippenslaan, omdat ik als gepensioneerde - wanneer het mooi weer is en de drang om te reizen mij hiertoe dwingt - voor zes euro alle uithoeken van ons landje met een trein kan bezoeken. Laatst was ik dus in Knokke, de driehoek Knokke – Brugge – Oostende blijft mijn natuurlijke biotoop, en kocht ik niet alleen een paar bruine herfstbottines maar ook dit boek van Rob Goswin die ik ooit in Antwerpen in een mythische privé-bar en ontmoetingstempel mocht ontmoeten. En ook omdat deze dichter toch met niet minder dan drie vreemde lange gedichten; ik som de titels even op : ‘Proloog tot de eeuwige liefde’, ‘6de brief aan Leopold M. van den Brande’ en ‘De sprookjes van spel en schande’ werd opgenomen in de beruchte bloemlezing Hotel New Flandres  (Gent: PoëzieCentrum, 2008) van Dirk van Bastelaere, Erwin Jans en Patrick Peeters. Toen al (in 2008 en 2009) waren veel lezers en verzenverslinders verbaasd dat deze wat vergeten Rob Goswin zoveel plaatsruimte kreeg. Het derde gedicht in deze bloemlezing beslaat niet minder dan zes bedrukte pagina’s en heeft als ondertitel ‘visionaire impressies van een langzaam groeiende mystieke waanzin, het lichaam reizend tussen Keerbergen en Mechelen’ en u moet weten dat het dorp Schriek niet ver van stad Mechelen ligt en ook de rijke gemeente Keerbergen waar onze Goswin heeft gestudeerd. Goswin heeft ooit ook nog een roman Vanitas, vanitas  geschreven die in 1972 bij Orion te Brugge werd uitgegeven maar die ik helaas niet heb gelezen. En niet te vergeten : Twee jaar later, in 1974 (dat waren nog eens mooie tijden), verscheen zelfs zijn dichtbundel Mijn bloed  bij Contramine te Antwerpen met een inleiding van niemand minder dan Dr. Michel Oukhow en met een monster van de geboortegrond van de auteur en een druppel van zijn bloed in een blokje polyester gevat , zie hiervoor het Boek Tien jaar Contramine (Antwerpen : Contramine, 1983) een inventaris samengesteld door Tony Rombouts, de voormalige uitgever van deze bibliofiele uitgeverij. Dit alles vertel ik u om toch even te verklaren waarom ik dadelijk dit boek kocht (er rest nu in deze boekhandel nog slechts één exemplaar).

Mijn lectuuravontuur is echter nog niet aan de terminus. De bundel bevat geen inhoudstafel en werd opgebouwd omheen vier delen. Het eerste deel is getiteld ‘De Tempel’, deel II is ‘Michel Oukhow’ (vermoedelijk zijn vereerde broeder), deel III heeft als titel ‘zeven gedichten uit “Heer Thorax of de opstand van de kinderen” en deel IV werd vernoemd naar de gelijknamige titel ‘Niet elke steenkapper is een vrijmetselaar. Het allerlaatste gedicht is ‘De koningin van Sheba’ en eindigt met het aparte vers of eindregel Laat ons vrije Vrijmetselaars zijn  en omdat ik helaas geen vrijmetselaar ben, voel ik mij helaas niet echt aangesproken.

Alle gedichten zijn zeer plechtstatige, soms bijna pathetische verzen en van sommige gedichten werden ook de Franstalige versies of vertalingen afgedrukt. Op het binnenblad van het achterplat werden ook twee foto’s van de dichter gepubliceerd. Eén zwart-wit foto dateert van het jaar 1972 en toont de jonge getormenteerde dichter met daaronder een kleurenfoto van de verburgerlijkte dichter uit 2009. Bovendien prijkt op het achterplat een indrukwekkende kleurenfoto van de dichter in vol ornaat met zijn attributen (zijn schootsvel en één decoratie) en daarboven de tekst ‘aloude en aangenomen Schotse ritus en daaronder de tekst : Prins Rozenkruiser Rob Goswin - Goosens 2002.

Het moet hier gezegd worden : de bundel is mooi en erg plechtstatig uitgegeven. De meeste gedichten zijn lang (hier werd niet of weinig geschrapt) en klinken zeer statig in de typische sfeer en symboliek van steen en licht en duister. En ik citeer maar één maal uit de eerste strofe van ‘De schaamte van de eros’ (op pagina 121) omdat je uiteraard de waarde van een dichter moet wegen of beoordelen op zijn beste en misschien ook op zijn slechtste momenten :


Met braaksel en het gebeente bezoedelt de

nacht de ingang. Van de poort de sleutel in

de vergeten gleuf en de man die port en vraagt.

Aan de kust de zeep van de zee wast de berg

en Venus. Zij schuimt en Eros schittert en plaagt.

 

Sommige verzen klinken zeker wat lachwekkend in deze postmoderne tijden van intertekstualiteit. Ren de prangende vraag die mij kwelt en kwelt is de volgende wat zouden de vele oningewijde lezers wel denken van deze verzen? En meer bepaald wat zou onze grote geleerde leesmeester Paul Claes wel denken van deze al bij al toch niet zo mysterieuze verzen? En ik kan mij toch niet van de indruk ontdoen dat deze verzen voornamelijk wilden schitteren, zoals de maker ervan ook zo graag weer even wil schitteren in vol ornaat.

Hendrik CARETTE

 

* Niet elke steenkapper is een vrijmetselaar, maçonnieke gedichten van Rob Goswin, Westerlo, Kramat, 2014, 16,95 €, ISBN 9789462420205.

Partager cet article
Repost0
7 octobre 2014 2 07 /10 /octobre /2014 22:53

 

Broens1.jpg

Het vlees is woord geworden” was de intrigerende titel van de Exlibrislezing van René Broens op 1 oktober laatstleden. René Broens, die aan zijn doctoraat over Reynaert de Vos werkt, gaf aan de talrijk opgekomen vrienden een inkijk in zijn verhandeling waarin hij een nieuwe theorie ontwikkelt namelijk: “Van den vos Reynaerde” als een sociale parodie op het Johannesevangelie.

Broens2.jpg

Broens3def.jpg

Broens4.jpg

Tot die conclusie komt hij aan de hand van voorbeelden uit het Reynaert-verhaal, die hij vergelijkt met situaties uit dit evangelie. Hij geeft ook aan welke de belangrijkste doelwitten van de parodie zijn: Lodewijk IX en de bedelmonniken. Na deze boeiende en gepassioneerde uiteenzetting volgden geanimeerde gesprekken met de aanwezigen. En iedereen kijkt uit naar de publicatie van het boek.

Deze lezing kadert in de bijeenkomsten van de culturele vriendenkring Exlibris die dit jaar haar 25-jarig bestaan vierde. De inkom is gratis en de lezingen duren één uur. (20.30 tot 21.30). Telkens op de eerste woensdag van de maand in Taverne Rochus te Deurne. Welkom vanaf 19.30 u. Voor en na de lezingen is er ruimte voor onderling contact.

JvdB

Foto’s: Frank Ivo van Damme

Info: gert.vingeroets@gmail.com www.tavernerochus.be

Partager cet article
Repost0
6 octobre 2014 1 06 /10 /octobre /2014 21:26

MAELEcat1.jpg   

Renaat Ramon bracht hier verslag van de opening, op 13 september, van de tentoonstelling 'Genummerd & Getekend. Marcel van Maele in Meervoud', een concept van Johan Pas.

Zie: http://mededelingen.over-blog.com/article-thuis-bij-gezelle-124576695.html

Naast Marcel van Maeles gedrukte bundels, grafische edities en kunstenaarsmappen worden ook zijn multipels getoond, dit alles aangevuld met film- en geluidsfragmenten. Van Maele is dus weer even terug in Brugge, in het geboortehuis van Gezelle aan wie hij het gedicht ‘Bevlogen en bevangen’ opdroeg. De tentoonstelling loopt tot en met 18 januari 2015 in het Gezellemuseum, Rolweg 64, 8000 Brugge.

*

De door Thomas Soete voorbeeldig vormgegeven catalogus mag gerust bestempeld worden als een net meer weg te denken naslagwerk. Alle boeken, prenten en multipels (1956-2009) werden in kleur opgenomen en secuur beschreven. Onder de treffende titel 'Woordspeeldingen' levert Johan Pas (°1963) een excellent essay over 'Marcel van Maeles plastisch-poëtische proposities'.

Verder bijdragen bij Yves T'Sjoen en Els van Damme ('Het boek als esthetisch object') en Roger de Neef ('Marcel van Maele: proeve van portret').

MAELEvvuurtaal.jpg

In de gewaardeerde reeks 'Experimentele Literatuur in Vlaanderen' (ASP) verscheen zopas Vuurtaal spuwen, de gebundelde gedichten (1956-1970) van Marcel van Maele, acribisch bezorgd door Yves T'Sjoen en Els van Damme – een kloek boekdeel van 503 pagina's.

Niets dan lof voor 'De hergeboorte van een vuurtaalspuwer', het heldere nawoord van Sven Vitse.

De reeks 'Experimentele Literatuur in Vlaanderen' wil het werk van Vlaamse auteurs na de Tweede Wereldoorlog en in het bijzonder de literaire productie in de jaren vijftig en zestig opnieuw onder de aandacht brengen. Na Naakt als glas. De tijd en Mens-poëzie van Albert Bontridder en Wie de letters breekt. Poëzie en proza van Marcel Wauters (1950-1969) is de editie van Marcel van Maele het derde deel. Met deze deeleditie wordt het vroege dichtwerk van Van Maele opnieuw beschikbaar gesteld. De publicatie kwam tot stand met steun van De Vrienden van De Zwarte Panter.

Dr. Sven Vitse (° Oostende, 1981) studeerde Germaanse Talen aan de Vrije Universiteit Brussel. Sinds eind 2003 publiceert hij geregeld essays en kritieken over hedendaags Nederlandstalig proza in Vlaamse en Nederlandse literaire tijdschriften. Hij promoveerde in 2008 op het proefschrift Een woestijn die de stad verpulvert. Marxisme, kritiek en representatie in poststructuralisme, Ander Prozaen postmodern proza (promotor: Bart Vervaeck). Sinds 2007 werkt hij als juniordocent Nederlandse letterkunde aan de Universiteit Utrecht.

*

Op 23 oktober vertellen vier dichters over hun band met Van Maele. In het salon van boekhandel De Reygher te Brugge brengen Roel Richelieu van Londersele, Peter Holvoet-Hanssen, Frederik Lucien De Laere en Inge Braeckman werk van Marcel... en, natuurlijk, zichzelf. Ook Vuurtaal spuwen wordt voorgesteld.

*

MAELEhfj79.jpg

In gesprek met Marcel van Maele (Wijnegem, 29 juni 1979)

Beide publicaties worden grondig onder de loep genomen in de volgende aflevering van het tijdschrift Mededelingen van het CDR.

Henri-Floris JESPERS

Johan PAS & Yves T'SJOEN, Marcel van Maele in Meervoud, Antwerpen, Pandora Publishers, 2014, 198 p., hardcover, ill., 29 €.

Marcel VAN MAELE, Vuurtaal spuwen. Poëzie (1956-1970), bezorgd door Yves T'Sjoen en Els van Damme, Brussel, Academic & Scientific Publishers, 2014, 503 p., 29,95 €.

Partager cet article
Repost0
5 octobre 2014 7 05 /10 /octobre /2014 06:01

 

TONYeenvoudig-als-niets.jpg

Het complexe prozaboek Eenvoudig als niets – een epos van Tony Rombouts, een uitgave van Walter Soethoudt, werd gepresenteerd op vrijdag 5 november 1976. Spreker Marcel van Maele (†) onderstreepte dat hij niet beslagen was in het houden in inleidingen. “Ja,het is zelfs de eerste keer dat ik die taak op mij neem. En het lot is mij gunstig geweest, want na lezing bleek Eenvoudig als niets een boeiend boek, geschreven in een bezwerende, Bijbels aandoende stijl.” Van Maele maakte het onderscheid tussen kunstbeoefenaar en kunstenaar. “Kan de eerste na veel oefening en geduld wel enig resultaat bereiken, toch is hij nooit in staat de gevoeligheid van de kunstenaar te evenaren. Rombouts behoort duidelijk tot de kunstenaars.”

In zijn schertsende (en kortstondige) rubriek “VECU-Mondain” noteerde Patrick Conrad dat ik niet aanwezig was, en dan ook geen inleidend woord sprak, wat gelegenheidsinleider Marcel van Maele 'deed opmerken, dat Henri een enige kans had gemist iemand anders aan het woord te horen, en dat hij het op die manier nooit leren zou...'. En wat Tony Rombouts betreft:

'Getooid in een wit-gouden pak dat Eddy Wally blijkbaar te nauw geworden was, signeerde hij tijdens een luxueuse cocktail-party, in het verblindend licht van wel dertig spots, wel dertig exemplaren van zijn pas verschenen boek. En weer staat Tony zelf op de cover. Maar ditmaal viel het harnas kleiner uit, zodat nu pas duidelijk werd wie van beiden, Maris of hijzelf, op zijn vorige bundel in het harnas kroop.'

Geeraerts76.jpg

Woensdag 10 november kwam Jef Geeraerts (destijds met lange baard...) voorlezen uit zijn pas verschenen autobiografische roman Dood in Bourgondië (Manteau).

Dyckmans76.jpg

Van l. naar r.: Guy Vandenbranden, X, Flora en Staf Breugelmans, NIc van Bruggen en Bruno Dyckmans

De tentoonstelling van Bruno Dyckmans (1920-1998), een begenadigde schilder en in alle opzichten beminnelijk man, werd op 19 november geopend door Nic van Bruggen, die als captatio benevolentiae uitdrukkelijk stelde: “Wie zou beweren dat de werken van Bruno Dyckmans deze muren sieren omdat hij op het gebied van voetbal dezelfde mauve kleurenvoorliefde koestert als de voorzitter van deze club die deze trouwens deelt met uw inleider, wel, die is verkeerd. Deze schilderijen hangen hier omdat Bruno Dyckmans ermee bewijst een goed schilder te zijn.”

Zoals Ikaros met zijn aangebonden vleugels uit het labirint ontsnapt, zo beleeft ook Bruno Dyckmans zijn zelfbevrijding met een bijna roekeloze euforie. […] Voor Bruno Dyckmans gaat het om de bevrijding zelf, een bewust romantisch afstand nemen, om het ontstijgen aan zoveel dat ons drukt, het zweven in wijdsheid, het zich loswrikken uit de lemen voeten van het materialisme. De schilder maakt dit alles waar in grootse, bijna explosieve kleurfeesten met brede gestuele halen die als het ware tot in de ruimte zelf tasten... met hier en daar duidelijke vingerwijzingen naar de mens en de uiteindelijke dramatiek van zijn Ikarosiaans lot.

En we zijn nog maar halverwege november 76...

Henri-Floris JESPERS

(wordt vervolgd)

Partager cet article
Repost0
5 octobre 2014 7 05 /10 /octobre /2014 01:40

 

Judith-Ermert.jpg

Judith Ermert

Ontmoetingen, warme puzzelstukken van kennis en inzicht die in elkaar vallen, meer en meer vervolledigen zij het leven. ‘Serendipity’ is dan soms het woord dat onvertaalbaar op stembanden verstilt, onvertaalbaar als muziek die bij de strot grijpt, en meeneemt naar een niet-talige werkelijkheid.

Judith Ermert (° Siegen 1974) aanhoorde ik de eerste maal in Zaal 7 te Berchem. Op het programma stond werk van Paul Hindemith en de Sonate voor cello en piano opus 19 van Sergej Rachmaninov. Mijn romantische ziel werd toen overladen door dat meesterwerk van Rachmaninov. In die mate zelfs dat ik met deze bevlogenheid geen weg wist en de dag erop naar de eerste de beste platenzaak vloog om, op aanraden van Judith de cd van Mischa Maisky te kopen. Met deze cello-grootmeester die Judith als “uitermate inspirerend! “ betitelde, werkte zij samen. Hindemith, minder toegankelijk voor mijn ongeschoolde oren, bekoorde me later toen haar cd, een grandioos eerbetoon aan deze Duitse componist verscheen, een cd die internationaal op mooie recensies werd onthaald en waarvan ik enkele delen steeds opnieuw beluister. Componist Wilfried Westerlinck was even lovend in zijn artikel dat op 23 oktober 2013 op de blog Mededelingen van CDR verscheen.(1)

Zij studeerde aan de Folkwang Hochschule in Essen bij Young- Chang Cho en Christoph Richter en aan het Royal Northern College of Music in Manchester in de prestigieuze klas van Ralph Kirshbaum. Op 26-jarige leeftijd volgde een benoeming als solo cello van het Brussels Philharmonic.

Op 27-jarige leeftijd – il faut le faire – werd ze docente aan het Koninklijk Conservatorium van Gent, waar ze aan het hoofd staat van een internationale celloklas. Ze geeft eveneens masterclasses over de hele wereld en is vicevoorzitter van ESTA in Vlaanderen.(2) Met verschillende radiozenders werkte zij samen en internationaal treedt zij regelmatig op als soliste o.a met Severin von Eckardstein, laureaat Koningin Elisabeth wedstrijd 2003.

Twee wondermooie cello concerti staan voor 2015 op het programma: opus 129 van Schuman en Edward Elgar’s opus 85.

Judith-Ermet-2.jpg

De cello, een instrument dat einde de achttiende eeuw de viola da gamba verdrong, heeft een brede, donkere klankkleur en warme diepgang. Judith Ermert bespeelt een cello gebouwd door Andrew Finnigan en Pia Klaembt in Bremen.

Lyrische virtuositeit, speelse vreugde gecombineerd met Duitse ernst zijn zowat de kernwoorden waarmee men Judith Ermert beslist moet lauweren. Een dame die stevig in haar muzikale schoenen staat met een bewonderenswaardige, sierlijke terughoudendheid; een eigenschap die alleen voor de groten is weg gelegd.

Frank DE VOS

  1. http://mededelingen.over-blog.com/article-muzikaal-eerbetoon-aan-hindemith-120735873.html

  2. http://www.estabelgiumflanders.be/html/onze_vereniging.html

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche