Overblog
Editer l'article Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
15 janvier 2014 3 15 /01 /janvier /2014 00:00

 

Hier hangt de ketel waarin, zegt Michail

Boelgakov, het nieuwe leven wordt gekookt.

Projecten groeien. Terwijl de oude garde

van de revolutie met het gemak van de verbijstering

zijn schuld bekent: ik boycot, ja, ik spioneer.

Dit zijn de 365 dagen van 1937 waarin

vooraf leven en dood, aanklager en

aangeklaagde, rechter en terechtgestelde

aan dezelfde kant van de scheidslijn kunnen

vervagen. Bevindt al jaren een mens zich niet

in een staat van paradijselijkheid. Ge waart alles.

En dan waart ge niks meer! Levensgevaarlijk is zij,

Moskow, bewaakster van ordening, van panisch

handgeklap en van de fermste levensvreugde.

De NKVD loerde maar, loerde waar te loeren viel,

hakte geen takken af waarop ze zenuwachtig zat.

 

Ik maak van Moskow mijn landschap,

mijn wegennet, mijn moederland,

mijn met de pen begrensde oblast

waarover ik met liefde en met hapering

regeer. Zij is mijn angst. Zij overleeft

elk zevenjarenplan.

 

Zij maakt de warmte die ik ruik

en nodig heb, allicht wanneer

de regen over al haar velden schuurt.

 

Onder haar huid, in longen, hart en al het

vlees van Moskow staan de namen van vernielers

of van makers, van kaalslagers of van talloos

veel verzonnen saboteurs van deze Stad.

 

Gij waart angstig toen de lijken

zich opstapelden. Gij beefde van schrik,

want gij wist ’s morgens nooit

of ge ’s avonds thuis zoudt zijn. Ge hadt

een leven en ge hadt geen leven.

 

In 1937 was het sterven volgens quota. Simpel

toch. Dood in verordening 00447. Zo was de

Grote Terreur: bloeden in geleende tijd.

De Zonen van het Licht en de Zonen van

de Duisternis. En ook was daar

Nikolaj Ivanovitsj Boecharin, die de walmen

van het Derde Showproces inademen moest

en dan het nekschot kreeg. Hij wist:

op een waterkans geen kans. En Jezjov,

die gitzwarte ziel. Ook hij kwam aan de beurt.

 

Midden in de stad, en plannen in de rand.

Terreur dus overal. Boetovo schietterrein was

Moskows biotoop. Gij zat tot uwen adem stokte

in de buitenaardse hel van de Loebjankagevangenis.

Apocalyps en pompes funèbres waren er alom.

Wat in de nek geschoten werd, was meer dan

zwarte gruwel. Dit was geen muzikale taal.

Hier schetsten psychopaten de topografie

van onzin en van afschuw en van angst …

 

 

Miljoenen waren al gegaan. Al heengegaan.

Verdwenen al naar Magadan in Kolyma.

Massaal gecrepeerd van de honger.

En massaal volksverhuisd, gedeporteerd

op etnische marsmuziek … en massaal terecht-

gesteld. Het kind van de goelag was de roepvogel

van het eindeloos luchtledige Siberië.

Het miste bord en lepel, het pikte node gras.

Dat noteert de geschiedenis, nog voordat 1939

begon en Jozef Stalin zich koesteren mocht

in de royale rol van slachtoffer en held.

Veel stil te houden, onnoemlijk veel, wist hij,

Josif Dzjoegasvili en zijn impia cohors.

 

Onder een laagje aarde lagen ondertussen

miljoenen kameraden te stinken. Moedertje

Agitprop, het volk is zijn verdraaide geschiedenis.

 

De koppige stad met lijkgeur en psoriasis op

elke bodemlaag. Moskow was een lijf, een lichaam

dat verrekt veel warmte maakt en elke

huid bij afbraak weer vernieuwt. Zij regisseert

de iconografie van het dodenritueel tot zij,

vermomd als zichzelf, verkleed herademt.

 

Philippe CAILLIAU

Partager cet article
Repost0

commentaires

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche