Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
1 août 2012 3 01 /08 /août /2012 04:18

 

DecorteElle.jpg

De talrijke soms uitvoerige reacties op mijn berichten over Willy Decorte sterken mij in het voornemen iets te schrijven over de 'volksdichter' die ik vergeten achtte.

Gisteren, bij het uitpluizen van archiefdozen in samenwerking met kunstschilder Jan Scheirs, kwamen nog twee publicaties van hem tevoorschijn.

Liederen voor Elle, een bundel liefdesgedichten, verscheen in 1977 met een tekening van niemand minder dan de onvolprezen Zwarte Panter-schilder Ysbrant (°1937).

DecorteYsbrant.jpgLiederen voor Elle: illustratie door Ysbrant

DecorteKookboekSoms... en Dichterlijk kookboek is een heuse dubbelbundel: 24 losse door Willy zelf geïllustreerde gedichten en tien gedichten, die het Dichterlijk Kookboek met feestelijke hapjes voor iedere gelegenheid vormen. 'Reeds jaren zijn er gedichten van mij in omloop waaronder vermeld staat: uit “Dichterlijk kookboek”', aldus Willy Decorte:

 

Dit zijn gedichten waarin kookboekterminologie gebruikt wordt om bepaalde niet kookgebonden toestanden of menselijke ongerijmdheden, heet uit de pan te verduidelijken of er een ironisch tintje aan te geven.

Tot nu werden deze gedichten nooit gebundeld

Dit is nu een eerste proeve.

 

Ziehier alvast de 'Elegie voor de laatste friet':

 

Treur allerlaatste friet,

Ik deel in uw verdriet.

Gij ligt daar in dat bakje

Of onderaan in 't zakje

Met lieders vette mayonaise,

Kalorievrije béarnaise,

Of andere sausjes uit een pot,

Versmaad, verworpen en verlaten

Gelaten met dat droevig lot.

 

Ach,

't Is als boter aan de galg,

Aan frietenvreters,

Strijkt men best geen zalf !

Hoezeer ook ik

Van frietenvreters walg,

Toch treur ik liever

Om het verdronken kalf !

 

Maar als ook ik eens fieten eet

Ik wil dat gij het zeker weet –

Treur dan niet langer, laatste friet,

Want ik vergeet U en de werkman niet !

 

Het staat iedereen vrij dit gedicht te betrekken op de actualiteit...


De bundel bevat tevens een anonieme, gefotokopieerde tekst over de geschiedenis van herberg 'het Elfde Gebod', gelegen aan de Torfbrug te Antwerpen. Ik vermoed dat de bundel eind de jaren tachtig, begin de jaren negentig verscheen. De (naar zijn doen lange, persoonlijke) opdracht van Willy Decorte is jammer genoeg ongedateerd.

Henri-Floris JESPERS

Over Willy Decorte, cf. ook:

http://mededelingen.over-blog.com/article-henri-floris-jespers-bibliotheek-herschikken-xx-willy-decorte-107935063.html

Partager cet article
Repost0
31 juillet 2012 2 31 /07 /juillet /2012 11:00

 

Peter-Theunynck--foto-Bert-Bevers-.JPG

Foto: Bert Bevers


Zie: www.detafelvan1.blogspot.com

Partager cet article
Repost0
31 juillet 2012 2 31 /07 /juillet /2012 08:20

 

MED197.jpg

Redactioneel

Bezuinigingen in de cultuursector?

Positieve adviezen en toch geen eurocent?

Negatieve adviezen en een pak euro's?

Bestaat er zoiets als Belgische poëzie? Die bestaat zeker, luidt de stelling van Benno Barnard. Dirk van Bastelaere vindt dat larie.

Ranzige columns van Hugo Camps.

BDW burgemeester?

Toogpraat: Face Book als surrogaat?

Moordend geweld tegen homo's.

Toenemende arrogantie van, laten we maar zeggen... 'jongeren'?

Stof genoeg voor tien redactionele beschouwingen.

Te lui echter om eraan te beginnen. Werk voor later.

Inhoud

Necrologisch

Gerrit Komrij

Antoon Vermeylen

Gedicht

Ingrid VANDER VEKEN, Nachtspel

Column

Frank DE VOS, Wat nu? Quid, mijnheer de minister-president?; Matrakken toen, GAS-boetes nu: Nihil novi sub sole.

Kritisch

Frank DE VOS, 'Heen: een galerij van dode zielen'.

Misdaad

MENOTTE, Slikken zonder problemen; Een mindere Deflo

Cinema trivia

Bert BEVERS: Leve de slechte film!; Tarzan: de enige echte allereerste; Kampioenen doodgaan; Jeux interdits; Tweet! Tweet!

Door de leesbril bekeken

Ineke van den Bergen over Mieke de Loof; dalende verkoop van de Vlaamse weekbladen; Mario Vargas Llosa over de banalisering van de cultuur; HAM-prijs; Ben Kleins eemanstijdschrift HA; Albert Szukalski en Goldwell open air museum in Nevada; Zuurvrij 22; Frank De Vos en Hazim Kamaledin.

Achteruitkijkspiegel

Henri-Floris JESPERS, Zomers dagboek.

Partager cet article
Repost0
30 juillet 2012 1 30 /07 /juillet /2012 18:18

 

Maud-Vanhauwaert.jpg

Is het teksttheater aan een comeback bezig? Het lijkt er wel op. Op diverse plaatsen en door los van elkaar lopende jonge mensen wordt er naar gezocht. De opgraving staat nog niet ver maar is hoopvol. Maud Vanhauwaert is een van hen. Wat zij vindt is ruw. Het ruwe maakt ze schoon en wordt rauwheid. Geboren vanuit het eerste licht, bekeken vanuit het eerste zicht.

 

Schrijfster en tekstperformer Maud Vanhauwaert studeerde Germaanse filologie en volgde tegelijk een opleiding Woordkunst aan het Conservatorium in Antwerpen. Een stage bij het meest typische woordtheater van Vlaanderen, het Antwerps gezelschap De Tijd, sloot haar premature periode af. Maar lang voordien was ze al aan haar woordkunst aan het breien en schaven. Ze wist dus vrij jong wat ze wilde. Momenteel is ze zover dat ze zelfstandig het toneel op kan. Een eerste rudimentaire vondst is een monoloog. Geboren vanuit een luisterend oog. Een auteur schrijft wat hij ziet en een acteur speelt wat hij hoort. In het luisterend oog een beeld vinden en dat helder maken voor de toeschouwer, een toerist, is de volgende stap, en dat heeft Maud Vanhauwaert nog niet onder de knie. De kijker krijgt een schemerig beeld.

 

De monoloog vertrekt vanuit het zwarte gat. De in theatermiddens bekende lege ruimte. Gaandeweg sloopt ze de grenzen, dringen er woorden binnen, die zinnen worden. Zinnen worden clusters van gedachten. En die clusters vormen een verhaal. Dat aan licht wint door het openen van ramen. Meer licht. Andere schaduw. Een oude man op een bank op de dijk. Hij raakt aan de praat met een jonge vrouw. Zij heeft het gesprek uitgelokt. Door haar spel van loeren en pronken. Wat hij vertelt is het herhalen van de clichés van een ander, die ook de zijne zijn. Het leven is een snoer van clichés. De herhaling kan verrassend zijn wanneer de invalshoek zorgt voor een strakke spanningsboog en een ingenieuze brug. Wat maar ten dele gelukt is.

 

Maud Vanhauwaert heeft teveel hooi op de vork genomen. Zij heeft de tekst geschreven, het concept bedacht en is zelf het speelveld op gegaan. Ze heeft zich laten bijstaan door coach Mieke Versyp. De voorstelling zou echter sterker zijn geweest als Vanhauwaert een acteur had gehuurd. Als regisseur, een voyeur dus, had zij de zwakheden kunnen ombuigen in sterktes. De belangrijkste zwakte is het dialect. Het is al te gemakkelijk, zelf van bachten de kupe zijnde, de oude man West-Vlaams te laten spreken. In Zoo Story van Edward Albee, zijn eerste stuk, spreken beide mannen op een bank in het park gewoon basic Engels. Dialect inbouwen is zoeken naar sympathie. Artificiële.

De denklagen zijn de tweede zwakte. Als mieren kruipen ze rond en lopen elkaar rakelings voorbij. Hun gewirwar steelt veel aandacht. Ten koste van het verhaal. Dat geen einde heeft. Dat Maud Vanhauwaert ongetwijfeld in het hoofd heeft, maar de toeschouwer niet duidelijk maakt. Hij kan er niets bij verzinnen. Een regisseur zou zij dat mankement gezien en weggewerkt hebben. Resultaat: missie geslaagd, de toeschouwer, de verste vriend in het theater, voldaan en dus de zaal verlatend de lach op het gelaat, geen vieze smaak door het geklets achteraf in zijn mond. Wat nu wel gebeurde, door jonge mensen wier reacties te vergeven zijn door een primitieve benadering, maar wel jammer is. De sleep van een trouwjurk is al even belangrijk dan de kraag.

 

Als regisseur had Maud Vanhauwaert de auteur kunnen corrigeren. Schoonheid krijgt kracht door de macht van de details. De taak van de regisseur. Die zou de acteur in een ander kostuum gestoken hebben. Het verhaal speelt zich af op een bank aan zee. Dat vertellen in een bain de soleil met legging is van hetzelfde gehalte als een dijkwandelaar met short en sokken in de sloffers. Wat de toeschouwer kan zien moet de acteur niet tonen. Vanhauwaert in een stijlvol kleed met lange mouwen en kanten handschoenen had van de voorstelling een juweel [in wording] gemaakt. Braaf zijn bederft de zaak. En, tot slot van de kritische bedenkingen, de emoties blijven aan de oppervlakte steken. Ze maken van de vlucht een luchtig spektakel.

 

Betekent dit alles dat de voorstelling zwak is? Ja en nee. Er mag niet met een boog omheen gelopen worden. Maud Vanhauwaert is intelligent, heeft stijl en beheerst de ruimte. Eenmaal verlost van de kruisjes op de vloer zal zij een actrice van niveau worden. Zij heeft het sterdom in zich. En als regisseur zal zij ongetwijfeld voor een frisse, andere wind zorgen in het theater. En daarom moet haar jeugdwerk gezien worden. Zodat men later, als toeschouwer, niet domweg verrast wordt.

Guido LAUWAERT

 

Op het eerste licht / Op het eerste zicht – Maud Vanhauwaert – nog tot vrijdag 6 augustus – www.theateraanzee.be

Partager cet article
Repost0
30 juillet 2012 1 30 /07 /juillet /2012 08:00

 

Electrola.jpg

Een van mijn lievelingsfilms is Menschen am Sonntag, uit 1930. In 1929 gedraaid door jonge cineasten die later het Derde Rijk zouden ontvluchtten en het allemaal op eigen naam zouden maken. De regie was in handen van Curt en Robert Siodmak (die later voor spektakels als The Crimson Parate tekende – hij werkte vaak met Burt Lancaster), Edgar G. Ulmer en Fred Zinnemann (denk aan klassiekers als From Here To Eternity, A Man For All Seasons  en The Day Of The Jackal). Voeg daarbij dat het scenario mee werd geschreven door niemand minder dan Billy (Double Indemnity, Sunset Boulevard, Some Like It Hot) Wilder en je weet dat hier talent in het kwadraat bezig was. In Menschen am Sonntag spelen alleen maar amateurs. Het meest fascinerend vind ik de documentaire aanpak, de beelden van het alledaagse Berlijn uit de Weimarrepubliek, uit de laatste zomer van voor de grote beurskrach. De NSDAP bestond al, en mijn vader was ergens in Vlissingen aan het kanoën. Toen ik de film bij de slotscène op stop zette viel me voor het eerst de reclame op achter het blonde meisje dat een van de hoofdrollen speelt. Ze werkt in Electrola, een grammofoonplatenwinkel. In de etalage achter haar een vrolijk lachend gezicht dat een Schallplatte met een Neue Schlager  aankondigt: I Lift Up My Finger And Say Tweet! Tweet!  Geen idéé hebbend of dat echt bestaan heeft (Menschen am Sonntag  is een van de laatste stomme films) even een bezoekje aan YouTube gebracht en wéér overdonderd geraakt door de onbeschrijflijke rijkdom van het internet: YouTube hééft I Lift Up My Finger And Say Tweet! Tweet!  (om platen met dergelijke titels te vinden schuimden de mannen van The Bonzo Dog Doo Dah Band vlooienmarkten af!) in de aanbieding! Het is van Herman Darewski & His Famous Melody Band:

http://www.youtube.com/watch?v=3FGq4KEh3Ik

Bert BEVERS

Partager cet article
Repost0
28 juillet 2012 6 28 /07 /juillet /2012 19:27

In het Arboretum te Kalmthout vond op 26 juli een korte afscheidsplechtigheid plaats voor glazenier en graficus Antoon Vermeylen (1931-2012) die op 19 februari overleed te Budapest, waar hij sedert enige maanden verbleef, ver van zijn geboortestreek en zijn talrijke vrienden.

Juli-2012-174.jpg

Vlnr Marc Somers en Peter Moreaux

Marc Somers gaf een korte inleiding. Hij eindigde met de woorden: “ als het woord boezemvrienden moest uitgevonden worden, dan zou dit zijn voor Frank Ivo van Damme en Antoon Vermeylen”.

JUNI2012-0653.JPG

Sedert hun vijftiendewaren ze onafscheidelijk, hoewel totaal verschillend van karakter. Ik leerde hen beiden kennen in 1957 op de redactie van het tijdschrift Pijpkruiddat ze samen met enkele vrienden hadden opgericht. In zijn in memoriam herinnerde Frank Ivo aan de vele watertjes die ze samen doorzwommen hebben. Hij wees op de uitzonderlijke begaafdheid op vele terreinen van Antoon, die samen met hem te Antwerpen Academie en Hoger Instituut volgde, dit laatste in de klas van Jos Hendrickx en Mark Severin.

Toon was een goede pianist die aan het Conservatorium te Antwerpen les kreeg van Emmanuel Durlet. Daarnaast haalde hij een prijs muziekgeschiedenis, een studie waar hij zich zijn hele leven verder in verdiepte. Tot aan de dood van de grote Bartokkenner Denijs Dillen voerde hij met hem een intense briefwisseling en bezocht hij hem te Szentendre (Budapest) en later te Mechelen.

Op een romantische plek in het Arboretum werd een boom geplant ter nagedachtenis van deze fijnzinnige kunstenaar, die ook nog door Peter Moreaux met liefdevolle woorden werd herdacht.

JvdB

Partager cet article
Repost0
28 juillet 2012 6 28 /07 /juillet /2012 03:52

 

Zuurvrij22

Onder de titel 'Modern Brugs engagement' wijdt Els Dejonghe een boeiende bijdrage aan de kunstkring 'Raaklijn', in 1956 opgericht door Paul de Wispelaere. De kern van 'Raaklijn' bestond verder uit Fernand Traen, Gaby Gyselen, Jan van Damme, Herman Sabbe, Jan van der Hoeven en Gilbert Swimberghe – een merkwaardige pleiade. Niet alleen de dichters rond De Tafelronde hielden er lezingen, maar ook Hugo Claus en Michel Seuphor. De kring hield op te bestaan in 1963. De enige band met de nog steeds bestaande onafhankelijke boekhandel Raaklijn in Brugge is dat de oprichter van die boekhandel, Jean Darthet, in 1961 toestemming aan de kunstkring vroeg – en kreeg – om de naam te gebruiken.

Willem Frederik Hermans-biograaf prof. Willem Otterspeer onderzoekt de relatie van de man die altijd gelijk had met Gust Gils. De onvolprezen Jan Lampo verhaalt hoe Karel van den Oever het slachtoffer werd van een mystificatie: 'Vuile manieren in Vlaamsche Arbeid. De nagedachtenis van de eigenzinnige Nicole van Goethem (met wie ik het altijd best kon stellen) wordt opgeroepen door Lies Galle en Jeannine Schools. De relatie Johan Daisne-Pierre Benoit wordt treffend belicht door Johan van Hecke.

Collectievorming

De rubriek 'Aanwinsten' van Zuurvrij lees ik altijd met geboeide aandacht. Ik stel met genoegen vast dat het portret (1941) van Gaston Burssens door Floris Jespers zijn weg heeft gevonden naar het AMVC. Het kan nu hangen naast het portret van Van Ostaijen door Jespers. Een mooi triumviraat.

Bij het verwerven van archieven stelt het beschrijven van foto's vaak problemen. Dat blijkt eens te meer bij een foto gereproduceerd op p. 52 met als toelichting in voetnoot: 'Signeersessie met vlnr Albert Bontridder, Roger van de Velde, Marcel van Maele, Bert Decorte, ca. 1960'. De foto dateert van 1966 en de man met zonnebril is niet Roger van de Velde maar schrijver en uitgever Johan Sonneville.

*

Nu administraties 'agentschappen' en ministeries FOD's zijn geworden, het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel zich schaamteloos profileert als 'Bozar', heb ik er alle begrip voor dat het AMVC zich hoe langer hoe meer aandient als 'Letterenhuis'. Marketing? Drempelverlaging? Mij om het even. 'Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven' dekt m.i. beter de lading dan het reducerende en restrictieve Letterenhuis.

Dit gezegd zijnde, de 'berichten uit het Letterenhuis' vormen een voortreffelijk medicijn tegen de allesteisterende collectieve amnesie.

Henri-Floris JESPERS


Zuurvrij. Berichten uit het Letterenhuis, nr. 22, juni 2012, 112 p., ill., 6 €.

Abonnement: 20 € voor twee jaargangen van telkens twee nummers (te verschijnen in juni en december). Losse nummers: 6 € (nrs 5-17 en 19 nog leverbaar).

Partager cet article
Repost0
27 juillet 2012 5 27 /07 /juillet /2012 20:25

 

Cinema-Trivia-1.jpg

De piepjonge Brigitte Fossey

Jean-Paul Belmondo, Charles Boyer, Leslie Caron, Jean-Pierre Cassel, George Chakiris, Alain Delon, Kirk Douglas, Glenn Ford, Gert Fröbe, Yves Montand, Anthony Perkins, Simone Signoret, Robert Stack….Een heel pak steracteurs. Dat in 1965 dan ook nog eens gezámenlijk in bedwang moest worden gehouden door regisseur René Clément. Dat ging hem niet helemaal goed af naar mijn mening. Paris, brûle-t-il? werd immers niet echt een coherente cinematografische evocatie van de bevrijding van Parijs. En dat terwijl er behalve de genoemde acteurs nog andere toppers aan deze productie meewerkten. Wat niet veel mensen weten is dat Larry Collins’ en Dominique Lapierre’s boek Paris, brûle-t-il? voor deze in 1965 als superproductie geafficheerde film voor het zilveren scherm werd bewerkt door niemand minder dan Francis Ford Coppola en Gore Vidal!

René Clément (1913-1996) heeft nooit de verwachting kunnen waarmaken die hij met eerdere films aanwakkerde. Dat bedacht ik bij het herbekijken van zijn Jeux Interdits  uit 1952. Dat was indertijd een kraker van jewelste. Even op een rijtje: een Oscar voor de beste buitenlandse film, een Oscarnominatie voor het beste script (van François Boyer), de beste film van dat jaar volgens The British Academy of Film and Television Arts (BAFTA) alsmede een Gouden Leeuw op het Filmfestival van Venetië.

Het was waarschijnlijk een kwestie van de juiste film op het juiste moment. De Tweede Wereldoorlog lag iedereen nog vers in het geheugen. Iedere niet-Duitser kon dan ook voluit meeleven met de oorlogsellende die deze wereldstrijd had voortgebracht. De geschiedenis wordt door de overwinnaars geschreven, dat weten we al lang. Clément houdt zich nog behoorlijk in naar mijn mening (al kun je je natuurlijk afvragen of Frankrijk zich zonder de hulp van de geallieerden een overwinnaar had mogen noemen) maar tóch. Het hoofdpersonage van Jeux Interdits  is de 5-jarige Paulette. Op de vlucht voor het oorlogsgeweld ziet ze haar ouders gemitrailleerd worden door de Duitsers. Een aangrijpende scène. Hoe het meisje haar kersversdode moeder streelt is onvergetelijk. Bemerk hoe haar jurkje uit dezelfde stof is gemaakt als het kleedje van haar mama. Waar ik met mijn verstand niet bij kan is hoe Jock, haar hondje, zo ligt te trekkepoten. Hebben ze dat diertje wérkelijk om zeep gebracht voor deze film? Op zeker moment is het namelijk dóód, en ik ken vele filmtrucs maar bij de scène waarin Paulette haar Jock in de armen neemt als ze haar gesneefde ouders achterlaat lijkt het beestje me toch écht de pijp uit. Honden kunnen niet acteren, hè. En: hebben Messerschmitts wérkelijk in aanvalsformatie vluchtende búrgers aangevallen? Ik durf daar toch mijn vraagtekens bij te stellen. Maar, in 1952 ging iedereen er waarschijnlijk mee akkoord dat les Prussiens  zulks gedaan hadden.

Ergerlijk is voorts het slag om slinger opduikende gitaardeuntje al heeft dat zich door deze film (als Jeux interdits, ook wel gekend als Romanza  maar vooral als Romance Anonyme) wel wereldberoemd gemaakt. Legioenen beginnende gitaristen waarvan velen later hun heil hebben gezocht in andere bezigheden hebben deze melodie uit hun instrument gepeuterd.

Jeux Interdits is in retrospectief een aardig drama, sterk in zwart-wit weggezet met als innemende hoofdrolspelers de toen piepjonge Brigitte Fossey (ze is van 1945, dus ten tijde van de realisatie 6) en Georges Poujouly (1940-2000, hij mocht ook nog meedoen aan Paris, brûle-t-il?).

Cinema-Trivia-2.jpg

De twee zetten een kerkhofje op voor Paulette’s Jock en andere dieren, en stelen daarvoor kruizen. Een regiefout is in mijn ogen dat Fossey gedurende heel het verhaal, over een langere periode – en dat in een niet al te hygiënische boerderij -, dezelfde kleren (inclusief duidelijk zichtbaar proper onderbroekje) draagt.

Maar toch, toch is Jeux Interdits  een bijzondere film. Er zitten prachtige momenten in.

Als Michel bijvoorbeeld een ketting in bewaring geeft aan een….uil en daartegen zegt “Bewaar dit honderd jaar”. En als Paulette Michel’s naam hoort als ze in een weeshuis is geplaatst, door een mensenzee naar hem op zoek rent en onmiddellijk daarop FIN  staat snap ik waarom deze film destijds zoveel lof werd toegezwaaid. Met een krop in de keel zelfs….

Bert BEVERS

Partager cet article
Repost0
26 juillet 2012 4 26 /07 /juillet /2012 12:30

 

Yella-Arnouts--foto-Bert-Bevers-.JPG

Foto: Bert Bevers


Zie: www.detafelvan1.blogspot.com

Partager cet article
Repost0
25 juillet 2012 3 25 /07 /juillet /2012 23:40

 

Zuurvrij22.jpg

Twee eeuwen geleden werd Hendrik Conscience geboren. In dit najaar verschijnen er in de Letterenhuisreeks twee nieuwe uitgaven: een herziene editie van De Leeuw van Vlaenderen met een uitgebreid nawoord over de totstandkoming en de bronnen van deze roman door de steevast voortreffelijke tekstbezorger Edward Vanhoutte. De tweede uitgave, van de hand van professor Karel Wauters, vertelt het leven van Conscience van diens geboorte tot en met de uitgave in 1838 van De Leeuw. De eminente literatuurkenner overleed twee jaar geleden en kon helaas zijn werk niet afmaken.

In de jongste aflevering van Zuurvrij komt Conscience alvast driemaal aan bod. Edward Vanhoutte belicht de schrijver als 'marketeer' van eigen werk; Ronald Grossey trof in de archieven van onder anderen tekenaar Bob De Moor materiaal aan over een 'Leeuw-verstripping' in het weekblad Kuifje/Tintin; en Johan Vanhecke ontdekte dat iedereen het altijd bij het verkeerde eind heeft gehad als het gaat over wie de beroemde tekening in De Leeuw maakte.

Morgen meer over Zuurvrij.

HFJ

Zuurvrij. Berichten uit het Letterenhuis, nr. 22, juni 2012, 112 p., ill., 6 €.

Abonnement: 20 € voor twee jaargangen van telkens twee nummers (te verschijnen in juni en december). Losse nummers: 6 € (nrs 5-17 en 19 nog leverbaar).

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche