Met de publicatie van De moerbeitoppen ruischten maakte Anton van Wilderode in 1943 definitief naam. De 52 gedichten waaruit Van Wilderodes debuutbundel bestond, werden amper een jaar na de eerste druk aangevuld met vier nieuwe gedichten in de tweede vermeerderde druk (1944). Deze 56 gedichten werden tot de laatste geautoriseerde versie van de bundel in Verzamelde gedichten uit 1990 herdrukt met grotere en kleinere varianten van de auteur.
Het Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- & Letterkunde publiceert een documentaire varianteneditie met een kroniek van de genese door Edward Vanhoutte.
Dit boek (784 p.) presenteert de oorspronkelijke teksten, een overzichtelijk variantenapparaat met genetisch commentaar, bibliografische beschrijvingen van al het overgeleverde bronnenmateriaal en een rijk gedocumenteerde reconstructie van de wordingsgeschiedenis van De moerbeitoppen ruischten.
Hoogtepunten hierbij zijn de kroniek van de periode 1937-1944 die werd samengesteld op basis van nieuw archiefonderzoek van tot nog toe onbekende dagboeken, kladschriften, briefwisseling en handschriften van de auteur, meer dan honderd nieuwe en ongepubliceerde gedichten van Anton van Wilderode en een facsimile van de de bundel Liederen voor December waarmee Van Wilderode deelnam aan de August Beernaertprijs 1941-42 van de Academie.
Hugo Brems, Maarten De Pourcq en Carl De Strycker belichten Van Wilderodes debuutbundel in drie essays en Herman Van Rompuy schreef een voorwoord bij het boek.
Naast de heruitgave van een belangwekkend literair debuut, bevat dit boek ook de eerste wetenschappelijke studie van het vroegere leven en werk van Cyriel Coupé / Anton van Wilderode.
“Die toont aan, aldus de uitgever, dat de auteur het als informant voor de tot hiertoe verschenen bio-bibliografische publicaties niet zo nauw nam met de historische werkelijkheid.”
Het boek wordt op woensdag 29 september te 17 uur in het Academiegebouw gepresenteerd. ■