In het jongste nummer van Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift troffen me twee reeksen van de Antwerpse dichter Bert Bevers. Heb verschillende keren de cycli Afschrift en Dode dingen zijn langzaam gelezen. Die werden geïnspireerd door het bekijken van respectievelijk La voce della luna van Federico Fellini en Tideland van Terry Gilliam, meer bepaald door de ondertitels ervan. Ik ken de twee inspiratiebronnen niet. Ik houd wel van de betere film, maar ben geen serieuze kenner. In dit geval is dat niet erg. Bevers’ poëzie is moeiteloos autonoom. Ik krijg nergens het gevoel dat de gedichten ‘van iets afhangen’. Vooral de Dode dingen hebben mij vanaf de eerste lezing gepakt. Een soepele en ongedwongen collage. Parlando, dialoog (maar toch net niet), vraag en antwoord (maar toch net niet), de ‘vanzelfsprekendheid’ waarmee (het ongrijpbare) beweerd wordt: het dient allemaal een ‘verslag’ van een magisch verbond over grenzen heen (zelfs over de grens van de dood). Al te zeer uitweiden durf ik niet. Ik voel dat ik van deze breekbare magie moet afblijven. Dit zijn spannende gedichten op een hoog gevoelsniveau.
Erick KILA
Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift 119, zomernummer 2013, 92 p. Administratie en abonnementen: inge.karlberg@skynet.be