Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
20 novembre 2014 4 20 /11 /novembre /2014 18:26

 

lukas_de_vos.jpg

Lukas De Vos

Het zal mijn tijd wel doen. Maar intussen. Intussen is een sekte schriftgeleerden gesopt in bijbelse tragiek. Ze hebben hun kleren verscheurd (horribile visu), as over hun hoofd gestrooid, godslastering gekreten, Sodom en Gomorra in helse kleuren voorgespiegeld. En vooral hun portemonnee verkrampt dichtgeknepen voor de apocalyptische tijden die eraan komen.

De Heilige Polis is vergeefs ter hulp geroepen, de bidmolentjes draaiden onstuitbaar in de rondte, en o wee, de schriftgeleerden bonden zich zowaar een zwart lint om. Niet om de buik, judo is verre van hun beslommering. Wel om de linkerarm (de meesten zijn rechtshandig). Als dat geen krachtig sienjaal is, zoals Paul Van Ostaijen in tijden van olim nog onbeschroomd uitstiet.

De oppersadduceeër Joost Vandecasteele – kranig omringd door fascesdragers als Jeroen Theunissen, Ivo Victoria, Geertrui Daem, Marc Reugebrink, Bart Van Loo en tutti quanti – riep meteen om Barrabas. “Ik word niet graag als een idioot behandeld. Dat is wat nu gebeurt”. De inzet was dan ook mateloos groot. De Bezige Bij Antwerpen, het vlaggenschip van de uitgevers altegader, sinds Plantijn en Moretus nooit gezien aan de Schelde, wordt ruw uit zijn natte droom gerukt, en wederom “door zijn ouwe moer onder de rokken getrokken”, zoals de niet onverdachte evangelist Marnix Peeters van het metropolitaans bijhuis zelve schreef.

Kwade genius zijn uiteraard Annas en Kajafas, het yin-yang koppel Marianne De Baere van Manteau (de sokkel) en Peter Quaghebeur (de manager van WPG). Argeloos vroeg ik hen: wat is er toch aan het (Antwerpse) handje ? Ze draaiden niet rond de pot. “We maken verlies, en geen klein beetje ook. Dan moet je ingrijpen”. Zoveel nuchterheid dreef mij tot overmoed. “Is het Huis WPG eigenlijk niet overmatig groot geworden ? Vorig jaar werden bastaardjes als De Arbeiderspers, Athenaeum-Polak, Nijgh & Van Ditmar, en Van Gennep al afgestoten, pardon, ‘verzelfstandigd’ ?” Quaghebeur onverstoorbaar: “Niet de uitgeverij is te groot, de markt is te klein”. Daar stond ik even paf van. Vooral toen bleek dat ze de eigen auteurs “niet persoonlijk hebben kunnen inlichten”. Ja, in een wereld zonder iPhone, Smartphone, gsm, twitter, email, facebook, briefpost, en biechtvaders ligt dat inderdaad moeilijk.

Toch zie ik daar farizeeërsgeslepenheid in. Vroegen zij niet aan de Heer: “Mogen wij belasting betalen aan de bezetter ?” Het antwoord is gekend. Geef aan de Keizersgracht wat de Keizersgracht toekomt. En bij gebrek daaraan aan de Van Miereveldstraat. Egards. Bewieroking. Onderdanigheid. En geld. Veel geld. Daarom glibberen ze overal tussen, die Hollanders. Oliver Cromwell zei het al: “De duivel schijt Hollanders”. Gelijk had hij. Want de navel van de wereld, dat is de polder. Of de gracht. Of de sloot. De volkstribuun van die zelfgenoegzaamheid is Jeroen Vullings, “letterkundig bespreker” bij ’s Heren Genade. Uit het gehucht Amsterdam. Schrijft voor Vrij Nederland, een blaadje uit dat gehucht. Oreert hij, in bedenkelijk Nederlands, in De Morgen: “Is het nou zo’n ramp, die integratie van Vlaamse schrijvers in Amsterdam ? (…) Bij De Bij Amsterdam vonden ‘A-Auteurs’ onderdak (goedverkopend in Nederland). (…) De rest kon terecht in Antwerpen. (…) Natuurlijk, de survival of the fittest regeert in Nederland. Momenteel woedt meer dan ooit de rentrée littéraire” (aan de uitspraak van het Frans durf je niet te denken).

Die bedillerige eigendunk. Want “als je in Rome kunt rijden, dan kun je overal rijden”. Dat kent het verschil niet tussen Rome en Zeddam. Dat citeert Caesar zonder zijn uitspraken te kennen (“Malo hic primus quam Romae secundus esse” – ik zal het maar niet vertalen, want de oertaal van het Frans is het boerenlatijn, en zoals Rudy Soetewey zei: “In mijn satirische roman 2007 wou ik absoluut voor mijn lezers in het Noorden enkele Franse citaten behouden – om ze doen aan te voelen wat het is dat je bazen je taal niet spreken; zeiden ze: kan er geen voetnoot bij ?”) Dat wentelt zich in zelfbewieroking van domineeswellust: “Nederlanders hebben anders dan Belgen goddank geen last van de eigen-auteurs-eerst-keuze”. Mijn vriend Stefan Hertmans krijgt effektief de AKO-LIteratuurpijs. Uit het wanbesef dat hun eigen Heimatliteratuur niet eens aan de enkels raakt van letterkundig vernuft. Goddank nog aan toe.

Dat Vlamingen (sinds wanneer ze als ‘Belgen’ omschreven worden zal wel het gevolg zijn van de laatste edities van Van Dale) een knechtenkompleks hebben, daar bestaat geen gerede twijfel over. Maar dat ze niet kunnen vertellen, geen verbeelding hebben, en de moralisering niet kunnen uitbannen, dat zijn fabeltjes van minbespraakten. Dat ze geen wonderlijke uitgeverijen hebben, nog erger. P, Mens & Kultuur, Clavis, Garant, Epo, Vrijdag, grootschaligheid is nog nooit de waarborg geweest voor kwaliteit, alleen voor massaverkoop. A-Auteurs, komt dat zien ! Bilderdijk, Adama van Scheltema, Van Oudshoorn, Biesheuvel, ’t Hart, Grunberg, Mulisch. De fanfare van honger en dorst. Zoals Reve al schreef: “Het werk van Mulisch, da’s al Vullings. Het werk van Reve, da’s pas leven”. Je zou hem nog gaan geloven ook. Die bedeesde inwijkeling.

Lukas DE VOS

Partager cet article
Repost0
20 novembre 2014 4 20 /11 /novembre /2014 11:11

 

MIAVOYE.jpg

Koen Broucke, Peter Holvoet-Hansen, Koen Peeters en Pascal Verbeken hebben hun pennen en stemmen samengevoegd tot een koortje. Een boek is het gevolg: Miavoye, een driedaagse bedevaart in oktober 2013 naar het sanatorium waar Paul van Ostaijen behandeld werd voor tbc en er in 1928 overleed. Met het boek is een wens van de dichter Richard Minne in vervulling gegaan. Het resultaat is, op z’n zachts gezegd, mager. Richard, jongen, goed dat je dit niet meer kan meemaken.

Over Van Ostaijen komen we enkel te weten wat al in andere publicaties aan bod komt, en dat vaak de herhaling van de herhaling is. Een zoveelste herhaling dus, met niet eens een eigen toets. Het enige wat de lezer verneemt is hoe de vier snaken zich voelden, bij elke stap, eenmaal hun doel bereikt. De terugreis komt niet eens ter sprake, terwijl dat het boeiendste had kunnen zijn. Nagedachten kunnen een dieper inzicht geven aan de belevenis en verrijkend zijn voor de lezers. Met dit [boek[je] blijven de sympathisanten van het viertal, waartoe ik me reken, op hun honger zitten. En dat moeten ze zelf ook geweten hebben. Om de uitgave toch enig volume te geven, hebben ze er een bloemlezing van hun favoriete gedichten aan toegevoegd. Het beslaat een derde van het boek. Geen slechte keuze, maar dat oordeel is ingegeven door mijn eigen voorkeur, met Geologie op eenzame hoogte.

Wat heeft een lezer aan een foto van het viertal zittend in het spuuglelijk interieur van café Hulstkamp. Slechts wat minieme info over de Pol en zijn vrienden komt aan bod. Het hoofdaandeel is geleuter tijdens hun verblijf in het beroemde café op de Antwerpse De Keyserlei. Met als hoogtepunt, ik citeer, ‘tot plots dat mooie, dreigende nummer van The Beatles weerklonk, “Long. Long. Long” van George Harrison.’ Dat is waar. Het geleuter eindigt in majeur.
Dat ze vervolgens hun koffie leegdrinken, wat heeft de lezer daar aan? Het is logisch, tenzij hij nog slechter smaakt dan schoolkoffie. Het kopje halfvol laten staan, dáár zou een hilarisch stukje over geschreven kunnen worden.
Naast de kwestie?

Eigen belevenis voorop en volop, maar op geen enkel stuk van de Pol wordt dieper ingegaan. De discussie tussen de vier vrienden over een interpretatie van een gedicht, een groteske, een essay, een kritiek had het boek Miavoyeeen meerwaarde gegeven.
Voorbeeld: Edgar du Perron was stikjaloers op
Melopee, opgedragen aan Gaston Burssens. ‘Ikzelf zit me nog altijd in stilte te verheugen dat je er een stuk of wat zo zult schrijven en dat ik er dan eentje van cadeau krijg…’ schrijft hij in een brief van 6 oktober 1927. Drie dagen later kreeg De Perron zijn gedicht, Alpejagerslied. Wie echter goed leest ontdekt een zekere dubbelzinnigheid. De vriendschap tussen de Pol en Edgar was van een lagere orde dan die van de Pol met Gaston. Het gedicht is daar zeer duidelijk over. Een heer die de straat afdaalt is Paul van Ostaijen, een heer die de straat opklimt is Edgar du Perron. M.a.w., Du Perron kijkt op naar Van Ostaijen en de Pol kijkt neer op Edgar.
Ze treffen elkaar voor dezelfde winkel, de poëzie, en doen voor elkaar hun hoge hoed af. Maar eenmaal elkaar voorbij zetten ze hun hoed weer op hun hoofd. Van Ostaijen: ‘men versta mij wel / elk zet zijn eigen hoed op het eigen hoofd / dat is hun recht / dat is het recht van deze beide heren //’.
Er stijgt een lucht van afstandelijkheid tussen beide heren op. Kijk, dit soort van verhalen, al zijn ze vergezocht [wat in dit exposé pertinent niet het geval is], mis ik in het boek van de vier heren met ook een hoge hoed, al staat hij voor eigenwaan.

Het werkelijk geslaagde aan Miavoye, en daarom een plaats verdient in mijn Van Ostaijen-kast, is de vormgeving. Typisch Dooreman, en toch blijft hij verrassen. Veraangenaamt de verhouding tussen vorm en inhoud het lezen. Weer eens blijkt dat la main du maître  vaak de schaduw is. Wat onder ligt, boven drijft. Dat was nodig om de rit van dit tussendoortje vol te houden.

Guido LAUWAERT

 

MIAVOYE – De Bezige Bij Antwerpen, 2014, 189 p., 22,50 € –ISBN 9 789085 425908

Partager cet article
Repost0
19 novembre 2014 3 19 /11 /novembre /2014 14:30

 

DE-DIAMANTEN-KOGEL-UITNODIGING-SCAN-2.jpeg

(c) Jan Scheirs

Na lezing, bespreking & evaluatie van het recordaantal inzendingen (117 titels verschenen tussen 1 juni 2013 en 15 juni 2014) maakt de jury de nominaties bekend:

 

COPPERSdoodwater-copie-1.jpg

Toni COPPERS, Dood water (Manteau, 2014)

JANSSENfoutgoud.jpg

Roel JANSSEN, Fout goud (De Bezige Bij / Cargo, 2014)

MenheerOogLens.jpg

Wim MENHEER, In het oog van de lens (Verba, 2014)

SONNSThedenrooS.jpg

Jonathan SONNST, Heden rood, morgen dood (Witsand, 2013)

VISduivel.jpg

Jacob VIS, De zwarte duivel (Ellessy, 2014)

*

Werden eerder bekroond:


2002 De Emerson Locomotief (Benny Baudewijns)
2003 Dossier K (Jef Geeraerts)
2004 Medeschuldig (Bob Mendes)
2005 Onder Druk (Esther Verhoef)
2006 Het Diepe Water (Felix Thijssen)
2007 Starr (Patrick Conrad)
2008 Pentito (Simon de Waal)
2009 Stiletto Libretto (Bavo Dhooge)
2010 Wrede Schoonheid (Mieke de Loof)
2011 Roomservice (Elvin Post)
2012 Blauw Goud (Almar Otten)
2013 2017 (Rudy Soetewey)

*

De jury bestaat uit: Frank van den Auwelant, Jos van Cann, Ineke van den Bergen (†), Eric Diepvens, Henri- Floris Jespers, Jürgen Joosten, Kris Kenis, Alain Sohier, Geert Swaenepoel en Magali Uytterhaegen. ■

Partager cet article
Repost0
19 novembre 2014 3 19 /11 /novembre /2014 13:14

 

Scheirs239.jpg

(c) Jan Scheirs

Uiteraard wordt in het jongste nummer van Mededelingen passend hulde gebracht aan Eric Antonis (Turnhout, 6 juli 1941-Antwerpen, 14 november 2014).

'Eric was een cultuurminnaar pur sang, met een groot hart voor de theaterkunsten, aldus Philip Heylen. Het was voor mij een voorrecht en een grote eer dat ik in 2004 in zijn voetsporen mocht treden. Eric was een atypisch politicus: zo liet hij mij als gemeenteraadslid een jaar lang in zijn schaduw lopen: hij bracht me in contact met alle cultuurmakers en cultuurinstellingen van de stad, vooraleer ik de fakkel mocht overnemen als schepen voor Cultuur. Hij was de beste leermeester die elk beginnend politicus zich zou kunnen dromen. Ik verlies een mentor en een vriend.'

*

Het was aanvankelijk de bedoeling een dossier te publiceren over alle aspecten van “de zaak” Schoenaerts. Waarom? Omdat – afgezien van de anekdotiek – zich een aantal belangrijke principiële vragen stellen. Na de beschikking van de rechter in kort geding werd Stan Lauryssens' boek Schoenaerts (Manteau) uit de rekken gehaald. De zaak wordt nu ten gronde behandeld. Reden te meer om het dossier nu grondig uit te spitten en noodgedwongen in afleveringen te publiceren. Het inleidende deel van dit chronologisch opgevat feuilleton zet al meteen de toon.

*

Dit gezegd zijnde, zowel de op alle gebieden tot in het absurde toe doorgevoerde regelneverij als de toenemende juridisering van de samenleving zijn zonder meer onrustwekkende symptomen van decadentie.

*

Mijn overleden, nog altijd innig gekoesterde vrienden Hubert Lampo en Guy Vaes waren, net als ik, in de ban van het indrukwekkende oeuvre van Jean Ray / John Flanders. En, ja, we waren de enige niet.

Naar aanleiding van het vijftig jaar overlijden van de excentrieke veelschrijver organiseerde de tweetalige 'Jean Ray Vriendenkring' in Gent een colloquium in het theater Tinnenpot. Arnaud Huftier, docent an de universiteit van Valenciennes, had het over 'L'unité double', de twee vormen van horror die Stephen King onderscheidt en die bij Jean Ray allebei voorkomen: die waar het monster concrete vormen aanneemt en die waar het alleen gesuggereerd wordt. Hij had het ook over de onenigheid onder critici of Jean Ray nu een vernieuwende literator was dan wel niets meer dan een clichématige lectuurschrijver. Het bizarre aan die probleemstelling is dat dezelfde verhalen worden aangehaald om het ene dan wel het andere te bewijzen...

Mededelingen-redacteur Guido Lauwaert hield een eigenzinnige causerie over de Gentse grootmeester die geheel beantwoordde aan de wens van de Vriendenkring, en integraal in de rubriek 'Achteruitkijkspiegel' gepubliceerd wordt.

Door de toevalligheden van de actualiteit wordt in de rubriek 'Film' o.m. gefocust op Harry Kümel, die Jean Rays meesterwerk Malpertuis vereeuwigde (met naast een monumentale Orson Welles, o.m. Michel Bouquet, Mathieu Carrière, Jean-Pierre Cassel, Dora van der Groen, Charles Janssens en Jenny van Santvoort).

*

De vaste rubrieken illustreren eens te meer hoezeer het alerte team van uw CDR-Mededelingen, gevoed door uw info, zich onvermoeibaar inzet om de aandacht te vestigen op wat al te vaak ontsnapt (nou ja...) aan de aandacht van de zogenaamde dominante ofte mainstream-media.

*

Wat de waan van de dag betreft, hier alvast een reactie op Facebook (15 november) over de belachelijke Zwarte Piet-polemiek, die na Nederland nu ook België begint te teisteren:

Als we Sint en Piet inruilen voor de Kerstman zijn we dan van dat eindeloze gedoe af? Of krijgen we dan klachten van dikke mannen met een baard en van het rendierenbevrijdingsfront?

De waan van de dag? Zo kunnen we bezig blijven... Als u dat verwacht, dan zullen we u ontgoochelen.

*

Abonnees worden gekoesterd: een aantal bijdragen opgenomen in het tijdschrift Mededelingen van het CDR, verschijnen niét op de blog, zo onder meer het Schoenaerts-dossier (dat in de komende afleveringen vervolgd wordt) zal en Guido Lauwaerts' gedreven lezing over Jean Ray, “Oplichter & Afperser”.

(Info: hfj@skynet.be)

Henri-Floris JESPERS

Partager cet article
Repost0
19 novembre 2014 3 19 /11 /novembre /2014 10:48

 

Luuk-Gruwez--foto-Bert-Bevers-.JPG

Luuk Gruwez (foto: Bert Bevers)

De poëzieprijs Melopee van de gemeente Laarne is gewonnen door Luuk Gruwez. Het was al de zesde keer dat deze prijs, bedoeld voor het meest beklijvende gedicht dat het jaar ervoor verscheen in een van de Vlaamse literaire tijdschriften, werd zondag uitgereikt. Gruwez kreeg de prijs voor zijn in Poëziekrant gepubliceerde gedicht Kapper. Dat gebeurde in de stijlvolle ridderzaal van het Slot van Laarne waar professor doctor Frans-Jos Verdoodt, voorzitter van de jury, en Jozef Dauwe, gedeputeerde van de Provincie Oost-Vlaanderen, de nieuwe laureaat bekend maakten. Het winnende gedicht haalde het van twintig andere gedichten die werden opgenomen in een shortlist.

Daarop ook gedichten van Mark Boog, Fleur Bourgonje, Anneke Brassinga, Marleen de Crée, Alain Delmotte, Jan Geerts, Christina Guirlande, Johanna Kruit, Sylvie Marie, Harry M.P. Van de Vijfeijke, Peter Mangel Schots, Leonard Nolens, Erna Schelstraete, Willy Spillebeen, Lize Spit, Peter Theunynck, Willem Thies, Lotte van Dijck, Miriam Van hee en Lodewijk van Oord. Enkelen van hen lazen hun gedicht ook voor.

Luuk Gruwez kreeg vervolgens zijn prijs, een bedrag van € 2.500, uit handen van burgemeester Ignace De Baerdemaeker van Laarne. Moderatrice Anne-Marie Segers had daarna een gesprekje met de laureaat, die daarna enkele gedichten (waaronder het indringende Hipposomnia) voor de microfoon bracht. De prijsuitreiking werd muzikaal opgeluisterd door accordeonist Bart Wils.

De 21 geselecteerde gedichten verschenen overigens in een bloemlezing, die (à € 10) verkrijgbaar is bij Jana Van Camp van de dienst Vrije Tijd & Jeugd in Laarne, 09 – 365 46 26.

Partager cet article
Repost0
17 novembre 2014 1 17 /11 /novembre /2014 12:22

 

Bert-Bevers.jpg

 

verslagen breng ik aan.

elk woord heeft zo zijn onderkant.

laag na laag kunt u het vers

bezien: schikken, bewegen

totdat het staat zoals het staat.

 

Dit gedicht uit de cyclus ‘Verslagen’ las ik in Afglans dat ter gelegenheid van zijn 25-jarig dichterschap (1972-1997) werd uitgebracht. (1) Het was meteen mijn eerste kennismaking met de poëzie van Bert Bevers. Tot nu toe heb ik geen mooiere ode aan het meerlagige van poëzie gelezen. Er volgden nog meer gedichten die me bijbleven, zoals 'Matrijs voor Herinneringen', 'Gebruiksaanwijzing', 'Gelovige Gedichten', 'Kreunende Tijd'…

 

Ik ontmoette Bert in het najaar van 2008. Dat was in mijn hoedanigheid van aanstaande DorpsDichterDoel, een titel die ik tussen 2009 en 2011 mocht voeren. Ik blijf Bert dankbaar voor de 18 monotypes waarmee hij als beeldend kunstenaar mijn Doelbundel Trek de wind niet van de wieken  illustreerde.

Wat ik in Bert bijzonder waardeer is zijn terughoudendheid. Verre van een tafelspringer is hij vooral een stille werker die het literaire circus schuwt. De poëzie is hem te lief. En ook daar is hij in de ik-vorm zelden aanwezig. Geen zelfadoratie, geen monotone anekdotiek.

Bert Bevers is niet allen de auteur van vele bundels maar ook de vader van een aantal projecten zoals Dubbeltalent, De Tafel van 1, en De Onbewoond Eilandkeuze.  Mede onder zijn impuls verschijnen in De auteur, het ledenblad van de VVL (Vereniging van Vlaamse Letterkundigen) degelijke recensies in de rubriek ‘De Boekhouding’Hij is tevens een gewaardeerd medewerker aan Mededelingen van het Centrum voor Reëvaluatie en Documentatie.


40, 50, 60 zijn magische getallen, kapstokken waaraan we onze tijd ophangen. Ze laten het leven in zijn volle glorie voorbij razen. Niettemin heeft ouder worden ook zijn voordelen: niemand noemt je ‘jongen’, het aantal mooie vrouwen stijgt, knoken worden betrouwbaarder dan de weerman, als je iets vertelt ben je meteen een brok orale geschiedenis, de C&A wordt met de dag modieuzer, de hits van toen zijn nu ‘Golden Oldies’, men wordt een ervaringsdeskundige in het schrijven van rouwbrieven, seksueel overdraagbare ziekten vormen niet langer een gevaar, niemand vraagt je nog voor strippoker, je wacht soms aan het groene licht op groener, garantiebewijzen hoef je niet meer bij te houden, de apotheker is bijzonder vriendelijk, je hebt geen last van kinderziekten, je krijgt een hekel aan het woord “nog’ zoals in de zin ‘Je ziet er NOG goed uit’.

Bert noem je best geen ‘Hollander’ want hij is een Brabander die naar Antwerpen is uitgeweken. Je zegt nu eenmaal niet ‘banaan’ tegen een ‘Chiquita’. U kunt hem dagelijks op zijn blog ‘Gemengde Berichten’ beleven. (2)

Samen met Bert Bevers is er deze maand nog een BB jarig: Benno Barnard, eveneens een oranjeling die met een briljante pen werd gezegend.

Met-Benno-Barnard-en-Bert-Bevers.JPGMet Benno Barnard en Bert Bevers

Il y a soixante coups qui ont sonné à l'horloge

Je suis encore à ma fenêtre, je regarde, et j'm'interroge'

Aan beiden draag ik ‘Maintenant je sais’ van Jean Gabin op

Zestig rijmt wel niet op herfst, maar het zingt als het seizoen waar Bert samen met zijn geliefde Geertje ontzettend veel van houdt. Mogen er nog vele najaren volgen…

Frank DE VOS

 

(1) Bert BEVERS, Afglans. Gedichten 1992-1997, Bergen op Zoom, Uitgeverij WEL, 1997, 132 p. ISBN 9789062300808

(2) http://meergemengdeberichten.blogspot.be/

Partager cet article
Repost0
16 novembre 2014 7 16 /11 /novembre /2014 03:28

 

VerslaafdAanMisschien.jpg

Foto: Bert Bevers

Slenterend door de Antwerpse binnenstad op een grijze morgen maak je van alles mee.

Actuele beeldende kunst kun je er in de vroegte alleen door etalageruiten beloeren (want galerieën openen hun deuren pas laat in de middag), maar bijzondere kerkgebouwen (met openstaande deur) en ongelooflijke gevelvariaties prikkelen de kunstbeleving toch nog wel een beetje.

U moet weten dat schrijver dezes uit Nederland komt, waar architectuur overwegend strak gecomponeerd en uniform is en waar de resterende kerkgebouwen niet uitnodigen.

Als dan de regen miezerig ontluikt en de ochtend dreigt te verstikken in nikserig niks is daar opeens een boodschap: VERSLAAFD AAN MISSCHIEN. Het staat in spuitschuimen letters te lezen boven de ingang van een groot dicht getimmerd appartementencomplex.

Deze kennisgeving stemt tot enig nadenken en vooral tot verder kijken.

gevel2.jpg

(foto: Bert Bevers)

Het mogelijk op sloop wachtende woonblok heeft een zogenaamde modernistische stijl en stamt, zo blijkt na onderzoek, uit het eind van de jaren dertig. Het is het meest omvangrijke Antwerpse voorbeeld van sociale woningbouw uit het interbellum en werd door architect Gustaaf Fierens ontworpen.

Een aantal van de dichtgemaakte ramen is drager van kunst geworden. Zo vallen bijvoorbeeld een abstract reliëf (spaanplaat) op, een raam vullende tekst in spiegelschrift en een over drie ramen verdeelde zwart/wit compositie.

De vrolijk gekleurde deur van een soort toegangspoort geeft aan dat het ‘OMU’ bezit heeft genomen van Fierens’ creatie.

Het Openbaar Museum ‘OMU’ (Van Craesbeeckstraat 23-33) is een idee van oud-studenten van de kunstopleiding Sint Lucas. De kunstenaars hebben het wooncomplex tot openbare ruimte gemaakt en stellen er hun werk ten toon voor iedereen. Dus klop aan of rammel aan de poort en verbaas u.

De plots opgedane verslaving aan ‘misschien’ voerde mij nog langs twee nabij gelegen gesloten galeries die ‘misschien’ en waarschijnlijk intrigerende exposanten presenteren. Met de neus tegen het raam gedrukt, doe ik indrukken op.

Lanckmans.jpg

Laurent Lankmans (detail, gefotografeerd door raam) (foto: Bert Bevers)

In Galerie Zuid hangt werk van Laurent Lankmans. Het lijken wel zwart-wit etsen, maar het zijn toch echt tekeningen (ballpoint!). Vervreemdend en spannend.

Open Museum - Galleries 9foto: Bert Bevers

Galerie Collectiv National exposeert werken van Thibau Roger. Ze worden begeleid door een verfijnd onbegrijpelijke tekst van Jan Hoet over een conflict waar de kubus mee te maken heeft.

Een man van hout, blauw geverfd en opgesloten in een transparante kubus, vangt mijn aandacht. Aan de wanden tweedimensionaal werk dat uitnodigt tot bespiegelen.

Die opgesloten blauwe man, hij is de verpersoonlijking van de blues, de Antwerpen blues, die zachtjes in je neerdaalt op een grauwe ochtend in november.

Misschien… ja, misschien…

Erick KILA

 

Zuid – Pacificatiestraat 34 (wo, vr, za 14-18 uur, do 14-20 uur) tot 6 december

Collectiv National – Nationalestraat 160 (za 14-18 uur en op afspraak) tot 29 november

Partager cet article
Repost0
15 novembre 2014 6 15 /11 /novembre /2014 01:42

 

Peter-Holvoet-Hanssen--foto-Bert-Bevers-.JPG

PPH (foto: Bert Bevers)

Ik leer elke dag bij. Mijn motto blijft dan ook: 'Ik breek mij af, bouw mij op' (aanhef van mijn eerste exploratie De reis naar Inframundo). Zo ben ik geen liefhebber van het al te stevige biceps- en billenwerk van Rubens, maar toen ik zag hoe hij de Heilige Cecilia met olieverf op een paneel ten hemel droeg (zie afbeelding), borrelden er spontaan nieuwe verzen naar boven (nu bij de Bozar-tentoonstelling Sensatie en sensualiteit. Rubens en zijn erfenis).

Peter-HH---Rubens--Cecilia.jpg

Wat nemen we mee? Mark Rothko, eender welk werk uit 1959 – maar op het beeldscherm van een laptop? Nee, liefst neem ik géén laptop mee, alstublief enkel een valiesje met wat boeken en een draagbaar pick-upje (met enkele reservenaalden). In het valiesje zit een afbeelding van De sterrennacht van Van Gogh en een foto van de schrijfster – mijn ‘kaperskapiteine’ – Noëlla Elpers, kunstwerk dat zelfs de diepste duisternis doet fonkelen.

Peter-HH---Moby-Dick.jpgIk neem Moby Dick  van Herman Melville mee. En alle Gargantua en Pantagruel-delen van Rabelais. Als bladwijzers: de gedichten uit de Spoon River Anthology (1915) van Edgar Lee Masters en de Nagelaten Gedichten van Van Ostaijen.

Films: Zorba The GreekModern Times  -  o nee, ik had geen laptop mee.

Peter-HH---Sibelius.png

Dus in plaats van twee films het Vioolconcert d-mineur Op. 43 van Sibelius, daar zie ik telkens een andere film bij. En The very best of George Harrison. Al ruisen die platen: geen erg, ik ben toch aan zee.

Cantus in memoriam Benjamin Britten van Arvo Pärt of soefi-muziek van Georges Gurdjieff: ze spelen constant in mijn hoofd, dus moeten ook al niet mee. Nee, liever vulpen, reservevulpen, inkt en voldoende papier. Het ruisen van de bomen in mijn linkeroor en rechts een zacht schurende branding. Het onbewoond eilandje heet Saartneem, Duivelseiland of het Eiland van de Wilde Rozen, dat ligt in Estland (vermeld in mijn Zoutkrabber Expedities).

Je zult me er niet vinden, maar ik zal er wel zijn.

 

Peter Holvoet-Hanssen, Antwerpen

Partager cet article
Repost0
14 novembre 2014 5 14 /11 /novembre /2014 14:37

 

RRenSARENCO2.jpg

Renaat Ramon (rechts) en de legendarische Sarenco, Letterenhuis Antwerpen, 10 november 2012. (Foto: Lieve Terrie)

In de bibliotheek van Harelbeke exposeert Renaat Ramon (°1936) zijn Denk/beelden. Vernissage vrijdag 5 december om 19u30. De tentoonstelling wordt ingeleid door Alain Delmotte, die terecht vaststelt dat er in Renaat 'zowel een Ravachol als een Rivarol' steekt:

'Een smalende aristocraat met republikeinse trekken. Een tikkeltje anarchist (als het op hardnekkigheid aankomt), een tikkeltje reactionair (als het moment hem daartoe aanzet). Hoe dan ook: voortdurend op zijn qui-vive weet hij voor zichzelf het gewenste evenwicht te bewaren.'

Ziehier alvast twee werken die in Harelbeke te zien zullen zijn:

1.-Hommage-a-Mallarme.jpg

Hommage à Mallarmé

2.-Poete-maudit.jpg

Poète maudit

*

Meer dan een kwarteeuw geleden publiceerde Luc Pay enkele 'Elementen ener theorie van het onromantisch ramonisme'; W. P. Dezutter (destijds conservator bij de Stedelijke Musea te Bruggen) typeerde Ramon als 'supra-individualist van de concrete kunst', terwijl Hendrik Carette het laconiek hield bij 'wiskunstenaar'. Over het gevarieerde oeuvre van dichter, beeldend kunstenaar en essayist Ramon (ik wil hem graag bestempelen als zich in drie, als vanzelfsprekend ééngemaakte disciplines, bezinnende filosoof...) bestaat er inderdaad een uitgebreide literatuur.

RRvorm-visie.jpg

Dezer dagen verdiep ik mij in Vorm & Visie. Geschiedenis van de concrete en visuele poëzie in Nederland en Vlaanderen (Gent, PoëzieCentrum, 2014, 342 p.), de eerste, onmisbare en tevens in alle opzichten grondleggende, niet alleen erudiete maar ook grensverleggende studie over een onderwerp dat al te zeer door de literatuurhistorici en literatuurwetenschappers links gelaten wordt. (En dan wil het nog niet hebben over de literaire kritiek in de mainstream media, waarvan het bedenkelijke niveau meer dan ooit genoegzaam bekend is.)

Henri-Floris JESPERS

Bibliotheek Harelbeke

Eilandstraat 2, 8530 Harelbeke

www.bibliotheekharelbeke.be

*

Over Renaat Ramon in deze blog, lees onder meer:

7 januari 2010: Veelzijdigheid & concentratie

http://mededelingen.over-blog.com/article-renaat-ramon-veelzijdigheid-concentratie-42490054.html

21 mei 2010: Dubbeltalent? Totaaltalent!

http://mededelingen.over-blog.com/article-renaat-ramon-dubbeltalent-totaaltalent-50803549.html

12 januari 2013: Renaat Ramon over poesia visiva

http://mededelingen.over-blog.com/article-gierik-nvt-ii-renaat-ramon-over-poesia-visiva-96933386.html

20 september 2014 De Onbewoond Eilandkeuze van Renaat Ramon

http://mededelingen.over-blog.com/article-de-onbewoond-eilandkeuze-van-renaat-ramon-124613454.html

Partager cet article
Repost0
13 novembre 2014 4 13 /11 /novembre /2014 23:47

 

 

Cravantis.jpg

Frank Albers (° 1960) studeerde filosofie in Gent en literatuurwetenschappen in Oxford. In 1982 verscheen bij Walter Soethoudt zijn roman Angst van een sneeuwman, waarvoor hij een jaar later de Yang-prijs ontving. Hij promoveerde aan Harvard, en was van 2001 tot 2005 chef van de boekenbijlage van De Standaard. Hij vertaalt Shakespeare (o.a. Hamlet, King Lear en recentelijk De Storm) voor Het Nationale Toneel in Den Haag en publiceerde in 2007 Beatland, een literair reisessay in het spoor van Jack Kerouacs On the Road.

Maria Vlaar besprak Albers' tweede roman in De Standaard Letteren  ('Na ons de zondvloed', 24 oktober, p. 9):

'Albers kan goed schrijven, hij reikt ver en wil veel met zijn tweede roman. Te veel soms, hoe knap en geraffineerd van perspectief en structuur zijn roman ook is. Seks, politiek, cultuurverval, aanslagen, ja zelfs een zondvloed: Albers denkt groots en gaat voor niet minder dan Alles. […] De caleidoscoop van zijn vertellingen maakt soms horendol en ontbeert dan de dwingende samenhang waardoor deze rijke en meerstemmige roman je echt ademloos zou achterlaten.'

Op Knack.be (14 oktober) publiceerde Michiel Leen een interview met Albers : 'Zelfs een krant is complexer dan veel mainstream romans'. De, laten we maar zeggen, zelfverzekerde schrijver heeft zijn taak volbracht. Een derde roman komt er dus niet:

Ik ben er wel klaar mee. Dit is niet zomaar een roman hè. Dit is hét boek voor mij. Om het pathetisch uit te drukken: het boek waarop ik misschien wel tien jaar heb gewacht. Hierna kan ik geen roman meer schrijven, denk ik. Ach, misschien nog een fijne novelle, of een boek over Shakespeare. Maar Caravantis is echt wel het gevolg van een radicale en totale ambitie om iets belangwekkends te maken. Een soort absoluut verlangen om iets achter te laten waarna je rustig kunt doodgaan. Ik hoop dus maar dat dit boek de lezers vindt die het verdient.'

http://www.knack.be/nieuws/boeken/zelfs-een-krant-is-complexer-dan-veel-mainstream-romans-frank-albers/article-interview-436077.html

Vermits Frank zijn boek kennelijk beschouwt als zijn magnum opus, zal ik Caravantis  met volle aandacht lezen.

Zie ook het interview met Wim Huyghebaert op Cutting Edge (30 oktober 2014):

http://www.cuttingedge.be/interviews/frank-albers

 

*

Dror Mishani (°1975) is redacteur 'fictie' en 'vertaalde misdaadverhalen' bij Keter Publishing, een van de grootste Israëlische uitgeverijen, en doceert misdaaliteratuur aan de universiteit van Tel Aviv.Hij schreef twee succesrijke politieromans in het Hebreeuws, intussen vertaald o.m. in het Duits, Engels, Frans, Italiaans, Nederlands en Pools.

Zijn eerste roman (in Nederlandse vertaling De verdwenen zoon), deeerste in een serie over politie-inspecteur Avraham Avraham, werd door de uitgever gepromoot als een spannende pageturner, waarin een treffend beeld wordt geschetst van het kleinstedelijke leven in Tel Aviv en de spanningen in Israël. Met Avraham Avraham schiep de auteur een onvergetelijk personage, dat met middelmatige capaciteiten uitzonderlijke daden weet te stellen. Het boek werd door The New York Times geprezen als 'een stevige brain teaser  en een beklijvend psychologisch portret'.

DeVerdenkingMishani

In de zomer verscheen Mishanis tweede roman: De verdenking. In De Morgen Boeken  (8 oktober, p. 9) steekt Fred Braeckman zijn waardering niet onder stoelen of banken:

'Zoals in een wat ouderwets whodunit zijn er heel wat verdachten. Maar laat je niet beetnemen: Mishani moet het vooral van diepgang hebben. Alle personages, hoe onbelangrijk ze ook mogen lijken, spreken met een eigen stem. […] Het zorgt wel voor onorthodox leesgenot en ongewone spanning. Mishani combineert dat met een overtuigende, nuchtere stijl en een doordachte compositie. De perfectie nabij.'

Henri-Floris JESPERS

 

Frank ALBERS, Caravantis, Amsterdam, De Bezige Bij, 398 blz., 19,90 €.

Dror MISHANI, De verdwenen zoon, Bezige Bij Antwerpen, 2013, 226 p., 12,99 €

Dror MISHANI, De verdenking, Bezige Bij Antwerpen, 2014, 352 p., 18,99 €.



Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche