Overblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
28 octobre 2012 7 28 /10 /octobre /2012 22:37

 

FABRE-Cartoon-Kat.jpg

(c) Jan Scheirs

Multidisciplinaire kunstenaar Jan Fabre legt geen eieren onder zijn acteurs. Tenzij het bijvoorbeeld om een performance zou gaan, waarin de acteur slechts een naakt lichaam is, een middel, een instrument, om met flarden taal en een minimum aan rekwisieten, een concept tot leven te wekken. Dan kunnen een paar dozen eieren schoon spektakel opleveren. Zeker op een zwarte scène.

On ne fait pas d’omelette sans casser des œufs”, verschijnt er bijvoorbeeld in de fond, geprojecteerd op een gaasdoek. In het Frans, want Avignon wenkt al.

Een aanwezige politica noteert driftig op haar gratis uitnodiging: “ Frans!!??”, en, “subsidies!?”

Het naakte koor achter het gaasdoek maakt met gesloten mond bonkend keelgeluid. “Hartslag” fluistert iemand iets te luid tot zijn buur. Wellicht de dokter in de zaal.

De acteur stort zich in pure naaktheid op de eieren, geniet van de krakende schelpen, leeft zich uit in de smurrie, rondwiekend met de armen en benen scandeert hij als een mantra: “roeren, roerei, roeren, hoeren, hoe ei, ei, ei, ei! Œuf, titœuf, oef œuf oef”…

Misschien drukt de acteur nog puffend, daarna krijsend in barensnood, een ongebroken exemplaar van tussen de billen, om dan in totale symbiose met de gele koek af te druipen, côté cour.

(djudedju toch, en ‘de Jan’ wéét dat de douches jardin liggen, twee verdiepingen hoger, en een stukje eischelp prikt waar het geen deugd doet…dju toch! )

Neen, wie voor de heer Fabre wil werken, mag geen zacht ei zijn. Was bovenstaande een spielerei, spiegelei,

speegelaa, speeldegaa mor nie mee dee van maa,

volgend verhaal is echt.

Zowat dertig jaar geleden repeteerde Jan Fabre met groep acteurs in zaal van Teater Tentakel, waar ik toen onder jaarcontract zat. Flard repetitie gezien, met actrice die yoghurt van de scène likte; dat witte goedje stond dus voor het mannenkwakje, dat had u al begrepen. Ik ken persoonlijk weinig vrouwen – actrice of niet – die likkebaardend slikken alsof het een Danoontje Banaan betreft. Ik vond dit soort theater helemaal niet vernieuwend, maar zo vies en fake als wat.

En nu onlangs is er zijn marathon geweest, in De Singel. Acht uur performen. Acht uur in de blote kont ten dienste van geniale Fabre. Brrrr!

Ja, de heer Fabre vergt veel van zijn acteurs en actrices. Ook als dat dieren zijn.

Jan was met Franse filmploeg neergestreken in het Antwerpse stadhuis, om aldaar wat scènes in te blikken voor “De schoonheid van de krijger”, film over zijn carrière. Tapdansend als Fred Astaire aan de trappen van het Schoon verdiep had hij in die scène enkele katten nodig. Hun rol was eenvoudig: “Jullie worden tollend de lucht ingegooid, en komen zoals het katten betaamt terug op jullie poten terecht. Oké?”.

Maar wat doen die stomme beesten? Beetje gaan krijsen als vermoord. Waar godbetert de aanwezige schepen van dierenwelzijn Bungeneers op af komt, die dreigt met klacht wegens dierenmishandeling. En later pikt ook Gaïa in op de feiten. De grote Jan snapt al die heisa niet.

In “Het Nieuwsblad” van zaterdag 27 oktober 2012: “Jan Fabre snapt woede om mishandelde katten voor kunst niet”. Hij verdedigt zich: “ Er waren professionele animal handlers; die katten hebben voor de opnames kalmerende druppeltjes gekregen” !

Ach zo, kalmerende druppeltjes? In het intussen beroemde gsm-filmpje, gemaakt door een aanwezige stadsambtenaar, zie je de katten in de lucht gegooid worden, op de grond en trappen neersmakken, want hun natuurlijke reflex is weg. Een wakkere kat, hoe pijnlijk de landing ook uitvalt, zou rennen voor haar leven. Hier smakken ze neer, blijven liggen, worden weer opgegooid, krijsen wel, ja, maar geen enkele kat heeft de reflex (of de kracht?) om te vluchten. Straffe kalmerende druppels als je het mij vraagt.

En verder verklaarde Fabre in “Terzake” dat de katjes perfect gelukkig zijn. Maar ook dat er slechts twee ongelukkig zijn terecht gekomen. Dus toch brokken!

Ja, Jan, Grote Kunstenaar, je maakt geen omelet zonder eieren te breken, maar je kan ook een broodje kaas nemen.

Magali UYTTERHAEGEN

Partager cet article
Repost0
28 octobre 2012 7 28 /10 /octobre /2012 11:00

  De geslepenheid van de vrouw als verlossing uit het keurslijf.

Eric-De-Volder--Achter--t-eten--kleurpotlood-op-papier--200.jpg

Eric De Volder, Achter 't eten, kleurpotlood op papier, 2003 (privé-collectie)

Koning Albert, de tweede van die naam, vergeet zijn christelijke plicht als hem dat goed uit komt. Een goed katholiek dus. Zijn buitenechtelijke dochter heeft hij verstoten, al zal hij, de hofpaden kennende, haar via via wel wat toegestopt hebben, om de valwinden weg te jagen. Vrouwen verstoten niet. Ze gaan anders te werk. Geslepen. Hun geslepenheid heeft iets wonderlijks. Hij stijgt uit boven het modale denken van de man. Alberts dochter toont dat schitterend aan. Een beeldend kunstwerk van Delpine Boël hangt op de nieuwste tentoonstelling van Museum Dr. Guislain. Endless Hypocrites is de titel van een kleurtekening op papier uit 2011. HYYPOCRITE staat veertien maal op het blad, maar dat aantal doet er niet toe. Wat belangrijk is, is de herhaling. Het hypocriete gedrag zal de vorst eeuwig en eeuwig achtervolgen. Het kunstwerk zowel als de titel zijn door de geschiedenis eraan verbonden evenwaardig.

 

De geslepenheid is aanwezig bij alle soorten vrouwen. Landelijke, stedelijke, jonge, oude, burgerlijke, artistieke, dikke, dunne, lange, gekke, misvormden, beeldschone. Als we er nu eens van uitgingen dat de vrouw – hoe, wie of wat ze nu ook is – de mannen inspireert, en wat is inspiratie anders dan een vorm van nerveuzigheid. Maar de bazigheid van mannen kennende willen ze dat niet bekennen en kaatsen de bal terug. Vrouwen die niet naar hun pijpen dansen zijn nerveus. Dat valt in elk detail van de tentoonstelling op. De titel vat dan ook precies samen wat de boodschap is. Vanuit het mannenbeeld over de vrouw is door het team, waartoe ook vrouwen behoren, een parcours aangelegd dat leunt op de onvatbaarheid van het vrouwelijk gedrag. Er is geen historische lijn te trekken, en kunst en waanzin hangen broederlijk naast elkaar. De bezoeker wordt er nerveus van. A horse! a horse! my kingdom for a horse! … en als dat niet kan, een koffie, snel!

 

Zit er een paar kilogram sadisme in het team van het museum Dr. Guislain dat de tentoonstellingen uitzet en de catalogi samenstelt? Ongetwijfeld, zij het in beperkte mate. Dat is ook gepermitteerd, zoals een leugen vaak beter is dan de waarheid. Alles is toegestaan om het doel te bereiken, zeker als het kunst en waanzin betreft. Kunst en waanzin zijn uit eenzelfde zaadkorrel ontsproten. En ze portretteren, eenmaal in volle bloei, de sociale ziel van het maatschappelijke hart. Dat portret belichten is de grote kracht van dit gewaardeerde, maar toch nog onvoldoende bekroonde museum. De toeschouwer krijgt niet zomaar een artiest of een kunstbeweging onder de neus geschoven. Elke expositie is een veelvoud van humanitaire waarden. Zij versterkt de sociale, educatieve, artistieke, politieke, wetenschappelijke kennis van de bezoeker.

 

Aan alle macht aan de mannen kwam ruim een halve eeuw geleden een einde. Via de weg van de geleidelijkheid. De vrouwen zelf zijn hiervoor verantwoordelijk. Maar het heeft hun tweehonderd jaar gekost eer die weg ingeslagen werd. Ze hebben een pijnlijke trektocht nodig gehad om de plaats waar zij namens de westerse beschaving recht op hadden te veroveren. Ze werden zowel geestelijk als lichamelijk, en als het even kon samen, vernederd. De mannen hebben hierin geen fraaie rol gespeeld. Vooral wetenschappers hebben begrip gehad, psychiaters die verder zagen dan hun pillen en praatjes. Hun engagement ging soms zo ver dat ze een verhouding aangingen met hun patiënten. Ten bate van de wetenschap, maar evengoed in hun poging hun patiënt[en] te genezen. Het valt met kunstenaars te vergelijken. Kunst en liefde versmelt, al hebben in de artistieke wereld mannen daar vaak meer voordeel bij dan vrouwen. Een paar voorbeelden: Pablo Picasso en Charlie Chaplin.

 

Een tweede pijnlijke zaak waarop de nadruk valt in deze tentoonstelling is de rol van de vrouw in haar drang zich van een dwang te verlossen. Een goed voorbeeld is Marilyn Monroe. Zij wilde voor vol aanzien worden, maar had daarvoor een omweg nodig. Ze voelde zich genoodzaakt om een meisje te blijven spelen. Slechts in haar laatste film werd ze een volwassen vrouw, maar toen was het al te laat. Niet zichzelf te kunnen zijn in haar privéleven bracht haar aan de pillen en de drank. Ze overleed nauwelijks een jaar na de voltooiing van The Misfits. Haar man, Norman Mailer, schreef het script tijdens zijn huwelijk met Monroe. Is het script een poging geweest van Mailer om haar de weg van de genezing te wijzen? De schrijver als dokter?

 

Een ander voorbeeld is Nicole Kidman, in combinatie met Stanley Kubrick. Op de tentoonstelling hangt een grote foto van haar uit de film Eyes wide shut. Ze buit de jaloersheid van haar man, een dokter nota bene, uit door de transformatie van vrouw naar meisje. Hij slaat tilt en begint aan een nachtelijke tocht door New York. De film is gebaseerd op een novelle van Arthur Schnitzler, een Oostenrijks auteur die medicijnen studeerde en gefascineerd was door het onderbewuste, in de seksualiteit in al zijn vormen en de positie van de man als misgebruiker van de vrouw. In Droomnovelle heeft, in tegenstelling tot in de film, de vrouw het laatste woord. Ze zegt tegen haar man: ‘Nu zijn we ontwaakt… voor lang. Nooit naar de toekomst kijken.’

 

Weer die geslepenheid van de vrouw, want in de kracht om de toekomst als machtsmiddel wint de vrouw het geheid van de man. Het is een van de redenen van de onblusbare nieuwsgierigheid van de man in de vrouw. Subtiel wordt het in de tentoonstelling aangegeven door tekeningen van de Eric De Volder [1946-2010]. De theaterregisseur had een schetsboek bij de hand zoals een ander een sleutelbos. Schetsen voor de maskerade van de personages en de droomwereld van de scenografie, maar ook heel veel vrouwen.

Uit andere onderdelen van het geheel blijkt bovendien dat de vrouw een gekte aanwendt om zich uit de onderdrukking van de man te verlossen, of haar gekte gebruikt om eindelijk zichzelf te kunnen zijn. Die uitingen werden niet toevallig performances, zowel voor een regulier publiek als voor samengetroepte professoren, én studenten in de psychiatrie.

 

Tijdens de duur van de tentoonstelling zijn er lezingen en performances. Precieze data zijn te vinden via de website. Als vanouds is de catalogus gevuld met boeiende artikels. Ze zijn vlot en daardoor spannend geschreven. De titel van het artikel van Myriam Van Moffaert luidt: “Hebben ‘nerveuze vrouwen’ baat gehad bij de feminisatie van de psychiatrie?” Het antwoord is de tentoonstelling. Magisch, meesterlijk, mijnwerk.

Guido LAUWAERT

 

NERVEUZE VROUWEN – Twee eeuwen vrouwen en hun psychiaters – Museum Dr. Guislain – t/m/ 26-05-2013 – www.museumdr.guislain.be

Partager cet article
Repost0
27 octobre 2012 6 27 /10 /octobre /2012 15:46

Page.jpg

Wat hebben Sunshine Superman van Donovan, As Tears Go By van Marianne Faithful, Here Comes The Night  van Them, The Crying Game van Dave Berry, Downtown van Petula Clark, Out Of Time  van Chris Farlowe en True Story  van Twice As Much gemeen behalve het feit dat het in de zestiger jaren stevige hits waren? Dat Jimmy Page (later bekend van The Yardbirds maar vooral van Led Zeppelin) er gitaar op speelt! Prima gitarist! Wat doet zo’n mededeling in een rubriek als Cinema Trivia? Welnu: ik bekeek Death Wish II  van Michael Winner (1981), en stoorde me aan de bij die tijd horende (nu immens gedateerde) muziek. Vroeg me af wie die teringherrie bij elkaar had verzonnen, en tot mijn verbazing stond er music composed and played by Jimmy Page op de aftiteling. Het is zijn enige soundtrack gebleven, en dat lijkt me een goede zaak….

Bert BEVERS

Partager cet article
Repost0
27 octobre 2012 6 27 /10 /octobre /2012 10:00

 

torro.jpg

'The Child is the father of the man', het eeuwigdurende en verrukkelijke vers uit het gedicht 'Rainbow' van William Wordsworth. Wat je tijdens je jonge jaren tussen de kiezen steekt is dikwijls bepalend voor de verdere ontwikkeling van je smaakpatronen. In ons handboek voor de lessen Nederlands (De Ring?) lazen wij ooit een tekst met de beschrijving van een stierengevecht. Ik herinner me niet meer wie de auteur was noch uit welke roman het kwam, maar het gevecht met de stier dat me altijd is bijgebleven werd er plastisch in beschreven: de banderillero die de banderillas, de ijzeren pinnen in de schoft van de stier steekt; het bloed dat op het zand van de corrida vloeit; de stier die het paard met blinddoek van de picador opheft, door de beschermingsmatras zijn horens steekt; de buik die wordt open gescheurd, de ingewanden die eruit lopen….

Was het Hemingway, Nobelprijs Literatuur 1954? Hij verbleef lange tijd in Spanje en werd een bevlogen liefhebber van stierengevechten. In een aantal van zijn boeken komt dit thema aan bod.

 

Dodelijke elegantie

 

DELIRIO EN NIMES...11 orejas y un rabo’( Delirium in Nîmes...11 oren en 1 staart) kopte El Mundo. Deze grote eer viel torero José Tomas te beurt. Bovendien mocht hij onder een daverend applaus door de Puerto de los Consules de arena verlaten. In september waren duizenden van over de hele wereld speciaal naar de arena van Nîmes gekomen. Ook Mario Vargas Llosa, Nobelprijswinnaar Literatuur 2010.

Buitengewoon. Deze ochtend was absoluut buitengewoon, een prachtige dag. De zon en de afwezigheid van wind stak een handje toe… En de stieren. Van de zes waren er vijf prachtig…. En José Tomas was absoluut uitzonderlijk, zowel voor zijn vaardigheid als voor zijn beheersing, zowel voor zijn moed als voor zijn elegantie…. José Tomas is een stierenvechter buiten serie, van controle, van moed, van kunst….Het was heel emotioneel”, aldus Mario Vargas Llosa.

De journalist in kwestie was nog lyrischer: "Ik schrijf met de tranen van de zon. Ik ben verblind door de emotie. Woorden volstaan niet om het immense van dit wonderlijke thema te beschrijven… Een symfonie met zes stieren. Er is geen letter voor hun muziek… Ahora tu no dejes de hablar, Antonio Vega [nu moet je niet stoppen met praten]. Ik weet het niet. Ik weet alleen met zekerheid dat ik getuige was van het allergrootste dat in een arena kon worden beleefd."

Cataluña presente ! riepen de aanwezige Catalanen. In hun thuisland is sinds dit jaar het stierengevecht verboden. Waarschijnlijk is dit niet alleen vanwege het protest van organisaties voor dierenrechten. In het kader van het Catalaanse streven naar onafhankelijkheid is een stierengevecht misschien te Castiliaans.

jose_tomas1.jpg

José Tomas

 

De vervullende huiver

 

Van zoet gekwijl word ik nog suikerzieker, ook in de literatuur.

De dans van de torero, de matador de toros. De fascinatie voor de dood is het centrale thema en de aantrekkingskracht voor velen. Het ballet van gruwel en gratie, het sterven. Voor Louis-Ferdinand Céline is de strijd voor het leven al op voorhand verloren. Ergens schreef hij: “Het is een bewegen van het leven naar de dood, een danse macabre! – De enige waarheid op deze wereld is de Dood”. Het is een facet in ons bestaan dat wij zorgvuldig naar elders verbannen. Zolang ik me kan herinneren werd ik aangezogen door het rauwe, het verminkte, de aftakeling, de dood. Beklijving, de adem die wordt afgesneden, het genot van de vervullende huiver…

 

torro3.jpg

Sinds de 18de eeuw hebben 533 stierenvechters het met hun leven bekocht

 

De vermenselijking van het beest


Ik las Reinaerts streken  (1) van Jozef Janssen en Rik Van Daele. Ik kocht deze naar aanleiding van een voordracht van Rik Van Daele laatste bij de literaire kring Ex-Libris. (2)

Er is een hoofdsstuk over ons hedendaags vertederend beeld versus de kijk van de middeleeuwer op dieren. Een dier was er een dier en eten. Zo kom je ook bij Jacob van Maerlant te weten dat de krokodil een bijzonder hypocriet beest is want wanneer hij een mens heeft doodgebeten pleegt hij te wenen. Vandaar de huichelachtige krokodillentranen of hoe een middeleeuwse dierenvisie staande uitdrukkingen werden en in ons taalgebruik werden opgeslagen.

De hypocrisie en de vele krokodillentranen van de dierenrechtenbeweging worden beschreven door dierenarts Christian Parmentier in zijn boek De Luis in de pels. (3) Vooral het gedachtegoed van Peter Singer, verspreider van het begrip ‘speciesism’ (discriminatie op basis van soort) en de geestelijke vader van het ALF (Animal Liberation Front), een terreurorganisatie die niet vies is van brandstichting, neemt hij stevig én met welluidende argumenten op de korrel. Tot mijn ontzetting las ik in het boek een gedicht voor kinderen en wel van de hand van een bekende Vlaamse jeugdschrijver. Het stond op een folder van ‘Moeder Aarde’. Of hoe met een tergende vanzelfsprekendheid kinderen een schuldgevoel wordt aangepraat wanneer ze een biefstukje eten. Hoe ver kan bekeringsijver te ver gaan?

 

Scannen0003.jpg

 

Bij het bekijken van deze foto uit 1976 kwam de weemoed van het verleden tegenwegen.

Voor ieders gemoedsrust: men heeft me verteld dat eenmaal een jonge stier met de muleta in aanraking komt, hij meteen ongeschikt is voor de arena. De stier (250-300kg) op bovenstaande foto, kreeg zodoende een andere plaats voor zijn levenseinde toegewezen dan de corrida, nl. het minder controversiële slachthuis.

Het plezieren met dieren, tot voedsel en vermaak gedoemd, op de schoot of in de corrida.

Frank DE VOS


(1) Jozef JANSSEN en Rik VAN DAELE, Reinaerts streken, Leuven, Davidsfonds Literair, 2001, 317 p. ISBN 90-6306-423-3.

(2) http://mededelingen.over-blog.com/article-exlibris-de-fabel-in-het-reinaertverhaal-106609749.html

(3) Christian PARMENTIER, De Luis in de pels, Leuven, Van Halewyck, 2003, 190 p., ISBN 905-5617-5343

Partager cet article
Repost0
26 octobre 2012 5 26 /10 /octobre /2012 20:54

 

Ruben-van-Luijk--Uitgeverij-Nadorst-.jpg

Ruben van Luijk

Soms zijn er van die initiatiefjes waarvoor je op voorhand al sympathie hebt. Zo geeft in Rotterdam Uitgeverij Nadorst sinds enige jaren interessante dingen uit (waaronder de eerste vertaling in het Nederlands van de poëzie van Jack Kerouac). “Poezië & proza recht van de frontlijn van de letteren,” zeggen ze daar aan de Maas zelf. Nadorst ondervindt, als alle kleine uitgeverijen, dat het werken vanuit de marge ook frustrerend kan zijn. ‘De Officiële Literatuur’ ziet hen dikwijls amper staan.

De uitgeverij meent dat ‘literatuur een product is geworden dat in de markt gezet moet worden door reclamecampagnes en talkshowoptredens van auteurs. Met een opeenvolging van prijzenshows, boeken-top-tiens en pseudomichelinsterren lijkt de Nederlandse literatuur meer en meer op een langgerekte aflevering van RTL Boulevard.’ Nadorst wijst graag de weg terug naar waar het allemaal omdraait: de tekst, de inhoud, de stijl, de boodschap, en het echte leven: “Wellicht als Don Quichot vechtend tegen windmolens, Pierrot in het circus, of eenzaam roepende in de woestijn van het spektakel. Maar niettemin.”

Nadorst gaat op originele wijze actie ondernemen. Onder het motto ‘Echte literatuur kent geen prijs’ zal Nadorst op maandag 29 oktober bij de uitreiking van de AKO-Literatuurprijs op ludieke wijze stelling nemen tegen de toenemende spektakelarisering  van de Nederlandse literatuur. Auteur Ruben van Luijk zal dan 120 exemplaren uitdelen van zijn roman Het lelijke meisje aan bezoekers van de uitreiking. Met de actie hoopt Uitgeverij Nadorst aandacht te vragen voor literatuur die zich buiten de schijnwerpers bevindt.

Het lelijke meisje heeft gegarandeerd nog op geen enkele long- of shortlist gestaan,” aldus Nadorst. “En auteur Ruben van Luijk heeft bovendien een plechtige eed gezworen nooit in een televisietalkshow te verschijnen. Het is daarmee 100% fair trade & authentiek, en bezoekers kunnen het boek dus met een gerust hart aannemen. Echte literatuur kent geen prijs!”

Bert BEVERS

www.uitgeverijnadorst.nl

Partager cet article
Repost0
26 octobre 2012 5 26 /10 /octobre /2012 09:00

 

Een-lolita.jpg

Els Dottermans

De geaardheid doet er niet toe. Elke man wil zijn leven lang een lolita, een likstok. Dit is geen ontucht. De Russische auteur Vladimir Nabokov heeft dit, beter dan eender welke andere schrijver, verwoord. Anderen hebben hem gekopieerd, maar geen enkele versie kan tippen aan die van Nabokov. Ook die van Bernard Dewulf niet, die voor het NTGent Een lolita schreef. Een goeie poging, meer is het niet. En de regie van Julie Van den Berghe levert geen extra laag zoetstof op.

 

De wereld zoals hij is en was bewijst die drang. Kindbruiden in het oosten meisjes in het westen, verstopt onder het mom van de kunst. Barbarella, Alice in Wonderland en wat zij vond achter het zilververnis van de spiegel. Elke cultuur heeft zijn lolita. De voornaam is afkomstig uit Spanje. Het is de verkleinvorm van Lola, wat zelf een afgeleide is van Dolores. De verkleinvorm werd pas gegeven toen bleek dat het meisje met die naam vroeg ontwikkeld was. Ook de vrouw wil een lolita zijn. In de gegoede klasse van Japan was het de gewoonte dat jonge vrouwen kinderkleding droegen om er als een jong meisje uit te zien. Dat fenomeen is ook in de sekswereld te vinden. Eender welke hoerenbuurt heeft een flink pak hoeren van 30 die er 15 uitzien.

 

De roman van Nabokov bestempelen als een schandaalroman is een bewijs van domheid. Wat de Rus voor ogen stond was het seksueel verlangen van de man in romanvorm te gieten. Daar is hij voortreffelijk in geslaagd, al heeft het heel wat versies gekost, eer hij afstand kon nemen van de obsessie. Lolita verscheen in 1955, de oerversie in 1939, met als titel Volsjebnik [De tovenaar]. Er zou ook een versie geweest zijn met de naam De sater, maar volgens Dmitri, de zoon van de auteur, is dat het verzinsel van een Amerikaan. Maar goed, Bernard Dewulf heeft zijn versie geschreven maar, zijn karakter getrouw, is hij blijven steken in een aaneenrijging van achteraf beschouwingen. Een man [Frank Focketyn] en een vrouw [Els Dottermans] overdenken wat hun zoveel jaar geleden is overkomen. Hij werd verliefd op een meisje en zij liet zich gewillig verleiden door een oudere man. Het verhaal van Nabokov loopt als een dunne bleekroze draad door de voorstelling. Op de achtergrond zit een derde persoon. Auteur noch regisseur komen er niet uit hem aan te kleden, zodat de toeschouwer het raden naar heeft wie en wat hij is. Waarschijnlijk de schepper. Mister Nabokov, I presume?

 

Bernard Dewulf is een vermoedensauteur. De auteur geeft aan en de lezer neemt aan. Voor toneel moet de auteur een andere weg inslaan. Hij moet de kijker de verkeerde weg opsturen om hem de juiste te laten vinden. Dat deden Tsjechov, Strindberg en Ibsen, om drie moderne auteurs te nemen, en dat ze daar ten volle in zijn geslaagd, bewijst het telkens weer bewerken, hervormen en opvoeren van hun stukken, met als uitschieters, hé, hun vrouwenstukken. Bernard Dewulf is daarenboven een familievader, dat zie je aan zijn proza. Hij is echter verre van een vrouwengek, en zeker niet een met een lolitasyndroom. Begin dan maar eens aan een toneelverhaal waar de toeschouwer van gaat geilen, zowel de mannen als de vrouwen. Het resultaat van het huiswerk van Dewulf, voor Een lolita, blijft daardoor steken in meander, randversieringen van het fenomeen.

 

Regisseur Julie Van den Berghe durft veel maar weet weinig. Diepere lagen van het menselijk brein heeft zij nog niet ontdekt. Of zij dat ooit zal doen is zeer de vraag. De voorstellingen die ik van haar zag waren variaties op een thema. Schemertoestand, wildbouw in decor, tergend langzaam tempo, nasaal spel, muzak en sourdine en kort voor het doek valt een lied uit het wereldrepertoire dat iedereen kent en wat meer volume krijgt. Acteursregie moet je van haar ook niet verwachten. Doe maar, verras mij, dat vermoeden rijst op bij de toeschouwer. En deze toeschouwer zag dat Frank Focketyn geen vat kreeg op zijn personage, houterig beweegt, blijft steken in zijn bekende theatrale rol van de man die onrecht is aangedaan. De man die na zeven psychologen en negen echtscheidingen zijn voormalige werkgever een proces aandoet wegens pestgedrag dat leidde tot een verminkte geest.

 

De redding van deze productie lag dan ook in handen van Els Dottermans. Wie had anders verwacht? Zij geeft warmte aan haar rol, springt moeiteloos van verleden naar heden en is daardoor de enige die de aandacht gaande kan houden. Zij beweegt, figuurlijk maar ook letterlijk. Het mooiste beeld is wanneer zij zich tegen een bespiegelde wand plakt maar het haar niet lukt in spiegelland te geraken.

Het genot van de voorstelling is daarom voor tweederde te danken aan Dottermans, en voor éénderde aan Bernard Dewulf, die toneeltaal aankan zolang hij zich concentreert op het verhaal en niet schrijft naar de tand van de klant, zijnde de acteurs. En niet de eenzaamheid als staketsel gebruikt, want dat is onontbeerlijk in de bouw en de architectuur, maar is maar al te vaak een hinderpaal voor de regie en een toneelstructuur.

Guido LAUWAERT

 

Een lolita– productie NTGent tot mei 2013 op de affiche van de eigen schouwburg en die van Vlaanderen en Nederlandse theaters en culturele centra – www.ntgent.be

Partager cet article
Repost0
25 octobre 2012 4 25 /10 /octobre /2012 04:41

 

Erik-Verstraete--foto-Bert-Bevers-.JPG

Foto: Bert Bevers


Zie: www.detafelvan1.blogspot.com

Partager cet article
Repost0
24 octobre 2012 3 24 /10 /octobre /2012 06:13

Op het gevaar af dat ik in een dwangbuis ten eeuwige dage in een onwelriekend verdomhoekje word verketterd, durf ik zijn naam haast niet vernoemen: Edmund Burke, de stamvader van het moderne conservatisme. Door de ene zijde de hemel in geprezen omwille van zijn pleidooi voor een organisch gegroeide evolutie, voor de andere zijde, de voorstanders van de revolutie zijn alleen al zijn initialen goed voor boegeroep.

Edmund Burke (1729-1797) was een Brits parlementslid van Ierse afkomst die de Amerikaanse opstandelingen en zijn Ierland een warm hart toe droeg. ‘The liberties of Ireland have been saved in America’. In zijn Reflections on the Revolution in France (1790), toonde hij zich een heftige tegenstander van de Franse Revolutie. Deze draaide uit op een terreurbewind met Robespierre. Burke’s voorspelling werd zodoende door de geschiedenis bewezen. Geschiedenisonderzoek is een pleidooi tegen het kleven aan het momentane vooral politiek gekakel. Daarom las ik al in 2003 zijn biografie.

Kwestie van toch iets over deze postuum vergruisde te weten te komen.

BurkeBio.jpg

 

Burke was niet alleen politicus maar tevens filosoof en ik ontdekte in deze biografie: A Philosophical Enquiry into the Origin of Our Ideas of the Sublime and Beautiful( 1757), een verrassend document. Dit traktaat trok eveneens de aandacht van Diderot en Kant.

Een definitie van het sublieme
Zo stelt Burke:

Alle dingen die, op welke manier dan ook, gedachten aan pijn en gevaar kunnen wekken, met andere woorden, alle dingen die op de een of andere manier angstaanjagend zijn, of verband houden met iets verschrikkelijks, of een vergelijkbare uitwerking hebben als angst en afschuw, zijn een bron van het sublieme. Zij zijn in staat de sterkste emotie op te wekken die de geest kan ondergaan.

De ervaring van de sterkste emotie maakt ons monddood. We staan letterlijk met onze mond vol tanden. Volgens Burke komen onze geestelijke vermogens in de sublieme ervaring zelfs geheel tot stilstand. Pas op veilige afstand gaan verschrikking en genot hand in hand.‘Wanneer pijn en gevaar te dichtbij komen, zijn zij niet in staat ons enig genot te verschaffen; maar op een zekere afstand, en met enige aanpassing, kunnen zij ons genot brengen’. Het sublieme is dus een ervaring van de combinatie van vrees, pijn en genot waaraan hij overigens geen enkele ethische dimensie verbindt.

Sublieme kunst

Althans voor mij behoren de doeken van Jeroen Bosch, de Infiniti-beelden van Michelangelo, het Fauvisme van Rik Wouters, de overbekende ‘Schreeuw’ van Munch, de meedogenloze naaktheid van de figuren van de ‘ontaarde’ Egon Schiele, het expressionisme van Constant Permeke e.a. tot het sublieme en daardoor de meeste beklijvende werken in de kunstgeschiedenis. Voorbij het estheticisme, voorbij schoonheid om de schoonheid, voorbij het inhoudsloze, het irrelevante van pure esthetiek en zonder zoetstof.

Beelden van de 9.11, foto’s van een tsunami met een indrukkende watermuur en een figuur in de verte die wegloopt, waarvan men weet dat hij zal omkomen, kijkfiles na een auto-ongeval, ramptoerisme, een stierengevecht. Van waar komt die aantrekkingskracht? Het genot van de huiver?

Ook door de overweldiging bij het sterven van een kind wanneer je alleen maar ‘Ombra mai fu’ van Händel kan neuriën wordt je deelachtig aan het sublieme. Obscurus per obscurius.. ‘In het licht vernauwt de iris van onze ogen. In het duister wordt deze groter’ (E.Burke)

Frank DE VOS

Partager cet article
Repost0
23 octobre 2012 2 23 /10 /octobre /2012 07:26

 

Nana-Ramael--foto-Bert-Bevers--copie-1.JPG

Foto: Bert Bevers


Zie: www.detafelvan1.blogspot.com

Partager cet article
Repost0
20 octobre 2012 6 20 /10 /octobre /2012 13:00

 

Spartaco.jpg

Even een hoekje uit de filmgeschiedenis afstoffen, omdat het me ineens weer eens irriteert hoe vaak de Amerikanen goeie sier maken met andermans ideeën, daar vaak iets platters van maken maar er dikwijls ook veel succesvoller mee zijn. Massimo Girotti. Ooit van gehoord? Waarschijnlijk niet. Maar de naam Kirk Douglas doet waarschijnlijk bij iedereen een belletje rinkelen. De meesten krijgen er een beeld bij voor ogen van een man met een kuiltje in zijn kin, en denken er ook maar gelijk zijn vertolking van Spartacus bij. Mag. Absoluut geen onaardige film, en hoe dan ook stevig in de markt en het collectief geheugen gezet. Maar Stanley Kubrick blikte Spartacus wel pas in 1960 in. Reeds in 1952 (acht jaar eerder dus) echter, en dat wil ik gewoon maar even kwijt, draaide Riccardo Freda al een versie van Spartacus (Spartaco in het Italiaans, Sins of Rome bij de Angelsaksen). Met Massimo Girotti, die een uitstekend acteur was, in de titelrol. Italianen waren goed in ‘sandalenfilms’, de peplums.

Bert BEVERS

Partager cet article
Repost0

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche