Gisterenavond werd Meisje dat ik nog moet (De Bezige Bij), de eerste bundel van Y.M. Dangre, in beperkte kring voorgesteld in de Vriesdonkzaal van het Sint-Michielscollege te Brasschaat.
Luc Pay (foto: Geert Bastianen)
Inleider Luc Pay onderstreepte dat Dangre zich in zijn roman Vulkaanvrucht (2010) ontpopte tot een 'woordenfluisteraar, wat in proza niet altijd even opportuun is.'
In de poëzie van Dangre leidt echter de 'superieure taalbeheersing' van de dichter
tot verbluffende verbale pareltjes die bulken van de betoverende omkeringen, ontroerende metaforen, woordspelingen en allusies, betekenisverbanden en verwijzingen (bv. naar de klassieke Oudheid) waarbij abstract en concreet, synesthesieën of lichamelijkheid en taal probleemloos in elkaar overgaan. Dangre beheerst de kunst om de lezer op een erg subtiele manier op het verkeerde been te zetten, bv. met verdraaiingen van bekende zegswijzen of een onverwachte spelling die een woord doet kantelen in een ander.
Vandaar een verrassende, verfrissende en tegelijk warme lyriek boordevol ironische knipoogjes die speels en organisch uit zijn pen vloeien.
Y.M. Dangre signeert (foto: Geert Bastianen)
Poeta doctus en poeta faber Dangre geeft blijkt van wat men in de Renaissance 'sprezzatura' noemde: het talent om op een schijnbaar nonchalante, onopvallende wijze zijn virtuositeit te etaleren, aldus Luc Pay.
Meisje dat ik nog moet (De Bezige Bij), kwam medio januari in de boekhandel. De eerste druk was reeds op 11 februari uitverkocht.
■