Met aandacht volg ik de bijzonder aanbevelenswaardige blog van Jan Lampo. Woensdag 23 januari las ik zijn bijdrage over “De slechte vrienden van Jet Jorssen”. Donderdag viel dan Zuurvrij in de bus. Net zoals bij de ontvangst van de jongste aflevering van Wetenschappelijke tijdingen mijn aandacht prioritair ging naar de bijdrage van Armand van Nimmen over Duysan en Van Ostaijen, las ik nu eerst Jan Lampo's onthullende studie over “De lotgevallen van een trilogie. Het archief van Jet Jorssen en Och, Siemeniskinderen!”.
Met belangstelling nam ik aldus kennis van Jorssens' perikelen met uitgevers. Haar trilogie is m.i. haar beste werk en de historie van de uitgave is zonder boeiend, ook in een bredere context. Jan Lampo typeert Jorssen gevat als “een eigenzinnige schrijfster die nooit twijfelde aan haar gelijk, en op het voorbestaan van het extreemrechtse gedachtegoed in Vlaanderen”.
Ik heb de beste herinneringen aan Jet. In 2005 schreef ik mijn herinneringen aan die merkwaardige vrouw (verschenen in de rubriek 'Memoires' van de Mededelingen van het C.D.R. , nr. 50, pp. 9-15). Ze verschenen niet online. Dat gebeurt nu wel straks in mijn volgende post (met enig toegevoegd commentaar).
Henri-Floris JESPERS
(wordt vervolgd)